IERSE TERRORISTEN VECHTEN IN ULSTER TEGEN BIERKAAI Een Zoeklicht Noord-Ierland verspert belangrijke weg om een aanvallen van de I.R.A. te voorkomen Onderhoud met minister Topping PARADISE LOST OP DE BOEKENMARKT 6e Jaargang no. 8 Zaterdag 22 februari 1958 (Van onze Londense Dezer dagen heeft de regering van Ulster be^ sloten een van de zestien hoofdwegen, waarop verkeer naar en van de Ierse republiek is toege staan, van een versperring te voorzien. Deze maatregel houdt verband met de nog altijd voort durende aanvallen door leden van het aan beide zijden van de grens verboden „Ierse Republikeinse Leger" (IRA) op douane- en politieposten, mili taire barakken, elektrische transformators, ka naalsluizen en dergelijke kwetsbare objecten langs correspondent) de meer dan driehonderd kilometer lange grens, welke Noord-Ierland van Eire scheidt. De regering nam deze stap vooral omdat terro risten de weg herhaaldelijk gebruikten om Ulster binnen te dringen. Het is de eerste maal, dat een dergelijke belangrijke weg is geblokkeerd. Dit is overigens reeds lang het geval met honderden kleine grenswegen, waarvan er bovendien talrijke door de autoriteiten van Ulster zijn opgeblazen. 1* V ifr Sr s ill 18 5 i I tT iili 'i Het stadhuis van Belfast in het centrum van de lieflijk gelegen stad. Op de dag van de afkondiging van bovengenoemd besluit hadden wij een ontmoeting met de Noordierse minister van Binnenlandse zaken, de heer Top ping, in het prachtig op een groene heuvel gelegen monumentale Stormont, de zetel van het parlement van Ulster. Men bereikt het over een snel klimmende majestueuze boomloze 1 \<i kilometer lange oprijlaan. Van het bordes geniet men van een machtig panorama, dat beheerst wordt door de vage contouren van de lieflijke bergen, die als een beschermende arm Belfast naar de landzijde omslui ten. Minister Topping is een gevierde advocaat, die ondanks zijn ministerschap zijn beroep mag blijven uitoefenen, evenals zulks met een aantal andere minis ters het geval is, die in zaken zijn! Hij is een scherp, maar tevens joviaal man met een blozend gelaat en spierwit haar en maakt de indruk, dat hij de situatie volkomen beheerst. In een klein land zit een minister nu eenmaal met zijn neus bovenop de feiten, waardoor zijn betoog alle vaagheid mist. De heer Topping kan op elke vraag antwoorden, zonder eerst noodsignalen naar de hem omringende met dossiers gewapende ambtenaren te geven! Bijtijds genomen afweermaatregeJen Het terrorisme aan de grens is na een lange pauze in december 1956 weer opgeleefd. „Dat kon niet uitblijven", zegt de heer Topping. De regering- Costello in Eire had openlijk rekrute ring en opleiding van de IRA (Irish Republican Army) toegestaan. „Alles wat de terroristen begeerden, konden zij doen. Speciaal in de grensgebieden was het logisch, dat de training van de IRA-mannen tot openlijk geweld zou leiden". Ulster was daarop voorbereid, al kwam het tijdstip van de hernieuwde activiteit als een verrassing. Door de bijtijds genoemen tegenmaatregelen faalden de open aanvallen. Een keer punt kwam reeds onmiddellijk, nadat er twee doden waren gevallen onder een groepje terroristen, die met een vracht auto met wapens, munitie, uniformen en een voedselvoorraad over de grens waren gekomen. Deze aanval vormde een onderdeel van een „bevrijdings plan" voor het gehele grensgebied De IRA geloofde blijkbaar de eigen ver hitte propaganda, welke het deed voorkomen alsof de bevolking langs de grenzen letterlijk zat te wachten om bevrijd te worden van het juk, dat ge lijkgesteld werd met dat van Hon garije In hun sterk overspannen verbeel ding zagen de terroristen reeds hoe duizenden hun zijde kozen en de grens in een oogwenk kon worden terugge rold Verouderde romantiek De werkelijkheid was even anders. Alleen reeds het vloeien van bloed was voldoende om het hele fantastische plan te doen ineenstorten. De terro risten kozen het hazepad. Bovendien stond nog altijd het Britse leger ge reed om in te grijpen, indien de din gen voor Ulster mis zouden zijn ge gaan. Onder de grensbewoners heerst wel degelijk een zekere sympathie voor Eire, doch het zijn slechts enkelingen, die bereid zijn om hun doel het einde van de afscheiding met ge weld te bereiken. Het hele IRA-gedoe is niet meer dan hopeloos verouderde romantiek. Met bommen en revolvers kan het armelijke Ierland (Eire) het welvarender noorden niet naar e«n hand zetten. Het pleit voor Ulster, dat het zfjn zelfbeheersing niet verliest en weigert vergeldingsdaden uit te voeren Ulster is er in economisch en sociaal opzicht stukken beter aan toe dan het achtergebleven Eire. De Ierse repu bliek bevat echter vele mogelijkheden, welke in het verleden verwaarloosd werden. Omgekeerde annexatie Terwijl Eire ervan droomt Ulster in te lijven, leeft in Ulster een omge keerde droom, namelijk dat Eire eens door economische zwakte gedwongen zal worden de zelfstandigheid op te geven en eenheid te aanvaarden onder trotse leiding van Noord-Ierland! Niemand gelooft dat zulks ooit gebeu ren zal, maar de droom is zo mooi. Het is in elk geval een onomstotelijk vast-staand feit, dat mede door het gunstige geboorteoverschot de bevol king van Ulster snel toeneemt, terwijl die van Eire, dat een enorme emigratie kent, achteruit loopt. Talrjjke zuiderlingen trokken, aan gelokt door de betere levensvoorwaar den, noordwaarts, maar Ulster heeft daar in 1948 een stokje voor gestoken. Zonder arbeidsvergunning mag nie mand uit Eire er zich vestigen. Een Ulsteriaan gaat altijd voor, ook al is hjj een felle nationalist, die ijvert voor aansluiting bij Eire. Deze maat regel is uitsluitend bedoeld ter be scherming van de werkgelegenheid in Ulster, dat nog altijd aan een chroni sche werkloosheid lijdt en is geen ach teruitzetting van onderdanen der Ierse republiek. Ook EngeUen mogen niet in Ulster werken zonder officiële toe stemming. Terroristen worden ontzien De activiteit van IRA is thans enigs zins geluwd, hoewel Ulster bedacht blijft op nieuwe incidenten. „Wat is de ooi-zaak van het weer op gang komen van de terroristen"?, vroegen wij minister Topping. „Ze vonden dat het te lang rustig was geweest, zonder dat hun zaak vor deringen maakte", antwoordde hij. „De terroristen werden vaak door de justitie in Eire ontzien. Eenzelfde rechter beboette een man. die een klein beetje boter had gesmokkeld viermaal zo zwaar als een IRA-lid op wie wa pens werden gevonden. Terroristen, die in Eire opgepakt worden, kunnen vrij wel onmiddellijk hun vrijheid herkrij gen. wanneer ze een nietszeggende verklaring tekenen, waarin zij beloven de grondwet te eerbiedigen „Dat ver plicht tot niets", zei de heer Topping. „want over wapenbezit wordt geen woord gerept". Toen de open aanvallen mislukten zocht de IRA het in het opblazen van grenskantoren en transformators, maar zij vinden steeds een goed georgani seerde politiemacht tegenover zich. De vaak te veel van de buitenwereld af gezonderde srenspolitie is van moderne wapens, radiozenders en ook reserve- voedsel voorzien om een beleg gemak- keiijker te doorstaan. In Belfast zelf. evenals in andere steden van Ulster, is het rustig. In de jongste roerige periode is in de hoofd stad slechts een of tweemaal een pri mitieve bom gevonden, welke dan ook weigerde af te gaan. Voor de zeker heid staan op enkele belangrijke pun ten, zoals voor de grote scheepswerf van Harland and Wolff, politieman en met stenguns. De agenten in Ulster dragen overigens revolvers, in tegen stelling met de ongewapende bobby's in de rest van het Verenigd Koninkrijk WIJ zagen elkaar voor *t eerst in het contract-pen sion Het was op een van die dagen in de afgelopen week. waarin met krampachtige weeën van sneeuw- en hagelbuien de winter het voorjaar poogt ter wereld te brengen. Onze landgenoten, pas gere patrieerd uit Indonesië, zaten dicht om de gloeiend hete kachel. Toch nog kleumend. Ze hadden het best getroffen. Zij kwamen terecht in een goed en vriendelijk dorpje met een hartelijke bevolking. Bij een hospes, die met zijn vrouw zelf jarenlang in Indië heeft ge woond en gewerkt en al zijn best doet om de overgang min der pijnlijk te maken. De krui dige geur van een Indisch rijst gerecht hing in de keuken. Maar dit was dan ook het enige goede wat van hun situatie te vermel den is. Wat een ellende! 'k Sprak 't eerst met een jonge vrouw, die met haar 3 kinderen alleen overgekomen is: Mijn man moest achterblijven. Hij is technicus. Ze kunnen hem niet missen en laten hem niet gaan Ons gezin ligt uit elkaar. Hij is daar. Misschien in gevaar Ik ben bezig «dappere vrouw!) werk voor hem te zoeken in Holland. Maar of ze hem dan vrijlaten zullen?" Toen kwam de volgende gere patrieerde binnen: „Ik ben hier met vrouw en kinderen. Was nog nooit in Holland geweest. Had daar een goede administra tieve betrekking. Ben nu hard aan 't solliciteren, maar alles lijkt hier al volgelopen". De derde landgenoot, een jon ge man van goede familie, had in Indonesië een eigen particu liere school met een groot leer lingenaantal. Hij mist echter de WOORD VAN BEZINNING diploma's om in Nederland aan de slag te kunnen gaan. Zo zou ik door kunnen vertel len aan deze lange litanie van verloren illusies en sombere vooruitzichten. Maar liever wijs ik U op iets anders, dat mij in deze gesprek ken bijzonder getroffen heeft: Wat hangen deze mensen nog met heel hun hart aan Indie! Zij zingen de lof van dat land in alle toonaarden. Veel. heel veel narigheid hebben zij er meegemaakt. Miskenning, boy cot. haat! Maar. dat alles w*as niet genoeg om hun liefde voor „de gordel van smaragd" te doden. Het is en het blijft een prachtig en goed land, dominee! De ontvangst hier is goed. maar onze gedwongen ruil blijft een kwade! Wij ruilden een oaradijs voor een land van mest en mist. Ja. lezer, U en ik begrijpen dit. Het is maar een zwak en zeer onvolkomen beeld. Het mankt aan alle kanten en er zijn mis schien meer verschillen dan overeenkomsten. Maar: als het deze mensen reeds zoveel moeite kost om dit aardse paradijs prys te geven voor ons gure land. wat moet het Jezus Christus dan wel gekost hebben om Zijn hemelse heerlijkheid prijs te geven en bij ons op deze aarde te komen? Er staat ergens in de bijbel: „In de gestaltenis Gods zijnde, heeft Hij het geenen roof geacht Gode even gelijk te zijn. maar heeft Zichzelfve vernietigd." Met andere woorden: Hij, Gods Zoon, heeft Zijn paleis leven niet met alle kracht vast gehouden zoals een rover de buit tegen zijn borst klemt. Hij heeft Zijn prinsenleven prijs gegeven voor een leven van lijden en een kruisdood. Hij werd niet gedwongen, maar ging vrijwillig. De kroonprins geeft zijn leven in de plaats van de landverraders, die wij men sen zyn. om te voldoen aan het recht van Gods wet. dat onze doodstraf eist. Voor Hem stond er vergeef mij de zegswijze geen nassigoreng op de hete kachel. Zijn ontvangst was geselpaal, kruis en graf. Het is de bedoeling van de lijdensweken en de passietijö. dat wij daar aan denken Dank baar en met blijdschap: Dit deed Hij, vrijwillig, voor mij! Dit noemt men dan geloof. Dat heeft ook gevolgen voor onze tussenmenselijke verhou dingen. Bijvoorbeeld voor onze houding tegenover de gerepa trieerde volksgenoten. Wie uit zo'n Offer leeft, wil offeren. Wie zo geholpen is. wil helpen. T. D. VAN SOEST. Herv. jeugdpredikant te Leiden. Herv. predikant te Rijnsaterwoude. Wanhoopsdaden Hoog boven Belfast bevindt zich het monumentale parlements gebouw Stormont. Aangezien de terroristen feitelijk schaakmat gezet zijn, nemen zij tot wanhoopsdaden hun toevlucht. Bijna dagelijks vindt men in de grensstreken booby traps. Een gunstig verschijnsel is dat, na de jongste mislukking, nu ook de re gering van Eire een einde aan de cam pagne tracht te maken. Mmister Top ping twijfelt niet aan haar oprecht heid. „Is er persoonlijk contact lussen beide regeringen?", vroegen wij. „Ja, zeker. Noord en zuid werken op allerlei gebied samen, zoals bij de elek triciteitsvoorziening en de visserij. De spoorlijn tussen Belfast en Dublin be hoort aan Ulster en voor de exploita tie is onderling overleg nodig. Maar de betrekkingen tussen Ulster en Eire worden behandel door de Britse rege ring in Londen. Want Ulster mag zich niet met de buitenlandse politiek be moeien en bezit evenmin financiële autonomie. Zuiden scheidde zich af! De grenzen tussen Eire en de zes graafschappen, welke thans Ulster vor men zestig procent beslaande van de vroegere provincie Ulster zijn xunst- matig door Engeland getrokken. Ulster weigerde mee te werken aan de zelf standigwording van het zuiden en liet de grensregeling aan Engeland over. Volgens het noorden hebben de zuider lingen zich afgescheiden en niet om gekeerd! Overigens heeft Ulster van de oudste tijden af een eigen karakter gedragen. In de laatste drie of vier eeuwen heeft het zich, ook reeds om dat het overwegend protestant is, steeds sterker op Engeland gericht, door welk land het in feite gekoloni seerd is. De meeste Ulsterianen, hoe Iers zjj zich ook mogen voelen, zijn afstam melingen van Engelsen, Schotten en Welshmen. Destijds achtte Engeland, bevreesd voor flankbedreiging, kolo nisatie van Noord-Ierland belangrijker dan die van Noord-Amerika! In over weldigende meerderheid wenst men de band met Engeland te handhaven. Toen Lloyd George en zijn liberalen ijverden voor home rule (zelfbestuur) voor geheel Ierland, wilde Ulster hier van niet horen en keerde het zich ver ontwaardigd af. Economisch is Ulster meer dan het zwak-industriële Eire op Engeland aangewezen. Hoewel de ver delingskwestie voor Noord-Ierland nauwelijks meer een probleem lijkt, wordt, de politiek er desniettemin ge heel door beheerst. Ulster is voor twee derde protestant en voor één derde rooms-katholiek, maar de scheidslijn loopt tussen de nationalisten, die aan sluiting bij Eire willen en de unionis ten. die eenheid met Engeland voor staan. Deze laatste partij omvat alle maatschappelijke groeperingen en ook talrijke rooms-katholieken, die in Ul ster hoge functies kunnen bekleden. Ulster wijst de vaak gehoorde klacht van de hand. dat de rooms-katholieke kiezers zouden worden achteruitgezet Dat dit niet zo is, wordt bewezen dooi de resultaten van de verkiezingen voor het lagerhuis waarheen Ulster twaalf leden afvaardigt. Hiervan zijn slechts twee republikeinen, die weigerden hun zetel in Londen in te nemen. Oranjemannen actief Koning-stadhouder Willem III, die de beslissende slag aan de Boyne tegen Jacobus II won en daardoor de grond legger werd van het moderne protes tantse Engeland, wordt in Ulster in hoge mate vereerd. Hij was degene, die het voortbestaan van de Engelse kolo nisatie in Ulster verzekerde De twaalf- da juli, de verjaardag van de vekielag. Dr. A. G. H. Bachrach. „Naar het hem leek.... Een inleiding tot Shakespeare". Daamen N.V., Den Haag 1957. Van een boek te zeggen dat het „in een behoefte voorziet", vind ik eigenlijk een vervelende opmerking. Dit klinkt schoolmeesterachtig en roept tevens ge dachten op aan materialistische ter reinen zoals industrie of landbouw, die moeten voorzien in de verlangens van groepen van de bevolking. Het gaat op voor aardappelen of t.v.-toestellen. doch met boeken en vooral met een boek als dit ligt de zaak anders. Ik meen. dat het niet overdreven is te zeggen, dat men met de commenta ren, inleidingen, beschouwingen, sleu tels tot- en naslagwerken over Sha kespeare een bibliotheek zou kunnen vullen. Wie dus die z.g. behoefte mor t gevoelen iets naders over deze toneel dichter uit het Elisabethaanse tijd perk te horen, zou wegwijzers te kust en te keur kunnen vinden. Daar be hoeft niet „in voorzien" te worden. Iets anders is echter dat deze overvloedig heid een moeilijkheid op zichzelf biedt. De keuze wordt de belangstellende in toneel, in poëzie of in beide lastig ge maakt en dat ligt voor de hand. daal de verschillende commentatoren dit onderwerp van evenveel kanten hebben aangevat als er facetten aan te vin den zijn. De aard van Shakespeare's werk maakt dat men n.l. niet volstaan kan meteen hetzij alleen literaire,het zij zuiver toneelkundige of historische benaderingswijze, daar dit oeuvre een gehele wereld omvat met een eigen historie, een eigen politiek, een eigen taal en vooral ook niet te vergeten een eigen maatschappij. En dit niet alleen in het werk zelf. maar ook in de tijd waarin het gespeeld werd. toen het de mensen naar de schouwburg trok als thans naar de bioscoop „als het gaat om bijzondere sterren, of oorlogsfilms, of zedenschilderingen". Wat de belangstellende lezer of toe hoorder m.i. zoekt, dat zou eigenlijk het befaamde schaap met vyf poten zijn of paradoxaler nog, een poot met vijf schapen. Hij zou ingelicht willen worden over Shaekespeare's werk door iemand, die in de eerste plaats dat gene wat het zwaarst is. het zwaarst zou laten wegen n.l. de grote literaire waarde ervan. Maar van daar uit zou die voorbeeldige voorlichter dan met kennis van zaken moeten gaan spre ken over het tijdperk en over de bete kenis van dit werk daarin, over de psychologie, over het taalgebruik en vooral ook over de levende band. die wordt in Ulster elk jaar op grootse en feestelijke wijze herdacht. De herinnering aan Koning Willem leeft ook voort in de loges der Oranje mannen. die uit alle kringen der sa menleving komen en op vele wijzen het gemeenschapsgevoel bevorderen. Splitsingen en verdelingen zijn In de geschiedenis meestal wanhoopsoplos- singen zonder duurzaam karakter. Ook de scheiding van Ierland welke in 1921 is begonnen, zal niet altijd duren, maar schUnt een lang leven beschoren, voor al wegens de economische en sociale factor. Pas wanneer het parlement van Ulster dit zou wensen en het parlement van Westminster dit zou goedkeuren kan er een einde komen aan de afzon dering. Op het ogenblik Is Ulster het enige deel van het Verenigd Koninkrijk met regionaal zelfbestuur, dat een ideaal voorbeeld vormt voor Schotland en Wales, die sinds jaar en dag het zelfde willen. door de eeuwen heen is blijven bestaan tussen deze toneelstukken en de toe schouwer en lezer van heden Want dat die band bestaat, blijkt wel door dat toneel noch lezers van hem af kun nen blijven, ondanks het feit dat Shakespeare's z.g. ondoorgrondelijk heid, om met de schrijver van dit boek te spreken, ons nu reeds meer dan een eeuw lang in de maag gesplitst is. Dat evenwel deze altijd weer nieuwsgieri gen en belangstellenden stuiten op zaken, die zij zonder enige voorlichting niet onmiddellijk kunnen vatten, ligt voor de hand en niemand behoeft zich te schamen dit te erkennen. Doch om op deze nieuwste „Inleiding totterug te komen: ik heb de in druk dat professor Bachrach die door mij zojuist gedroomde voorbeeldige voorlichter aardig nabijkomt In een stijl, die ik zou willen kwali ficeren als even sierlijk als dagelijks, zet hy in een zestal brieven aan een vriend, die wij als ons aller vertegen woordiger kunnen beschouwen, het Shakespeare-mysterie ik gebruik deze uitdrukking voor het gemak daar professor Bachrach zelf ook spreekt van een „succes-story" uiteen op een wijze, die maakt dat men deze Elisabethaanse reus als een vriend in huis krfjgt. In een paar volzinnen want wat zijn eigenlijk de 250 blz. van dit boek ten opzichte van het onder werp? zet hij een springlevend beeld neer van de periode in zijn hele so ciale en politieke omvang. En daarbij gaat hij nadrukkelijk uit van de lite rator die Shaekspeare heet. In vier korte beschouwingen van achtereen volgens een historiestuk ("Henri IV), een blijspel (Twelfh Night), een tra gedie (Hamlet) en een romance (The Winter's Tale) weet hij zoveel essen tieel belangrijks, zowel over de psycho logie als over de dichterlijke kenmer ken bijeen te brengen en bovendien de versofïïllende aspecten zozeer gebun deld te houden, dat het de lezer moet vergaan zoals het mij vergaan is, die meteen even tevreden als opgewonden gevoel van „ziezo, dat is nu precies wat ik weten wilde" dit „Naar het hem leek.. naast Shaekespeare in de kast heeft gezet. Om een paar voor beelden tot deze tevredenheid te noe men; hij zal in het vervolg Falsraff niet meer alleen als een tot de zeven tiende eeuw en dan nog alleen in En geland thuishorende potsenmakende listigaard zien. maar als de onsterfe lijke vrijbuiter, even kostelijk in zijn misdaden als tragisch in zijn val. Hij zal Hamlet, welhaast de meest omstre den van Shakespeare's creaturen, niet meer beschouwen als een ver en on vatbaar enigma, maar als een gecom pliceerde persoonlijkheid, die getekend is met een psychologisch raffinement, dat voor de moderne geschooldheid nietonderdoet. Want dat is wel de grootste verdienste van professor Bachrach: dat hij ons de sleutel in handen geeft, waarmee voor de mo derne lezer of toehoorder de hele ves ting Sakespeare te openen is en dat niet als een kijkspel uit een ver achter ons liggende tijd. waaruit hier en daar citaten opduiken, maar als een wereld, die poëtisch en psychologisch met ge boeidheid af te tasten is. In de bibliografische oriëntatie vergelijkt de auteur zich op beschei den wyze met „de welbekende dwerg die op de schouders van ccn reus klimt en dan verklaart dat hij toch heus veel verder kan zien". IU wil aannemen dat er in deze vergelijking waarheid zit, maar ik wil er toch aan toevoegen, dat deze z.g. dwerg ons niet zoveel nut en genoegen ver schaft zou hebhen, als hij hetgeen bij gezien had, niet op zulk een oor spronkelijke. heldere en bondige wijze had kunnen voordragen. CLARA EGG INK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 11