KAMERLINGH ONNES I HELIUM VLOEIBAAR BOEKTE HALVE EEUW^i 581 GELEDEN ZIJN TRIOMF: Internationaalcongres in Leiden behandelt belangrijk door hem opengelegd gebied GROOTMEESTER DER HERLEVING OP ZON ONTDEKT NOG SLECHTS 90 JAAR GELEDEN Gemeentebegroting 1959 niet voor februari in Leidse raad Nog niets bekend van definitieve reselin» financiële verhouding Rijk/gemeenten }7ste Jaargang Zaterdag 14 juni 1958 Tweede blad no. 29465 Na vergissing van het halvinm VJ (Van een onzer redacteuren) Vijf jaar geleden werd in Leiden een interna- ionaal natuurkundig congres gehouden dat onder «eer door vijf nobelprijswinnaars werd bijge wond, namélijk de Duitser Heisenberg, wiens (aam de laatste tijd weer op de voorgrond trad |oor de publikatie van zijn „algemeen veld- teorie", de Deen Niels Bohr, de Engelsman Sirac, de Amerikaan Bloch en de Duitser Von jaue. Tijdens dat congres werd de honderdste eboortedag van de Leidse nobelprijswinnaars [orentz en Kamerlingh Onnes herdacht. De meest spectaculaire experimenteel-natuur kundige prestatie van Kamerlingh Onnes, het vloeibaar maken van helium, staat thans ander maal in het centrum van de belangstelling. Op tien juli a.s. vond deze gebeurtenis een halve eeuw geleden plaats, en weer wordt, mede ter gelegen heid daarvan, in Leiden een internationaal natuurkundig congres gehouden, waar de fysica der extreem lage temperaturen besproken zal worden. Daarbij zal in het licht worden gesteld, welk een breed terrein van onderzoek en vergro ting van kennis en kunnen de wetenschappelijke arbeid van Kamerlingh Onnes heeft geopend. Kamerlingh Onnes was een van de grootmeesters van de Nederlandse tfuurwetenschap, een van de reeks lan eminente Nederlanders als Lo- Ljfz, Zeeman, Van der Waals, Kap- tyn, Van 't Hoff, Hugo de Vries, die je nieuwe bloei van de Nederlandse Menschap als een vloed deden op dringen uit de stilstand van een eeuw. Heike Kamerlingh Onnes werd in 1853, etzelfde jaar als Lorentz, te Groningen n, waar hij ook wis- en natuur- studeerde. Een briljant student, als eerstejaars winnaar van een i medaille als bekroning van zijn op een prijsvraag van de trechtse Universiteit. Tweemaal 10 juli Tweemaal is de tiende juli een grote ag in het leven van Kamerlingh Onnes Bweest. In 1879 verwierf hij op die atum zijn doctorstitel op een proef- ihrift over de aswenteling van de aarde. Irie jaar later reeds volgde op 29-jarige eftijd zijn benoeming tot Leids hoog- raar in de proefondervindelijke natuur- unde en de meteorologie, waar hij voor zware taak kwam te staan de experi- lentele natuurkunde in ons land uit een eer van steriele zwakte naar nieuwe oei op te bouwen. Hij slaagde daarin ass nauwkeurig uitgestippelde wegen i bekroonde die moeizame gang naar iven op de tiende juli van 1908, binnen uit een halve eeuw geleden, toen hij in slaagde, om half acht des avonds een voor dag en dauw begonnen •beid, voor het eerst in de geschiedenis et laatste voor permanent gehouden assen, het helium, bij slechts 4.1 graad oven het absolute nulpunt vloeibaar te laken. Een langzaam en moeizaam vooruit- ringen in dit bijna ontoegankelijke ebied van de uiterste koude was eraan gegaan. Zuurstof capituleerde in 877 om zich bij uiterst lage temperatuur n vloeistof te laten omzetten, korfcdaar- p volgde stikstof, maar waterstof en lelium bleven hardnekkig tegenstand ieden. Men moest naar andere procé- é's zoeken dan de tot dusver gevolgde, len ging over tot comprimeren van gas at daardoor verwarmt, het aftappen" an warmte en dan door snelle uitzet- het laten afkoelen, en zo trapsge- voortgaan. Zo bereikte men vloei- waterstof bij 253 graad Celsius inder nul, nog steeds twintig graden bo en het absolute nulpunt dat op min 173.15 graad Celsius ligt. [Men bereikte zelfs 259 graad onder nul paarbij waterstof vaste stof wordt, maar Jielium bleef een gas In maart 1908 meende Kamerlingh het grote feit van vloeibaar ma- van helium te hebben verwezenlijkt, het bleek een vergissing te Enigszins spottend zei men in de len daarna dat men in Leiden ,r „halvium" had vervaardigd! Maar uiteindelijk, op 10 juli 1908, lukte bij de uitzonderlijk lage tempera tuur van 269 graad Celsius onder nul. j Het was een dag van grote triomf. Hoe Helium, een van de edelgassen, ,taat bij de herdenking van Kamer lingh Onnes en tijdens het komen de aan de extreem lage temperatu ren gewijde congres in het centrum van de belangstelling. Toch kan dit gas niet op een langdurige men selijke belangstelling bogen. Het werd eerst in 1868, slechts negentig jaar geleden, ontdekt. En dan nog niet eens op de aarde, maar door de Franse astronoom Janssen <zo kan echt ook een Fransman heten) op de zon. Van daar de naam helium, die van helios, de Griekse naam voor de zon, is afgeleid. Naarstig heeft men na 1868 op aarde gespeurd naar dit gas. Deze speurders wisten niet, dat zij bij iedere ademtocht helium in ademden Helium wordt namelijk in uiterst kleine hoeveelheden in de damp kring aangetroffen. Het werd op aarde voor het eerst aangetoond in 1895 door de Engelse scheikundige Ramsay. In Amerika wordt het in vrij grote hoeveelheden gewonnen, elders vindt men het slechts in de dampkring zonder mogelijkheid het op economische wijze daaruit af te scheiden. Helium is een zeer belangrijk gas met het oog op de zich thans ont wikkelende techniek van de kern fusie als bron voor elektrische energie, en heeft voordien belang gehad als brandvrije vulling voor luchtballons en luchtschepen. De vulling van dergelijke oud-modische luchtvaartuigen met waterstofgas leverde een enorm brandgevaar op, waarvan enkele historische rampen getuigen. uitzonderlijk Onnes' prestatie was blijkt wel uit het feit, dat er nog veer- i tien jaar overheen zouden gaan voor een tweede, Mc Lennan in Toronto, er in slaagde volgens de door Kamerlingh Onnes toegepaste methode helium vloeibaar te maken. Daarna volgde Berlijn, en tot voor de jongste wereld oorlog waren er slechts ongeveer tien 1 laboratoria over de gehele wereld die j in staat waren temperaturen van min 269 graad Celsius te bereiken. Thans echter zijn er 150 a 200 van dergelijke laboratoria, terwijl thans bedrijfsklare installaties voor het vervaardigen van vloeibaar helium worden geleverd die onder leiding van prof. dr. S. Collins (USA) worden vervaardigd volgens een reeds voor de oorlog door de Russische (toen in Cambridge en nu weer in Moskou werkende) natuurkundige Ka- pitza. Verder naar „nul" Na het spectaculaire succes van Kamer lingh Onnes is men er in geslaagd door nieuwe methoden de adiabatische demagnetisatie waarbij een magnetische ordening der moleculen ten koste van de eigen warmte verdwijnt bij wegnemen van het magnetisch veld) nog weer verder naar het absolute nulpunt door te dringen. Debije, De Haas, Wiersma en Kramers hebben zich daarmee bij zondere verdiensten verworven. Men komt thans tot niet meer dan ander- halfduizendste graad absoluut! Leiden heeft reeds lang niet meer het monopolie der extreem lage temperatu ren, maar wel is het nog het meest op dit gebied georiënteerde laboratorium ter wereld, waar alle aspecten van de natuurkunde van dit temperatuurgebied in de belangstelling staan terwijl elders slechts bepaalde aspecten worden onder zocht of bepaalde onderzoekingen bij extreem lage temperaturen worden ver richt. Bovendien heeft het Kamerlingh Onnes Laboratorium, vernoemd naar de grote Leidse geleerde, een unieke staf van wetenschappelijke onderzoekers die uit ervaring met dit merkwaardige ge bied der natuurkunde, zowel experimen teel als theoretisch, bekend zijn. Vruchtdragend onderzoek In de loop der jaren zijn uit dit labo ratorium bijzonder belangrijke ontdek kingen gepubliceerd, (zoals alles wordt gepubliceerd en te zien is zonder enige geheimhouding!) zoals de ontdekking van de supergeleiding. In 1911 zag een jong assistent van prof. Kamerlingh Onnes bij het meten van de elektrische weerstand in vast kwikzilver bij een HEIKE KAMERLINGH ONNES zoals zijn broer hem schetste als „gentleman du zéro absolu" temperatuur van min 268.9 graad Cel sius deze weerstand plotseling wegval len. Onnes schreef dit aanvankelijk aan een meet- of constructiefout toe. Later, bleek het een ontdekking van grote wetenschappelijke betekenis te zijn: het sprongsgewijs verdwijnen van de elektrische weerstand in verschil lende stoffen bij deze scherp gedefini eerde temperatuur. Jarenlang heeft men naar verklaringen voor dit ver schijnsel gezocht, en eerst thans ziet het er naar uit dat men wellicht een oplossing gevonden heeft in Amerika. De jeugdige assistent die het ver schijnsel voor het eerst waarnam was de latere hoogleraar en directeur van het Philips Natuurkundig Laboratorium, prof. dr. G. Holst. Voorts was een belangrijke ontdekking in 1927 door Keesom dat beneden 2,17 graden boven het absolute nulpunt vloeibaar helium overgaat in een andere (eveneens vloeibare) toestand waardoor het geheel andere eigenschappen krijgt waarvan de voornaamste wel is een zeer sterke fluïditeit, vloeibaarheid. Men zou dit een superfluïde toestand kunnen noemen. Een verklaring voor dit ver schijnsel is nog niet gevonden. Helium laat zich door steeds verdere afkoeling niet tot een vaste stof omvormen. Dat kan alleen door het uitoefenen van grote druk, hetgeen voor het eerst in 1926 ge schiedde. Ook de reeds genoemde adiabatische demagnetisatie voor het bereiken van zeer lage temperaturen is een van de resultaten van het werk in het Leidse Kamerlingh Onnes Laboratorium, ter wijl voorts genoemd moet worden de ontdekking van het De HaasVan Al- phen-effect. In de jongste tijd zijn belangrijke vruchten van het werk bij extreem lage temperaturen de bevestiging van de theorie volgens welke het pariteitsbe ginsel geen algemene geldigheid blijkt te bezitten zoals men eerst dacht (waar voor de Chinees-Amerikaanse geleerden Yang en Lee de Nobelprijs verwierven), en het onderzoek der materie en warmte- verschijnselen dat tot bevestiging leidt van de theoretische grondslagen van de huidige natuurkunde. Fundamenteel belang ook voor praktijk Over het algemeen kan men zeggen, dat het natuurkundig onderzoek der ex treem lage temperaturen zeer belangrijk is, doordat men bij die temperaturen de warmtebeweging van de kleinste deeltjes i der materie zoveel mogelijk kan uitscha- kelen en daardoor betere voorwaarden 1 kan scheppen voor de bestudering van hun aard, gedrag en eigenschappen. Het moderne terrein der kernfysica kan daar moeilijk buiten. Het is namelijk zo, dat men niet zonder meer de eigenschappen van de materie in het groot mag toepas sen op de natuurkunde van het uiterst kleine, zodat studie van dit uiterst kleine zélf van het allergrootste belang is. De praktische toepassingsmogelijk heden van de vindingen zijn legio. Men denke maar eens aan de kunst mestindustrie die het zonder vloeibare lucht niet meer stellen kan, aan koel technieken van allerlei aard op een breed economisch terrein en aan nieuwe toepassingen als het vervaar digen van „geheugens" voor elektro nische rekenmachines met behulp van zichzelf handhavende elektrische stroompjes in ringen vloeibaar helium- met-supergeleiding, aan de waterstof- distillatie voor de vervaardiging van zwaar water, aan de vervaardiging van vloeibare zuurstof voor raketten, aan de toepassing van bepaalde eigen schappen van vloeibaar helium waar van gebruik kan worden gemaakt bij de versterking van de radiostraling uit het heelal (in het K. O. Lab. wordt gewerkt aan een installatie voor de radiosterrenwacht te Dwingelo, welke installatie vermoedelijk volgend jaar gereed is), en aan vele andere „nut tige" aspecten. Ruimte gevraagd en belangstelling Voor de oorlog, toen het nu ongeveer honderd jaar oude Kamerlingh Onnes Laboratorium circa dertig wetenschaps beoefenaren huisvestte, was de ruimte reeds te klein. Men kan zich voorstel- len hoe dat nu is, nu er ongeveer 80 onderzoekers aan verbonden zijn. Wel is I er enige ruimtelijke uitbreiding geko- 1 men, maar men ziet toch verlangend uit naar het ogenblik waarop door een belangrijke aanbouw (vooral ten dien ste van het onderwijs) de werkruimten van 7000 tot 13.000 vierkante meter kan worden uitgebreid. Dit zijn echter nog slechts plannen in voorbereiding.... Deze uitbreiding zou ook een behoor lijke huisvesting kunnen geven aan de enige tijd geleden ingestelde afdeling voor biofysisch onderzoek. Bovendien maakt men zich wel eens zorgen over de te geringe aangroei van het aantal natuurkundigen in ons land. Ook landen als Amerika hebben te kampen met een tekort aan wis- en natuurkundigen, dus een specifiek Nederlands verschijnsel is dit niet, maar er zal toch aandacht aan moe ten worden besteed wil ons land niet plotseling voor een ernstig tekort ko men te staan. Zulk een tekort is ge vaarlijk, want het heeft niet alleen terugslag op zuiver wetenschappelijke arbeid (die op zichzelf al zeer veel waard is en veel betekent) doch op den duur ook op de welvaart van ons volk als geheel. Vooral een volk als het onze zal genoodzaakt zijn het uiterste te halen uit de „oogst van het intellect", ons kostbaarste nationale produkt. Dit is mede een rechtvaardi ging van deze beschouwing, die ver antwoorde aandacht wil vragen van de .buitenwacht" voor wat nog te zeer als intern-wetenschappelijke zaken op het niveau van de „ivoren toren" wordt gezien. Congres en medaille Het is in dit verband ook niet zonder belang dat het komende internationale Kamerlingh Onnescongres. onder aus piciën van de International Union of Pure and Applied Physics georganiseerd door de Nederlandse Natuurkundige Ver eniging met medewerking van de Leidse Universiteit en Nederlandse industrieën, in ons land en in Leiden wordt gehou den. Dit congres, dat plaats vindt in de Stadsgehoorzaal van 23 tot 28 juni a.s„ zal ongeveer 250 buitenlandse en 100 Nederlandse natuurkundigen samen brengen om te spreken over het weten schappelijk onderzoek op het gebied.dat vijftig jaar geleden door Kamerlingh Onnes werd opengelegd. Tijdens dit congres zal tevens een bijzondere bijeen komst plaats vinden van de door Kamer lingh Onnes gefundeerde Nederlandse Vereniging voor Koeltechniek, tijdens welke bijeenkomst (op 24 juni om 15 uur in het Groot Auditorium) de Kamerlingh Onnes Medaille zal worden uitgereikt aan prof. dr. S. C. Collins voor diens Dit is de liquefactor. waarin Kamerlingh Onnes in 1908 voor het eerst helium vloeibaar maakte. Een ogenschijnlijk armetieriginstru ment, dat echter door het vakman schap van deze Leidse hoogleraar en zijn medewerkers tot het om hulsel werd van een triomf van de mens op de natuur. Nog geen vijf tig jaar geleden werd met instru menten als dit historie gemaakt. Toen Kamerlingh Onnes zijn Leidse hoogleraarsfunctie aan vaardde en aan de opbouw van de experimentele natuurkunde begon, bestond er in Leiden nog geen elektrische centrale! Men moet zich even proberen in te denken, wat dit voor de experimentele natuurkunde moet hebben betekend, wanneer men daarbij weet, dat de moderne cryostaten van het Kamerlingh Onnes Laboratorium een elektrici- teitsproduktie opslorpen die het. Leidse huishoudelijke gebruik even aart, zodat deze nieuwste installa ties slechts na 23 uur 's avonds mogen worden gebruikt (Foto L.D./Van Vliet) verdiensten op het gebied van de koel techniek, in het bijzonder de vervaar diging van de bedrijfsklare installaties voor de produktie van vloeibaar helium waarover wij reeds schreven. De wetenschappelijke voordrachten en gedachtenwisselingen worden door enkele minder wetenschappelijke activiteiten elders afgewisseld. Het merendeel van de deelnemers wordt ondergebracht in Noordwijkse hotels. w O o Wat in geen jaren in de Leidse gemeentelijke huishouding is voorgekomen, staat dit jaar te gebeuren: de behandeling van de begroting voor het jaar 1959 zal niet aan het einde van dit jaar, doch eerst in het begin van 1959 in de Leidse raad aan de orde worden gesteld. Overigens geheel buiten de schuld van het Leidse college van B. en W.. dat zich in het verleden steeds heeft gehouden aan de datum, welke daarvoor in de gemeentewet is gesteld. Een en ander is j echter een gevolg van het nog steeds ontbreken van een definitieve rege- I ling inzake de financiële verhouding tussen het Rijk en gemeenten. Wethouder D. v. d. Kwaak „tasten volkomen in het duister" I Naar aanleiding van dit uitblijven I van deze regeling hebben wij de wet- Een historische interessante op- i name uit het Kamerlingh Onnes Laboratorium. Prof. De Haas rechtsmet enkele medewerkers bij de voor die tijd zeer krachtige elektromagneet waarmee hij suc ces oogstte bij de toepassing van dc mede door hem ontwikkelde me thode van de adiabatische demag netisatie voor het bereiken van ex-j treem lage temperaturen die zelfs voor Kamerlingh Onnes onvoorstel- J baar waren. Tussen de beicL bijna puntvormige polen van de mag neetspoelen ziet men op deze foto de buis waarin door toepassing van deze afkoelingsmethode de faam van het Kamerlingh Onres Labo ratorium als „koudste plek" op aarde" versterkt werd. In bijgaand artikel vindt II meer over deze uit bouw van het fundamentele werk van Kamerlingh Onnes. houder van Financiën, de heer D. van der Kwaak, om enkele inlichtingen ge vraagd De heer Van der Kwaak, die deze gang van zaken in hoge mate be treurt: „het zou een slag in de luchit zijn om onder deze omstandigheden een ge meentebegroting vast te stellen", maakte ons erop attent, dat B. en W. van Leiden reeds in de geleidebrief van de begroting voor 1958 mededeling hebben gedaan van de voorstellen van de commissie- Oud omtrent een regeling van deze fi nanciële verhouding, welke voor 1959 en de eerstvolgende jaren zou gelden. Op dit ogenblik, aldus de wethouder, heb ben deze voorstellen nog niet eens ge leid tot het aanbieden van een ontwerp van wet aan d° Platen Generaal. Aangezien b°t voora! in deze tijden van financiële moeiliikheden voor de gemeenten noodzakelijk ic dat een be groting wordt aangeboden welke een zo nauwkeurig mogelijk beeld geeft van de feitelijke toestand, hebben B. en W. ge meend deze aanbieding te moeiten op schorten tot zij kennis hebben kunnen nemen van de plannen van de rijksover heid. GEFORCEERDE BEGROTING VERRE VAN IDEAAL Hoewel de wethouder er nog aan twij felt of deze definitieve regeling in het najaar het uiterste tijdstip bekend zal zijn. hoopt hij. dat „tijd raad zal brengen". Indien dit niet het geval is. zal een gèforceerde begroting moeten worden opgesteld en dit acht ook de wethouder verre van ideaal Hoe het ook zijB. en W. hebben zich als streef datum voor de behandeling van de be groting in de raad de maand februari gesteld. In tegenstelling met voorgaande jaren toen een begroting kon worden samen gesteld, waarbij werd afgegaan op een voorlopige regeling, welke het voordeel bood. dat men ongeveer wist waar men aan toe was hoewel ook toen niet alle cijfers bekend waren is dit met de komende begroting niet het geval, omdat de regering toegezegd heeft voor 1959 met een definitieve regeling te komen. Waren in de achterliggende jaren de komende uitkeringen uit het gemeente fonds in de maand juni bekend, thans tasten wij daarover nog volkomen in het duister, aldus de wethouder, Onder deze onzekere omstandigheden wórdt het ■voor een ooilege al zeer moeilijk „het D. VAN DER KWAAK een slag in de lucht! huishoudboekje" van een gemeente aan te bieden Een bijkomstigheid doch in ieder geval toch een punt van overweging om de behandeling van de begroting- 1959 tot het begin van de volgend jaar uit te stellen, was voor B. en W. tevens gelegen in het feit. dat de nieuwe raad met september niét minder dan elf nieuwe raadsleden op het kussen brenzt. Bij een normale werkwijze in augus tus werd steeds de conceptbegroting aangeboden zou immers het aller eerste, dat de nieuwe raad te beoordelen zou krijgen, de gemeentebegroting voor 1959 zijn. Thans krijgen de leden die voor het eerst zitting in de raad nemen, even tijd om zich in te werken en om zich op de hoogte te stellen van de gang van zaken bij de gemeentelijke huis houding. Uit „verlies" kan op deze wijze dan tooh nog „winst" ontstaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 3