Houten ton is voor haring het
traditionele verpakkingsmiddel
lui
KONINGINNEDAG
r
DE VANGARMEN DER VISSERIJ (V)
I
Machines doen thans
het meeste iverk
EIKEHOUT VERDRONGEN
DOOR GOEDKOPER HOUT
WOORD
VAN
BEZINNING
Zaterdag 26 april 1958
irkkMlm
HnHH
r
Voor haring: is het houten vat hét traditionele ver
pakkingsmiddel. Zo was het vroeger, zo is het nu nog,
al zijn er dan wel enkele verschillen met een kleine
100 jaar geleden te constateren. Een van de meest in
het oog lopende verschillen tussen de vaten van vroe
ger en nu is wel dat het vat van vroeger was voorzien
van houten hoepels, die de opstaande plankjes (duigen)
dus bij elkaar moesten houden. Thans vindt men bijna
uitsluitend föseren hoepels, die veel eenvoudiger te ver
vaardigen zijn dan de houten hoepels. Toch vindt men
ook nu nog houten hoepels, o.a. voor de vaatjes van
ongeveer 5 liter, die bestemd zijn voor de haringexport
op Amerika. Een vat, dat niet van houten hoepels is
voorzien of niet van eikehout tegenwoordig gebruikt
men ook goedkopere houtsoorten is gemaakt, kan
geen echte Hollandse haring bevatten, naar de mening
van de Amerikanen.
Om het een en ander over de kuiperij te weten te
komen hebben wij een bezoek gebracht aan de firma
C. van der Burg en Zonen, vaten- en kistenfabriek,
zagerij en houthandel te Vlaardingen.
(Van een onzer redacteuren)
Er is in de loop der jaren al heel wat
gesproken en geschreven over de in
dustriële ontwikkeling en de teruggang
van het handwerk. Men kan de machi
nale produktie toejuichen of betreuren,
zij is nu eenmaal een feit waaraan niets
valt te veranderen. Gelukkig is het
echter niet zo dat alle handwerk ver
dwijnt. In ons vorige artikel wezen wij
er nog op, dat het knopen van netten
nooit geheel aan de machine overge
laten zal kunnen worden, hoewel het
machinale knopen sterk de overhand
heeft gekregen. Een soortgelijke ont
wikkeling vinden wij nu bij de kuiperij.
Een 75 jaar geleden was de kuiper een
handwerskman, die zijn vak goed moest
verstaan, wilde hij wat bereiken. Een
leertijd van ongeveer 6 jaar was toen
niet ongewoon. Tegenwoordig ge
schiedt het meeste werk met de
machine, waarvoor men natuurlijk wel
vakbekwaamheid moet bezitten, doch
niet meer het geoefende oog van vroe
ger. Een geoefend oog was inderdaad
wel nodig om zonder meetlatje te kun
nen zien of de duigen de juiste afme
tingen hadden! Tegenwoordig meet en
zaagt de machine „precies op maat",
waarmee echter niet gezegd wil zijn,
dat het nu een „koud kunstje" is een
ton of vat te maken.
Houtsoort Is niet
wettelijk bepaald
Amerika. De importeurs waren be
langrijke heren, die over veel geld be
schikten en de kleine kuipers moesten
netjes met de zijden pet in de hand
komen vragen of ze „als 't u blieft een
partijtje hout konden kopen".
Men gebruikte uitsluitend eikehout,
hetgeen natuurlijk wel goed houdbaar,
maar tevens erg duur is. Later kreeg
men ook reeds gekloofd hout aan.
Het kloven was bijzonder duur, ge
zien het vakmanschap dat vereist werd
en de geringe produktieoapaciiteit van
een man. Daarom ging men over tot
het zagen van het hout. Aanvankelijk
was daartegen veel tegenstand, doch
men ging inzien dat het produkt er
niet minder om was. Per slot spreekt
de prijs van een produkt een hartig
woordje mee, en al was het dan geen
gekloofd hout, noch Amerikaans eiken,
de reders en exporteurs kochten van
lieverlede toch de goedkopere vaten.
Goedkoper hout
Inderdaad was met het in zwang
komen van het zagen, het eikehout
verdrongen door goedkopere hout
soorten. Beukehout en naaldhout ble
ken even goed bruikbaar als het eike
hout, dat evenwel nooit geheel ver
drongen is.
Beukehout wordt thans gebruikt voor
de kleinere vaten, terwijl naaldhout
voor de grotere wordt genomen. In het
naaldhout, heeft zich ook een nieuwe
ontwikkeling voorgedaan. Tot om
streeks 1930 gebruikte men uitsluitend
de beste soorten, doch daarna kwam
men tot de ontdekking dat een iets
mindere kwaliteit even geschikt was
voor dit doel. De goede soorten noemde
men de „Zweedse spruce", hetgeen
een begrip is geworden, zonder dat
men nu precies kan zeggen welke kwa
liteit er mee bedoeld wordt. Nederland
gebruikt nog maar heel zelden de
„Zweedse spruce", terwijl Engeland
WE gaan dus weer feestvieren
Nederland en overal waar
maar ter wereld Nederlan
ders te vinden zijn! 30 april. HM.
de Koningin verjaart! O, zeker er
zijn er voor wie dit feest niet meer
betekent dan een dag vrij. Ik ben
niet van plan hun dit te misgun
nen. Toch geloof ik, dat voor velen
die dag iets meer is gaan betekenen
en dat ze om meer redenen de vlag
uitsteken op de morgen van de
30ste april, dan alleen maar om die
vrije dag! Er zijn inderdaad tijden
geweest 1 waarom het niet eerlijk
toegegeven?), dat de glans van het
koningschap in veler oog enigszins
scheen verkleekt. Tijden, waarin
nuchtere Hollanders de vraag durf
den stellen: „Is het koningschap in
deze democratische tijd niet ver
anderd?" Democratie betekent im
mers: het volk regeert!
Wordt daarom door de democra
tie het koningschap niet tot een
ornament zonder meer? Als ik het
goed zie, zijn deze tijden voorbij
Nog precieser gezegd: Met een
enorme schok zijn we uit onze
lethargie en nuchterheid ontwaakt.
Weet U nog wanneer? In de mei
dagen van '40. Herinnert U zich
nog die schok, die we allen onder
gingen toen werd medegedeeld:
H.M. de Koningin is uitgeweken
naar Engeland? Toen ineens ont
waakte weer het besef, dat het
koningschap méér was dan alleen
maar ornament. En, alweer gingen
we het verstaan in de bittere jaren
van 19401945, het oeroude besef:
„De koning is het volk, en het volk
is vertegenwoordigd in zijn koning,
koning en volk zijn één".
Een besef trouwens, dat U al in
de bijbel terugvindt. Zonder deze
achtergrond van het koningschap
is het alleen maar hoogst onbillijk,
dat Israël deelt in de straf, als b.v.
zijn koning David gezondigd heeft
Vanuit deze achtergrond moet U
bijv. Jesaja 53 eens lezen, het
hoofdstuk van de lijdende knecht
koning! U zult bemerken welk een
verrassend licht U dan over dit
hoofdstuk opgaat, met de ontroe
rende verzen: „Waarlijk hij is om
onze overtredingen verwond en om
onze ongerechtigheden werd hij
verbrijzeld". En. als U iets wilt
verstaan van de troost voor een
christen. het plaatsvervangend
lijden en sterven van zijn Heer en
Koning Jezus Christus, dan zult U
dit besef in het oog moeten hou
den: „de koning is het volk, het
volk is vertegenwoordigd in zyn
koning! Ik zeg niet teveel als ik
herhaal: In de naoht der bezetting
hebben we dit besef herontdekt!
Daarom is het koningschap ook
een teken in deze wereld. Een teken
van de eenheid van ons. overigens
zo verdeelde. Nederlandse Volk. En
dus is het alleen maar dwaasheid
en gebrek aan begrip, wanneer
iemand zou zeggen: „ik steek van-
daag geen vlag uit, ik doe vandaag
niet mee".
Een even grote dwaasheid als
wanneer een bepaalde groep op z'n
eigen houtje en alleen in eigen
kring deze feestdag zou gaan vie
ren. Een miskenning van het teken
en de betekenis van het koning
schap.
Het is bovendien de taak en de
roeping van „de eerste te zijn".
Oudtijds was de koning degene die
voorop ging in de stryd, die in de
bres sprong voor zijn volk. Vele
koningen zijn dan ook in de stryd
gesneuveld! Daarom is de koning
altijd, a.h.w. van huis uit. leger
aanvoerder, en zegt men. dat onze
mannen in militaire dienst „des
konings wapenrok dragen". Daarom
was het ook alleen maar Juist, dat
H.M. Koningin Wilhelmina, als
Eerste van haar volk, uitweek voor
de overmacht, juist om de ..Eerste"
te zijn. en de zelfstandigheid van
ons volk te blijven waarborgen, en
de Leidster en Voorgangster van
Haar volk te zyn.
De bijbel noemt de koningen: „de
herders der volkeren!"
Wat is het een onnoemlijk zware
taak zo een teken te moeten zijn
in de wereld, zo een volk te moeten
vertegenwoordigen, zo „de Eerste"
te moeten zijn! Klinken in onze
oren nog niet altijd na de woorden,
die onze jarige Koningin Juliana
bij haar inhuldiging sprak: Een
taak zo zwaar, maar tegelijk zo
mooi. dat Ik Mij afvraag: „Wie
ben Ik, dat Ik dit doen mag?"
En in dit verband: Is het teveel
gezegd, wanneer ik zeg dat in ieder
goed koningschap iets is van een
teken, een heenwyzing naar Hem.
de Vorst en Gebieder der Volken,
die de Eerste is geweest en ook de
Laatste zijn zal. als alle natiën en
volken en koningen voorby zijn:
Die. omdat Hij koning was, in de
bres gesprongen is, en de Eersteling
geworden is door Zijn opstanding
uit de doden?"
Is er geen grote reden tot diepe
dankbaarheid voor een volk, dat
een koningshuis mag bezitten, dat
ock deze zyde van het „teken zyn"
verstaat?
Als U het mij vraagt, ligt hierin
juist het geheim waarom een
democratisch volk en een koningin
bij elkander horen. Want in het
besef van het „teken zijn", ligt het
weten: „Eerste Dienares" te zijn
verborgen.
Daarom is er reden tot dubbele
vreugde en dubbele dankbaarheid
op Koninginnedag! Daarom de
vlaggen
J. P. HONNEP,
hervormd predikant te
Leiderdorp.
Noorwegen. Schotland en IJsland het
nog veel en bijna uitsluitend gebrui
ken. Nederland verkeert daardoor in
een gunstige positie op de export
markt, omdat de tonnen veel goedko
per zijn. En hoe goedkoper de fust, hoe
goedkoper het gehele produkt kan zijn.
Met name in verband met de Euro-
markt is dit van niet te onderschatten
betekenis. Deze zaak heeft misschien
ook minister Vondeling door het hoofd
gespeeld, toen hij de vorige week ver
klaarde de toekomst voor de haring
export niet al te somber in te zien.
Het was mogelijk de goedkopere
naald houtsoorten te gebruiken toen
men de tonnen aan de binnenzijde ging
parafineren. Wanneer de ton gereed is,
boort men er een gaatje in. ongeveer
halverwege de hoogte. Door dit gaatje
steekt men de parafinespuit waarmede
de gehele binnenkant van de ton be
spoten kan worden. De ton is nu be
slist waterdicht, hetgeen natuurlijk
een vereiste is, wanneer men de haring
gaat exporteren.
Voste moten
Het gebruik van goedkopere hout
soorten is mogelijk, omdat er geen wet
telijke regeling is met betrekking tot de
houtsoort, zoals bijv. wel 't geval is in
Schotland. Wel is in Nederland de
maat van de ton vastgesteld by de
Haringwet van 1927.
Tot die tijd kwam het nogal eens
voor dat een 1 1 hele» ton zo langza
merhand veranderde in een 3 4 ton,
hetgeen natuurlijk op den duur funest
zou blijken te zijn voor de export. De
dikte van het hout is vastgesteld op
1/2" (-12 duim» tegen 3 4 of 5'8"
vroeger.
Het hout wordt tegenwoordig in
plankjes aangevoerd, die alleen nog
maar gemodelleerd behoeven te wor
den! Daarvoor heeft men een machine,
die de plankjes keurig aflevert op de
gewenste breedte. De bodems en dek
sels worden eveneens op een machine
rondgezaagd. Het komt er daarbij wel
op aan de juiste maat ite nemen, omdat
het deksel vanzelfsprekend precies moet
passen in de ton. Vliegensvlug wentelt
de toekomstige bodem éénmaal om
zijn as. terwijl een zaag de overbodige
stukken hout afzaagt.
Eikehout voor rederijton
Hoewel veel naaldhout gebruikt
wordt, is er toch nog steeds vraag
naar eikehouten tonnen. Met name de
rederijton is vervaardigd van eikehout.
Deze ton gaat mee met de schepen,
wordt op zee gevuld en zodra het
schip aan de kant komt, wordt de
haring overgepakt in goedkopere ton
nen. De rederijton gaat dan weer mee
op de volgende reis. Het is duidelijk
dat deze ton, die dus meermalen ge
bruikt wordt, beter tegen een stootje
moet kunnen dat de tonnen, welke
slechts eenmaal gebruikt worden.
Scheveningen heeft een tijdlang re-
derijtonnen van naaldhout gebruikt,
terwijl Katwijk en Vlaardingen vast
hielden aan het eikehout. Doch ook in
Scheveningen is men gaan inzien, dat
eikehout toch voordeliger is op den
duur en zo komt ook daar weer meer
vraag naar de eikehouten ton voor de
rederij zelf.
Produktie
Welk soort hout men ook gebruikt,
de manier van vervaardiging blijft ge
lijk. Nadat meh de plankjes op maat
heeft gemaakt, wordt de ton vervaar
digd. Men begint de duigen in een
vorni te zetten, hetgeen bijzonder snel
geschieden kan. wanneer de man hier
handicdheid in heeft. Met een ijzeren
hoepel wordt het eerste stadium van
de ton dan in elkaar gehouden. Om het
hout soepel te maken, wordt de ton nu
cestoomd en daarna gemodelleerd en
In een oogwenk staan de duigen
in de vorm.
In onze inleiding hebben wij reeds
verscheidene malen een vergelijking ge
trokken met het verleden. Ook verder
zullen wij dat nog enkele malen moe
ten doen. want de kuiperij is al zo oud
als de visserij zelf, al zijn er in de loop
van de jaren verschillende veranderin
gen opgetreden. Een 75 jaar geleden
geschiedde al het werk aan het vat
met de hand. terwijl ook de hoepels
met de hand werden gemaakt. Een
vat werd gemaakt van gekloofd
hout: plankjes dus die uit een
groter stuk hout werden gesneden met
de draad van de nerven mee. Een voor
beeld om duidelijk te maken wat hier
mede precies bedoeld wordt: wie wel
eens kachelhoutjes heeft gehakt uit
een flink stuk hout. zal weten dat hij
niet moet proberen het dikke blok dooi
te hakken in de breedterichting; hij zal
het blok hout op zyn kant zetten en
met de draad mee kleine houitjes
hakken, die dan zo nodig later in
tweeën gehakt kunnen worden. Pre
cies hetzelfde deed men ook voor de
tonnen. Dat kloven was een heel
nauw keurig werkje, vooral om de juiste
dikte én afmeting te krijgen De afme
tingen zijn d£aaom zo moeilijk, omdat
een plankje niet overal even breed is;
aan de boven- en onderkant is het
smaller dan in het midden, dit om de
ton straks de juiste vorm te kunnen
geven.
Zijden pet In de hond
Het hout wu in West-Europa niet if
krijgen en men betrok bet dan ook uil
Houten hoepels worden met grote handigheid om de export-
tonnetjes gedrukt.
geperst De ijzeren banden erom. en de
ton is vrijwel gereed. Om het hout er
netjes uit te laten zien, wordt de ton
dan nog geschuurd en van een gaatje
voor het parafineren voorzien. Wanneer
dan nog de bodem en het deksel zyn
aangebracht, is de ton gereed voor het
gebruik.
„Vol afgekuipt"
In de kalme tijd maakt mart voorraad: 4
indrukwekkende stapel tonnen en tonnetjes.
Behalve ijzeren hoepels, gebruikt
men ook tegenwoordig nog wel houten
hoepels, met name. zoals wij reeds
schreven voor de kleinere vaatjes, wel
ke naar Amerika worden geëxporteerd.
Vroeger bestond er een levendige han
del in houten hoepels, doch deze is
vrijwel geheel verdw enen. De export -
vaatjes voor Amerika worden „vol
afgekuipt". dat wil zeggen dat er vijf
houten hoepeltjes boven en vijf hou
ten hoepeltjes onder aan het ton
netje zitten tot aan de randen toe. Ook
de „Koninginneharing" wordt op deze
wijze verpakt.
Hout zegevierde
Het ijzeren vat Is ook wel eens ge
probeerd. doch dit beviel in het ge
heel niet. Men dacht wel dat de rede
rijton beier van ijzer kon zijn. doch
dit bleek een mislukking, zodat het
hout hier gezegevierd heeft. Enkele
kleine vaatjes, bestemd voor ongeveer
tien haringen, die per post worden
verzonden, zijn gemaakt van blik, om
dat de PTT geen houten vaatjes aan
neemt. De hoeveelheid kan echter ver
waarloosd worden, zodat men met
recht kan zeggen dat de houten ton hét
verpakkingsmiddel voor haring Is.
Juist in Vlaardingen
Het is niet toevallig dat de meeste
kuiperyen in Vlaardingen of Maassluis
staan Vlaardingen is lange tijd de
hof daan voerplaau van haring ge
weest Ook de Katwykse en Scheve-
ningse schepen voerden daar hun ha
ring aan. De export ging dan ook ge
heel vanuit Vlaardingen. In de loop der
jaren ie dit geheel gewijzigd, speciaal
na de oorlog. Het is thans zelfs zó, dat
de export van Vlaardingen slechts ge
deeltelijk wordt gedekt door de eigen
aanvoer, zodat Vlaardingen tegen
woordig haring moet invoeren uit Kat
wijk en Scheveningen om aan zijn
export te kunnen voldoen De kuiperij
is echter een bedryf. dat veel inves
teringen vergt, zodat het niet goed
mogelyk is thans een bedryf in Sche
veningen of Katwijk op te richten. Een
poging in Scheveningen is op niets
uitgelopen.
Het is thans de stille tijd in de kuipe
rij. De drukste tyd ligt tussen sep
tember en januari. Thans werkt men
dus voornamelijk aan voorraad vorming
en aan de produktie van andere tonnen
dan die voor de visserij. Voor een groot
deel dryft de kuiperij echter op de vis
serij rn omgekeerd is de visserij
hankeljjk van de kuiperij. Zo zyn ook
deze twee bedrijven ten nauwste met
elkaar verbonden en daarom kan men
ook de kuiperij een vangarm van de
visserij noemen.