LEIDSE RAAD AANVAARDT STRUCTUURPLAN!
Verdere uitbouw van plan gewenst
Leids college van B. en W. is voor
verder overleg met buitengemeenten
B. en W. zullen overleg met vijf
gemeenten voortzetten
Wethouder jongeleen: gesprei
in alle openheid gevoerd!
Er komt een christelijke school
voor slechthorenden
96ste Jaargang
Dinsdag 21 januari 1958
Tweede blad no. 29346
Hedennacht kwart voor één
Wethouder Jongeleen „wij moeten
naar een plan van breder formaat"
Leiden, dat zulk een belangrijke partner is in het structuurplan voor
de Leidse agglomeratie, heeft dit plan, dat is tot stand gekomen in
overleg met de gemeenten Warmond, Oegstgeest, Zoeterwoude, Voor
schoten en Leiderdorp, hedennacht om kwart voor één z.h.s. aanvaard.
Bovendien verenigde de Leidse raad zich met de inzichten van
B. en W., welke gericht zijn op het scheppen van mogelijkheden voor
de uitgroei van de Leidse agglomeratie tot een woon- en werkgebied
van 220.000 tot 250.000 inwoners binnen een tijdsverloop van circa 25
jaar, zulks in de geest van een door B. en W. ontworpen uitbouw
schema, zoals aangegeven op kaart IV. Hadden B. en W. in hun oor
spronkelijk voorstel willen volstaan met deze uitspraak van de Leidse
raad te vragen, aan het begin van de beraadslagingen deelde de bur
gemeester mede, dat hieraan waren toegevoegd de woorden: „en
B. en W. dienovereenkomstig te machtigen het overleg met de ge
meenten voort te zetten Nu het voorstel in deze vorm was gegoten
kon de raad, met uitzondering van de heer A. van Dijk (KVP),
hiermede akkoord gaan. Algemeen was de raad. welke bij de behande
ling van dit voorstel vrijwel niet in details trad, van oordeel, dat ook
in de toekomst naar alle zijden een open gesprek mogelijk moet zijn
en dat de buitengemeenten begrip moeten hebben voor de problemen
waarvoor Leiden als centrumgemeente staat. Wethouder Jongeleen,
die hét plan verdedigde, wees er o.m. op, dat Leiden naar een plan
van groter formaat moet.
Alvorens deze beslissing viel heeft de raad zich drie uur met de
behandeling van het plan bezig gehouden.
De heer Meester (P. v. d. A.), die de
discussies opende, zeide er al eens eer
der op gewezen te hebben, dat de Leidse
agglomeratie tot een woon- en werkge
bied moet uit groeien tot circa 300.000
inwoners. Hoewel een dergelijk geluid in
tal van kringen wordt gehoord, vond
spreker het jammer, dat de wetgeving
in dit opzicht achter blijft. Volgens spre
ker zal het noodzakelijk zyn, dat een
nog groter aantal gemeenten in de rand
stad Holland in het overleg wordt be
trokken.
Open gesprek
tuurplan, mits Leiden zijn eigen plan
niet in behandeling zou nemen?
Is het juist, dat de commissie van
deskundigen aan de Colleges van B
en W. heeft verzocht het structuurplan
als gemeenschappelijk plan aan de
raden aan te bieden? Zijn B. en W.
daarmede akkoord gegaan?
Is in de structuurplancommissie afge
sproken het structuurplan te aanvaarden
als basisplan en dat het overleg over
de verdere ontwikkeling zou worden
voortgezet?
Is hét juist dat de Colleges der rand
gemeenten hebben uitgesproken, dat het
structuurplan niet het einde is en dat
is afgesproken de uitbreiding der totale
agglomeratie verder te bestuderen?
Mochten de Colleges der randgemeen
ten op goede gronden verwachten, dat
B. en W. van Leiden slechts de in
stemming van de raad zouden vragen
met het basisplan?
Afstand van Merenplan?
De heer Van Dijk (K.V.P.), die blij
is, dat uit het overleg met de buiten
gemeenten iets vruchtbaars is geboren,
is van mening, dat, te oordelen naar
kaart III (het compromisplan, Red.), B.
en W. afstand hebben gedaan van het
Merenplan. Ook spreker kan zich nog
geen juiste voorstelling vormen van de
inzichten van B. en W. over de verdere
uitbouw en wenst daarom dit gedeelte
uit het voorstel te laten vervallen.
Meer een restplan
De heer Hagens (V.V.D.), die het
totale plan ziet als een stuk van grote
allure, ziet in het titans bereikte re
sultaat meer een „restplan" dan een
plan, dat is bedoeld als een eerste fase.
Om de vrede te handhaven heeft
Leiden z.i. vele wensen moeten schrap
pen. Men dient echter goed te be
grijpen, dat de visie van Leiden, welke
gemeente met grote problemen wor
stelt, anders is dan die van de kleinere
gemeenten. De inzichten van B. en W.
over een verdere uitbouw van het plan
zijn z.i. dan ook volkomen begrijpe
lijk. Laat Leiden tot een nader over
leg zien te geraken!
Indien dit overleg echter niet tot re
sultaten leidt, wat dan?
Volgens de heer Hagens ligt het dan
op de weg om Ged. Staten de leiding in
handen te geven. Een eerste pogen blijft
echter om de buitengemeenten begrip
voor de moeilijkheden van Leiden bij
te brengen.
Leiden geen concurrent
De heer Van Iterson (Prot.-Chr.)die
eveneens van oordeel is, dat Leiden
van haar kant alles moet doen om een
sfeer van vertrouwen te scheppen, zei-
de, dat de buitengemeenten in Leiden
geen concurrent, doch een mede
speler moeten zien. Spreker ziet in het
plan een werkbasis, een grondslag,
welke verder moet worden uitge
werkt in diverse uitbreidingsplannen.
Met het College is spreker het eens,
dat het compromisplan van te kleine
allure is. Niettemin acht hij het kleine
plan van grote betekenis, omdat het
datgene bevat, waarover alle bij het
plan betrokken gemeenten het eens
zijn geworden.
Van het College wenst spreker te we
ten of het reeds een oplossing heeft ge
vonden voor de binnenstad (wegen
schema en sanering). Voorts: is hc' vee
marktterrein verplaatst? En hoe zit het
met het Merenplan?
Spreker, die eveneens pleitte voor een
verder overleg, is van mening, dat de
„deur voor de buitengemeenten nog
wagenwijd openstaat". Leiden heeft wel
iswaar alle kaarten op tafel gelegd, doch
dit wil nog niet zeggen, dat het alle
maal precies zo moet worden. Wat men
Leiden ten onrechte verwijt, doet juist
die gemeente, die al bij voorbaat zegt:
wij doen geen stap verder, over kaart
IV valt niet te praten. Moge de eens
gezindheid in de Leidse raad een lich
tend voorbeeld zijn van de eensgezind
heid in de Leidse agglomeratie.
Ook de heer Van Weizen (C.P.N.) is
van oordeel, dat de eerste fase van het
plan niet voorziet in de bestaande be
hoefte in de komende 25 jaar, doch ook
hij is een voorstander van een open ge
sprek met de buitengemeenten. De heer
Kortmann (K.V.P.), die enkele details
van het plan bespreekt, zou gaarne een
nadere explicatie ontvangen van de cij
fers, welke betrekking hebben op de toe
komstige woningbehoefte. Hoewel spreker
de onschatbare waarde van de Univer
siteit niet in twijfel trekt, vraagt hij zich
af of voor uitbreiding een terrein van
140 ha dringend noodzakelijk is. Is het
voorts nodig, dat zoveel terrein e§n
oppervlakte van 1/3 Noord-Oostpolder
voor recreatie wordt bestemd? Zijn frac
tiegenoot, de heer De Bree, zet hierna
uiteen, dat een goede samenwerking de
basis legt voor een verder en vrucht-
Tijdens de debatten over het
structuurplan. Wethouder A. J.
Jongeleen en de burgemeester ma
ken ijverig notities.
iFoto LD./Van Vliet)
baar overleg.
Plannen financieel uit
te voeren
De heer Huurman (Prot.-Chr.) vraagt
of Leiden er belang bij heeft, dat haar
agglomeratie in de toekomst zo sterk
uitbreidt. Z.i. heeft plan III plan IV niet
in de weg te staan. Heeft men bij de
opstelling van de plannen echter wel
rekening gehouden met economische om
standigheden? Is alles financieel wel uit
te voeren? Wat kost b.v. de omlegging
van Rijksweg 4? Voorts vraagt spreker
zich af of het wel verstandig is goede
bouwgrond voor woningen thans te be- j
stemmen voor universitair terrein. Had
het universitaire terrein niet elders ge- i
projecteerd kunnen worden? B.v. op
slechte grond? Voor universitaire ge
bouwen moet men toch gaan heien.
De heer Schüller <P. v. d. A.) wenste
van het College te weten op welke wijze
Schorsing en niet
naar huis
Tot onze grote verbazing schorste
de burgemeester gistermiddag
midden in de behandeling van
de agenda om half vijf de ge
meenteraadszitting. In tegenstel
ling met onze verwachting ging de
raad niet naar huis, doch ging
„doorvergaderen" in de koffiekamer
van het Stadhuis, waar de kaarten
van het structuurplan de entou
rage vormden. Uiteraard weten
wy het onderwerp van bespre
king niet, doch wij vermoeden zo,
dat hier het voorstel tot „een ver
der overleg met de buitengemeen
ten is geboren".
men het overleg in de toekomst denkt
voort te zetten. Laat men de buitenge
meenten vriendelijk tegemoet treden.
Zoals het in het verleden is gegaan,
maakt men deze gemeenten z.i. huiverig.
Tenslotte wilde de heer Drijber (V.V.D.)
nog weten of het E.T.I. straks wordt in
geschakeld.
De heer Meester, die enigszins te
leurgesteld is over de gang van zaken
in de afgelopen periode, pleitte nog
maals voor een open gesprek met de
belanghebbende gemeenten, hetgeen
ditmaal blijkbaar niet zo open is ge
weest.
Waarom hebben B. en W. niet ge
tracht de raadsvergadering van de bij
het. plan betrokken gemeenten gelijk
tijdig te doen houden. Vermoedelijk wa
ren dan de beraadslagingen niet in zulk
een sfeer gehouden als thans is ge
schied. Hoewel het plan niet zo breed
van opzet is als aanvankelijk door Lei
den gedacht, is het zeker aanvaard
baar. Is het niet gewenst, dat er thans
een lichaam komt, dat de zorg voor de
coördinatie en uitvoering van het plan
draagt?
De heer Meester, die een groot voor
stander is van verder overleg, dringt
hier voor de toekomst sterk op aan.
Is er geen overleginstantie te creëren van
breder allure? De inzichten van B. en
W. voor een verdere uitbouw ziet spreker
als een bijdrage voor nader beraad.
Slechts door volkomen openheid wordt
de basis voor een hechte samenwerking
gelegd.
Werk van formaat
De heer Woudstra (Prot.-Chr.), die
van mening is, dat met de totstand
koming van dit plan een werk van
formaat is verricht, heeft grote be
wondering voor de voortvarendheid van
de structuurcommissie.
Het is voor spreker nog moeilijk een
uitspraak te doen over de inzichten
van B. en W. Ook spreker vraagt zich
af of aan het overleg met de buiten
gemeenten niet iets heeft ontbroken.
Momenteel is de goede naam van het
Leidse College in het geding.
Naar aanleiding van de verslagen in de
plaatselijke pers over de discussies in de
buitengemeenten, stelt spreker de vol
gende vragen:
Is het juist dat, terwijl een werkgroep,
waarin Leiden was vertegenwoordigd, be
zig was met een structuurplan voor de
Leidse agglomeratie, B. en W. een eigen
structuurplan aan de randgemeenten
hebben voorgelegd, met de mededeling,
dat dit spoedig in de Leidse raad aan
de orde zou komen?
Is het juist, dat de randgemeenten be
reid waren tot overleg over een struc-
De burgemeester, die de raad het eerst van repliek diende, wees er o.m. op, dat
op 23 december j.I. een schrijven van het College naar een aantal gemeenten in
de Rijnmond was uitgegaan om in de loop van februari in Leiden een bijeen
komst bij te wonen, waarin door een deskundig spreker een uiteenzetting zou
worden gegeven over de problemen, welke de Randstad Holland bezig houden.
Helaas is van deze gemeenten het waren er elf een gelijkluidend schrij
ven ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat men een dergelijke bijeenkomst
te preamatuur acht. Voor B. en W., die dachten dat deze uitnodiging met
enthousiasme zou worden ontvangen, was dit een grote teleurstelling.
Het College overweegt thans om de
j Leidse raad voor een dergelijke bijeen-
I komst uit te nodigen.
Of het voor Leiden van belang is, dat
de Leidse agglomeratie wordt uitgebreid,
dient afgewacht te worden. Momenteel
is het plan nog alleen door de Planolo
gische Dienst bekeken.
Ook het College had liever gezien, dat
de raadsvergaderingen gelijktijdig waren
gehouden. Een verzoek daartoe is van
het College uitgegaan. Men oordeelde
het echter beter om hieraan geen gevolg
te geven.
Een bovengemeentelijk orgaan neeft
nog geen vaste vorm verkregen. B en
W. hebben een en ander reeds in studie
genomen. Zoals in vele opzichten ge
schiedt, zal t.z.t. ook hiervoor contact
met de buitengemeenten worden opge
nomen.
E. MEESTER
open gesprek
(Foto LXk/Van Vliet)
Natuurlijk is ook het College van B. en
W. voor verder overleg met de buiten
gemeenten. Elk overleg betekent ech
ter niet, dat er ook overeenstemming
komt. De burgemeester verwacht, dat
de gesprekpartners een open oog zul
len hebben voor de vele moeilijkheden,
waarvoor Leiden als centrumgemeen
te staat.
Tenslotte maakte spreker de raad dui
delijk, dat Leiden reeds lang aan een
structuurplan werkte, hetgeen de bui
tengemeenten geheel vrijblijvend is
voorgelegd.
Geen overrompeling
Wethouder Jongeleen, die allereerst
uitvoerig inging op de voorgegeschie-
denis van het structuurplan, wees erop,
dat Leiden de andere gemeenten met
het eigen plan niet heeft overrompeld.
Wij hebben niet gezegd: hier hebben
jullie het plan en zeg nu maar ja of
neen. Toen het plan eenmaal op tafel
lag, zijn wij in onderhandelingspositie
gegaan. Het overleg is zo ruim moge
lijk opgezet en in alle openheid ge
voerd. Dat het resultaat er thans zo
uitziet, ligt niet aan de vertegenwoor
digers van Leiden. Herhaaldelijk is
van Leidse zijde opgemerkt, dat het
plan niet te klein moet worden opgezet
want dat anders Den Haag het wel
eens groot zou kunnen doen.
Ten aanzien van de door de heer
Woudstra gestelde vragen, merkte wet
houder Jongeleen o.m. op. dat er inder
daad door de Planologische Dienst een
werkgroep was gevormd, welke groep
aan B. en W. van Leiden een schetsplan
heeft voorgelegd. Dit plan is ter discus
sie aan de buitengemeenten toegezonden.
Toen deze gemeenten niet akkoord kon-
Geen afstand Merenplan
Hoewel het Merenplan niet op kaart
III voorkomt, heeft Leiden daar nog
geen afstand van gedaan. Ook houdt
Leiden voorlopig nog vast aan een
woon- en werkgebied van circa 250.000
inwoners. Wij moeten, aldus de wethou
der naar een plan van breder formaat.
Stedebouwkundigen ontlenen aan de
omlegging van Rijksweg 4 grote beteke
nis. Indien zulks buiten de bemoeienis
van de Leidse schatkist gaat 1 km.
Rijksweg kost circa een miljoen gulden
heeft Leiden daar geen bezwaar
tegen.
Gaat spreker af op het schema van de
ontwerper van de universitaire uitbrei
ding, dan is 140 ha zeker niet te veel.
Met de heer Huurman betreurt de wet
houder het, dat goede bouwgrond voor
woningen straks moet worden afgestaan.
Het is echter van bijzonder groot belang,
dat deze uitbreiding komt in de onmid
dellijke omgeving van het Acad. Zie
kenhuis.
Een plan van de ontsluiting van de
binnenstad moet er nog komen. Op een
andere kaart staat de veemarkt gepro
jecteerd op zijn oorspronkelijke plaats.
Bij een verdere uitwerking van de
plannen zal het Econ. Technologisch
Instituut worden ingeschakeld.
Deur nog open
Hoewel wethouder Jongeleen begrip
heeft voor de kritiek van de buitenge
meenten een raadslid van een bui
tengemeente ziet de zaken anders dan
Leiden verwacht hij toch, dat men
ook oog zal hebben voor de problemen
waarmede Leiden worstelt. Deze eerste
fase van het plan, aldus spreker, houdt
de mogelijkheden voor een groter plan
In. Via de weg van overleg „de deur
staat nog steeds open" hoopt wet
houder Jongeleen er eens in te slagen
de buitengemeenten te bewegen tot
medewerking aan het Leidse plan.
Gelet op het late uur werd op voorstel
van de heer Meester afgezien van het
Leidse raad besluit:
P.v.d.A., V.V.D. en C.P.N. zagen liever
een „compromisschool"
Alvorens de Leidse raad zich gisteravond zette aan de behandeling van het met
de gemeenten Voorschoten, Oegstgeest, Warmond, Leiderdorp en Zoeterwoude
samengestelde structuurplan voor de Leidse agglomeratie, werden in de middag
vergadering, welke reeds om half vyf werd geschorst, nog tal van voorstellen
afgedaan. Ruim een uur werd daarbij gesproken over een eventuele stichting van
een christelijke school voor slechthorenden en spraakgebrekkige kinderen, welke
voorlopig kan worden ondergebracht in drie lokalen van de hervormde school
aan de Hoge Morsweg. Hoewel de P. v. d. A., de VVD en de CPN van deze school
liever een „compromisschool" hadden gezien een school, welke in gezamenlijk
overleg met de voorstanders van het openbaar, rooms-katholiek en christelijk
onderwijs was tot stand gekomen werd een daartoe ingediend voorstel van de
heer Drijber, dat de mogelijkheid tot een gesprek wenste te openen, verworpen
met zestien tegen twintig stemmen. Z.h.s. werd daarna het voorstel van B. en W.:
medewerking verlenen aan de stichting van een christelijke school, aangenomen.
De heer Drijber (VVD), die de discus
sie over dit voorstel opende, had veel
waardering voor het door de Stichting
Chr. Orthopaedagogisch Instituut voor
Leiden en omgeving genomen initiatief.
Z.i. wijken echter de cijfers van het te
verwachte leerlingenbezoek af van de
gegevens, welke een aantal jaren gele
den (in 1952i werden overgelegd toen
de gemeente zelf het plan had een der
gelijke school te stichten. Zij zouden nu
veel gunstiger zijn. Hoewel de heer
Drijber de gelijkstelling van openbaar
en bijzonder onderwijs niet in de dis
cussie wenst te betrekken meerdere
malen heeft zijn fractie er blijk van ge
geven deze gelijkstelling voor te staan
vraagt hij zich toch af of met het oog
op het onzekere aantal leerlingen, dat
de school zal bezoeken, niet beter een
gesprek met het Stichtingsbestuur kan
worden geopend, dat uiteindelijk leidt
tot de oprichting van een z.g. compro
misschool. Voorts oordeelt hij het
vreemd, dat het departement van On
derwijs. K. en W-. vooruit lopend op de
beslissing van de Leidse raad. reeds zijn
medewerking tot schoolstichting heeft
toegezegd. Bovendien: de stiching van
de Mytylschool levert het bewijs, dat in
gezamenlijk overleg veel tot stand kan
komen.
De heer Meester (P. v. d. A.) deelt de
zienswijze van de heer Drijber en dringt
eveneens op een gesprek met het Stich
tingsbestuur aan.
De heer Van Dijk (KVP) is echter van
een ander gevoelen en zegt, dat het
Stichtingsbestuur bij de aanvraag tot
inrichting van de school aan de wette
lijk te stellen eisen heeft voldaan. In
dien de heren Drijber en Meester zich
stellen op het standpunt van de gelijk
stelling van het onderwijs, kunnen zij
aan deze aanvrage moeilijk voorbij gaan.
Spreker is blij, dat het Departement
thans niet achter de zaken aanloopt,
doch vooraf zijn mening bekend heeft
gemaakt.
De heer Woudstra (Prot- Chr.)
brengt de heren Drijber en Meester
onder het oog. dat het Departement
erop uit is in dit opzicht een planolo
gische planning toe te passen. Er zijn
reeds enkele openbare (o.a. in Den
Haag) en r.-k- scholen voor slechtho
renden en slechts één christelijke
school (in Utrecht). Toen het bestuur
van de Stichting Chr, Orthopaedogo-
gisch Instituut zich onlangs tot het
Departement wendde voor de stichting
van een school in Den Haag, werd de
aandacht op Leiden gevestigd. Tegen
een compromisschool verzetten zich
de Statuten van de Stichting.
het onderhavige voorstel akkoord zullen
gaan.
De heer Van Dijk heeft eveneens geen
behoefte aan het voorstel-Drijber/
Meester.
De heer Meester, die de opmerking
van de heer Woudstra (jaloezie) „kin
derachtig" vindt, wees nog eens op het
belang, dat aan dit voorstel ten grond
slag ligt. Laten wij, aldus spreker, in
het belang van de kinderen toch stre
ven naar een school op brede basis!
WETHOUDER VAN SCHAIK:
GESPREK LEVERT GEEN
RESULTAAT OP
Wethouder Van Schaik merkte in
tweede instantie op, dat een nader on
derzoek naar de cijfers geen enkel re
sultaat zal opleveren. Deskundigen zijn
geraadpleegd, t.w. de schoolartsendienst,
de G.G. en GD., oorartsen, prof. Van
Dishoeck en een aantal scholen in het
land. Hoewel spreker geen enkel be
zwaar heeft om met het Stichtingsbe
stuur. dat aan statuten is gebonden,
contact op te nemen, is hij ervan over
tuigd. dat ook dit geen enkel resultaat
zal opleveren. Men is nu eenmaal ver
plicht destatuten na te ijeven. Onder
deze omstandigheden zijn B. en W. dan
ook niet bereid het voorstel aan te hou
den. De medewerking van het Departe
ment steunt op het B.L.O.-besluit van
1949.
VOORSTEL-DRIJBER C.S.
VERWORPEN
Een hierna volgende stemming over
het voorstel-Drijber c-s. werd verwor
pen met 16 tegen 20 stemmen. (Voor
de P. v .d. A., met uitzondering van
de heer v. d. Burgh, de V.V.D. en de
C.P.N.), De vier wethouders stemden
tegen.
Het voorstel van B. en W.: mede
werking verlenen aan schoolstichting,
werd z.h.6t. aangenomen.
Alle overige, door ons reeds gepubli
ceerde, voorstellen werden zhs. aange
nomen. De heer M. Dubbeldeman werd
benoemd tot onderwijzer aan de open
bare school aan de Storm Buysingstraat
en de dames A. G. J. Wendt en T. Laman
tot hoofdleidster, resp. van de openbare
kleuterschool aan de Haverstraaj, en de
Da Costastraat.
den gaan, heeft ook Leiden de behande- j .spreken in tweede instantie, waarna de
ling van dit plan niet aan de orde ge- j voorstellen van B. en W. z.h.s. werden
steld. Toen in de structuurcommissie aangenomen. Slechts de heer Van Dijk
werd afgesproken plan III bij de raden kon zich niet verenigen met de inzich-
in te dienen, heeft Leiden een voorbe- I ten van het College inzake een verdere
houd gemaakt. De mogelijkheid is in uitbouw van het plan
uitzicht gesteld, dat Leiden niet alleen
over plan III zou praten. Wj hebben Na afloop van de zitting had wet-
plan IV wel degelijk getoond en hier- I houder Jongeleen van de raad vele ge-
mede niets achterbaks gedaan, lukwensen in ontvangsi te nemen.
WETHOUDER ZIET IN
GESPREK WEINIG HEIL.
Nadat ook de heer Van Weizen (CPN)
erop gewezen had. dat hij voor de sug
gestie van de heer Drijber kon voelen
en gevraagd had naar de wettelijke
grond, waarop de uitspraak van het
ministerie van Onderwijs, K. en W.,
steunt, bracht de wethouder van Onder
wijs, de heer Van Schaik, de raad onder
het oog, dat het inzicht van een derge
lijke schoolstichting in een aantal jaren
kan veranderen. Bovendien wenst men
I niet alleen slechthorenden, doch ook
I spraakgebrekkige kinderen in het on-
derwijs te betrekken. Bij het verstrekken
van de cijfers is men op deskundige
adviezen afgegaan. Met de heer Woud
stra was spreker het eens, dat men in
Den Haag een bepaalde planologie na-
streeft- Het departement had de aan-
i dacht op Leiden gevestigd. Van een ge-
j sprek met het Stichtingsbestuur ver
wacht de wethouder weinig heil. omdat
de statuten het bestuur die vrijheid niet
laten. Wenst de raad echter zulk een
gesprek, dan zal hij zich daartegen niet
verzetten.
VOORSTEL TOT EEN GESPREK
Na schorsing der vergadering dit
om de heren Drijber en Meester gele
genheid te geven tot onderling beraad
—deelt de heer Drijber mede, op het
standpunt van een compromisschool te
blijven staan. Laten wij, aldus spreker,
het voorstel aanhouden en het Stich
tingsbestuur zien te bewegen tot een ge
sprek. Mede namens de heer Meester
dient spreker in deze geest een voorstel
in.
De heer Woudstra. die dit voorstel
uit jalouzie ziet geboren, is hier tegen.
Had de raad een aantal jaren geleden
op voorstel van B. en W. besloten tot
stichting van een openbare school voor
slechthorenden, dan had zijn fractie
hier zeker haar fiat aan gegeven. Nu
het anders ligt, verwacht hy. dat. op
grond van de gelijkstelling van het on
derwijs, ook de VVD en de PvdA met
Meevaller van
kwart miljoen
voor Leiden
Hogere uitkering uit
Gemeentefonds
In de gisteravond gehouden zit
ting van de Leidse gemeenteraad
heeft de wethouder van Financiën,
de heer D. van der Kwaak, bijna
als terloops medegedeeld, dat Lei
den. met terugwerkende kracht tot
1 januari 1957. een hogere uitke
ring uit het Gemeentefonds zal
ontvangen, een mededeling, welke
evenwel niet aan onze aandacht
is ontsnapt. Toen wij te bevoegder
plaatse hedenmorgen nadere infor
maties inwonnen, bleek ons dat
dit voor Leiden de belangrijke
meevaller van niet minder dan
een kwart miljoen gulden bete
kent.
De uitkering, welke was vastge
steld op f40.82 per inwoner en per
jaar. is n.l. met f 1.86 verhoogd.
Officiële publikaties
De Burgemeester van Lelden brengt ter
openbare kennis, dat op 11 februari as.
de kandidaatstelling voor de verkiezing
van de leden van de Provinciale Staten
plaats vindt. Op deze datum kunnen van
9 uur voorm. tot 5 uur nam bij de voor
zitter van het hoofdstembureau of diens
plaatsvervanger, ter gemeente-secretarie
van Lelden, lijsten van kandidaten wor
den Ingeleverd.
De tot invulling bestemde formulieren
voor doe lijsten van kandidaten en de for
mulieren voor de schriftelijke verklaring
van bewilliging ln de kandidaatstelling
zijn van heden af ter gemeente-secretarie
van Lelden, nfd Bevolking c a kosteloos
verkrijgbaar.
Lelden. 21 januari 1958
De Burgemeester voornoemd.
F. H. VAN KINSCHOT.