DIJ
Vriend Grote Snoek
PORTUGESE VISSERS BIJ GROENLAND
zoekt doorgaans de diepte op
6e Jaargang no. 9
Zaterdag 1 maart 1958
uhhh
i
Zelfbeheersing een eerste eis
WOORD
VAN
BEZINNING
NEEM OP
EN LEES
oor jon
spo
Voor/onze
sportvissers
Als sportvisser zal het U allicht interesseren, waar de snoeken van
boven de twintig pond hun enigszins vadsig bestaan rekken met het
zo af en toe tot zich nemen van een ponds voorn. Dat dacht ik ook.
Welnu ik vertrouw er op, dat het onder ons blijft hier zijn
dan enkele adressen: op de Westeinder plas en de Braassemermeer,
in de Ringvaart en het Noordhollands Kanaal, op de Loosdrechtse en
Vinkeveense Plassen, op Botshol, de Spiegelpolder en de Vecht. En
misschien (begrijp goed, ik durf er niet op te zweren), misschien wel
in het Haagse Westbroekpark, de Waterpartij en de Vliet.
Daar liggen ze, hoewel er in het
voorbije seizoen ook heel wat ge
vangen zyn. Van twintig, van
vijfentwintig en ook een stuk of vier
van dertig. Nu weet ik niet of U wel
eens zo'n dertig pond snoek-aan-één-
stuk heeft gezien, maar ik geef U de
verzekering, dat het een respectabel
visje is, waarvoor ge minuten lang de
adem inhoudt. En dan is hij meestal
nog dood; stijf en dood; kunt ge U
voorstellen, dat al Uw flinkheid en
bravour, schitterend in menig gesprek
over grote vissen, spoorloos verdwenen
zijn als U vastslaat op zo'n boomstam
achtig geval, dat ogenblikkelijk terug
begint te vechten met dertig pond
spieren en meer kracht dan U aan
wezig vermoedde?
Wie zou dat niet willen meemaken;
ééns in zijn leven maar? De verblijf
plaatsen van de heren verklapte ik U
al, ik wil U nu nog enige tips geven,
die nuttig kunnen zijn wanneer U van
plan bent te gaan solliciteren.
Grote snoek heeft een heel-grote
muil, waar veel in kan. Groot aas voor
een grote snoek is dus niet gek. Kleine
snoek pakt ook wel groot aas, maar
toch niet zo graag, zodat men met de
aas-grootte min of meer selecteert.
Overigens is de grootte van het aas
ondergeschikt in belangrijkheid, in
vergelijking met de wijze waarop het
moet worden aangeboden. Ik bedoel
dit: ik heb kortgeleden nog enkele
sportvissers met toewijding, zeer groot
aas en al het geduld dat het kansjes
wagen op grote snoek vereist, hun aas
zien slepen over plaatsen waar zeker
acht meter water stond, terwijl de
diepte, waarop het aas zich bevond,
hooguit vijftig centimeter was. Zo zou
men natuurlijk jaren achtereen kun
nen vissen zonder ooit de drijvers naar
beneden te zien duiken. Tenzij het
spul vastloopt aan een hardnekkige
waterlelie of een oude fiets
TIEN GRAM LOOD
Grote snoek vertoeft bij voorkeur
op diepe plekken. Een bodem
uitholling vindt hij prachtig om
er zijn groot lichaam in te verschuilen
en hij is misschien wel bereid voedsel
tot zich te nemen als dat voedsel
maar dicht genoeg in zijn buurt komt
en als hij maar een kans van slagen
vermoedt. Hij heeft geleerd, dat de
prooi meestal sneller is dan hij en dat
het geen zin heeft om over grote af
standen toe te stormen. Het kost hem
meer energie dan het opbrengt.
Vis daarom in diep water met een
schuifdobber en belast de lijn boven
het staaldraadje met een gram-of-tien
lood. Dan blijft het aas ook beneden.
Roei langzaam, versleep secuur en laat
op verleidelijke plekjes het aas een
tijdje scharrelen en gezellig doen. Als
een klein, optimistisch snoekje Uw
aas heeft gegrepen, trek het dan los;
het is zonde van Uw prachtige aasvis,
die voor een veel belangrijker sinjeur
is bedoeld.
Het verschil tussen de beet van een
kleine en een grote snoek is
meestal duidelijk waarneembaar.
Een klein snoekje schiet toe en gaat
zwemmen met het aas, twijfelachtig
en onzeker van de richting waarin hij
zich zal begeven. Meestal gaat hij
kantwaarts en tracht zich te ver
schuilen vlak tegen de oever. Alsof hij
bang is dat er kapers op zijn kust
zouden komen. Grote snoek doet dat
heel anders. Grote snoek pakt een vis
en gaat op dezelfde plaats naar de
bodem toe om het aas te keren en te
TERWIJL het gewone levens
ritme vandaag plotseling on
derbroken wordt door een Si
berisch klimaat, dat wegen onbe
gaanbaar en uitgestippelde plannen
onuitvoerbaar maakt, valt m mijn
brievenbus een grote gele envelop.
Mijn boekhandelaar biedt mij daar
in de boekengids, ter gelegenheid
van de Boekenweek, aan.
Die gele envelop komt op een
goed moment. Goed, voor „de be
langen des boekhandels", want al
het werk aan die gids zou, ware
het buiten minder Siberisch ge
weest, ook ditmaal misschien weer
oningezien in de papiermand te
recht zijn gekomen.
Voor mijzelf komt die gids ook
op een gunstig moment. Mijn be-
langsteling, die zich plotseling niet
richten kan op het voorgenomen
werkplan van vandaag, wordt nu
gericht op de boeiende wereld van
het boek.
Inderdaad, het is een boeiende
wereld, die zich hier in de boeken
gids aandient. Bladzijde na blad
zijde vertelt ons van boeken voor
oud en jong. van romans en ge
dichtenbundels van gebundelde kos
telijke humor en degelijke studie
werken. De mogelijkheden zijn le
gio. Er is voor elck wat wils. Neem op
en lees. Voor enkele guldens ligt er
al heel wat voor U klaar. Zo blade
rende in de boekengids kan ik mij
indenken dat men als eerste woord
neerschreef: van 18 maart wordt
de 23e Boekenweek gevierd". Ziet
U de hoofdletter B. Het woord „vie
ren". Er zit iets feestelijks in. In
het feit dat deze wapenschouw van
goede boeken gehouden kan wor
den. Voor de boekdrukker en boek
handelaar. Ook voor ons, het lezend
publiek.
Mijn gedachten dwalen weg van
deze boekengids. Is er ook niet door
iemand gezegd: „Mijn zoon. wees
gewaarschuwd; er is geen einde aan
het maken van veel boeken en veel
doorvorschen is afmatting voor het
lichaam". Inderdaad. Dat schreef,
de Prediker.
En zo kom ik bij het Boek der
boeken. Bij dat in hoogste instan
tie Goede Boek, dat wij de bijbel
noemen. Dat Boek is een wonder op
zichzelf. Een complete Omnibus.
Daarin vinden wij proza en poëzie
Daarin kunnen We lezen van ge-
verorberen. Is dat gebeurd dan loopt
hij langzaam weg; langzaam weg
Als dat gebeurt, slik dan ferm,
gooi de borst vooruit en sla de vis
vast. Niet met het geweld dat onze
voorouders behoefden bjj het splijten
van de schedels hunner oerossen,
maar beheerst. Tenslotte is het de
bedoeling een vlijmscherpe haak te
laten hechten en wat dat betreft is
alle beperking verantwoord.
Zit het beest vast, twijfel hierom
trent is uitgesloten, doe er dan zo lang
mogelijk over. Ik bedoel nu dit: ik
weet, dat een grote vis aan een strakke
lijn en een kromme hengel, een onbe
grijpelijke en daarom magische invloed
schiedenis en levenskunst. Daarin
wordt verteld van hoe het was en
hoe het worden zal. In verschillende
toonaard en vanuit een tijdperk
dat meer dan duizend jaar omvat
kunnen wij vernemen hoe mensen
en volkeren geleefd, geleden, ge
streden hebben. Maar ook hoe zij
verlangd hebben, bemoedigd zijn
door het leven en de wereld heen-
geholpen zijn.
Omdat wij in de bijbel bovenal
kunnen lezen van God. Die verle
den, heden en toekomst van mens
en wereld in Zijn hand omsloten
houdt. Rodin, de beroemde beeld
houwer. heeft in één van zijn wer
ken, waar hij als onderschrift bij
zette „de hand Gods", de inhoud
van de bijbel prachtig uitgebeeld.
De hand Gods die de mens schept
en draagt. Zoals het in die bijbel
zelf ook te lezen staat: „Mijn tij
den zijn in Uw hand".
Als er, óók voor onze generatie
en onze tijd, één goed, actueel boes
is, waarin de troost, bemoediging en
werkelijke ontspanning waarnaar
wij allen haken, naar voren ko
men, ja dan is het dit Boek. Het
Boek dat de Here God heeft laten
schrijven door Zijn menselijke maar
geroepen scribenten. De Boeken
week wil gevierd zijn. De boekengids
nodigt ons: neem op en lees! Ak
koord. Lezen is belangrijk, het ver
diept en verrijkt ons leven.
Maar in dit woord van bezinning,
dat U toevallig net leest aan hei
begin van de boekenweek, mag ik U
toch wel een goede raad geven?
Deze: loop ter wille van alle boe
ken die er zijn het Boek der boeken
niet voorbij. Zoek die oude bijbel
toch weer eens op. Koop er anders
een, liefst in een nieuwe vertaling.
Neerfl dat Boek op en lees!
hebben op het denkvermogen van de
man die de snoek wil vangen. Ik weet,
dat hij door die zeldzame aanblik van
het vechtende beest, overvallen wordt
door een complex, waarin hebzucht
overheerst en het logisch denken
wordt belemmerd. Ik weet, dat hij
zichzelf al thuis ziet komen met de
vis en de gezichten ziet van vrienden
en bekendenmaar hij hééft hem
nog niet!
GEDULD!
Weet, dat de meeste grote snoeken
worden verspeeld, omdat ze niet
„gedrild" worden zoals het be
hoort. Twintig of dertig pond spieren
moeten worden mak gemaakt en dat
Of het de moeite waard zal zijn
dit advies op te volgen? Of U er
wat aan hebben zult voor Uzelf,
voor uw omgeving? Luister dan
nog even. Hebt U wel eens gehoord
van de grote kerkvader Augustinus,
die omstreeks 400 leefde? Deze
mens maakte in zijn leven een tijd
mee dat er, politiek gezien, weinig
goeds te verwachten viel. Een hoge
beschaving wankelde op zijn grond
vesten. Het vandalisme stuwde op.
Augustinus zelf was een man die, net
als wij, aan zichzelf de handen vol-
had. Eerzucht, seksualiteit bepaal
den voor een groot percentage zijn
leven. Daarnaast was er in hem een
honger naar wat werkelijk verzadi
gen kon. Op een bepaald moment is
het in hem één en al strijd. Als hij
na een gesprek over deze dinger
ergens in een tuin in Milaan aan
geestelijke verwarring ten prooi s
dringt ineens een kinderstem tot
hem door. Tolle, lege. Neem op en
lees. Augustinus denkt er over wat
dit toch voor kinderspel kan zijn
Totdat hij ineens begrijpt. Die
woorden zijn voor hem bestemd.
Neem op en lees. Augustinus loopt
naar het prieel waar een bijbel ligt.
Hij neemt en hij leest. „Doet aan de
Here Jezus Christus". Vertrouw U
aan Hem toe. Geloof in Hem.
Dat is het moment dat het in
Augustinus' leven anders wordt. Hij
krijgt grond onder de voeten. Hij
weet zich in Gods hand. Hij krijg'
een nieuwe kijk op het leven. Hu
ziet tegenover het ineenvallende
aardse rijk de eeuwige stad van
Gods Koninkrijk. Hij heeft voor
zichzelf de laatste en hoogste
waarden van het leven en van het
bestaan der wereld gezien, gegre
pen. Hij heeft nu ook een bood
schap voor zijn medemens.
Zo werd Augustinus de grote
kerkvader. Neem op en lees. Dat
deed hij. In het Boek der boeken
vond hij een rijkdom zo groot dat
hij er in heel zijn verdere leven
gulzig en dankbaar mee bezig bleef
Vergeet U temidden van de vele
en de vele goede boeken die U lezen
kunt het Boek der boeken toch
niet. Neem op en lees. Ook als U
het lezen moeite kost. Hier vindt U
ook voor U en voor onze generatie:
evangelie. Dat is waarlijk goede,
bevrijdende boodschap.
E. Saraber jr.
hervormd predikant te
Voorschoten.
lukt nooit in twee of drie minuten.
Maar toch wordt er vaak na twee of
drie minuten een schepnet uitgestoken
naar de vis, of men tracht hem te
pakken. Broederséén klap, en U
verkeert in een stemming die uniek is
om nieuwe woorden te bedenken. Voor
Uw mooie snoekuitrusting geeft nie
mand zelfs twee kwartjes meer
Doe het kalm. Hou strak en ge#-
mee. Na een minuut of tien of na een
kwartier de mooiste tijd van Uw
vissersleven komt hij onherroepelijk.
Als een „lijk" noemen de geroutineer-
den dat en ze hebben nog gelijk ook.
Het kan nog net, vóór het seizoen
gaat sluiten. jan acHREINER
Elk moederschip van de Portugese zcilvaartuigen strijkt elke ochtend om vier uur
tientallen van de kleine dori's, de één-mansbootjes, waarmee de vangst op jonge
kabeljauw beoefend wordt,
Ruim vier eeuwen geleden be
gonnen Portugese vissers met de
vangst van kleine kabeljauw aan
de kust van Groenland en het
merkwaardige is, dat nu nog elk
seizoen ongeveer drieduizend
mensen hun zonnige land veria-
en om onder vaak moeilijke
-imstandigheden de oude tradi-
ie voort te zetten. Nog merk
waardiger is. zo lezen wij in het
Noorse weekblad ..Billedbladet",
dat deze "Portugezen in de 20ste
?euw nagenoeg dezelfde vangst-
methoden toepassen als hun
voorouders in het begin van de
zestiende eeuw! Een half jaar
ang bevindt zich de laatste
loot van Europese zeilschepen
(schoeners, drie- en viermasters
•n een enkele bark) aan de
3roenlandse kusten. Het zijn er
uim dertig en deze moedersche
pen „lossen" 's ochtends om 4
ur enige duizenden bootjes
kleine vaartuigjes van een nog-
1 primitief type. net ruim ge
:oeg voor één man en zijn dag
angst), die er dan op uittrek-
en. dikwijls onder weersom-
tandigheden. welke de kapitein
an een groot schip zou doen
aarzelen een reddingboot te
trijkenTwaalf uur lang
iuurt die vangstperiode en te
en de avond keren de bootjes
srug om aan boord van het
loederschip te worden gehesen,
laar het werk is dan nog niet
iaar. want dan volgt nog het
choonmaken van de gevangen
.is. waarmee nog tenminste 3
uur gemoeid isHet is der
halve een verre van gemakke
lijke taak, deze Portugese vis
vangst bij Groenland, maar toch
rijn er velen, die jaar in jaar
lit weer van de partij zijn en
an het eind van het seizoen
en negenduizend kilo kabel-
auw aan boord hebben weten te
irengen. Veel slaap schiet er
.neestal niet over, behalve bij
lecht weer, als de mannen niet
kunnen uitvaren in hun dori's,
zoals de kleine schuitjes heten.
Waar dan ergeren zij zich aan
het ontbreken van inkomsten.
vVant dat geld immers verzoet
eze moeilijke en zelfs gevaar-
.jke arbeid, die dan uit een
ogpunt van traditie bijzonder
belangwekkend moge zijn. maar
toch eigenlijk niet meer van
deae bijd genoemd kan worden.
In groepen van drie wordt aan het einde van de dag de gevangen vis schoonge
maakt: één man snijdt de vis overlangs open, de tweede verwijdert de ingewanden
da iamar moadt traan gakookt) en de darda rardaaét d« uit ut parten voor l.ct in
20uten%