Een Zoeklicht
r
Grootste MOTOR-HOTEL ter wereld
Kruising van hotel en motel ontspanning viak bij huis
V.
WILT U MIJ MAAR VOLGEN?
U kunt in een atoom wandelen
6e laargang no. 7
Zaterdag 15 februari 1958
- .--ai.' It
Een verrukkelijke oase bij Washington
Prachti vlak bij Amerika's hoofdstad
uitzicht over
de Potomac
De eigenaar begon dertig jaar geleden als de
beheerder van een klein limonade-stalletje
-
tex,*-.a w
De ingang van Marriotts Motor-hotel bij Washington
(Van onze correspondent te Washington
Eigenlijk zou ik dit artikel moeten dicteren in een gestroomlijnde
lichtgrijze dicteermachine. Dan alleen zou ik in stijl zijn met de
omgeving, die ik ga beschrijven: het grootste motor-hotel ter wereld.
De directeur van dit motor-hotel is J. Willard Marriott, een man
van 58 jaar, die dertig jaar geleden te Washington een limonade
stalletje beheerde, 's-Winters raakte hij de koude limonade niet goed
kwijt en daarom ging hij ook warme sandwiches verkopen. Dat was
het begin van zijn „hot shoppe". Nu zijn er tachtig moderne restau
rants, die „hot shoppes" heten in dertien staten van Amerika en
Marriott is thans een groot man, die op vriendschappelijke voet staat
met leden van Eisenhowers kabinet. Onlangs is hij iets nieuws be
gonnen: een motor-hotel, natuurlijk verbonden met een super-de-luxe
hot shoppe. Aan een van de tafeltjes van dat restaurant zit ik deze
aantekeningen te maken.
Dat is wel heel iets anders dan een
houten limonade-stalletje van dertig
jaar geleden! Stoeltjes en banken van
zachtgeel en rood kunstleereen
levendig plafond, dat wel een aaneen
schakeling van tentdaken gelijkt
dienster in zachtgroene nylonalles
is kleur en vrolijkheid. Door de enorme
glazen wand aan de ene zijde ziet men
een grote autoweg, die naar Washing
ton leidt, door de glaswand aan de
andere kant kijkt men uit op de
kunstijsbaan van 't motor-hotel, waar
een aantal jonge mensen in kleurige
truien voortreffelijk aan het schaat
senrijden is. Vrolijke muziek, een
blauwe lucht. En in die lucht boven de
ijsbaan telkens en telkens weer een
glanzend vliegtuig, dat zo juist is op
gestegen van Washingtons drukke
vliegveld, vlak in de buurt.
Waar nu die ijsbaan is, heeft men
's zomers een alleraardigst zwembad
en een pootje-baai-badje voor kinde
ren. Een oase bij Amerika's hoofdstad,
waar de thermometer herhaaldelijk de
honderd haalt.
Marriott's motor-hotel verenigt de
voordelen van een hotel en een motel.
Evenals in een gewoon motel heeft
men zfo'n auto pal voor de deur van
zRn apartement, maar tevens heeft
men alle comfort van een groot hotel:
kapper, schoonheidssalon, wasserij,
stomerij, ontbijt op bed enz. In de
grote vestibule kan men kranten
kopen, bloemen bestellen, schouwburg
plaatsen reserveren, een auto huren,
Ja zelfs „baby-sitters" bespreken!
de rekening ook weer in de auto. Men
kan namelijk ook stoppen naast het
afrekenloket!
Alle gebouwen van Marriott's instel
ling zijn door overdekte wandelpaden
verbonden. Zes flatgebouwtjes hebben
slechts één verdieping, een centraal
gebouw heeft er vier. Bijna iedere flat
heeft een flink balkon en de gasten
krijgen meer lucht en licht dan door
gaans in Amerika gebruikelijk is.
Ligt men te zonnen op het dakterras
van het hoofdgebouw, dan voelt men
zich volkomen met vakantie: men
heeft een prachtig uitzicht over de
rivier de Potomac en over de heuvels
van Virginia, waarlijk, dit is de plaats
om Amerika's populairste werkwoord
te vervoegen, het werkwoord „to relax"
(ontspanning vinden). Men is met
vakantie, maar toch kan de politicus
in drie minuten in het Witte Huis zijn,
de generaal in één minuut in het
Pentagon en de geleerde in vijf minu
ten in Washingtons grote bibliotheek.
Geleerden zal men hier overigens niet
veel vinden. Zij moeten het tenzij
ze raketten maken vanwege hun
salaris meestal wat goedkoper doen!
's Zomers zwembad,
s winters Kunstijsbaan
Wilt U mij maar volgen?
Dat is een bekende vraag,
lezers. Zij wordt U meerdere
malen per week gesteld.
U hoort ze in de wachtkamer van
de tandarts als de witgejaste assis
tente U naar de behandelingskamer
roept. In de verte hebt U het ge
gons van de boor reeds vernomen.
Met een schok kijkt U op uit het
stukgelezen weekblad van een jaar
oud. Dat blad waarin U las, of deed
alsof. EnU volgt haar. U moet
wel.
Wilt U mij maar volgen? Het is
de vraag van de portier, die U door
een doolhof van lange brede gan
gen brengt bij de hoge functionaris
met wie U dat belangrijke onder
houd hebt en waarvan Uw toe
komst afhangt.
Wilt U mij maar volgen? Het
klinkt luguber, maar 't is de vraag
die ons gesteld wordt op de be
graafplaats: De aanwezigen wor-
WOORD
VAN
BEZINNING
de breedste zin van het woord.
Iedereen draagt wat iedereen
draagt.
Iedereen doet zoals iedereen doet.
Zou de tijd nog ver zyn waarin
iedereen denkt zoals iedereen
denkt?
Wat liggen er grote diepten en
gevaren achter deze onnozele vraag
en dat korte antwoord.
Volgen is achter iemand aan
gaan die je tenslotte ook ergens
brengt. Het is dus wel zaak dat
degene, die men tot zijn leidsman
Ten tweede is de techniek van
het appèl zoveel meer geperfectio
neerd om niet te zeggen „geraf
fineerd" dan vroeger. Denk aan
de psychologie van de reclame, die
ons als goed voorspiegelt wat ons
aanlokkelijk voorkomt.
Ten derde is ieder mens, hoe
graag ook koninkje in eigen rijk,
een volgzaam wezen. Hij wil graag
ergens achteraan. Hij staat niet
gaarne alleen en voelt zich in de
massa het meest veilig.
Mogen wij aan het begin van
lijdensweken en passietijd Uw aan
dacht vragen voor Jezus Christus?
Ook hij stelde aan Zijn eerste vol
gelingen de vraag van ons onder
werp: „Volgt Mij na". Zij volgden
Hem met achterlating van alles.
Hij vraagt dit ook U en mij.
Zonder raffinement. Hij komt er
.J
den bedankt voor de laatste eer
en worden verzocht mij in de
zelfde volgorde te volgen
Uit duizenden monden klonk,
ook in de afgelopen week het ant
woord: Ja zuster, ja juffrouw, goed
mijnheer. Jaehaanspre
ker. En daar gingen wij dan.
Dit appèl op onze volgzaamheid,
dat overal klinkt, is soms erg ge
vaarlijk. Er zijn in deze wereld tal
loze verdervende machten en
krachten werkzaam die ons mee
willen slepen.
Ik denk even aan een man als
Hitier. Hij riep: Volg mij! En het
volk antwoordde: Sieg Heil! Maar
zo verkocht het zich met lichaam
en ziel aan deze volksverleider tot
in de totale ondergang toe.
Er is nog veel meer te noemen.
De mode bijvoorbeeld. De mode in
kiest, volkomen betrouwbaar is.
Ik denk even aan dat Hollandse
meisje dat onlangs in Engeland
werd vermoord. De persoon, die zy
volgde, bleek niet te deugen.
Het leven is eigenlijk een lange
weg met talloze zijpaden. Bij iedere
kruisweg staat iemand of iets dat
ons tot volgzaamheid oproept: Hier
moet je zijn! Bij mij moet je
wezen! Iedere dag en ieder ogenblik
kan men vele kanten uit.
Vooral voor jonge mensen is deze
situatie uitermate verwarrend. Zij
missen nog de ervaring waarmee
veel ouderen door schade en
schande wijs werden. Zij willen per
sé ook zelf de weg zoeken en dit
is hun goed recht.
De toestand wordt nog ingewik
kelder door drie factoren. Ten
eerste lijkt het goede nooit hele
maal goed en het kwade nooit
onze keus.
eerlijk voor uit dat wie Hem volgt
een „via dolorosa", een lijdensweg
opgaat. Misschien in de letterlijke
zin doordat het levensleed ons niet
bespaard blijft. In elk geval in deze
zin dat Hij ons meeneemt de
Kruisberg op. Hij vraagt van ons,
dat wij daar onze kwade neigingen
en ponteneurs kruisigen. Hij is
echter meer dan voorbeeld. Hy
sterft in onze plaats. Hij draagt
onze straf. Hy brengt de vrede met
God weer. Hij wyst ons ook de weg
naar een leefbaar bestaan. Hij
biedt ons het uitzicht op Zfjn
nieuwe aarde.
HU is betrouwbaar. Ik moge U
met de meeste klem aanbevelen
Hem te volgen.
T. D. VAN SOEST,
herv. predikant te
RUnsaterwoude,
Jeugdpredikant te Leiden.
Is dat nu werkelijk al 25 jaar geleden?
INDERDAAD IS HET DAT!
De Leidse Gymnasiastenbond
„Uno Sumus Animo" viert haar zil
veren jubileum. In Huize Bruyns
wordt een drukbezochte receptie
gehouden, terwijl des avonds in de
Schouwburg een uitvoering van
een historische revue plaats vindt.
Overlijden van mr. Egbert de
Vries, oud-Dijkgraaf van Rijnland
en vele jaren lid van de Leidse Ge
meenteraad voor de Liberale Partij.
De overledene was een broer van
de bekende professor Hugo de Vries
en een zoon van Staatsraad mr. De
Vries.
In één van de lokaliteiten van
het Instituut voor Preventieve Ge
neeskunde wordt een polikliniek
geopend voor kankeronderzoek, on
der leiding van dr. De Bruine
Groeneveldt.
De gemeenteraad worstelt zich
door de Gemeentebegroting voor
het dienstjaar 1933. Het aantal
door de raadsleden ingediende
voorstellen loopt op tot 79.
Te Sassenheim opent minister
Verschuur de tentoonstelling „De
aangeklede bloem", waaraan te
vens verbonden een Handwerken-
expositie en Industriebeurs. De
netto opbrengst komt ten bate van
het Crisiscomité.
Te Lisse wordt het nieuwe Post-,
Telegraaf- en Telefoonkantoor in
gébruik genomen.
De schilderijen van H. M. de Ko
ningin arriveren in goede orde te
Batavia. De Koninklijke collectie
zal behalve aldaar ook in andere
belangrijke centra in de Archipel
worden geëxposeerd. De opbreng
sten van deze tentoonstellingen
komen ten bate van de crisis
slachtoffers in Indië. Voorwaar een
vorstelijk gebaar, dat allerwege op
prijs wordt gesteld.
Tijdens een concert van het
Utrechts Stedelijk Orkest in Tivoli,
wordt de bekende baszanger Caro
door een hartverlamming getrof
fen.
Naar wordt vernomen overweegt
de regering over te gaan tot de
aanleg van een Nationaal Park op
de Veluwe, teneinde hierdoor mede
steun te kunnen verlenen aan de
noodlijdende boomkwekers.
In verband met de precaire si
tuatie van 's-Rijks financiën zullen
de tarieven voor paspoorten wor
den verhoogd. De Rijksleges voor
een zgn. éénpersoonspas gaan f. 5
en die voor een familiepas f. 7.50
bedragen.
v OP DE BOEKENMAR KT J
Van alle gemakken vooralen VESTDIJKS ZUIVERINGSACTIE
Amerikanen zijn thuis doorgaans
niet aan veel bediening gewend en zij
waarderen het, dat men overal in het
gebouw zelf Ijsblokjes uit machines
kan halen (velen reizen hier rond met
coca-cola en whisky in hun bagage).
In speciale waszaaltjes kan men zelf
de wasmachines bedienen en in ieder
appartementje heeft men een strijk
plank.
In totaal zijn hier 375 „flatjes". Zij
bestaan meestal uit één grote kamer,
een badkamer en een kleedgedeelte.
Goedkoop is het hier niet: 8 tot 11
dollar per nacht als je alleen bent, 11
tot 15 dollar voor twee personen. Maar
men leeft hier volledig in de moderne
wereld: schuimrubber matrassen, een
levensgroot televisie-toestel, hi-fi radio,
telefoon, air-conditioning en geen
lawaai van buiten. De grote ramen
zijn dubbel, de deuren zijn „sound
proof". Dat moet ook wel, want ieder
moment vertrekt er een vliegtuig van
„National Airport".
Voor een Amerikaan is het een bij
zondere attractie, als hij zo weinig mo
gelijk uit zijn auto behoeft te stappen
Wie dit complex binnenrijdt, kan stop
pen langszij het bureau van de „recep
tionist". Men schrijft in, terwijl men
achter het stuur blijft zitten en een
jongen op een fiets begeleidt daarna
de auto van de nieuwe gast naar de
parkeerplaats voor het flatje. Als men
het motor-hotel verlaat, voldoet men
S. Vestdijk. „Zuiverende kroniek".
J. M. MeulcnhoffA'dam 1956.
Een zuiverende kroniek heeft Simon
Vestdijk deze bundel essays genoemd
en hij geeft de volgende verklaring
voor deze titel: „evenals de moralist
zegt de polemist gewoonlijk niet wat
de mensen moeten doen: hij zegt wat
de mensen moeten laten. Hij zuivert.
Vandaar de titel van deze bundel".
Deze verklaring is even amusant als
raak. Amusant om de terloops geop
perde vergelijking tussen de moralist
en de polemist, waarbij het aardig'zou
zijn eens na te gaan in hoeverre een
moralist gewoonlijk tevens een pole
mist is en vervolgens in hoeverre
Vestdijk een moralist kan zijn. Zie b.v.
het artikel in deze bundel „Alweer een
Tolstoy", waarin hij, liever dan uiteen
te zetten, dat Irwin Shaw en Tolstoy
niets anders met elkaar gemeen heb
ben dan de onwetendheid hun werk
betreffende van een Amerikaanse
reclametekstschrijver, wijst op het ge
vaar van de oorlogsverheerlijking, die
uiteindelijk toch in romans van de
soort van „The Young Lions'" de kop
opsteekt. M.i. echter ook bij Norman
Mailer's „The Naked and the Dead",
een werk dat Vestdijk zeer bewondert,
of bij een film als „Walk in the Sun".
Als polemist gedoodverfd te worden
wil Vestdijk desnoods wel op zich
nemen, mits men de gebieden van „de
oorlog en de koude oorlog, en de bur
geroorlog tot de polemiek" wil rekenen,
want tegen deze euvelen trekt hy in
tien van deze kronieken te velde.
Hoewel hij ook wel anders kan,
wordt Vestdijks polemiseren, als men
in verband met deze bundel die term
gebruiken wil, hier gekenmerkt door
afwezigheid van het element twist. De
klare rust, waarmee hij zijn standpunt
met veel geduld uiteenzet en de onge
looflijke kennis van zaken, geven deze
beschouwingen van hem veel meer
kracht dan alle woedend afgekraak
van verontwaardigde pen-als-moord-
wapen-aars. Vestdijk zoekt zijn kracht
ook niet in de drift van de dolk, maar
in de rust van het lancet (Lier en
Lancet. En via Vestdijks eigen titel
toch beland zijnde in de beeldspraak
aan de medische wetenschap ontleend,
wil ik in dezelfde trant wijzen op de
genuanceerdheid van zijn behande
lingswijze van de gevallen, die voor
zuivering in aanmerking komen. Hoe
wel hij ze alle even serieus onder han
den neemt, kan men aan de hoeveel
heid narcose, die hij toedient, duidelijk
merken hoeveel waardering hij voor de
tegenstander in kwestie heeft. Is deze
waardering au fond gering, dan past
hij de diepe narcose van de goedmoe
digheid toe om, na zijn onderwerp in
slaap gesust te hebben, het mes er
flink in te zetten. Acht hij daarente
gen de aangevallene en diens werk
hoog, dan veronderstelt hij, dat deze
wel tegen een stootje kunnen en de
operatie geschiedt na een licht verdo
vend prikje. Rekening houden met
deze sierlijke waardemeter is dus van
groot belang voor het vruchtbaar lezen
van deze kritieken, want zodoende kan
men tussen de regels door ontdekken
wat hij eigenlijk nauwelijks de moeite
waard vindt. Dit soort genuanceerd
heid kan alleen iemand opbrengen, die
bij wijze van spreken het terrein van
le letterkunde met waar nodig de aan
verwante wetenschappen in zijn zak
heeft. En dat dit bij Vestdijk zo is, be
hoeft waarlijk niet gezegd.
Hoewel deze kronieken uit de jaren
19451953 stammen, hebben zij geen
spoor van hun actualiteit verloren,
dankzij de algemene geldigheid, die
Vestdijk zijn meningen weet te geven.
Dit toch zijn geen incidentele invallen
naar aanleiding van toevallig versche
nen boeken, maar uitingen van een
belangrijke visie op verschijnselen,
waarbij de tijdelijkheid van die ver
schijnselen van ondergeschikt belang
is, althans binnen een eeuw laten wij
zeggen.
Zo duiken er nog steeds links en
rechts oorlogs- en verzetsromans op.
In zijn artikelen over Heym en Mailer,
over Irwin Shaw, over Frank Wilders
(een ontdekking), over J. B. Charles
geeft Vestdijk een toetssteen voor het
gehele genre, zowel literair als moreel.
Multatuli, Du Perron en Ter Braak
behoren voorlopig door niets, dat na
hen verschenen is, onder de voet ge
lopen te worden. De unieke injecties,
die Vestdijk ons geheugen geeft, zullen
veel bijdragen om dat te voorkomen.
Mystificaties kunnen en zullen wel
eeuwenlang een onderwerp voor pole
miek blijven. Het is daarom verhelde
rend te zien wat Vestdijk te vertellen
heeft naar aanleiding van het klassieke
geval Shakespeare en het recente geval
Rimbaud. Hij noemt de geheimzinnig
heid om de figuur van de Franse dich
ter „een inviet tot allerlei baldadig
heden". En hoe onthullend is niet zijn
opmerking over de Shakespeare-kwes-
tie: „wanneer twee partijen (in casu
de Stratford- en de Baconaanhangers.
C.E.) een kleine zeventig jaar slaags
zijn geweest, ziet men bijzonder on
gaarne een derde er zich in mengen.
Over welke bewijzen hij ook moge
beschikken, hij moet eerst een halve
eeuw groenlopen".
Het gaat niet aan nog meer aan te
halen en daarom zal ik het er bij laten
met nog te wijzen op zijn beschouwing
over de verhouding tussen dichter, tijd
en gemeenschap in de kronieken over
Nijhoff en Roland Holst, zijn verdedi
ging van Van het Reve en Hermans en
nog vele andere principieel belangrijke
zaken.
Ongetwijfeld kan men diepzinniger
werk van Vestdijks hand vinden, maar
dat neemt niet weg, dat deze geeste
lijke opfrisser meer dan ooit op zijn
plaats is.
CLARA EGOINK
T0TAQLG£WICHTca1200TQN-(DeEifteltoren weegt ca6500ton)
De 35 miljoen bezoekers die naar wordt verwacht, de wereldtentoon
stelling te Brussel zullen bezoeken, krijgen reeds van kilometers afstand
een indruk van het tijdsbeeld, waarin deze manifestatie der volkeren zich
heeft geplaatst. Hoog boven de paviljoens verheft zich het Atomium,
zinnebeeld van een van de belangrijkste factoren die ons leven van van
daag beheersen.
De wereldtentoonstelling te Londen richtte destijds het Crystal Palace
op, toentertijd een wonder van staalconstructie en glas.
Daarvoor had ir. Eiffel de wereld tijdens de Franse wereldtentoonstel
ling doen opzien naar zyn gewaagde hoogbouw. En nu het Atomium,
110 m. hoog, een 200 miljard maal vergroot elementair ijzerkristal. Negen
atomen met een doorsnede van 18 meter worden onderling verbonden
door stalen binten met een doorsnede van 3 m.
Deze tekening geeft een duidelijk overzicht van de mogelijkheden die
een wandeling door de bollen, of sferen, biedt. Het atomium is in zijn
geheel bedoeld als inzending van de Belgisch-Luxemburgse Staalindustrie
en de Industrie der non-ferro metalen. De bezoeker zal in het Atomium
zijn kennis omtrent het atoom kunnen verrijken, want in de bollen zijn
tentoonstellingsruimten bestemd voor een overzicht van de vreedzame
toepassing van de kernenergie.