ROTTUM,
het eiland van de malle
graaf
D'
De verbannen graaf van Clancarty
regeerde er van 1706 1731
Waar of
wanneer ook in ENGELAND
altijd zijn er wel paardenrennen!
Het noordelijkste stukje Nederland, het eiland Rottum is in gevaar.
Bij de Rijkswaterstaat bestaan plannen om het eiland aan het lot over
te laten en de enige bewoner, strandvoogd Toxopeus, een andere
functie te geven. De toekomst van Rottum ziet er niet mooi uit. Zal
het eiland in de baren verdwijnen of zal het eens deel uitmaken van
een reusachtige Waddenzee-polder?
Het kleinste Waddeneiland mag dan geen rooskleurige toekomst
hebben, het verleden van „Neerlands noordkaap" is interessant ge
noeg om niet in de vergetelheid te geraken. In 1715 werd Rottum
zelfs in de internationale politiek een factor van betekenis toen „de
malle Graaf" beschuldigd werd om van daaruit pogingen te doen de
Jacobieten in Engeland weer aan de macht te helpen. Deze „malle
Graaf" was een gevreesd man onder de schippers en vissers in
Noord-Nederland en Noord-Duitsland, want zowel aan de Elbe als
aan de Lauwerszee had deze Mac Carthy zijn versterkingen. De
Groningers hadden niet veel bewondering voor de voormalige kamer
heer van Koning Jacobus II en zijn personeel daar te midden van de
baren der zee. De Graaf hield er n.l. ook een harem op na en van
daar de naam „malle Graaf".
Rottums geschiedenis
Wanneer de eerste bewoners zich
op Rottum gevestigd hebben is
niet te zeggen. De kloosters van
Rottum en Oldeklooster waren in de
late middeleeuwen eigenaar van het
eiland. Vandaar de naam Rottumeroog,
de officiële naam van het eiland. Doch
reeds in de 14e eeuw moet het geweest
zijn dat de Groninger kooplieden op
het eiland pakhuizen bezaten. Begin
1600 was Rottum een dorp met een
eigen school en schoolmeester.
In 1575 werd het eiland gekocht door
de zeeschuimer Barthold Enthens van
Mentheba, die er een kasteel wilde
bouwen om de handel op de Eems te
beheersen. Dit ging blijkbaar niet door,
want bij de reformatie bleek het eiland
weer eigendom van het Oldeklooster te
zijn. Het kwam toen aan de Staten
vaö Stad en Lande. In 1659 verkocht
de provincie het eiland aan Schelto
Tamminga, A. Huinga, Alje Bajes en
Hero Luitjen Jans voor 7310 gulden. In
1695 werd het eiland eigendom van
Lui es Trip en Michiel van Bolhuis.
Van 17061731 regeerde Graaf Clan
carty over het eiland en daarna was
het de Dokkumer Pieter Pivé, die in
1735 drievierde van het eiland verkocht
aan Van Burmania, grietman van
Oost-Dongeradeel, burgemeester He
ringa en notaris Suiderbaan uit Dok-
kum voor 3459 gulden. Op 12 juni 1738
kochten de Staten van Groningen het
eiland terug voor 4612 gulden en 60
cents. In 1876 stond de provincie het
af aan het Rijk. Sedert 1738 woont een
strandvoogd op het eiland, laatstelijk
de heer J. Toxopeus.
Het eiland was vroeger veel groter
en is langzaamaan naar het zuid-oos
ten „gewandeld". Eens lagen er nog
een paar eilanden in de nabijheid, n.l.
Busch, Coornzand en Simonszand,
welke eilanden bij Rottum behoorden.
De bewogen jeugd van
MacCarthy Donough
Maccarthy werd in 1668 te Barney
bij Cork in Ierland geboren als
zoon van de protestantse Calla-
ghan Maccarthy en Elizabet Fitzgerald.
Op 21 november 1676 stierf Callaghan
Maccarthy. De 8-jarige zoon werd nu
zeer streng protestants opgevoed door
de moeder, tot ongenoegen van de
verdere katholieke familie. In 1684 wist
zijn oom Justinus invloed op de jon
geling te verkrijgen en in het geheim
een huwelijk tussen de 15-jarige Do
nough en de 11-jarige Elisabeth Spen
cer, dochter van Robert Graaf van
Sutherland, te bewerkstelligen. Op 3
december 1684 werd dit huwelijk in de
Westminster Abbey voltrokken. Daar
na gingen de jongelui uiteen om elkaar
in jaren niet weer te zien.
De 15-jarige Graaf vertrok naar zijn
goederen in Ierland en werd katholiek.
Dit leek hem beter toe, daar hij onder
Koning Karei II, die in het geheim de
katholieke godsdienst beleed en katho
lieken bevoorrechtte, op deze wijze
eerder tot macht en aanzien kon
komen.
Bij de troonsbestijging van Jaco
bus II werd Clancarty commandant
bij de ruiterij. Hier moet hij volgens
de Engelse geschiedschrijvers uitge
munt hebben in het plegen van wreed
heden. Verder wordt hij beschreven
als een losbandig heerschap, die van
het geloof eigenlijk niets moest heb
ben en het er slechts om begonnen
was beroemd te worden.
In mei 1689 nam de jonge Graaf met
dispensatie van de Koning zitting in
het Ierse Huis der Lords. Maar inmid
dels veranderde de situatie. Willem III
was overgestoken naar Engeland en
Jacobus II kon slechts op Ierland
standhouden tegen Oranje. Daar lo
geerde de Vorst bij Clancarty, die nu
benoemd werd tot Colonel en Kamer
heer van Jacobus. De vreugde duurde
slechte kort, want de slag aan de
Boyne bracht de ommekeer. De Graaf
werd gevangen genomen en opgesloten
in de Tower.
Voor de Graaf zag het er niet
mooi uit. Hij verwachtte te worden
terechtgesteld, maar uitstel beteken
de afstel en zo zag Donough kans op
27 oktober 1694 uit de Tower te ont
snappen. Zijn pruikebol had hij in
bed gelegd met het opschrift „de
pruikebol zal namens mij optreden".
Hij bereikte Ostende en werd later
bevelhebber van het Corps Ierse uit
gewekenen in Frankrijk. Bij de vrede
van Rijswijk in 1697 was z\jn rol
echter voorlopig uitgespeeld.
Nog hetzelfde jaar keerde hij in het
geheim terug naar Londen, waar zijn
vrouw hem verborgen hield, maar
door een kamermeisje werd hij verra
den. In de nieuwjaarsnacht 1697/1698
werd hij met zijn vrouw gevangen ge
nomen en weer opgesloten in de To
wer. Lang heeft het tweede verblijf in
de gevangenis niet geduurd. Door hulp
uit regeringskringen mocht hij op 27
mei 1698 met zijn vrouw uit de ker
ker, doch moest het land verlaten.
Mollegraafsluis te
Oudwoudmerzijl
Oudwoudmerzijl is geen bekend ge
hucht in Friesland. Het is moeilijk te
vinden. Ten noorden van Oudwoude
ligt het aan het Dokkumerdiep. Een
paar boerderijen en een paar huizen.
Hier was het waar de Graaf zich in
1697 met zijn vrouw vestigde. Het huis
waarin hij zijn intrek nam had twee
verdiepingen en kreeg later de naam
„Mallegraafshuis". Tot 1706 moet hij
hier soms lange tijden gewoond heb
ben, daarna maar zelden. Personeel
was steeds in het huis aanwezig. Wel
licht heeft de burgerij nooit beseft
waarom de Graaf hier een „verster
king" had. Tegelijkertijd bezat hij ook
een huis te Ottensen, niet ver van Al-
tona aan de Elbe. Daar woonde zijn
dienaar John Hüns, een Schot van af
komst. In 1704 schijnt zijn echtgenote,
de jonge Elisabeth, in het huis te Ot
tensen overleden te zijn.
landelijke bevolking ten zuiden van
het wad vond dat de Graaf met deze
dames een vreemde levenswandel volg
de. Men sprak van de „harem" op
Rottum en gaf Clancarty de bijnaam
„Malle Graaf". Clancarty was een
echte autocraat. Hij was alleenheerser.
Zo veroordeelde hij eens een be
diende tot de dood door middel van
de strop. De militaire macht van de
Graaf was te gering om de man te
bewaken en zo zag deze op de mor
gen dat het vonnis voltrokken zou
worden kans bij eb het wad over te
komen waarvan h|) de geulen en
slenken niet kende. Behouden kwam
hij te Warffum aan.
Watervloed en een
blijde gebeurtenis
erstmis 1717 werden Groningen en
Friesland geteisterd door een
grote watervloed. Op Rottum
steeg het water van uur tot uur. De
woning van de Graaf kwam vol water
te staan en de bewoners wisten ter
nauwernood een van de schepen te be
reiken. Zij strandden met het schip
by Groot-Zeewijk op de kwelder te
Warffum. Deze tocht bleef niet zonder
gevolgen voor één der jonge dames.
Onder de indruk van dit vreselijke ge
beuren schonk zij te vroeg het leven
aan een jong Graafje, dat na de ge
boorte spoedig overleed en begraven
werd in de kerk te Warffum. Volgens
het grafboek betaalde de Graaf 100
gulden voor het grafBij de terug
keer op Rottum bleek het huis te zijn
vernield en moest de Graaf zijn
„burcht" weer opbouwen.
Van de Elbe tot de Lauwers
De Graaf schreef veel brieven aan
zijn zaakwaarnemer Abel Eppo
van Bolhuis. Deze brieven wer
den niet alleen op Rottum geschreven,
K
maar ook te Oudwoudmerzijl, Otten
sen, Wittenberg, Zoutkamp, Delfzijl,
Ulrum, „het wad onder Zeewijk", „het
wad onder Uithuizen" enz. Hieruit
blijkt dat de Graaf veel met zijn vloot
op zee was. De brieven zijn wel aardig,
want Bolhuis kende geen Engels en de
Graaf geen Nederlands. Hij schreef de
brieven in het Hoogduits met een men
gelmoes van Frans, Engels en Neder
lands er doorheen.
Bolhuis kon het goed met Clancarty
vinden. Soms trakteerden de heren
elkaar of werden cadeaus uitgewisseld.
Van Bolhuis noemde de Graaf wat al
te deftig „Zijne Excellentie".
Ook reisde de alleenheerser sedert
1720 naar Engeland, waar hij op 3 sep
tember 1721 door Koning George I
werd ontvangen en de grote verzoening
schijnt te hebben plaatsgevonden.
De inkomsten van Zijne
Excellentie
Het jaargeld van 300 ponden is vol
strekt onvoldoende geweest voor
het leven van de Graaf, zoals hij
dat leidde te Rottum en in zijn buiten
verblijven. De grote vraag is dan ook
steeds geweest: Hoe kwam de malle
Graaf aan geld? Duitse bronnen geven
hier het antwoord op.
Het zouden de vissers van Blanke -
nese bij Hamburg geweest zijn, die in
dienst van de Graaf stonden en de
Noordzee afspeurden naar buit. Zij gin
gen geheimzinnig te werk. Verkeerde
er een schip in nood, dan werd de be
manning er af gehaald en het schip
later buit gemaakt. De goederen gin
gen naar Rottum en werden vandaar
verkocht.
De scheepvaart uit de Elbe, Eems en
van Dokkum stond ongetwijfeld onder
controle van de Graaf. Al worden geen
staaltjes van directe zeeroverij aange
troffen, toch loerde men in Rottum en
elders op buit. Trouwens de Graaf
schrijft zelf op 3 juli 1728 dat door
hem een overval is gedaan op de
„Soutcamper" schippers. In 1707
strandde een Nederlands schip tussen
Rottum en Borkum. De Borkumers
wilden de zeelui helpen, maar Clan
carty verbood dit, daar het schip bin
nen zijn eigendom gestrand was. Het
schip met de inhoud eigende hij zich
toe. Ook moet hij een bord aan een
paalwerk tussen Rottum en Borkum
geplaatst hebben waarop stond dat een
ieder, die op zee gevonden goederen
naar Rottum bracht, de helft van de
opbrengst zou krijgen.
Deze jonge dachshondjes staren enigszins verwonderd naar de camera,
die zo plotseling op hun gericht werd tijdens de tentoonstelling van een
hondenvereniging te Londen. De diertjes zijn eigendom van de heer en
mevrouw J. Sauvage uit Londen en dragen de nogal ongebruikelijke
namen van (v.l.n.r.) Toni van Sauminda. Sally van Sauminda en Sheila
van Sauminda.
Vast staat ook dat de Graaf eens in
Emden duizend gulden uitkeerde aan
iemand als aandeel in een schip met
Spaanse produkten aan boord.
De uitkijkposten aan de Elbe en
het Dokkumerdiep krijgen door deze
feiten wel een zekere betekenis. AI
kan de malle Graaf zo maar geen
zeerover worden genoemd, het heeft
toch niet veel gescheeld of deze titel
had hij aan de vele andere kunnen
toevoegen.
De Engelse geschiedschrijvers geven
een beknopt overzicht van de „En
gelse periode" van de Graaf. Van
zijn leven op Rottum is echter maar
weinig bij hen bekend.
Na de verkoop van het eiland ging
Clancarty wonen op de Praalshof bij
Altona aan de Elbe. Daar overleed
hij 19 sept. 1734, oud 64 jaar. Z'jn
boedel was bezwaard met schulden.
VLEER.
In het
land van
herkomst
Races te Epsom waarlijk uniek 'j
Rottum gekocht
p 23 december 1706 kocht Clan
carty Rottum van Abel Eppo van
Bolhuis, reder te Warffum, voor
een deel zelf bezitter en voorts als
lasthebber van Mevr Trip. In de koop-
acte wordt vermeld:
„verkocht aan Donough comte de
Clancarty du royaume d'Irelant het
eilant Rottum, met zijn annexe san-
den en stranden, gerechtigheden en
heerlyckheden etc. Voorts een aen-
part in het eilant Busch, Coorn- en land van herkomst. Men be- bridge Stakes" en de „Cesarewitch
Simonszand met annexen, alsmede 5chouwt het Weine plaatsje New_ Stakes".
het huys op gemelte eilant staende, market in het graafschap Suffolk, Het Engelse renseizoen - dat wil
het schip met seil, tuigh, ankers en wntum-ih., *e'Ven het seizoen van de v,akke
touwen, daerbij gebruykt, twee paer- a's wereld-hoofdkwartier van
baanwedstrijden - wordt ieder -jaar
den en een waghen, het mobiele huys- deze sport. nopend met een wedstrijd in Lin-
raed op de tovenkamers als be e, Er 2^n n ueU)market bijna veer- coin op de laatste maandag in
deeckens, laa ens, yzerweic s ien renstallen en ongeveer duizend maart. Van deze dag af worden er
wei ck.glasen, tafels, stoelen etc., daer- paar^en worden er elke dag op de op elke werkdag, gedurende de daar
enboven netten om te visschen en ko- nabijgelegen heide getraind. Het op volgende acht maanden, rennen
nijnen te vangen. Voorts alles wat op renseizoen loopt in Neiomarket van gehouden. Het seizoen eindigt met
het Eilant toekoomet, exempt het
geen reeds op het eilant gestrant en
geborghen is, en hetgeen voor de be
taling van de koopsom mocht stran
den; dit alles voor eene somma van
3000 car. guldens, welke penningen
kooper belooft te betaalen acht wee
ken nadat de vorst sal syn opge
houden".
Men behoeft, waar men zich half april tot eind oktober en in to- een wedstrijd in Manchester op de
ook in Engeland bevindt, en het taal worden er op 56 dagen rennen laatste zaterdag in november.
doet er niet toe in welk jaargetijde, 9"'r9^je"d- In de maanden december, januari,
nooit ver verwijderd te zijn van februari en maart worden er alleen
paardenrennen Want dit is het "e"S Thousand Guineas wedstri)den met hindernissen georga-
paardenrennen Want d.t is het de Jockey club Stakes„ de Cam. Kbekend
land van herkomst. Men be- briiae Stakes" en de ..Cesarewitch staan onder de naam .National Hunt-
rennen. De meeste renbanen ln Enge
land, met uitzondering van die in
Newmarket, Ascot en Epsom, hebben
ook banen voor rennen met hindernis
sen. Er zijn echter ook renbanen, waar
uitsluitend de „National Hunt" wordt
beoefend. Van deze laatste is de ren
baan te Cheltenham de belangrijkste.
Hier heeft in de tweede week van
maart een „National Hunt Festival"
plaats. Deze rennen zijn de aantrek
kelijkste en meest kleurrijke van het
Jaar en de drie belangrijkste punten op
het programma zijn de wedstrijden om
de „Champion Hurdle Cup", de „Chel
tenham Gold Cup" en de „National
Hunt Steeple Chase".
Militaire race
In de week tussen de rennen te Chel
tenham en de opening van het vlakke
baan seizoen te Lincoln, wordt in
Sandown Park de „Grand Military"
verreden. Dit is een grote gebeurtenis,
want aan deze rennen kunnen alleen
maar paarden deelnemen, waarvan de
eigenaar beroepsmilitair is.
Sandown Park is een van de vier zgn.
„park" banen, die binnen een straal
van 15 mijl van Londen zijn gelegen.
De andere zijn: Alexandra Park,
Kempton Park, en Hurst Park. Ieder
weekeinde worden er, het gehele jaar
door, op één van deze banen rennen
georganiseerd.
Het belangrijkste programmapunt
van de opening van het seizoen van
vlakke baan wedstrijden te Lincoln is
de „Lincolnshire Handicap". Voor deze
race bestaat altijd een grote publieke
belangstelling en op de paarden wordt
zwaar gewed; evenals op de paarden,
die een week later aan de „Grand
National" te Liverpool deelnemen.
De „Grand National", de laatste
grote wedstrijd van het „National
Hunt" seizoen, is de zwaarste en
moeilijkste race ter wereld. De eige
naar van het winnende paard krijgt
gewoonlijk een bedrag van tiendui
zend pond sterling. Er nemen dik
wijls meer dan vijftig paarden aan
deel.
De Derby
Rottum in de hoge politiek
grafelijke positie op Rottum is
éénmaal ernstig in gevaar ge
weest. Op 5 nov. 1715 zonden de
Staten-generaal aan de regering van
Stad en Lande een schrijven van de
Britse gezant, waarin geprotesteerd
werd tegen de politieke activiteit van
de „Jacobiet" Clancarty. De Staten
schroken hevig van dit schrijven en
haastten zich maatregelen te nemen.
Luitenant Majoor Caspar Coerkamp
wordt met militairen naar Rottum ge
stuurd en krijgt de volgende instruc
tie mee:
„en zich aldaer te verseekeren van
den persoon van gemelten graef
Clancarty, alsmeede derzelfs papie
ren, domestiquen, en alle andere
menschen op het eilant bevonden
wordende daedelijks te arresteren, de
woningen beneffens het geheele
eilant te doorsoeken, 't jacht van
den graef of deszelfs scheepen te be
machtigen, en zich van alle persoo-
nen daerop synde meester te maec-
ken, met volkoomen macht om alle
diegenen, die sich niet mochten wil
len overgeeven en aen dese onse
ordres te submitteeren, met gewelt
aen te tasten en daertoe te dwin
gen" enz.
Wat de soldaten op het eiland daar
is overkomen of wat ze kregen te zien
is niet bekend, maar ze keerden terug
zonder Clancarty of iemand anders,
waarmee de zaak blijkbaar de doofpot
is ingegaan.
Een harem op het
noordelijkste stukje
Nederland
De Graaf hield niet van de een
zaamheid. Behalve de nodige be
dienden had hij ook enige dienst
boden in dienst en tevens enige muzi
kanten, die het leven wat moesten
opvrolijken. Hoofdpersonen waren
naast de Graaf drie jonge meisjes,
naar men wil een zwart, een blond en
een roodharige, die met de Graaf lief
en leed ln de eenzaamheid deelden. De
Deze foto is genomen in Lancashire, terwijl de jockeys zich gereed maakten voor een race.
maar hij had in talrijke plaatsen in Engeland genomen kunnen worden. Waar of wanneer
men ook in Engeland is, altijd is er in de buurt wel een gelegenheid om paardenrennen
bij te wonen en een gokje te wagen.
In de eerste week van juni heeft de
wereldberoemde „Derby" te Epsom
plaats, die twee dagen later wordt ge
volgd door „The Oaks". Deze grote
rennen worden verreden hoog op de
krytheuvels van het graafschap Surrey,
op weinig meer dan vijftien myl af
stand van Londen. In de week dat deze
rennen worden gehouden kamperen er
doorgaans veel zigeuners op de heuvels
in de omgeving, en het geheel vormt,
met de kermis, de kraampjes, en tip
gevers een tafereel, dat nergens ter
wereld zyn gelijke vindt.
De grote, en op mode gebied zo be
langrijke. gebeurtenis op de „Royal
Heath" te Ascot, is ieder jaar in de
derde week van juni. Er worden dan
in vier dagen zeven rennen verreden.
Elk van de zeven wedstrijden is van
zeer veel waarde voor de winnaar, en
zeer belangrijk als een sport gebeuren.
Als er één wedstrijd is, die een bijzon
dere aandacht waard is. dan is het wel
de race om de „Ascot Gold Cup", want
geen paard is aan de top van zyn be
roemdheid gekomen, zolang hij deze
race niet heeft gewonnen. De Koninein
en de Hertog van Edinburgh verblijven
gedurende de Ascot Week in het nabij
gelegen „Windsor Castle" en op een
aantal dagen rijden zij in staatsie over
de baan naar de Koninklijke Box.
Neusje van de zalm
Een andere klassieke vlakke baan
wedstrijd wordt in september verreden.
Dat is de „St. Leger", die wordt ver
reden op de „Town Moor" te Doncaster
in het graafschap Yorkshire. Deze
wedstrijd, en de wedstrijd die een week
eerder in York wordt gehouden, zijn
de belangrijkste van het jaar in het
noorden van Engeland.
Deze gebeurtenissen en wedstrijden
zijn in de paarderensport het „neusje
van de zalm". Maar er zijn nog vele
andere rennen, die in belangrijkheid
niet onder doen voor de eerder ver
melde.
De „Goodwood" races bijvoorbeeld,
die in de laatste week van juli wor
den verreden, zyn in vele opzichten
een minder formele versie van de
races te Ascot. En de rennen in mei
in Chester, die met Pinksteren en
november in Manchester, en de juli
en november races te Liverpool,
nemen ook ln de paarderensport een
zeer belangrijke plaats lm