MAGGI Leids Studententoneel 75 jaar oud Een nieuw gouden product zuivere kippenbouillon! Een brokje geschiedenis VEERTIGJARIG DOCTORAAT SJSfaKS: DR. DE VOS VAN STEENWIJK B. en W. van Leiden steeds bereid tot samenwerking! Het zware doorgaande verkeer blijft op liet Rapenburg 96ste jaargang Dinsdag 4 februari 1958 Tweede blad no. 29358 Opnieuw gaat een afdeling van het Leidse Studentencorps het bereiken van een gedenkwaardige mijlpaal vieren! Na „Sempre Crescendo" en „Pro Patria" is het het Leidse Studententoneel, dat gaat jubileren en zijn 75-jarig bestaan zal herdenken. Zeker een feit, dat een herdenking alleszins waard is! Speciaal voor een Studenten-amateur-gezelschap wil een 75-jarig bestaan heel wat zeggen, omdat het zo aan verandering en toevallig aanwezig zijn van krachten onderhevig is. Kan er bjj andere verenigingen zo iets als een vaste kern worden gevormd, hier is dit nu eenmaal ondoenlijk. Dan toch zo lang zich weten staande te houden doet duidelijk uitkomen, hoe warm voor toneel wordt gevoeld. Holland, voor het L.S.T. ook geen on bekende meer. Een tentoonstelling gie Aid Hooikaas!, Repos Ailleurs van Ed. Veterman .de musical „Knicker bockers Holiday" in 1951 (regie mr. P. Clevering-a)waarmede zelfs in Amerika succes werd bereikt, later nog door een tweede musical gevolgd. In 1953 won Leiden met ..A'diventury Story" de toneel-interacademiale «regie Arend Hauer). Onder diens leiding kwam ook de eerste arena-voorstelling tot stand (A kiss for Cinderella). Herinneringen in allerlei vorm her leven op deze tentoonstelling. M. Natuurlijk zijn er dientengevolge „ups and downs" geweest, een enkele maal zelfs zeer bedenkelijke downs, maar het L.S.T. heeft zich weten te handhaven! Dat het L.S.T. geboren werd, was overigens niet zo vreemd, want, om met Klikspaan te spreken: „omdat in Leiden in studentenkringen altyd een sterke wind de kant van «het toneel heeft opge waaid". Feitelijk is er, van de oprichting dei- Universiteit in 1575 af, altijd in univer- siteitskrmgen „aan toneel gedaan". Bij de opening was er reeds een soort mas kerade en de Senaat gaf, zij het met beperking, in Leiden toestemming tot toneelopvoeringen, hetgeen in andere universiteitsplaatsen geen genade kon vinden. Toen de eerste schouwburg kwam, namen de studenten bezit, van de eerste vier rijen; niet altijd tot ge noegen van de burgerij, zodat er wel eens botsingen plaats vonden. Maar de stu denten wisten zich te handhaven. In 1830 kwam het echter tot grote ruzie en in 1838 werd zelfs van studentenzijde een boycot van de schouwburg afgekon digd. De eigenaars moesten echter buigen, want zonder de baten van de studenten ging het financieel niet. Toe.i werd ereen commissie ingesteld tot re geling van de orde en sindsdien zijn de oude mores in stand gebleven, al zijn de vier eerste rijen langzamerhand tot twee geslonken. Gebleven is echter het zingen van het Io Vivat bij de aanvang der voorstellingen. Toen de schouwburg in andere handen kwam, is met het be stuur steeds aangenaam samengewerkt. STICHTING 1882 Toen in het einde der negentiende eeuw het Nederlands Toneelverbond werd gesticht en zo kwam in 1882 een afdeling Leiden tot stand, alleen uit de saudentenwereld. Bij de burgerij bestond n.I. geen belangstelling. Dit was de ge boorte van het L.S.T. Een datum is niet bekend. Pynlijk werd steeds gevoeld, dat het vrouwelijk element afwezig was. Toneel spelen was destijds niet „netjes". Maar in 1891, om precies te zijn, 27 november van dat jaar, slaagde men erin om toe stemming te krijgen van enkele families om „dochteren" aan het spel te doen deelnemen. Daarmee was de tijd van travesti om de meisjespassen mogelijk te maken, werden de voor vrouw spe lende zelfs af. en toe de benen samen gebonden voorbij! Dat was een grote stimulans. En sinds de oprichting van V.V.S.L. heeft er tussen beide toneel- minnende studentencorpsen een innige samenwerking bestaan. In 1900 kreeg het L.S.T. van de dames een vaandel aan geboden. Dat in de studentenwereld voor het toneel veel animo bestond, kan ook worden afgeleid uit het betaan van het Groenen-toneel, al leidde dit wel eens tot excessen. In 1911 moest zelfs het Collegium aftreden tengevolge van wat er zich bij dit GroenentoneeH had afge speeld! In 1925 is het toezicht op dit to neel overgedragen aan het L.S.T. en de kwaliteit, van het Groenentoneel is sindsdien met sprongen vooruit gegaan. Tijdens de eerste wereldoorlog was er, na de oorlog door de financiën weinig animo voor het L.S.T., doch tot de tweede oorlog zijn sinds 1920 steeds ieder jaar voorstellingen gegeven, 15 a 16 jaar onder regie van Louis van Gasteren la ter onder leiding van mr. P. Cleveringa. Arend Hauer e.a. De stukken welke wer den gespeeld, betroffen steeds experi- toneel niet op de planken werden ge- menten of werken, die door het beroeps- bracht, meestal om redenen van finan ciële aard. Ziehier in vogelvlucht een schets van dit 75-jarig bestaan. Dit zal worden ge vierd morgen met de opvoering van Carl Zuckmayer's „Des Teufels Ge neral", een Duitse schrijver, van wie hier te lande nog nimmer een werk werd op gevoerd. Deze voor de oorlog naar Ame rika uitgeweken Duitser behandelt daar in naast het verschrikkelijke van de Duitse aanval op de wereld, die natuur lijk wordt afgekeurd, toch ook de kei ling hoe elk volk, trots alles, goede eigenschappen in zich heeft. Natuurlijk raakt dit, vooral voor ons land, dat zo erg geleden heeft onder het Duitse juk, gevoeligheden en daarom heeft het be roepstoneel zich totnutoe afzijdig gehou den, al schijnt er kans te zijn. dat het Arnhemse gezelschap „Theater" zich eraan zal wagen. Maar over dit stuk na de opvoering. De regie berust by Peter EXAMENS NIJVERHEIDSONDERWIJS Mej. M. A. Busé alhier is benoemd tot secretaresse van de commissie, welke in 1958 is belast met het afnemen van het tweede deel van het examen voor de aantekeningen op de akten Nijverheids onderwijs N VII en N XIX en op de akten N VIII en N XIX. De dames J J. C. de Goede. C. W. F. L. Kramers en Th. G. E. Schenk, allen alhier, zomede dr. H. A. E. van Tongeren te Oegstgeest zijn benoemd tot leden dezer commissie. Ir. M. G. A. Haalebos en ir. J. A. Meylink, eveneens alhier woonachtig, zijn benoemd tot leden van een derge lijke commissie voor de akten N VI, N XIII, N XV. N XVI en N XVIa. Leids president-curator jubileert RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Het voorjaars-programma van het Rijksmuseum van Oudheden omvat de navolgende archeologische lezingen: 11 februari: A. W. J. Holleman (Wagenin- gen) „Hot muziekleven in de Grieks- Romeinse oudheid": 25 febr.: prof. dr. G. van Hoorn (Utrecht) „Samothraee, mysteriëneiland"; 11 maart: prof. dr. H. Brunsting „Het orakel van Delphi": 25 maart: dr. B. H. Strieker .,De stuw dam van Aswaan" en 15 april: prof. dr. P. Gilbert (Brussel) „Le drame de la salie hypostyle de Karnak". BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN GEBOREN Louise Hendrika, dr van L. H. van der Vos en J. C. Stafleu, Jozeph Nlcolaas, zn van N. Rietkerken en H. A. van den Vlek- kert, Edith Theresia Petronella. dr van J. J. J. Vriens en T. van Berge Henegouwen, Johannes, zn van G. Star en B. Wassing, Maria Hendrika, dr van R. de Jong en H. S. J. Verkuijlen. Freddy, zn van H. Ha- ringsma en G. A. Bakker, Cella, dr van J. J. W. Aniba en D. van Duijvenboden, Eli sabeth Christina Maria, dr van M. A. P. Sanders en F. Vonder, Geertruida Catha- rlna Maria, dr van G. Straathof en C. J. van der Poel. GETROUWD H. Slegtenhorst en W. M. van der Pluijm G. J. Schoonwater en A. C. Ravensbergen. OVERLEDEN T. de Graaf, J. Rosin, 66 jaar, man, L. A. Neels. 67 jaar, man, M. Bonte, 68 Jaar, m,. E. G. M. Liotard. 77 Jaa*, weduwe van O. Dit brokje geschiedenis kan men van heden ui in ogenschouw nemen in de T T _T gramma's. verzameld in een bescheiden tentoonstelling in het Academisch His- T f bhjnce^eTdTot HDruk bezet leven van eminente TSederlander van 1017 uur. Hier kan men zien, welk repertoire in al die jaren is gebracht, van 1575 af. De eerste regisseur was Lipsius, later trad de methamaticus Snellius als zo danig op. In een overzichtelijk geheel herleeft wat op toneelgebied is gepres teerd. Ieder, die belangstelling heeft voor het wel en wee van het Leids Stu dententoneel, kan hier zijn hart opha len. De maskerades herleven, waarvan de Alionora van 1910 bijkans legenda risch is geworden. Door de hoge kosten zijn die maskerades echter verleden tijd geworden en concentreert men zich thans in hoofdzaak op toneel Onder Van Gasteren werden De Groot's Jo- seph-stukiken. door Vondel vertaald, uitgebracht.. Merkwaardigheden uit het uitgebreide repertoire zijn voorts: de opvoering in coördinatie met Fritz Hirsoh van de Fledermaus, die ook bui ten Leiden werd gespeeld, het lustrum spel „De Vos Reynaarde", dat uitgroeide tot een geweldig succes, de opvoeringen van Richard van Bordeaux van Daviot (regie J'ohan de Meester), Shakespeare's „Mutch ado about nothing" in 1939 (re- (Advertentie) Door weer en wind dag in dag uit! Geef hem bij de eerste voortekenen van kou, hoest of griep ABPIJSIBOOP/a Zaterdag a.s. zal het veertig jaar geleden zijn, dat dr. Jacob Evert baron de Vos van Steenwijk, Aerdenhoutsduinweg 9 te Aerdenhout, president-curator van de Rijksuniversiteit te Leiden aan deze univer siteit promoveerde tot doctor in de wis- en natuurkunde op een proefschrift, dat de titel droeg ,,1'Equinoxe pour 1865". In 1907 liet eerste contact met Leiden Jacob Evert baron de Vos van Steen- wijk werd op 30 april 1889 te Zwolle geboren, waar hij ook het Gymnasium doorliep. Zijn eerste contact met Leiden dateert uit 1907. toen hij zich liet in schrijven als student in de wis- en ster renkunde. Van 1914 tot 1919 vervulde hij de functie van observator aan de Leidse Sterrewacht. In die tijd schreef hij het proef - gps; schrift, waarop hij in 1918 tot doctor I 'M promoveerde. Zijn eerste Leidse pe riode werd in 1919 afgesloten. toen hij leraar werd aan het Neder lands Lyceum in de Residentie. Daaraan kwam in 1925 een einde, toen hij in Parijs aan het „Institut international de cooperation intel- lectuelle" benoemd werd in de functie van „Chef de la section des rela tions scientifiques". Zes jaar verbleef hij in de Franse hoofdstad- Toen keerde hij naar ons land terug om gedurende twee jaar het secretariaat te bekleden van het Nationaal Crisis Comité. In 1933 werd hij door HM. de Koningin be noemd tot burgemeester van zijn ge boortestad Zwolle, waar hy vier jaar de scepter zwaaide. In 1937 volgde zijn be noeming tot eerste burger van Haarlem, welk ambt hij vervulde tot 1941. Na de oorlog bezette hij bijna tien jaar de post van Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland. Sedert 1945 is baron de Vos van Steenwijk pre sident-curator van de Leidse Universi teit en sinds 1955 tevens lid van de Raad voor het Zuiver Wetenschappelijk On derzoek. In zijn zeer druk bezette leven heeft deze eminente Nederlander toch nog kans gezien verschillende publika- ties het licht te doen aanschouwen. In 1923 verscheen de „Catalogue of the declinations of 2840 Southern stars" in de „Erganzungshefte zu den Astrono- mischen Nachrichten". drie jaar later ..Declinations and proper motions in declination of 1738 Southern stars" in ..Memoirs of the Royal Astronomical Society" en in 1930 „A catalogue of the meanplaces and proper motions of 1732 Southern stars", eveneens in „Memoirs of the Royal Astronomical Society". Advertentie De heer J. H. A. A. Gubbens alhier is benoemd tot accountant bij het bureau van de Rijksaccountantsdienst. Voor intcr-geineeiitelijke commissie van advies is echter geen plaats in Brussel is bij het Gare du Midi Zuidstationis een ondergronds tramstation gebouwd. Het doel is opstoppingen te voorkomen. Naar aanleiding van het voorstel van het raadslid, de heer B. J. Huurman om over te gaan tot de instelling van een inter-gcmeentelijke commissie van advies voor de raden der gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voor schoten, Warmond en Zoeterwoude, vragen B. en W. zich af, welke plaats een dergelijke commissie zou moeten innemen. Wanneer men het voorstel allereerst van de formele kant benadert, dient naar de mening van he: College voorop gesteld te worden, dat de voor bereiding van een en ander een taak is, die op grond van de wettelijke bepalin gen op de schouders van de colleges van burgemeester en wethouders rust. B. en W. moeten daarom concluderen, dat voor een dergelijke commissie in ons huidige gemeenterecht geen passende plaats kan worden ingeruimd. Ook wanneer men het voorstel vanuit praktisch oogpunt beziet, moeten zy wijzen op de noodzakelijkheid de opzet en uitwerking van stedebouwkundige plannen aan de colleges van burgemees ter en wethouders over te laten, omdat dergelijke plannen de oplossing moeten aangeven van vraagstukken van zeer uiteenlopende aard. Het zou dus ondoel matig zijn om hiermede een interge meentelijke commissie te belasten. Wel achten zij het gewenst, dat men binnen het vlak van elke gemeente wanneer voor de behandeling van zaken van de onderhavige soort een commissie is in gesteld die commissie bij de plannen betrekt. In dit verband wyzen zij er ten overvloede op. dat het College èn bij de voorbereiding èn bij de uitwerking de Commissie voor de Openbare Werken inschakelt. Voorts dient men te bedenken, dat een commissie als is voorgesteld, onweer sprekelijk meebrengt, dat de invloed van de raden wordt verzwakt. Als zulks niet strikt noodzakelijk is. dient men derge lijke gevolgen te ontgaan. HET STRUCTUURPLAN Met de besturen van de in het voorstel genoemde gemeenten hebben B. en W. over deze zaak overleg gepleegd. Daarbij is gebleken, dat by deze gemeentebestu ren in het algemeen dezelfde bezwaren leven. In dit verband herhalen B. en W., dat zij steeds bereid zijn met de nabuurge meenten overleg te plegen en samen te werken. Zo is met name omtrent het structuurplan diepgaand overleg ge pleegd met de omliggende gemeenten, zy het dat dit overleg niet in alle opzichten tot gelijk resultaat heeft geleid. Ook op ander gebied zijn contacten gelegd van meer en minder vérgaande aard. Ook voor het vervolg zijn B. en W. vervuld van het verlangen om met de naburige gemeenten voor zoveel nodig en mogelijk samen te werken. INITIATIEF VAN B. EN W. B. en W. hebben gemeend met het bovenstaande voor de voorsteller min of meer negatieve resultaat niet te moeten volstaan; temeer niet omdat zij van oor deel zijn, dat het zyn bedoeling is ge weest duidelijk de gedachte te openbaren dat enig meer contact tussen de ge meentebesturen buiten hetgeen op dit gebied reeds bestaat tussen de dagelijkse besturen nuttig kan zijn en dat het hem waarschijnlijk niet in de eerste plaats te doen is geweest om een formeel direct hanteerbare oplossing aan te ge ven Een dergelyk contact, dat het College zeker niet onwelkom is, zou z.i. een meer informeel karakter moeten dragen. In dit verband hebben zy over wogen, in hoeverre het mogeljjk zou züu I de raadsleden van de hletMJ betrokken gemeenten in een gezamenlijke bijeen komst door deskundigen van voorlich ting te doen dienen omtrent de toekom stige ontwikkeling van het noordweste lijk deel van Zuid-Holland. Een derge lijke bijeenkomst zou kunnen bijdragen tot verheldering van het inzicht van de raadsleden individueel en tot vergroting van het onderling begrip tussen de ge meentebesturen. B en W hadden voorts gedacht aan de mogelijkheid om speciale aandacht te geven aan de inmiddels van de zijde van het provinciaal bestuur verschenen rap porten betreffende de recreatie en de landbouwbelangen in Zuid-Holland. GEEN WEERKLANK Zij hebben zich tot de directeur van de Planologische Dienst van Zuid-Hol land gewend met het verzoek, of deze dienst bereid is zijn visie te geven om trent de ontwikkeling van de agglome ratie-Rijnmond en de plaats van deze agglomeratie in de zgn. Randstad-Hol land. Tevens hebben zij hun ambgenoten in de gemeenten Katwyk. Leiderdorp. Noordwyk, Noordwijkerhout. Oegstgeest. Rijnsburg, Valkenburg, Voorhout. Voor schoten, Warmond en Zoeterwoude ver zocht hun zienswijze omtrent een der gelijke bijeenkomst kenbaar te maken. Dit initiatief heeft by de genoemde gemeenten geen weerklank gevonden. Men acht algemeen een dergelijke bij eenkomst prematuur en ziet hier voor alsnog in eerste instantie een taak weg gelegd voor de burgemeesters en de colleges van burgemeester en wethouders dier gemeenten. B. en W. kunnen dit i standpunt niet delen. Het gaat slechts om een algemene oriëntatie, terwijl i naderhand beoordeeld kan worden, of ten aanzien van bepaalde punten in een of andere vorm concrete denkbeelden nader moeten worden uitgewerkt. Hoewel de eerste poging in de boven aangegeven richting dus is gestrand, zyn B. en W er op bedacht in deze zin, zodra het klimaat daarvoor gunstig is. I werkzaam te blyven. In het licht van I het bovenstaande geven B. en W. de raad in overweging het voarstel-Huur- I man als afgedaan te beschouwen. voor soepen, sausen, ragouts en als drinkbouillon Voorstellen aan Leidse raad Geslotenverklarinp brengt geen oplossing voor verkeersvraagstnk Zoals bekend heeft een aantal bewoners van het Rapenburg zich onlangs in een adres tot de raad gewend, met het verzoek het Rapenburg gesloten te ver klaren voor het z.g. zware doorgaande verkeer. Adressanten voerden voor dit verzoek de volgende argumenten aan: 1. Tengevolge van de grote toename van het verkeer, wordt de verkeersveilig heid op het Rapenburg in gevaar gebracht. Met name is dit het geval aan de westzyde, waar tal van auto's staan geparkeerd. Bovendien worden vele auto's, nu langs de waterkant een hek is geplaatst, niet meer evenwijdig langs de waterkant geparkeerd, doch schuin tegen het hek aan, waardoor de rybaan nog meer wordt versmald; 2. De panden langs het Rapenburg ondervinden schade van het zware verkeer, welke schade mede een gevolg is van de slechte staat van het wegdek, in het byzonder aan de westzijde. VERKEERSONVEILIGHEID Op dit adres brengen B. en W. thans het volgende preadvies uit: Het Rapenburg, vooral de westzyde, is voornamelijk van belang voor het lokale verkeer. De in de stad geplaatste rich tingborden verwijzen het doorgaande verkeer langs andere wegen. Dat de toe name van het verkeer op het Rapenburg groter is dan op andere wegen, kan niet worden gezegd. De verkeersintensiteit neemt op vrijwel alle wegen in de bin nenstad in ongeveer gelijke mate toe. Uiteraard zal afsluiting van het Ra penburg voor het zware verkeer de verkeerssituatie aldaar ten goede ko men. Bij het nemen van een derge lijke maatregel moet evenwel niet alleen worden gelet op het verkeers- belang van de desbetreffende weg, doch ook op de gevolgen, welke deze maatregel voor andere wegen zal heb ben. Indien immers een weg wordt afgesloten voor alle of bepaalde cate gorieën van voertuigen, zullen andere wegen hierdoor zwaarder worden be last. Voor het verkeer, dat thans van het Rapenburg gebruik maakt, zou geen andere route beschikbaar zijn dan de Breestraat en het Noordeinde. Afsluiting van het Rapenburg voor het zware verkeer zal derhalve bete kenen, dat de Breestraat en het Noord einde dit verkeer te verwerken krij gen. Dat hieraan grote bezwaren zyn verbonden behoeft geen betoog. De verkeersveiligheid op deze zeer drukke en te smalle wegen, zal dan nog meer in gevaar worden gebracht dan thans het geval is, hetgeen B. en W. niet gewenst achten. Naar hun mening is be perking van het verkeer op het Rapen burg in het belang van de vrijheid van het verkeer en de veiligheid op de weg niet dermate urgent, dat daarmede een grotere belasting van de Breestraat en het Noordeinde verantwoord zou kunnen worden geacht. De hieraan verbonden nadelen zullen niet worden gecompen seerd door de verbetering van de situatie op het Rapenburg. PARKEREN VAN AUTO'S Wat het parkeren van auto's langs het Rapenburg betreft, willen B. en W. allereerst opmerken, dat. wanneer op een weg hinder wordt ondervonden van geparkeerde auto's, er aanleiding bestaat ter plaatse een wachtverbod vast te stel len, doch niet om de weg voor bepaalde voertuigen af te sluiten. Hiermede wil len B. en W. echter niet zeggen, dat zij een wachtverbod voor het Rapenburg noodzakelyk achten. Hiertegen bestaan naar hun mening overwegende bezwa ren. Wel overwegen zy om ter plaatse parkeerlijnen aan te brengen, waardoor het parkeren van auto's in de juiste stand zal worden gestimuleerd. SCHADE AAN DE PANDEN LANGS HET RAPENBURG In januari 1953 heeft de Districts- bouwkundige van de Rijksgebouwen dienst onderzocht, of de langs de west zyde van het Rapenburg staande Rijks gebouwen (Academiegebouwen, Kanton gerecht, Laboratorium voor Tropische Hygiëne en het perceel Rapenburg 59) te lyden hadden van het verkeer. Daar bij kwam vast te staan, dat dit niet het geval was. Het is mogelijk, dat andere panden wel schade ondervinden van het zware verkeer. De meeste percelen langs het Rapenburg zyn gebouwd in een tijd. dat nog geen rekening behoefde te wor den gehouden met de huidige intensiteit en soorten van het verkeer op de weg, zodat verschillende voorzieningen, welke thans als noodzakelyk worden be schouwd, er niet in zyn aangebracht. Dit kan echter geen reden vormen om het Rapenburg gesloten te verklaren voor het zware verkeer. Het wegenver keersrecht kent namelijk geen mogelijk heid om verkeersmaatregelen te nemen in het belang van de panden, die langs de weg zijn gelegen. WEGDEK RAPENBURG De mededeling van adressanten, dat met name aan de westzyde, het wegdek van het Rapenburg zich in een slechte staat bevindt, is juist. De bewoners van het Rapenburg zijn er echter niet on schuldig aan, dat hierin nog geen ver andering ia gebracht. Door hun verzoek aan de Kroon om het besluit ten aan zien van de verlichting te vernietigen, hebben zij namelijk ook de verbetering van het wegdek opgehouden, daar dit werk met het oog op het verwijderen van gasbuizen en het leggen van kabels voor de nieuwe verlichting moest wor den uitgesteld. Het is n.I. niet doelmatig de bestratingswerkzaamheden en de werkzaamheden verband houdende met de nieuwe verlichting gescheiden uit te voeren. Op grond van het vorenstaande geven B. en W. de raad in overweging niet over te gaan tot uitbreiding van de voor het Rapenburg geldende ge slotenverklaringen. UITBREIDING AANTAL KNIPPERBOLLEN. In de vergadering van de raad van 4 november 1957 is bij de behandeling van de interpellatie van de heer Dryber inzake de ligging van de beschermde oversteekplaats voor voetgangers op de Prinsessekade naar voren gebracht, dat het aanbeveling zou verdienen ook knip- perbollen aan te brengen op de ver keersheuvels nabij de beschermde over steekplaatsen op het Levendaal en de Rijnsburgerweg. terwijl het College te vens was verzocht de knipperbollen ge durende de nachtelijke uren uit te scha kelen. Bij onderzoek is gebleken, dat het inderdaad gewenst is een derde knip- perbol aan te brengen op de verkeers heuvels van de twee beschermde over steekplaatsen op het Levendaal en op die van de beschermde oversteekplaats op de Rijnsburgerweg. De thans ln gebruik zijnde knipper- bollen zijn zodanig geconstrueerd, dat zij niet kunnen worden uitgeschakeld. Om de knipperbollen automatisch te kunnen in- en uitschakelen is het no dig. dat hieraan schakelklokjes worden aangebracht. De kosten, verbonden aan de hier- voren bedoelde voorzieningen zullen ongeveer f3.150.bedragen. ONDERWIJSVOORSTELLEN In de a.s maandagmiddag te houden zitting zal ook een groot aantal ondcr- wijsvoorstellen aan de orde komen. Voor de aanschaffing van een dekkleed voor gymnastieklokalen met kurklinoleum- vloer wensen B en W. een bedrag van f 1 700 beschikbaar te stellen: idem f 1 672 voor de aanschaffing van leer middelen t b v. het 5de leeriaar van de Montessorischool aan de Roodenburger- straat. idem f16.500 voor de r -k. lagere school aan de Boshuizerlaan. Verder is er een voorstel, dat de vaststelling regelt van het bedrag, dat per leerling van bijzondere scholen voor lichamelijk ge brekkige kinderen en voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden in 1958 wordt uitgekeerd, idem dat het voorschot regelt op de exploitatieverga dering g.l.o v.g.l.o.. ulo en b.g.l o. voor het ïaar 1958. Eervol ontslag wensen B. en W. te verlenen aan de heer P M. van Sermondt. onderwijzer aan dc open bare Ulo-school aan de Pieterskerk straat, de heer F A. Filippo. onderwij zer aan de openbare school aan d« Damlaan en aan mj. M K. Young, tij delijk lerares in de wiskunde aan d# meisjes-H.B.S. GF.LDLF.NING VAN f 50.00* In het belang van de volkshuisvea- ting willen B en W. het percre] Mors singel 1 v'oor de prijs van f51 450 aan kopen. Hiervoor zal een geldlening van f 50 000 tegen een rente van 4 worden aangegaan. Voorts komen de volgend# voorstellen in behandeling: een bedrag van maximaal f784.10 betaalbaar stellen in de kosten van restauratie van hef pand Rapenburg 49; verhoging van hei verpleegtarief van de inrichting Ende» geest en Voorgeest met f 0 25 per dag| het subsidie aan de Ver Zwakzinnigen zorg te verhogen met f2 000; een be drag van f5000— voor het doen van herstellingen aan het perceel Roodcn- burgerstraat 1 het brengen van een wijziging in de begroting voor de dienst jaren 1957 en 1958. dit in verband met de verhoogde uitkering uit het gemeen tefonds; het aankopen van gronden c a. van tracé ryksweg 4 b en verlangen van de termijn van ontruiming van «nkele woningen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 3