MAGGI
Leids Studententoneel
75 jaar oud
Een nieuw gouden
product
zuivere kippenbouillon!
Een brokje geschiedenis
VEERTIGJARIG DOCTORAAT
SJSfaKS: DR. DE VOS VAN STEENWIJK
B. en W. van Leiden steeds bereid
tot samenwerking!
Het zware doorgaande verkeer
blijft op liet Rapenburg
96ste jaargang
Dinsdag 4 februari 1958
Tweede blad no. 29358
Opnieuw gaat een afdeling van het Leidse Studentencorps het bereiken van
een gedenkwaardige mijlpaal vieren! Na „Sempre Crescendo" en „Pro Patria" is
het het Leidse Studententoneel, dat gaat jubileren en zijn 75-jarig bestaan zal
herdenken. Zeker een feit, dat een herdenking alleszins waard is!
Speciaal voor een Studenten-amateur-gezelschap wil een 75-jarig bestaan heel
wat zeggen, omdat het zo aan verandering en toevallig aanwezig zijn van
krachten onderhevig is. Kan er bjj andere verenigingen zo iets als een vaste kern
worden gevormd, hier is dit nu eenmaal ondoenlijk. Dan toch zo lang zich weten
staande te houden doet duidelijk uitkomen, hoe warm voor toneel wordt gevoeld.
Holland, voor het L.S.T. ook geen on
bekende meer.
Een tentoonstelling
gie Aid Hooikaas!, Repos Ailleurs van
Ed. Veterman .de musical „Knicker
bockers Holiday" in 1951 (regie mr. P.
Clevering-a)waarmede zelfs in Amerika
succes werd bereikt, later nog door een
tweede musical gevolgd. In 1953 won
Leiden met ..A'diventury Story" de
toneel-interacademiale «regie Arend
Hauer). Onder diens leiding kwam ook
de eerste arena-voorstelling tot stand
(A kiss for Cinderella).
Herinneringen in allerlei vorm her
leven op deze tentoonstelling.
M.
Natuurlijk zijn er dientengevolge „ups
and downs" geweest, een enkele maal
zelfs zeer bedenkelijke downs, maar het
L.S.T. heeft zich weten te handhaven!
Dat het L.S.T. geboren werd, was
overigens niet zo vreemd, want, om met
Klikspaan te spreken: „omdat in Leiden
in studentenkringen altyd een sterke
wind de kant van «het toneel heeft opge
waaid".
Feitelijk is er, van de oprichting dei-
Universiteit in 1575 af, altijd in univer-
siteitskrmgen „aan toneel gedaan". Bij
de opening was er reeds een soort mas
kerade en de Senaat gaf, zij het met
beperking, in Leiden toestemming tot
toneelopvoeringen, hetgeen in andere
universiteitsplaatsen geen genade kon
vinden. Toen de eerste schouwburg
kwam, namen de studenten bezit, van
de eerste vier rijen; niet altijd tot ge
noegen van de burgerij, zodat er wel eens
botsingen plaats vonden. Maar de stu
denten wisten zich te handhaven. In
1830 kwam het echter tot grote ruzie en
in 1838 werd zelfs van studentenzijde
een boycot van de schouwburg afgekon
digd. De eigenaars moesten echter
buigen, want zonder de baten van de
studenten ging het financieel niet. Toe.i
werd ereen commissie ingesteld tot re
geling van de orde en sindsdien zijn de
oude mores in stand gebleven, al zijn de
vier eerste rijen langzamerhand tot twee
geslonken. Gebleven is echter het zingen
van het Io Vivat bij de aanvang der
voorstellingen. Toen de schouwburg in
andere handen kwam, is met het be
stuur steeds aangenaam samengewerkt.
STICHTING 1882
Toen in het einde der negentiende
eeuw het Nederlands Toneelverbond
werd gesticht en zo kwam in 1882 een
afdeling Leiden tot stand, alleen uit de
saudentenwereld. Bij de burgerij bestond
n.I. geen belangstelling. Dit was de ge
boorte van het L.S.T. Een datum is niet
bekend.
Pynlijk werd steeds gevoeld, dat het
vrouwelijk element afwezig was. Toneel
spelen was destijds niet „netjes". Maar
in 1891, om precies te zijn, 27 november
van dat jaar, slaagde men erin om toe
stemming te krijgen van enkele families
om „dochteren" aan het spel te doen
deelnemen. Daarmee was de tijd van
travesti om de meisjespassen mogelijk
te maken, werden de voor vrouw spe
lende zelfs af. en toe de benen samen
gebonden voorbij! Dat was een grote
stimulans. En sinds de oprichting van
V.V.S.L. heeft er tussen beide toneel-
minnende studentencorpsen een innige
samenwerking bestaan. In 1900 kreeg het
L.S.T. van de dames een vaandel aan
geboden.
Dat in de studentenwereld voor het
toneel veel animo bestond, kan ook
worden afgeleid uit het betaan van het
Groenen-toneel, al leidde dit wel eens
tot excessen. In 1911 moest zelfs het
Collegium aftreden tengevolge van wat
er zich bij dit GroenentoneeH had afge
speeld! In 1925 is het toezicht op dit to
neel overgedragen aan het L.S.T. en de
kwaliteit, van het Groenentoneel is
sindsdien met sprongen vooruit gegaan.
Tijdens de eerste wereldoorlog was er,
na de oorlog door de financiën weinig
animo voor het L.S.T., doch tot de
tweede oorlog zijn sinds 1920 steeds ieder
jaar voorstellingen gegeven, 15 a 16 jaar
onder regie van Louis van Gasteren la
ter onder leiding van mr. P. Cleveringa.
Arend Hauer e.a. De stukken welke wer
den gespeeld, betroffen steeds experi-
toneel niet op de planken werden ge-
menten of werken, die door het beroeps-
bracht, meestal om redenen van finan
ciële aard.
Ziehier in vogelvlucht een schets van
dit 75-jarig bestaan. Dit zal worden ge
vierd morgen met de opvoering
van Carl Zuckmayer's „Des Teufels Ge
neral", een Duitse schrijver, van wie hier
te lande nog nimmer een werk werd op
gevoerd. Deze voor de oorlog naar Ame
rika uitgeweken Duitser behandelt daar
in naast het verschrikkelijke van de
Duitse aanval op de wereld, die natuur
lijk wordt afgekeurd, toch ook de kei
ling hoe elk volk, trots alles, goede
eigenschappen in zich heeft. Natuurlijk
raakt dit, vooral voor ons land, dat zo
erg geleden heeft onder het Duitse juk,
gevoeligheden en daarom heeft het be
roepstoneel zich totnutoe afzijdig gehou
den, al schijnt er kans te zijn. dat het
Arnhemse gezelschap „Theater" zich
eraan zal wagen. Maar over dit stuk na
de opvoering. De regie berust by Peter
EXAMENS NIJVERHEIDSONDERWIJS
Mej. M. A. Busé alhier is benoemd
tot secretaresse van de commissie, welke
in 1958 is belast met het afnemen van
het tweede deel van het examen voor de
aantekeningen op de akten Nijverheids
onderwijs N VII en N XIX en op de
akten N VIII en N XIX. De dames J J.
C. de Goede. C. W. F. L. Kramers en Th.
G. E. Schenk, allen alhier, zomede dr. H.
A. E. van Tongeren te Oegstgeest zijn
benoemd tot leden dezer commissie.
Ir. M. G. A. Haalebos en ir. J. A.
Meylink, eveneens alhier woonachtig,
zijn benoemd tot leden van een derge
lijke commissie voor de akten N VI,
N XIII, N XV. N XVI en N XVIa.
Leids president-curator jubileert
RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN
Het voorjaars-programma van het
Rijksmuseum van Oudheden omvat de
navolgende archeologische lezingen: 11
februari: A. W. J. Holleman (Wagenin-
gen) „Hot muziekleven in de Grieks-
Romeinse oudheid": 25 febr.: prof. dr.
G. van Hoorn (Utrecht) „Samothraee,
mysteriëneiland"; 11 maart: prof. dr. H.
Brunsting „Het orakel van Delphi": 25
maart: dr. B. H. Strieker .,De stuw
dam van Aswaan" en 15 april: prof. dr.
P. Gilbert (Brussel) „Le drame de la
salie hypostyle de Karnak".
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
GEBOREN
Louise Hendrika, dr van L. H. van der
Vos en J. C. Stafleu, Jozeph Nlcolaas, zn
van N. Rietkerken en H. A. van den Vlek-
kert, Edith Theresia Petronella. dr van J.
J. J. Vriens en T. van Berge Henegouwen,
Johannes, zn van G. Star en B. Wassing,
Maria Hendrika, dr van R. de Jong en H.
S. J. Verkuijlen. Freddy, zn van H. Ha-
ringsma en G. A. Bakker, Cella, dr van J.
J. W. Aniba en D. van Duijvenboden, Eli
sabeth Christina Maria, dr van M. A. P.
Sanders en F. Vonder, Geertruida Catha-
rlna Maria, dr van G. Straathof en C. J.
van der Poel.
GETROUWD
H. Slegtenhorst en W. M. van der Pluijm
G. J. Schoonwater en A. C. Ravensbergen.
OVERLEDEN
T. de Graaf, J. Rosin, 66 jaar, man, L. A.
Neels. 67 jaar, man, M. Bonte, 68 Jaar, m,.
E. G. M. Liotard. 77 Jaa*, weduwe van O.
Dit brokje geschiedenis kan men van
heden ui in ogenschouw nemen in de T T _T
gramma's. verzameld in een bescheiden
tentoonstelling in het Academisch His- T f
bhjnce^eTdTot HDruk bezet leven van eminente TSederlander
van 1017 uur.
Hier kan men zien, welk repertoire in
al die jaren is gebracht, van 1575 af.
De eerste regisseur was Lipsius, later
trad de methamaticus Snellius als zo
danig op. In een overzichtelijk geheel
herleeft wat op toneelgebied is gepres
teerd. Ieder, die belangstelling heeft
voor het wel en wee van het Leids Stu
dententoneel, kan hier zijn hart opha
len. De maskerades herleven, waarvan
de Alionora van 1910 bijkans legenda
risch is geworden. Door de hoge kosten
zijn die maskerades echter verleden tijd
geworden en concentreert men zich
thans in hoofdzaak op toneel Onder
Van Gasteren werden De Groot's Jo-
seph-stukiken. door Vondel vertaald,
uitgebracht.. Merkwaardigheden uit het
uitgebreide repertoire zijn voorts: de
opvoering in coördinatie met Fritz
Hirsoh van de Fledermaus, die ook bui
ten Leiden werd gespeeld, het lustrum
spel „De Vos Reynaarde", dat uitgroeide
tot een geweldig succes, de opvoeringen
van Richard van Bordeaux van Daviot
(regie J'ohan de Meester), Shakespeare's
„Mutch ado about nothing" in 1939 (re-
(Advertentie)
Door weer
en wind
dag in dag uit! Geef
hem bij de eerste
voortekenen van
kou, hoest of griep
ABPIJSIBOOP/a
Zaterdag a.s. zal het veertig jaar geleden zijn, dat dr. Jacob Evert
baron de Vos van Steenwijk, Aerdenhoutsduinweg 9 te Aerdenhout,
president-curator van de Rijksuniversiteit te Leiden aan deze univer
siteit promoveerde tot doctor in de wis- en natuurkunde op een
proefschrift, dat de titel droeg ,,1'Equinoxe pour 1865".
In 1907 liet eerste
contact met Leiden
Jacob Evert baron de Vos van Steen-
wijk werd op 30 april 1889 te Zwolle
geboren, waar hij ook het Gymnasium
doorliep. Zijn eerste contact met Leiden
dateert uit 1907. toen hij zich liet in
schrijven als student in de wis- en ster
renkunde. Van 1914 tot 1919 vervulde hij
de functie van observator aan de Leidse
Sterrewacht.
In die tijd schreef
hij het proef - gps;
schrift, waarop hij
in 1918 tot doctor I 'M
promoveerde. Zijn
eerste Leidse pe
riode werd in 1919
afgesloten. toen
hij leraar werd
aan het Neder
lands Lyceum in
de Residentie.
Daaraan kwam in
1925 een einde,
toen hij in Parijs
aan het „Institut
international de
cooperation intel-
lectuelle" benoemd
werd in de functie
van „Chef de la
section des rela
tions scientifiques". Zes jaar verbleef
hij in de Franse hoofdstad- Toen keerde
hij naar ons land terug om gedurende
twee jaar het secretariaat te bekleden
van het Nationaal Crisis Comité. In 1933
werd hij door HM. de Koningin be
noemd tot burgemeester van zijn ge
boortestad Zwolle, waar hy vier jaar de
scepter zwaaide. In 1937 volgde zijn be
noeming tot eerste burger van Haarlem,
welk ambt hij vervulde tot 1941. Na de
oorlog bezette hij bijna tien jaar de
post van Commissaris van de Koningin
in de provincie Noord-Holland. Sedert
1945 is baron de Vos van Steenwijk pre
sident-curator van de Leidse Universi
teit en sinds 1955 tevens lid van de Raad
voor het Zuiver Wetenschappelijk On
derzoek. In zijn zeer druk bezette leven
heeft deze eminente Nederlander toch
nog kans gezien verschillende publika-
ties het licht te doen aanschouwen. In
1923 verscheen de „Catalogue of the
declinations of 2840 Southern stars" in
de „Erganzungshefte zu den Astrono-
mischen Nachrichten". drie jaar later
..Declinations and proper motions in
declination of 1738 Southern stars" in
..Memoirs of the Royal Astronomical
Society" en in 1930 „A catalogue of the
meanplaces and proper motions of 1732
Southern stars", eveneens in „Memoirs
of the Royal Astronomical Society".
Advertentie
De heer J. H. A. A. Gubbens alhier
is benoemd tot accountant bij het
bureau van de Rijksaccountantsdienst.
Voor intcr-geineeiitelijke commissie van
advies is echter geen plaats
in Brussel is bij het Gare du Midi
Zuidstationis een ondergronds
tramstation gebouwd. Het doel is
opstoppingen te voorkomen.
Naar aanleiding van het voorstel van
het raadslid, de heer B. J. Huurman
om over te gaan tot de instelling van
een inter-gcmeentelijke commissie van
advies voor de raden der gemeenten
Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voor
schoten, Warmond en Zoeterwoude,
vragen B. en W. zich af, welke plaats
een dergelijke commissie zou moeten
innemen.
Wanneer men het voorstel allereerst
van de formele kant benadert, dient
naar de mening van he: College
voorop gesteld te worden, dat de voor
bereiding van een en ander een taak is,
die op grond van de wettelijke bepalin
gen op de schouders van de colleges van
burgemeester en wethouders rust. B. en
W. moeten daarom concluderen, dat
voor een dergelijke commissie in ons
huidige gemeenterecht geen passende
plaats kan worden ingeruimd.
Ook wanneer men het voorstel vanuit
praktisch oogpunt beziet, moeten zy
wijzen op de noodzakelijkheid de opzet
en uitwerking van stedebouwkundige
plannen aan de colleges van burgemees
ter en wethouders over te laten, omdat
dergelijke plannen de oplossing moeten
aangeven van vraagstukken van zeer
uiteenlopende aard. Het zou dus ondoel
matig zijn om hiermede een interge
meentelijke commissie te belasten. Wel
achten zij het gewenst, dat men binnen
het vlak van elke gemeente wanneer
voor de behandeling van zaken van de
onderhavige soort een commissie is in
gesteld die commissie bij de plannen
betrekt. In dit verband wyzen zij er ten
overvloede op. dat het College èn bij de
voorbereiding èn bij de uitwerking de
Commissie voor de Openbare Werken
inschakelt.
Voorts dient men te bedenken, dat een
commissie als is voorgesteld, onweer
sprekelijk meebrengt, dat de invloed van
de raden wordt verzwakt. Als zulks niet
strikt noodzakelijk is. dient men derge
lijke gevolgen te ontgaan.
HET STRUCTUURPLAN
Met de besturen van de in het voorstel
genoemde gemeenten hebben B. en W.
over deze zaak overleg gepleegd. Daarbij
is gebleken, dat by deze gemeentebestu
ren in het algemeen dezelfde bezwaren
leven.
In dit verband herhalen B. en W., dat
zij steeds bereid zijn met de nabuurge
meenten overleg te plegen en samen te
werken. Zo is met name omtrent het
structuurplan diepgaand overleg ge
pleegd met de omliggende gemeenten, zy
het dat dit overleg niet in alle opzichten
tot gelijk resultaat heeft geleid. Ook op
ander gebied zijn contacten gelegd van
meer en minder vérgaande aard.
Ook voor het vervolg zijn B. en W.
vervuld van het verlangen om met de
naburige gemeenten voor zoveel nodig
en mogelijk samen te werken.
INITIATIEF VAN B. EN W.
B. en W. hebben gemeend met het
bovenstaande voor de voorsteller min of
meer negatieve resultaat niet te moeten
volstaan; temeer niet omdat zij van oor
deel zijn, dat het zyn bedoeling is ge
weest duidelijk de gedachte te openbaren
dat enig meer contact tussen de ge
meentebesturen buiten hetgeen op dit
gebied reeds bestaat tussen de dagelijkse
besturen nuttig kan zijn en dat het
hem waarschijnlijk niet in de eerste
plaats te doen is geweest om een formeel
direct hanteerbare oplossing aan te ge
ven Een dergelyk contact, dat het
College zeker niet onwelkom is, zou z.i.
een meer informeel karakter moeten
dragen. In dit verband hebben zy over
wogen, in hoeverre het mogeljjk zou züu
I de raadsleden van de hletMJ betrokken
gemeenten in een gezamenlijke bijeen
komst door deskundigen van voorlich
ting te doen dienen omtrent de toekom
stige ontwikkeling van het noordweste
lijk deel van Zuid-Holland. Een derge
lijke bijeenkomst zou kunnen bijdragen
tot verheldering van het inzicht van de
raadsleden individueel en tot vergroting
van het onderling begrip tussen de ge
meentebesturen.
B en W hadden voorts gedacht aan
de mogelijkheid om speciale aandacht te
geven aan de inmiddels van de zijde van
het provinciaal bestuur verschenen rap
porten betreffende de recreatie en de
landbouwbelangen in Zuid-Holland.
GEEN WEERKLANK
Zij hebben zich tot de directeur van
de Planologische Dienst van Zuid-Hol
land gewend met het verzoek, of deze
dienst bereid is zijn visie te geven om
trent de ontwikkeling van de agglome
ratie-Rijnmond en de plaats van deze
agglomeratie in de zgn. Randstad-Hol
land. Tevens hebben zij hun ambgenoten
in de gemeenten Katwyk. Leiderdorp.
Noordwyk, Noordwijkerhout. Oegstgeest.
Rijnsburg, Valkenburg, Voorhout. Voor
schoten, Warmond en Zoeterwoude ver
zocht hun zienswijze omtrent een der
gelijke bijeenkomst kenbaar te maken.
Dit initiatief heeft by de genoemde
gemeenten geen weerklank gevonden.
Men acht algemeen een dergelijke bij
eenkomst prematuur en ziet hier voor
alsnog in eerste instantie een taak weg
gelegd voor de burgemeesters en de
colleges van burgemeester en wethouders
dier gemeenten. B. en W. kunnen dit
i standpunt niet delen. Het gaat slechts
om een algemene oriëntatie, terwijl
i naderhand beoordeeld kan worden, of
ten aanzien van bepaalde punten in een
of andere vorm concrete denkbeelden
nader moeten worden uitgewerkt.
Hoewel de eerste poging in de boven
aangegeven richting dus is gestrand, zyn
B. en W er op bedacht in deze zin,
zodra het klimaat daarvoor gunstig is.
I werkzaam te blyven. In het licht van
I het bovenstaande geven B. en W. de
raad in overweging het voarstel-Huur-
I man als afgedaan te beschouwen.
voor soepen, sausen, ragouts en als drinkbouillon
Voorstellen aan Leidse raad
Geslotenverklarinp brengt geen oplossing
voor verkeersvraagstnk
Zoals bekend heeft een aantal bewoners van het Rapenburg zich onlangs in
een adres tot de raad gewend, met het verzoek het Rapenburg gesloten te ver
klaren voor het z.g. zware doorgaande verkeer. Adressanten voerden voor dit
verzoek de volgende argumenten aan:
1. Tengevolge van de grote toename van het verkeer, wordt de verkeersveilig
heid op het Rapenburg in gevaar gebracht. Met name is dit het geval aan de
westzyde, waar tal van auto's staan geparkeerd. Bovendien worden vele auto's,
nu langs de waterkant een hek is geplaatst, niet meer evenwijdig langs de
waterkant geparkeerd, doch schuin tegen het hek aan, waardoor de rybaan nog
meer wordt versmald;
2. De panden langs het Rapenburg ondervinden schade van het zware verkeer,
welke schade mede een gevolg is van de slechte staat van het wegdek, in het
byzonder aan de westzijde.
VERKEERSONVEILIGHEID
Op dit adres brengen B. en W. thans
het volgende preadvies uit:
Het Rapenburg, vooral de westzyde, is
voornamelijk van belang voor het lokale
verkeer. De in de stad geplaatste rich
tingborden verwijzen het doorgaande
verkeer langs andere wegen. Dat de toe
name van het verkeer op het Rapenburg
groter is dan op andere wegen, kan niet
worden gezegd. De verkeersintensiteit
neemt op vrijwel alle wegen in de bin
nenstad in ongeveer gelijke mate toe.
Uiteraard zal afsluiting van het Ra
penburg voor het zware verkeer de
verkeerssituatie aldaar ten goede ko
men. Bij het nemen van een derge
lijke maatregel moet evenwel niet
alleen worden gelet op het verkeers-
belang van de desbetreffende weg,
doch ook op de gevolgen, welke deze
maatregel voor andere wegen zal heb
ben. Indien immers een weg wordt
afgesloten voor alle of bepaalde cate
gorieën van voertuigen, zullen andere
wegen hierdoor zwaarder worden be
last. Voor het verkeer, dat thans van
het Rapenburg gebruik maakt, zou
geen andere route beschikbaar zijn
dan de Breestraat en het Noordeinde.
Afsluiting van het Rapenburg voor
het zware verkeer zal derhalve bete
kenen, dat de Breestraat en het Noord
einde dit verkeer te verwerken krij
gen. Dat hieraan grote bezwaren zyn
verbonden behoeft geen betoog.
De verkeersveiligheid op deze zeer
drukke en te smalle wegen, zal dan nog
meer in gevaar worden gebracht dan
thans het geval is, hetgeen B. en W. niet
gewenst achten. Naar hun mening is be
perking van het verkeer op het Rapen
burg in het belang van de vrijheid van
het verkeer en de veiligheid op de weg
niet dermate urgent, dat daarmede een
grotere belasting van de Breestraat en
het Noordeinde verantwoord zou kunnen
worden geacht. De hieraan verbonden
nadelen zullen niet worden gecompen
seerd door de verbetering van de situatie
op het Rapenburg.
PARKEREN VAN AUTO'S
Wat het parkeren van auto's langs het
Rapenburg betreft, willen B. en W.
allereerst opmerken, dat. wanneer op
een weg hinder wordt ondervonden van
geparkeerde auto's, er aanleiding bestaat
ter plaatse een wachtverbod vast te stel
len, doch niet om de weg voor bepaalde
voertuigen af te sluiten. Hiermede wil
len B. en W. echter niet zeggen, dat zij
een wachtverbod voor het Rapenburg
noodzakelyk achten. Hiertegen bestaan
naar hun mening overwegende bezwa
ren. Wel overwegen zy om ter plaatse
parkeerlijnen aan te brengen, waardoor
het parkeren van auto's in de juiste
stand zal worden gestimuleerd.
SCHADE AAN DE PANDEN
LANGS HET RAPENBURG
In januari 1953 heeft de Districts-
bouwkundige van de Rijksgebouwen
dienst onderzocht, of de langs de west
zyde van het Rapenburg staande Rijks
gebouwen (Academiegebouwen, Kanton
gerecht, Laboratorium voor Tropische
Hygiëne en het perceel Rapenburg 59)
te lyden hadden van het verkeer. Daar
bij kwam vast te staan, dat dit niet het
geval was. Het is mogelijk, dat andere
panden wel schade ondervinden van het
zware verkeer. De meeste percelen langs
het Rapenburg zyn gebouwd in een tijd.
dat nog geen rekening behoefde te wor
den gehouden met de huidige intensiteit
en soorten van het verkeer op de weg,
zodat verschillende voorzieningen, welke
thans als noodzakelyk worden be
schouwd, er niet in zyn aangebracht.
Dit kan echter geen reden vormen om
het Rapenburg gesloten te verklaren
voor het zware verkeer. Het wegenver
keersrecht kent namelijk geen mogelijk
heid om verkeersmaatregelen te nemen
in het belang van de panden, die langs
de weg zijn gelegen.
WEGDEK RAPENBURG
De mededeling van adressanten, dat
met name aan de westzyde, het wegdek
van het Rapenburg zich in een slechte
staat bevindt, is juist. De bewoners van
het Rapenburg zijn er echter niet on
schuldig aan, dat hierin nog geen ver
andering ia gebracht. Door hun verzoek
aan de Kroon om het besluit ten aan
zien van de verlichting te vernietigen,
hebben zij namelijk ook de verbetering
van het wegdek opgehouden, daar dit
werk met het oog op het verwijderen
van gasbuizen en het leggen van kabels
voor de nieuwe verlichting moest wor
den uitgesteld. Het is n.I. niet doelmatig
de bestratingswerkzaamheden en de
werkzaamheden verband houdende met
de nieuwe verlichting gescheiden uit te
voeren.
Op grond van het vorenstaande
geven B. en W. de raad in overweging
niet over te gaan tot uitbreiding van
de voor het Rapenburg geldende ge
slotenverklaringen.
UITBREIDING AANTAL
KNIPPERBOLLEN.
In de vergadering van de raad van 4
november 1957 is bij de behandeling
van de interpellatie van de heer Dryber
inzake de ligging van de beschermde
oversteekplaats voor voetgangers op de
Prinsessekade naar voren gebracht, dat
het aanbeveling zou verdienen ook knip-
perbollen aan te brengen op de ver
keersheuvels nabij de beschermde over
steekplaatsen op het Levendaal en de
Rijnsburgerweg. terwijl het College te
vens was verzocht de knipperbollen ge
durende de nachtelijke uren uit te scha
kelen.
Bij onderzoek is gebleken, dat het
inderdaad gewenst is een derde knip-
perbol aan te brengen op de verkeers
heuvels van de twee beschermde over
steekplaatsen op het Levendaal en op
die van de beschermde oversteekplaats
op de Rijnsburgerweg.
De thans ln gebruik zijnde knipper-
bollen zijn zodanig geconstrueerd, dat
zij niet kunnen worden uitgeschakeld.
Om de knipperbollen automatisch te
kunnen in- en uitschakelen is het no
dig. dat hieraan schakelklokjes worden
aangebracht.
De kosten, verbonden aan de hier-
voren bedoelde voorzieningen zullen
ongeveer f3.150.bedragen.
ONDERWIJSVOORSTELLEN
In de a.s maandagmiddag te houden
zitting zal ook een groot aantal ondcr-
wijsvoorstellen aan de orde komen. Voor
de aanschaffing van een dekkleed voor
gymnastieklokalen met kurklinoleum-
vloer wensen B en W. een bedrag van
f 1 700 beschikbaar te stellen: idem
f 1 672 voor de aanschaffing van leer
middelen t b v. het 5de leeriaar van de
Montessorischool aan de Roodenburger-
straat. idem f16.500 voor de r -k. lagere
school aan de Boshuizerlaan. Verder is
er een voorstel, dat de vaststelling regelt
van het bedrag, dat per leerling van
bijzondere scholen voor lichamelijk ge
brekkige kinderen en voor kinderen met
leer- en opvoedingsmoeilijkheden in
1958 wordt uitgekeerd, idem dat het
voorschot regelt op de exploitatieverga
dering g.l.o v.g.l.o.. ulo en b.g.l o. voor
het ïaar 1958. Eervol ontslag wensen B.
en W. te verlenen aan de heer P M.
van Sermondt. onderwijzer aan dc open
bare Ulo-school aan de Pieterskerk
straat, de heer F A. Filippo. onderwij
zer aan de openbare school aan d«
Damlaan en aan mj. M K. Young, tij
delijk lerares in de wiskunde aan d#
meisjes-H.B.S.
GF.LDLF.NING VAN f 50.00*
In het belang van de volkshuisvea-
ting willen B en W. het percre] Mors
singel 1 v'oor de prijs van f51 450 aan
kopen. Hiervoor zal een geldlening van
f 50 000 tegen een rente van 4 worden
aangegaan. Voorts komen de volgend#
voorstellen in behandeling: een bedrag
van maximaal f784.10 betaalbaar stellen
in de kosten van restauratie van hef
pand Rapenburg 49; verhoging van hei
verpleegtarief van de inrichting Ende»
geest en Voorgeest met f 0 25 per dag|
het subsidie aan de Ver Zwakzinnigen
zorg te verhogen met f2 000; een be
drag van f5000— voor het doen van
herstellingen aan het perceel Roodcn-
burgerstraat 1 het brengen van een
wijziging in de begroting voor de dienst
jaren 1957 en 1958. dit in verband met
de verhoogde uitkering uit het gemeen
tefonds; het aankopen van gronden c a.
van tracé ryksweg 4 b en verlangen van
de termijn van ontruiming van «nkele
woningen.