Prof. F. D. Holleman 70 jaar oud in Stellenbosch overleden GERDING Residentie - Orkest introduceerde Brittens „Four Sea Interludes i MOCCONA j Grote OPRUIMING Van 1934 tot 1939 hoogleraar in het aclatrecht te Leiden „Treslong" - Hillegom HONGAARSE AVOND Elise Cservalfi deed Glazomiof wat mat, virtuoos herleven nog 2 dagen Vulpenkliniek Leidse lyceisten voerden een vrolijk stuk van Plautus op 96ste jaargang Vrijdag 24 januari 1958 Tweede blad no. 29349 (Advertentie) Zoals wij gisteren reeds in het kort in een deel van onze editie konden vermelden is in Stellenbosch in Zuid-Afrika, waar hij sinds 1939 woonachtig was, op zeventigjarige leeftijd overleden prof. mr. F. D. Holleman, van 1934 tot 1939 hoogleraar in het adatrecht aan de Leidse Universiteit. In 1939 aanvaardde prof. Holleman een leerstoel aan de Universiteit te Stellenbosch in Zuid-Afrika voor het Bantoe- recht en de naturellen-administratie. Frederik David Holleman werd op 11 mei 1887 te Potchefstroom in Transvaal geboren. Hij kwam reeds vroeg naar Nederland waardoor hij zijn gymnasiale opleiding van 1901 tot 1907 te Kampen ontving. Zijn studie in de rechtswetenschappen aan de Leidse Universiteit bekroonde hij in 1910 met een promotie tot doctor in de rechtswetenschappen. In 1912 legde hij het faculteitsexamen af voor de rechterlijke macht in Nederlands Indië. In Indië ving hij zijn loopbaan aan bij de rechterlijke macht. Hij was o.a. ach tereenvolgens voorzitter van de inlandse rechtbanken op Madoera, Java en de Molukken. In 1924 werd hij verbonden aan de Algemene Secretarie te Buitenzorg, eerst als chef van de afdeling Kabkiet en Algemene Zaken, later als gouverne- mentssecretferis. In 1928 volgde zijn be noeming tot regeringsonderzoeker van het grondenrecht in de Minahassa. Tijdens zijn tweede Europese verlof in 1929 werd mr. Holleman benoemd tot hoogleraar in de volkenkunde en de sociologie aan de Rechtshogeschool te Batavia in de plaats van dr. B. J. O. Schrieke. Op uitnodiging van de American Council of Learned Societies te Wash ington stelde hij in 1931 gedurende vier maanden in de Philippijnen een onder zoek in naar de toestand van het adat- recht in deze archipel. Advertentie voor kantoorinrichting voortaan Breestraat 11 Op 23 juni 1934 werd prof. Holleman benoemd tot buitengewoon hoogleraar aan de Leidse Universiteit in het adat- recht van Ned. Indië, welke functie hij op 10 mei 1935 aanvaardde met een oratie over „De commune trek in het Indonesisch rechtsleven". Hij was daarmede een van de opvolgers van prof. mr. C. van Vollenhoven, wiens leerstoel bij deze opvolging gesplitst werd in de leerstoel, die prof. Holle man ging bezetten en de leerstoel in het staats- en administratief recht van Ned. Indië, die bezet werd door prof. mr. J. J. Schrieke. In 1939 verliet prof. Holleman Leiden voor het aan vaarden van een leerstoel in het Ban- toerecht en de naturellen-administra tie in zijn geboorteland te Stellen bosch. In Leiden werd hij opgevolgd door prof. dr. V. E. Kom. Zijn wetenschappelijke verdiensten werden onder meer erkend, toen hij tot tweemaal toe (in 1922 en in 1940) be noemd werd tot correspondent van de Kon. Nederlandse Academie van We tenschappen voor de afdeling letter kunde. Van de hand van prof. Holleman zijn in de loop der jaren vele publikaties ver schenen waarvan de voornaamste wa ren „Het adatrecht van de afd. Toe- loengagoen" (1927), „Het adat-gron- denrecht van Ambon en de Oeliasers" (1922», „Rapport grondenrecht Mina hassa" (1928), „De privaatrechterlijke positie van de Indonesische vrouw" (1944), en „Het Bantoe-grondenrecht in de Unie van Zuid-Afrika en omgeving" (1949). Advertentie ZATERDAG 25 JANUARI Hst feest van de maand Diner- en Soiree-Dansante. Diverse attracties: SANDOR VADEK, viool; KONTO, cimbaal. Hongaarse gerechten en wijnen, o.a. BORJUPÖRKÖLT NOKKERLI VAL, speciaal Hongaars gerecht van kalfs vlees, paprica, uien, tomaten en noedels. Tafelreserv. 0 25205347. f 4.75 Rome: rijkdom van cultuurschatten Examen handenarbeid voor jeugdleiders Het Leidsche Volkshuis was woensdag middag, ondanks het slechte weer, nog drukker bevolkt, dan anders, want een 8-tal groepjes jongens en meisjes uit het Leidse jeugdwerk waren in verschillen de lokalen, onder leiding van een „vreemde" juffrouw of meneer ijverig bezig. Feestmutsen maken, aardappel stempelen, met de groep een zomerkamp uitbeelden of een aquarium met ge heimzinnige vissen maken, waren de op drachten, die door 8 cursisten van de Leidse Jeugd Actie met de verschillende groepen, als onderdeel van het B-exa men, werden uitgevoerd. Nadat de kandidaten ook nog aan de tand waren gevoeld over hun kennis van didactiek, psychologie, materialen en gereedschappen, kon aan 7 van hen het B-diploma Handenarbeid voor jeugdlei ders worden uitgereikt. De gelukkigen waren: de dames M. J. G. Buis, A. van Tienen, F. E. Veldhorst en de heren G. G. Brinks, pater S. W. J. van Beurden, A. Labordus en H. K. Molenaar. De heren P. M. J. Gerris en J. Marks, beiden alhier, zijn benoemd tot leden van de commissie, welke in 1958 belast is met het afnemen van examens ter verkrijging van de akte Nijverheids onderwijs Nh en Nj. BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN GEBOREN Martinus Adriaan, zn van G. van der Vos en A. M. Bruggink, Johnny Abraham zn van J. Ploppers en E. C. Glasbergen, Flisabeth Johanna Maria Antonius, dr van A A. Owel en T. J. T. Rotteveel. Margo dr van H. C. van Duuren en J. Welbergen. Froukje Jacoba, dr van L. J. van Braam e a W. Bemer, Margaretha Jannetje, dr van T. Leyenaar en N. Klinkhamer, Agnes Ma ria, dr van G. P. Zwetsloot en A. A. van der Geest, Erwln Alphons, zn van M. W. Walsarie en H. E. Gabriel. Gerardus Her- nianus, zn van G. van Stein en J. Filip- po, Cornelia, dr van C. Broer en A. Raven horst, Maria Johanna, dr van D. Reltsma en B. J. Ofner. GETROUWD J. B. Smits en C. Stouten, J. P. Zonder- op en J. A. van Mook, N. van der Linden en A. C. Stijlaart, W. G. Zwetsloot en J. H H. de Groot, A. J. Zwartelé en M. P. Smeets, J. Slera en A. Colpa, A. Lange- veld en C. M. van den Bergh, P. Smit en M Beij. J. Rijsdam en C van Weeren, J. van der Mark en E. Klinkhamer. OVERLEDEN J. A. Caspers. 79 Jaar, weduwe van W. J. van Leeuwen, F. Mulder. 49 Jaar, B Rijer- kerk. 83 Jaar, weduwe van T. Versteeg. Leidse N.R.V.-ers gingen er eens kijken De Leidse afdeling van de Ned. Reis- vereniging maakte gisteravond in dc bovenzaal van „In den Vergulden Turk' onder leiding van de reisgids, de heer Doedens, een tocht door Rome, de stad die de toerist een rijkdom van cultuur schatten biedt en die bovendien een zonnige vakantie garandeert. Om deze twee redenen is de eeuwige stad" de laatste jaren het centrum van de toeris tische belangstelling geworden, zei de spreker. Hij karakteriseerde Rome als de stad van de tegenstellingen; en hoewel dit min of meer voor elke stad opgaat, geldt deze uitspraak Rome in het bijzonder. Resten van een cultuur van meer dan twee duizend jaar geleden zijn aan te treffen naast bouwwerken uit de 20ste eeuw. Al bij de eerste van een reeks kleurendia's liet spreker dit uitkomen; naast het volgens de modernste bouw principes opgetrokken Statione Termini verrijst een oude muur van omstreeks de vierde eeuw vóór Chr. In die periode van ruim twee duizend jaar groeide Rome van een kleine ne derzetting van herders aan de mond van de Tiber uit tot een miljoenenstad in het begin van onze jaartelling onder de leiding van keizers, die er hun tempels en paleizen lieten bouwen, die toen reeds talrijke bezoekers bekoorden, ter wijl elders in Europa de beschaving nog in een primitief stadium verkeerde. Na het verval en de verbrokkeling van het Romeinse rijk degenereerde Rome tot een provinciestad, die in de middel eeuwen als cultuurcentrum op de ach tergrond geraakte. Totdat omstreeks vijftienhonderd Rome bij de Renaissen- ce van het Romeinse rijk, thans onder leiding van de Pausen, een herstel be leefde op het gebied van kunsten en wetenschappen. In 1860 maakte Gari baldi een einde aan de pauselijke macht in Italië en ontstond het koninkrijk Ita lië. Na Mussolini werd het land een re publiek. De culturele overblijfselen uit deze verschillende perioden zijn langs de we gen en op de pleinen van Rome in een verwarrende wanorde te vinden, maar dit maakt er juist de bekoring van uit. Die tegenstellingen in de de tijd is ook te vinden in het lawaai van het verkeer en de stilte in de kerken. De wereldlijke macht, gesymboliseerd in de fraaie re geringsgebouwen en monumenten be staat naast het symbool van de geeste lijke kracht, de kerken. De historische waarheid, die af te lezen is van de pleinen, de wegen en de straten, is door weven met talloze legenden, waardoor de tegenstelling tussen „Wahrheit und Dichtung" wordt opgelost. Aan het begin van de avond was door de voorzitter, de heer J. A. A. v. d. Horst, meegedeeld, dat op donderdag 6 maart door de afdeling een tocht per autocar van Leiden naar Den Haag zal worden georganiseerd, waar de leden, indien zij tijdig bespreken, een gereser veerde plaats voor de ijsrevue in de Hoky kunnen krijgen. FILMAVOND LISSONE LINDEMAN. Voor een uitstekend bezette Burchtzaal gaf het Passage- en Reisbureau Lissone Lindeman gisteren weer eens een film avond voor adspirant-emigranten en be- zoekreizigers. In een uitvoerige inleiding gaf de directeur van het Leidse bureau, de heer J. Koch, de richtlijnen aan, welke gevolgd moeten worden om indien men eenmaal het besluit tot emigreren geno men heeft, de procedure zo snel mogelijk te doen verlopen; hiervoor zijn nl. de gewestelijke arbeidsbureaus en de ver schillende emigratie-centrales de aan gewezen instanties. De heer Koch wees verder op de moeilijkheden, waarvoor men kwam te staan wanneer het een maal zover is, dat men passage moet gaan bespreken. Voor alle bijkomstighe- de'n, zoals expeditie, levering van vreem de valuta, verzekeringen etc. kan men zorgen. Hierna werden prachtige kleurenfilms over Zuid-Afrika en Canada vertoond. Een reis naar Amerika per s.s. „Maas dam" in de vorm van een 35-tal kleurige dia's vormde de hoofdschotel van deze voor velen wel zeer interessantie avond, waarvan een reprise in maart volgt. de extra-krachtige poederkoffie van Douwe Egberts pittig en vol aroma ypii.il WF Douwe Egberts L poederkoffie direct klaar in de kop! Week-end bus f 1.36 Normale bus f 2.40 (of potje) Gezinsbus f 8.90 Vierde K. en O.-concert Ondanks de sneeuw was het Residentie-Orkest tóch paraat voor het vierde concert der K. en O.-meesterserie, dat in een te weinig ver warmde Stadsgehoorzaal, toch door inhoud en na de pauze vooral ook sfeer de kou deed vergeten. Zij, die door de weersomstandigheden niet opgekomen waren en dat waren er wel wat hebben zich een interessante avond laten ontgaan! Met Van Otterloo's „Symfonietta voor 16 blaasinstrumenten" date rend van 1943 en reeds eerder hier uitgevoerd, Elise Cservalffi in Glazounoffs vioolconcert, als noviteit de ..Four sea interludes" van Benjamin Britten en als climax Debussy's „Iberia", weet men, dat een avond te wachten staat, die zelfs de meest „doorgewinterde" concert ganger, zowel figuurlijk als letterlijk, kan boeien! in NOLET S HERENMODEMAGAZIJNEN HAARL.STRAAT 206 BOTERMARKT 9 VELE RESTANTEN hoeden, jassen, overhemden, handschoenen, sjaals, dassen, wollen vesten, enz. ALLES ZEER GOEDKOOP Een enkele wandelaar accentueert i Aar bij Alphen. waar het verkeer zo de witte helderheid en de plotseling goed als geheel is stilgelegd, ingetreden stilte langs de Kromme Om ditmaal met de noviteit te begin nen: Britten heeft de atmosfeer rond het vissersplaatsje Aldeburgh. waar hij veelvuldig verblijf houdt, volledig in zich opgenomen en er naar bewogen kier en scherp ritme fascinerend-sug- gestieve impressie's van gegeven. Deze tussenspelen voor zijn dramatische zee mansopera „Peter Grimes" (1945) lenen zich verwonderlijk goed voor een aparte concertvertolking. Men ziet als 't ware al het gebeuren in het dorp tot op of voor het strand, in Casu de zee, in fel geschakeerd licht en donker voor zich, onderstreept door klokgelui. Tenslotte, tijdens de bulde rende storm, giert de wind en striemen de vlagen, beuken de golven met gran dioos geweld. Dit is weer de Britten vol coloristi- sche inventies, wiens groot technisch vakmanschap opvalt. Men kan hem hoogstens verwijten, dat hij soms op anderen stoelt, maar hij draagt toch altijd zorg voor een totaal eigen ver werking. De zee en de storm en alles wat daaromheen is, tot zelfs de krijsen de meeuwen toe, zijn zodanig gereali seerd, dat men er volkomen door in de ban geslagen wordt. Het orkestraal ge waad is gematigd modern, de span ning meermalen dynamisch. Opnieuw een staal van Brittens fan tasierijke geest, getuigend van benij denswaardig compositorisch talent, het geheel verlopend in een kernachtig, lo gisch verband. Van Otterloo reproduceerde deze illustratieve indrukken met vaart en een vanzelfsprekend gevoel voor het vereiste klimaat. Elise Cservalfi. de jeugdige en fijn zinnige HongaarsZwitserse violiste beschikt over de eigenschappen om een moeilijk, op zichzelf niet zo erg belang rijk, sterk-romantisch getin t en on Russisch concert als dat van Glazounof de meeslepende allure te geven, welke hier gevraagd wordt. Zij is een der coryfeeën van de jongere generatie. Deze gevoelige musicienne, met haar prachtige, hoewel wat kleine toon, weet de juiste snaar te treffen, zij gaat er in op met hart en ziel. gedragen door een briljante techniek. Kwam het echter door de kou. dat wij desondanks ditmaal bij haar een zekere matheid moesten constateren, waardoor de climax niet het hoogste climax werd? Bovendien was er de uitermate zware instrumentatie en een zwaar bezet or kest, waardoor zij niet steeds de gele genheid vond tot volledige ontplooiing. Maar hoe verrukkelijk klonk op haar schitterend instrument de cadenz, waarom alleen al dit concert waard is op de programma's te blijven. Glazou nof, die met zijn acht symfoniën niet zo gelukkig was, heeft met dit concert toch in virtuoos opzicht voor vele vio listen, die het „óan" kunnen een „schot in de roos" gedaan. Het zal zich daar om nog wel lang handhaven. Langdurige en geestdriftige toejui chingen voor de soliste, die met char merende, puur vrouwelijke toongeving dit concert, dat pas in de finale het volle élan verkrijgt, wederom haar grote capaciteiten deed spreken. Inzet en besluit van de avond: Van Otterloo's „Symfonietta" en Debussy's „Iberia". De eerste is een heerlijk stuk „speel- muziek". Van Otterloo's inzicht in de velerlei mogelijkheden der blaasinstru menten, zowel soliërend als in groeps verband. komt er in tot uitdrukking. De Symfonietta is transparant geschreven en frappeert door haar gevoelige en geestige sfeer Het abrupte grapje aan het slot „doet" het atijd goed! Het is een geluk voor de dirigent, dat hij een groep zulke voortreffelijke blazers te zijner beschikking heeft. Hij leidt hen soepel door de klippen en men betoont grote volgzaamheid en nobele, zuivere klankproduktie. Van Otterloo weet met zijn 12 houtblazers en 4 1- ojtis dét te bereiken, wat hij er zich "an voorstelt, het blijft een aangenaam klinkende mu ziek, waarmee men zeker op de komen de tournée naar Duitsland veel succes zal oogsten. Debussy's onaanvechtbaar meester schap tot besluit in zijn „Iberia" uit diens „Images", te verwonderlijker bij iemand, die nooit in Spanje vertoefde en ondanks dat de typische sfeer van het land zó betoverend wist op te roe pen. Het schilderachtige dorp met al zijn stemmingen, de zwoele, bedwelmende Andalusische nacht en het juichende dorpsfeest: wie zou het expressiever, ge nuanceerder. speciaal ..natuurlijker" en kleurrijker kunnen uitbeelden? Al het gewenste, het verwachte, het „gedroomde" is, volmaakt doorleefd en gesteund door een enorme intuïtie, aan wezig. Zo'n „Iberia" staat op een apart, boven alles uitstekend plan en het geeft het orkest een unieke gelegen heid tot het uitstallen van zijn rijk- gevarieerde hoedanigheden, waarvan het in dit geval onder geïnspireerde en nauw verwante leiding een aller ruimst gebruik maakte. Het was allerminst plezant na dit „zuidelijk-doorgloeide", de van noor delijke vrieskou doordrongen, ijzige buitenlucht in te trekken. Niet alleen het contrast Oost-West is groott ook dat tussen Zuid en Noord! H. OPRUIMING ZONDER WEERGA VULPENKOOPJES in Uw vulpenspeciaalzaak G. WOLFSLAG Breestraat 145 „De snoevende krijgsman" Het komt niet dikwijls voor, dat er in Leiden een reeds in de jaren vóór Christus' geboorte geschreven blijspel wordt opgevoerd. Des te meer waar dering dus voor de leerlingen van het Chr. Lyceum, die het hebben aange durfd om een werk van Plautus, nl. „De snoevende krijgsman" in studie te nemen! Na maandenlage voorbereidin gen er zullen wel heel wat toneel- repetities aan vooraf zijn gegaan werd dit vrolijke stuk, dat, zoals dr. L. A. J. Burgersdijk jr in de inleiding tot zijn vertaling zegt, „tintelt van geest", in de Leidse Schouwburg gespeeld. Konden woensdagavond de leerlingen van de lagere klassen volop van de op voering genieten, gisteren waren de ouderen aan de beurt. De voorzitter van de Chr. Lyceïsten- vereniging „Amicitia et Animo Junctie", 1 seliip= 57 auto's Scheepvaartverkeer in Leiden is drukker dan U denkt Welk een vurig voorstander men ook moge zijn van „dem pen", het valt toch niet te ont kennen dat sommige waterwe gen in het verkeer van de Leidse binnenstad een hoogst belang rijke functie vervullen en het wegverkeer in zeer aanzienlijke mate ontlasten. Als illustratie van deze bewe ring moge het feit dienen, dat in het afgelopen jaar 1957 niet minder dan 11.877 schepen de Grote Havenbrug passeerden. Laat men de zon- en feestda gen - op welke dagen de brug niet wordt geopend - buiten be schouwing. dan wil dit zeggen, dat dagelijks ongeveer veertig schepen met een tonnemaat van 11.400 deze brug passer en. In dien eenzelfde hoeveelheid goe deren per as zou worden aan- of doorgevoerd, en zou dit trans port geschieden met behulp van vijftons-wagens, dan zou dit het autoverkeer op dit toch al zo drukke punt doen toenemen met liefst 2280 auto's per dag. Ter vergelijking moge verder nog dienen, dat dit aantal aan zienlijk veel hoger ligt dan het aantal vrachtauto's, dat dage lijks door Leiden rijdt en dat bij de twee jaar geleden gehouden verkeerstelling nog „slechts" on geveer 1500 bedroeg Pim Söllner, opende het schoolfestijn met een kort woord van welkom, in het bijzonder gericht tot de docenten en de afgevaardigden van verschillende zuster verenigingen. Met enig ceremonieel dr. P. C. van Arkel werd erbij betrokken werd voor de aanvang van het toneel spel de nieuwe verenigingsvlag in ge bruik genomen. Met veel enthousiasme kweten de jeugdige tonelisten zich ver volgens van de hun opgelegde taak. Deze was allesbehalve gemakkelijk! Een bij zonder woord van waardering komt zeker de heer A. Middeldorp, leraar aan het Chr. Lyceum, toe. Hij immers had zich met de regie van dit „gemoderniseerde" oude blijspel willen belasten. De inhoud van dit amusante stuk? Ach, Jiet doet er eigenlijk weinig toe. De Romeinse comediedichter Titus Maccius Plautus, die leefde van 250 tot 184 vóór Chr., ver telt het verhaal in het eerste bedrijf trouwens uitdrukkelijk. De aanwezigen hebben zich kostelijk geamuseerd. Zij lachten om de ijdele vrouwenveroveraar Dwingedwangebest en toonden hun sym patic voor de slimme slaaf Slimmeling, aan wie het uiteindelijk te danken is, dat het avontuur nog goed afloopt. Het spreekt vanzelf, dat zowel de speelsters als de spelers voor al hun moeite werden beloond, niet alleen met applaus, maar ook met aardige attenties. De Lyceisten kunnen op twee ge slaagde avonden terugzien. Nabezorging Mocht U een keer de krant niet J ontvangen, dan verzoeken wij U no. 3 0 5 0 0 te bellen vóór 7 uur n.m. Zaterdags tussen 4 en 6 uur n.m. (Dus niet het in de telefoongids I vermelde nummer van onze auto- f maat). n Bijdrage voor scheppen van woonruimte (Van onze Haagse redactie Zij. die vrijwillig woonruimte ter be schikking stellen van repatriërenden en daartoe voorzieningen moeten tref fen, komen in aanmerking voor de Rijksbijdrage, die door de minister van Maatschappelijk Werk is ingesteld. Het betreft hier voorzieningen, zoals het inrichten van een keuken en het aanbrengen van een toilet. De ver goeding bedraagt ten hoogste f800- Wanneer men een woning verlaat om zijn intrek te nemen ineen kleiner huis en zodoende een grotere ruimte ter be schikking komt, ontvangt de verhuizer de volledige kosten, die zijn gemaakt bij de verhuizing.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 3