IN KAMER EN TUIN
Blauw stond de Middeleeuwer na
Een Zoeklicht
ZATERDAG 8 MAART
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Bewogen Leven
Achter het Rijk der dwaasheid
ligt het Rijk derwijsheid
V__
V OP DE BOEKENMARKTJ
VERSCHENEN
VERTALINGEN
De „sottemij" moest de mensen bevrijden
Waarom moest de schuit per sé blauw zijn? Dit vroegen wij aan het slot van ons
eerste artikel. En een afdoend antwoord zal wel nimmer te geven zijn.
De kleur „blauw" was wel een kleur die de Middeleeuwer na stond. Maria werd
afgebeeld op schilderijen tegen een blauwe achtergrond. Blauw was de kleur van de
hemel. Zij symboliseerde bij uitstek de aanwezigheid van de hemelse Vader.
Christus had niet Josef tot vader, doch God. Dat bleek uit de blauwe kleur, die Maria
omgaf. Blauw werd de kleur van de trouw, van de gesublimeerde liefde. Van de liefde
die de geslachtsdrift niet kende, of had overwonnen. Blauw was dus een zéér verheven
kleur. De Middeleeuwer hield van het verhevene, doch hij haalde het vaak zo dicht
naar zich toe, dat het omsloeg in het belachelijke.
Zijn hemel was zo fantastisch, maar tegelijk ook zo plastisch, dat men er over spre
ken kon als over het heerlijke rijk „naast de deur". Zijn hel was zo gruwelijk, zo dicht
bevolkt met afschuwelijke monsters, zo vervuld van hartverscheurende kreten, dat
menig volwassen man de afgezanten van Satan achter zich waande, als hij letterlijk door
de duisternis ging.
Dimphna vlucht
met haar gezellen
in een bootje
over zee.
(Altaartafel in
kerk te Gheel).
Tussen deze twee werelden bewoog de Middeleeuwer
zich. De overdrijving was zyn angsten ook zijn
redding. Men kan bepaalde dingen zo sterk over
drijven, dat ze belachelijk worden en dan is men bevrijd.
De sottemij moest de mens bevrijden! Als men onbe
daarlijk kon lachen was men zichzelf en was men boven
het ander uit. Onbedaarlijk werd er gelachen in de
blauwe schuit. En door de blauwe schuit.
Blauwe schuit. Och. Wij zeiden zo iets van Maria. En
elke medialle heeft een keerzijde. Dit schone blauw, dat
de trouw symboliseerde, werd al spoedig gedegradeerd tot
iets negatiefs in: iemand een blauwtje laten lopen.
Als een meisje een jongen weigert, laat ze hem een
blauwtje lopen, maakt ze hem blauw, tekent ze hem.
Voor haar zal hij blauw blijven, omdat ze zijn verlangen
negeert. Hij zal haar nooit mogen aanraken.
Nu ik dit alles neerschrijf, schiet me plotseling te
binnen dat ik zelf eens in de blauwe schuit heb
gezetenzonder het te beseffen. Het was op een
boerenbruiloft in Drente. De tafel was overladen en de
stemming was er. Plotseling haakten allen in. Jong en
oud begon te zingen, lichamen bewogen op de maat, naar
links, naar rechts:
Varen, varen, over de baren,
Varen, varen, over de zee
Het rithme was langzaam, effen, werd plotseling ver
levendigd
Varen is mijn leven, varen is mijn lust,
Over de woeste baren, dan naar blijder kunst!
Ook in dit zo aardse lied, weerklinkt het verlangen
naar- het hemelse Rijk. Maar eerst over de woeste baren.
Eerst zot zijn, daarna wijs worden!
PMWVW%
telares. Zij varen hun ondergang én hun redding tege
moet. Zij varen en zij varenook niet. In wezen varen
ze verticaal.
De tweede afbeelding is die van een houten beeldje uit
Het Vleeshuis te Antwerpen. Hier is hetzelfde thema
behandeld. Ook hier dus de achtervolgde prinses, die
weldra gedood zal worden. Ook hier een priester, die
weldra vermoord zal worden, ook hier een speelman en
diens vrouw.
Is dit nu werkelijk hetzelfde thema? Ja! Maar hij
die het maakt, heeft stellig meer aan de blauwe schuit
gedacht, dan aan de maagd die met haar leven zou
moeten boeten voor haar reinheid en later, door een
bijzondere genade, de geest der gestoorden mocht helen.
Deze beeldjes zijn „los van elkaar". Ieder maakt op
zyn eigen wijze plezier. En waar ze komen.dat zien
ze wel!
REIN BROUWER.
In Middeleeuwse kluchten droeg de bedrogen echt
genoot een blauwe huik. Blauw was dus de kleur die het
Bovennatuurlijke aanduidde, dat tussen Maria en Josef
stond, het was ook de kleur waarmee de onmacht van de
man werd aangeduid. En in de Middeleeuwse klucht we
melde het van rollen die hierop betrekking hadden. Hoe
bekend is niet het thema van de te oude man, die door
een wonderdokter-bedrieger een verjongingskuur zal
ondergaan. (Die Buskenblazer!). Zijn jonge vrouw geeft
hem later de wind van voren en openbaart zijn schande
aan de buren!
De gesellen van de blauwe schuit waren bohémiens,
die, nadat zij hun wilde haren hadden verloren,
vaak zeer achtenswaardige burgers werden. Maar
die haren verloren ze bij de meest uitgelaten sottemij.
Veelal moest de echtverbintenis het ontgelden. Bij het
spelen van bepaalde rollen zal de gezel de blauwe huik
gedragen worden.
Er bestaat grote kans dat men de schuit „zo maar"
blauw heeft genoemd en blauw heeft geschilderd. Doch
wat zegt dat? Ook dit „zo maar" is niet zonder reden.
In een bepaalde tijd kan iets „zo maar" voor de
hand liggen, terwijl in een andere tijd dit zelfde als on
logisch, of dwaas van de hand zou zijn gewezen.
Wat zou het ook? De blauwe schuit ging rond in de
Nederlanden. In Camavalstijd. De gesellen van de
blauwe schuit waren méér dan gewone mensen: ont
wikkelde zotten. Mensen die zich hadden afgevraagd:
wie ben ik? En tot de conclusie gekomen waren: ik
heb een groter verlangen naar dwaasheid dan naar
wijsheid. Waarom dan niet eerst de dwaasheid uit te
leven? Achter het Rijk der „dwaasheid" ligt het Rijk
der wijsheid!
De patrones der zotten is de heilige Dimphna. Zij was
de dochter van een heidense koning uit Ierland. Op
heel jonge leeftijd volgde zij de roepstem van de
Heiland en liet zich heimelijk dopen. Niet lang daarna
stierf haar moeder. Op haar sterfbed stelde ze haar kind
onder de hoede van een priester: Gerebernus.
Haar vader, wanhopig door het verlies van zijn gemalin,
besloot slechts te hertrouwen, indien hij een vrouw zou
ontmoeten die zijn aangebedene in schoonheid overtrof.
Zo'n vrouw was er, althans naar het oordeel der hove
lingen: Dimphna, zijn dochter. En zij herinnerden de
koning voortdurend aan zijn gelofte.
Toen nu de jonge christin vernam welk vreselijk lot
haar boven het hoofd hing, vluchtte zij in een schuit
naar de Nederlanden. Gerebernus, de priester, vergezelde
haar en ook nam ze een speelman mee en diens vrouw.
Zij vond een schuilplaats te Gheel, doch de vertoornde
koning vond haar, en toen zij hem erop wees dat reinheid
voor haar meer betekende dan het aardse leven, sloeg hij
haar eigenhandig het hoofd af.
Bij het graf van Dimphna gebeurden weldra vreemde
dingen: de gestoorden van geest genazen er!
In het plaatsje Gheel is nog een kerk, aan Dimphna
gewijd, en er is een inrichting voor geesteszieken, die
door de Belgische Staat wordt gefinancierd.
In deze legende van de beschermheilige der zotten Is
het schip opnieuw symbool van christendom. Fat is een
scheepje met de kruisbanier in top. Het is echter ook
tegelijk een symbool der aardse lurt zij n-.m de speel
man mee.
Stammen aardse lust en hemelse lust niet uit de
zelfde bron? Beter, hebben ze niet het zelfde voertuig?
Doet elke plastische hemelbeschrijving niet denken aan
een aardse lusthof?
Op het benedenstuk van de altaartafel in Gheel zien
we de belangrijkste episodes verbeeld uit het leven
van Dimphna, de patrones der zotten. Een afbeel
ding van een dier episodes gaat hierbij. We zien de prin
ses, de priester, de speelman en zijn vrouw. Uit alle fi
guren spreekt verhevenheid, devotie, offerbereidheid.
Het meest uit die van de priester en de toekomstige mar-
Bij Uitgeverij Hollandia te Baarn:
Leon M. Uris. „De dreigende heuvels"
De Amerikaanse schrijver Michael
Morrison vanwege een erfenis en een
ongeluk eenzaam in Griekenland, raakt
in een spionnenzaak verstrikt. Hij
vindt een tweede vrouw in een lotge
note en ontkomt.
Charles E. Israël. „Een ziel in ballast"
De chirurg, Karl Rindl, neemt in
zijn ziekenhuis onderduikers op en valt
zelf in handen van de Nazi's. Na een
lange geestelijke en lichamelijke wor
steling komen hij en zijn vrouw Blanca
weer vereend in de vrijheid.
Philip Gibbs. „Polen, waar wacht ge
op
Roman over de Poolse vrijheidsstrijd.
Ditmaal vinden de hoofdpersonen hun
geluk in Engeland.
Rowena Farre „Goeie morgen Lora!"
Een aardig verhaal over de jeugd
van een meisje, dat opgroeit in de
wildernis van de Schotse hooglanden.
Zij brengt een zeehond groot en volgt
het leven van otters en eekhoorns. Een
boek voor dierenliefhebbers van alle
leeftijden.
Bij uitgeverij C. de Boer jr., A'dam.
Richard Bissell. „Mississippi".
Dit boek behoort tot de reeks Verre
Reizen en zeven zeeën. De jonge Ame
rikaan Bill Joyce kan niet op gang
komen en belandt als matroos op een
sleepboot op de Mississippi. Het ge
wone recept literaire keiharde taal,
drank, meisjes liefde voor Merle en
liefde voor de rivier. De laatste wint.
Bij Uitgeverij Ad. Donker. Rotterdam.
Michaël Horbach. „Verslagen".
De oorlogshandelingen zijn altijd
even afzichtelijk of er nu Duitse of
Russische soldaten verpletterd worden,
dat maakt geen verschil.
Grotons, sierlijke
bladplanten
Crotons zijn bijzonder sierlijke en
kleurige bladplanten, die in allerlei
soorten voorhanden zijn; de goede bloe
mist kan U er wel aan helpen. Ik geef
direct toe: gemakkelijk te kweken ka
merplanten zijn het niet, doch ik heb er
toch binnenshuis en nog wel in een cen
traal verwarmd vertrek heel goede re
sultaten van gezien. Crotons verlangen
echter niet alleen een normaal verwarm
de kamer, doch ook een zeer vochtige
atmosfeer. Dat is dus iets waarmee U
wel rekening moet houden. Eigenlijk
moet bij de croton de diepebordmethode
toegepast worden: een diep bord wordt
met water gevuld en daarin komt een
omgekeerd theeschoteltje en dan zó dat
de bodem juist boven het water uit
komt. Op dat geimproviseerde eilandje
kan dan de plant gezet worden, die dan
wel met de voet vlak boven het water,
doch er niet in staat Verder is het
noodzakelijk zoveel mogelijk te sproeien:
dat. kunt U precies zo dikwijls doen als
U zelf wilt; de bladeren moeten eigenlijk
nooit helemaal droog kunnen worden
Sproeien moet beslist met lauw water
gedaan worden: het water zo uit de
kraan is veel te koud. U moet ook gieten
met water, dat eerst op kamertempera,
tuur is gebracht.
Crotons kleuren het mooist als ze zo
zonnig mogelijk gekweekt worden Zet
haar dus maar heerlijk in het zonnetje
in de vensterbank op het zuiden. Als de
plant daar eenmaal gewend is, kan ze
heel wat zon hebben, ook op het heetst
van de dag. Alleen in het hartje van
de zomer zou men hen tijdelijk een wei
nig moeten beschermen. Crotons ver
langen ook zeer veel voedsel. Het is wel
goed ze van het vroege voorjaar tot laat
in de herfst wekelijks een weinig te be
mesten. Voor dit doel kan men heel goed
gebruikmaken van de bekende kamer-
plantenkunstmest. Per liter water lost
men hiervan één theelepeltje op en dan
kan men al wel twintig kamerplanten
bemesten.
Als crotons verpot moeten worden,
kan men dat het best in het vroege voor
jaar of in de loop van de zomer doen;
gebruik er dan de bekende bloemisten-
grond voor en die kan men heus nog
wel mengen met een beetje extra oude
koemest. Nieuwe bloempotten moeten
eerst een kwartiertje in het water gelegd
worden: de potwand moet zich namelijk
goed vol water kunnen zuigen.
G. Krom dijk.
De Crotoneen kleurige kamer plant.
Bij Uitgeverij F. C. Kroonder, Bus-
sum:
Harry Bloom. „Episode in Transvaal"
Een apartheidsdrama vol goede be
doelingen en slechte resultaten.
W. Heinrich. „De Gouden tafel".
Alweer partisanen en soldaten.
Thans in de Karpaten.
Bij de Zuid-Hollandsche Uitgevers
mij. Den Haag.
Estrid Ott. „Inga's IJslandse reis".
Inga ontkomt met haar broers naar
IJsland en leeft daar droevig verder.
Gelukkig hoort zij, dat haar vader, die
zij door de Duitsers gedood waande,
nog in het land der levenden is.
Norah Lofts. „Gezegend zy dit huis".
Het huis Merravay kent sedert zijn
voltooiing in 1577 vele bewoners. De
eerste geschiedenis vertelt van de bou- i
wers, de tweede van de afstammelinge
van de heer Rowhedge, ons reeds uit
de eerste bekend, die als^heks verbrand
wordt en zo verder tot het na de twee
de wereldoorlog weer in handen komt
van een Rowhedge, die evenals zijn
stamvader Tom heet.
T. V. Stackelberg. „Dokter in Siberië".
Helemaal vrijwillig gaat dokter
Stackelberg niet naar Siberië tijdens
de eerste wereldoorlog. Veel beleven
doet hij er ook niet, want hij is voort
durend met zichzelf in de weer.
Bij Uitgeverij In den Toren. Baarn:
Erich Gimpel. „De man die de oorlog
zou winnen.
Zeer verdienstelijk vertelde memoires
van een Duitse spion in Amerika.
Bij Uitgeverij De Bron. Amstelveen:
Elisabeth Cadell. „Wat heb je gedaan
Lucille?"
Lucille, die de zorg voor een huis en
enige broertjes en zusjes op haar
schouders had rusten, heeft de benen
genomen om te trouwen met een man,
die zij „net een tam konijn" betitelt.
Gelukkig komt er een aantrekkelijke
filmspeler met Rolls uit de lucht
vallen.
Bij Uitgeverij H. P. Leopold. Den
Haag.
Adelbert Muhr. „Theiss-rapsodie".
Een wilde rivier in de Hongaarse
vlakte die getemd moet worden, over
stromingen, branden, liefde, veel na
tuurbeschrijvingen en tot slot een
vreselyk drama.
Bij Uitgeverij J. van Tuyl. Zalt-
bommel.
Geoffrey Household. „De geheime
passagier".
Hierin kan men vernemen wat
iemand overkomen kan, als hij op
advies van zijn vader in Ecuador naar
een schat in de schoorsteen van een
oud kasteel gaat zoeken op momenten
waarop men in Engeland reeds lang op
één oor ligt.
Bart Spicer. „Karavaan ln de wil
dernis".
Franse adelijke emigranten zoeken
hun fortuin in de wilde streken van
Ohio. In de nieuw stad aangekomen,
beginnen zij hun nieuwe leven met een
dansfeest in een blokhut met wijn en
kikkerbilletjes.
By Uitgeverij Kosmos. Amsterdam:
Arnold Krieger. „Berg niet in de
bruidskist je sluier".
De levensgeschiedenis van een Hon
gaarse dichter en vrijheidsheld, v. '.ens
naam thans nog leeft in zijn vader
land. Als dit er ons niet by verteld
was, zouden wij Kriegers boek voor een
saaie huis-, tuin- of keukenroman ver
sleten hebben.
Bij Uitgeverij De Tijdstroom. Lochem.
Martha Buren. „Vreemdeling tussen
twee vrouwen".
Twee vrouwen zyn om beurten aan
het woord over een tijd waarin de
man. die zij beiden liefgehad hebben,
nog leefde. Zowel deze vrouwen als de
man in kwestie zijn uitstekend gete
kend in hun verhouding tot elkaar.
Een roman, die boven het gemiddelde
uitsteekt en dus met een zeker recht in
Nederlandse vertaling verschenen is.
CLARA EGG INK.