DEUTSCHE OPER AN RHEIN Jeai Komt met twee opera1s naar Holland Festival Vooroorlogse traditie voortgezet Vocht tegen alle bierkaaien van administratief onbegrip bood, dat sindsdien, meen ik. door hem nog niet werd hernomen. Nieuwe, of tenminste frisse, en altijd intelligente ideeën heeft hij op dat oude lichaam van het Franse volkstheater geënt, en vrijwel alle weerstanden van het admi nistratieve en andere conserva tisme wist hij te neutraliseren, omdat hij van zijn instelling ook rog het enige Franse staatslichaam maakte, dat zichzelf bedruipt. In de Franse toneelwereld is hy de enige directeur die met werkelijke kunstwerken en dus niet met boulevardstukken en trekpleisters erin slaagt zijn exploi tatie sluitend te maken, of wel geld te verdienen. Zowel commercieel, als natuurlijk, artistiek gezien, staat Jean Vilar aan het hoofd van een kerngezonde onder neming. Altijd feestelijk Iemand, die beroepshalve en/of (ook nog voor plezier in Parijs veel toneel voorstellingen bijwoont, weet dat zo'n gang naar het theater'niet altijd een onbegrensde vreugde is Een voorstel ling in het TNP is echter steeds een feestelijke aangelegenheid. Omdat me?i al tevoren zeker weet. dat Vilar zijn mensen nooit teleurstelt. Zijn reper toire bestaat uit een merendeel van klassieke werken Molière, Corneiüe, Racine ofschoon hij ook modernere schrijvers als Claudel. Pirandello en zelfs Pichette niet verwaarloost. In ons land zal hij uit beide categorieën nu een kenmerkend voorbeeld van zijn regie en opvattingen vertonen: ,.1'Etourdi" van Molière, en Pirandel lo's „Henri IV", waarvan de titelrol tot zijn oudste en boeiendste vertol kingen als acteur behoort. Vilar is echter niet slechts een ac teur, die begaafd is met een scherp indringingsvermogen, wiens grote rol len dan ook werkelijke creaties wer den. Hij is ook een fascinerende re gisseur, die op dat gebied, met Jeaa Louis Barrault, de voornaamste erf genaam voor zijn generatie is van de vermaarde Cartel-groep, waartoe Gas ton Baty en zijn beide leermeesters Copeau en Louis Jouvet behoorden. Maar zijn bijzondere grootheid en betekenis schuilen vooral toch nog wel ln het feit dat hij de banden met het publiek een heel ander, nieuw en fris karakter heeft gegeven. Hij wist het publiek te bevrijden van het snobisme en te doordringen van de grootheid van de kunst. Zelf voelt hjj zich de dienaar van een kunstwerk en van die eerbied heeft Vilar ook zjjn publiek weten te overtuigen. Op tijd Iedereen, die ln Parijs een TPN- voorstelling bij wil wonen, weet dat hij op tijd al om acht uur, opdat de fo- reren weer op een schappelijk moment in hun bed kunnen komen aanwezig dient te zijn. De zaaldeuren gaan dan zonder pardon dicht, en laatkomers hebben te wachten tot het eind van het eerste bedrijf, terwijl ze, op spe ciale televisieschermen in de hal, de actie op de planken niettemin volgen kunnen. Fooien voor de ouvreuses zijn. bij het TNP afgeschaft, en ook die maatregel getuigt van eenzelfde geest. De koster in de kerk drukt men, zo heeft Vilar eens opgemerkt, ook niet een paar franken in de handpalm. Voorts kan men anderhalf uur vóór de voorstelling eerst nog een concert bij wonen, en verscheidene ma.en per seizoen organiseert Vilar zelfs hele „weekends", waarin discussies tussen de acteurs en. het publiek zijn opgeno men, en die met een volksbal besloten worden. Als regisseur is Vilar voorstander van vérdoorgevoerde soberheid Zya decors beperken zich tot een minimum van enkele gordijnen ln sprekend® kleuren en wat zetstukken, en voor, na en tussen de voorstelling wordt er nooit „gehaald". Het Chaillot-theater beschikt niet eens over een voorgor dijn, en van die nood heeft Vilar een deugd gemaakt om de zaal zo weinig mogelijk te „verbergen". Met bijzondere en geraffineerde lichteffecten weet hij de decorwisselingen zonder stoornis t® bewerkstelligen. Al is de hoofdzetel van het TNP nog altijd in Parijs gevestigd, Jean Vilar reist de laatste jaren veel door heel Frankrijk en het buitenland en zelfs achter het „IJzeren Gordijn". De man die het oude volkstheater met zijn geestdrift heeft bezield, is nu dus ook nog een der overtuigendste ambassa deurs van Frankrijks grootheid in het buitenland geworden. En dat Vilar en het TNP nu naar Nederland kunnen komen is een gebeurtenis, waarvoor men de gastheren der festivalleiding erkentelijk mag zijn. Frank Onnen Vrucht van stedelijke samenwerking (Van onze correspondent in West-Duitsland) In de grijze, stoffige Rijnsteden Düsseldorf en Duisburg sloeg men in 1956 de handen ineen en richtten de gemeentebesturen van deze beide drukke industrie- en scheepvaartmetropolen een theatergemeenschap op, zoals er in geheel West-Duitsland maar weinige bestaan: de „Deutsche Oper am Rhein". Met 140 ensemle-leden, van wie 30 solisten en 68 orkest leden, trekt dit gezelschap van 1 tot en met 6 juli a.s. in het kader van het Holland-Festival door West-Nederland, waarbij men het betreuren moet dat er geen gelegenheid is om dit trotse voorbeeld van samenwer king tussen grote steden, gedurende deze periode ook buiten de Randstad Holland op te laten treden. Het is namelijk voor de eerste keer na de oorlog, dat de Duitse deelneming op operagebied aan het Holland Festi val op deze grote schaal wordt verzorgd, waarmee in dit seizoen een vooroorlogse traditie wordt voortgezet. In een gesprek, dat wij dezer dagen te Düsseldorf hadden met Reinhold Schubert, chef-dramaturg van de Deutsche Oper am Rhein, wees deze en niet zonder trots op, dat in korte tijd zijn ensemble geklommen is naar de top van de Duitse opera's, waartoe behalve Düsseldorf-Duisburg, thans Hamburg, München, Stuttgart en Ber lijn behoren. Van het vooroorlogse Opernhaus te Düsseldorf was na de oorlog weinig over. De verbouwing le verde een gloednieuwe veste voor operaliefhebbers op, die in 1956 fees telijk werd geopend en waarin 1400 plaatsen zijn. Men speelt dit jaar dus pas het tweede seizoen, maar men is reeds uitermate tevreden: zowel wat de financiële als wat de artistieke resul taten aangaat, zo vertelde ons Rein hold Schubert. De intensieve samenwerking van de gemeentebesturen van Düsseldorf en Duisburg, die na de oorlog de beschik king hadden over slechts een relatief kleine opera (de Stadttische Oper te Düsseldorf) heeft wel zeer snel vruch ten gedragen. De Deutsche Oper am Rhein is dus een jong theater, dat evenwel in zijn eerste speeltijd al niet minder dan 400 voorstellingen heeft kunnen verzorgen en waarvan de lei ding er zich van bewust is, dat er nog veel te schaven en te werken valt. Het feit evenwel, dat reeds thans reeksen invitaties uit het buitenland gekomen zijn, waarvan men er zeer weinige kan accepteren, spreekt voor de goede naam van deze „Oper am Rhein". Zo wenste het Sadler Wells' Theatre te Londen een reeks voorstellingen gedu rende veertien dagen in de Britse hoofdstad, welke evenwel niet door kunnen gaan. Noch met „Ariadne auf Naxoe", noch met „Die Sache Makropulos" zal men experimenteel doen. Wel toont de Deutsche Oper am Rhein met belde stukken opera's, die bid- ten het oude bekende repertoire val len en die desondanks, misschien juist daarom, van een gehalte zjjn, waarmee men om het huiselijk te zeggen bij zjjn buren op visite kan komen. De vooroorlogse traditie, de de naoorlogse Nederlandse be langstelling en de bereidheid om gastvoorstellingen te geven, zijn daar bij feiten, die de Duitse operamede werking aan het Holland Festival een meer dan voorbijgaand accent geven. Zware bezetting De leiding van dit Rijntheater is in handen van dr. Hermann Joch. Met dirigenten als Zaun, Karl Böhm, Al- berte Erede, Arnold Quennet, met re gisseurs als Günther Roth, Gustaf Gründgens en anderen, en met solisten als Christel Goltz, Otto Wiener, Ru- dolf Schock, Hildegard Hillebrecht, ging men vol vertrouwen het seizoen 1957- 1958 in, waarin Wagners „Die Meister- singer von Nürnberg en „Die Walküre, Verdi's Macbeth, John Strauss' „Eine Nacht in Venedig", Rich Strausss' .Arabella", Benjamin Brittens „Die Bettleroper" en stukken van Bizet, Puccini, Darius Milhaud, Kurt Weill, Donizetti en anderen werden gebracht. Een groot ballet en een koor van 37 dames en 43 heren staan daarbij ter beschikking voor alle variaties op het thema opera. Gastvoorstelling Nijmegen Met nadruk heeft Reinhold Schubert ons verteld, dat er zo iets als een opera traditie tussen het Rijngebied en Nederland bestaat. Vóór de oorlog was het reeds een gewoon verschijnsel, dat honderden Nederlanders per trein en bus naar Düsseldorf trokken om daar te genieten van operavoorstellingen. En ook thans komen geregeld zg. Sondervorstellungen voor Nederlan ders voor waarbij dus werkelijk van een soort traditie kan worden ge sproken, voor de op het punt van opera's bepaald niet verwende Ne derlanders. In dit kader past ook de gastvoorstelling, welke de Deutsche Oper am Rhein met Mozarts „Die Hochzeit von Figaro" in de as. herfst in Nijmegen zal geven. Voor het Holland Festival luidt het programma voor de Deutsche Oper am Rhein als volgt: Dinsdag 1 juli in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag „Ariadne auf Naxos" van Richard Strauss. 2 juli in de Stadsschouwburg te Am sterdam ,Die Sache Makropulos" van Elos Janatsjek. 3 juli in de Rotterdamse Schouwburg .Ariadne auf Naxos". 4 juli in Den Haag Makropulos". 5 juli te Amsterdam Naxos". 6 juli te Utrecht „Ariadne auf Naxos". Alberto Erede. dirigent van de Deutsche Oper am Rhein" te Düsseldorf. sedert korte tijd voorzien van een kleine baard Frons volkstheater werd nieuw leven ingeblazen door „Die Sache „Ariadne auf (Van onze Parijse correspondent) Jean Vilar, die met zijn Théatre Na tional Populaire, het T.N.P.. nu naar Nederland komt om in het Holland Fes tival op te treden, behoort tot de niet zo talrijke figuren in Frankrijk, die sedert de oorlog iets waarlijk groots hebben ver richt. En ik hoop dat deze aanhef, die niet zo heel vlot uit mijn pen is gevloeid, niet zal worden opgevat als een beleefd heidsfrase ter verwelkoming van Vilar in ons land. Jean Vilar rechtsals acteur ln de titelrol van ..Henry IV". De 47-jarige Italiaan Alberto Erede zal de dirigent zijn bij „Ariadne auf Naxos". Erede wordt het komende sei zoen de muzikale leider van de Deut sche Oper am Rhein. Zijn grote erva ring bij de Milaanse Scala en het Me tropolitan Theatre te New York schat men te Düsseldorf zeer hoog Die Sache Makropulos" wordt muzik, ge leid door de Duitse dirigent Arnold Quennet, eerste kapelmeester van de Deutsche Oper am Rhein. Geen experimenten Zoals Reinhold Schubert ons zei: „Met een zekere trots laten Düsseldorf en Duisburg hiermede Nederland zien wat zij beide gepresteerd hebben op operagebied en op het stuk van muzi kale samenwerking tussen twee naast elkaar gelegen steden. Het Théatre National Populaire werd al aan het einde der vorige eeuw opee- richt door een ambtenaar bij de Franse gasbedrijven, die zich als een groot toneelvernieuwer zou ontpoppen: An- toine. Na zijn dood hebben tal van mensen de leiding van deze semi- officiele troep in handen gehad doch in de loop der jaren was het Théatre National Populaire, dat over een der fraaiste en grootste zalen van Parys beschikt het Palais Chaillot een soort muffig museum geworden, waar, plichtmatig, de klassieken werden op gevoerd. die ieder beschaafde Frans man nu eenmaal wel eens moet gaar. zien. Tot Jean Vilar, die toen met zijn toneelfestivals in Avignon al sterke aandacht had getrokken, door de Fran se regering werd benoemd tot directeur van dit theater, waarvan de initialen TNP beslissend bewijs van zijn suc ces nu tot een begrip zouden groeien. Een begrip dat synoniem is met vitaliteit, frisheid en verantwoord idealisme. Van het TNP heeft Vilar inderdaad ln zeven jaren een instituut gemaakt op nationale, en zelfs officiële grondslag waarop heel Frankrijk trots kan zijn, en dat de toneelvriend voor geen geld meer wil missen. Niet gemakkelijk H\j heeft het niet gemakkelijk gehad Vilar heeft tegen alle bierkaaien van administratief onbegrip gevochten. En tenslotte gezegevierd, ofsohoon hij kortgeleden nogmaals zijn ontslag aan- Een bijzondere belevenis in het kader van j§ het Holland Festival zal ongetwijfeld de uit- jj voering zijn, welke het Nationale Ballet van 1 Belgrado op 5 juli a.s. in de Residentie zal I geven. Het Joegoslavische gezelschap zal „De M loonderbaarlijke mandarijn" dansen, een ballet 1 op muziek van Bela Bartok. Het gegeven is m nogal luguber. Rovers dwingen een jong meisje H mannen binnen te lokken met het doel deze te p beroven. Het meisje voert voor het raam van p haar huis enkele verleidelijke dansen uit en jj het gelukt haar inderdaad een mandarijn zo i te boeien, dat hij de drempel van haar woning ïfli!llll!llllllllllli:il||||l!llllllllllllllllllll!!lllllll!lllilll!llllll!llllllllllllllllllllllllll!l|II||||||||||||||||||||||||illlllllllllllllllllll:lll>llltilllllilll!llllllllll!llllllll! overschrijdt. Dan overvallen de rovers hem, trachten hem te wurgen, te doorsteken, maar wat zij ook proberen, niets lukt. De mandarijn blijkt onkwetsbaar te zijn. Teneinde raad laten de rovers hem dan maar vrij. Het meisje, in pure vreugde over zijn overwinning op de ro vers, omhelst hem. Maar dan begint de man darijn plotseling uit zijn vele wonden te bloe den en hij sterft in haar armen. De hoofdrol van het meisje in dit ongetwij feld boeiende verhaal wordt op zeer suggestieve wijze gedanst door de ballerina van het gezel schap Dutsjanka Sifnios. iiiiiiiiiiiiii:ii!iniiiiiiiiiiiiiiiiiii'iiiiiiii!iniiiiiiiiiniHiiiiiiiiiiii!i!iiiiiiiiiwiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiin!in!Hiiiiiiii!ii!iiiiuiiimiiiiiiiiiniiiiiui!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 11