Met vijf omliggende gemeenten werd
tenslotte een compromis bereikt
Plan schiet in vele opzichten tekort
HOE ZAL LEIDEN ER IN DE TOEKOMST UITZIEN?
B. en W. van Leiden tevreden,
doch nog niet voldaan
Te weinig woningen, recreatie
en industrieterrein
96ste jaargang
Dinsdag 14 januari 1958
Tweede blad no. 29340
STRUCTUURPLAN VOOR LEIDEN EN OMGEVING
Na jaren van voorbereiding en een vooral in
het laatste jaar intensief overleg met de gemeen
ten Oegstgeest, Warmond, Voorschoten, Leider
dorp en Zoeterwoude, is dan eindelijk het struc
tuurplan voor Leiden en omgeving verschenen.
Het voorziet in grote lijnen doch dan nog maar
voor een bepaald aantal jaren in de toekomstige
ontwikkeling van de Leidse agglomeratie. Voor
woning- en wegenbouw, voor terrein, dat bestemd
is voor universitaire doeleinden, voor vestiging
van industrieën en dat ook aandacht schenkt aan
de recreatie, is in dit plan een plaats ingeruimd.
Het heeft Leiden grote inspanning gekost de
belangen liepen op menig punt niet parallel om
met de vijf bovengenoemde gemeenten tot een
vergelijk te komen. Na talloze besprekingen is dit
tenslotte gelukt. Er is echter niet meer dan een
compromisplan tot stand gekomen. En zo ontstond
een structuurplan, waarmede de zes partners uit
eindelijk genoegen konden nemen. Teneinde deze
overeenstemming te bereiken, heeft Leiden offers
gebracht. Grote stukken van het plan zijn er links
en rechts afgesneden. Zij zijn opgeborgen in de
„ijskast".Hoewel B. en W. van Leiden de
In plan is thans plaats voor woning- en
wegenbouw, universitaire uitbreiding,
industrie- en recreatieterrein
Om met het laatste te beginnen. Rondom het stadscentrum van Leiden zyn
thans, inplaats van vjjf, drie woongebieden gedacht, t.w. het gebied ten noorden
van Leiden met Oegstgeest; de westeiyke woonwijk in de richting van Rijks
weg 4b en de oostelijke woonwijk met Leiderdorp. Rekening houdende met de enerzUds een verbinding met de onder bosplan, de Rotterdamse zuiderpark-
- - - Jt e genoemde traverse en anderzyds. m gordel en het Kralingse bos. Een derge-
verdunning van de woningbezetting in Lelden verband houdende met stadskern- j zuidelijke richting met het industrieter- lijk recreatiegebied van aanmerkelijke
omvang van dit compromisplan volstrekt te ge
ring achten, hebben zij zich bereid verklaard dit
plan, in verband met de mogelijkheden, welke het
als eerste aanzet voor een groter plan openen kan,
als eerste fase van een verder uit te breiden struc
tuurplan te aanvaarden. Tegelijk echter met een
voorstel om dit compromisplan te aanvaarden,
nodigen B. en W. van Leiden de raad uit om zich
te verenigen met hun inzichten, welke gericht zijn
op het scheppen van de mogelijkheden voor de
uitgroei van de Leidse agglomeratie tot een woon-
en werkgebied van 220.000 tot 250.000 inwoners
binnen een tijdsverloop van circa 25 jaren. In een
thans verschenen, uitvoerige beschouwing geven
B. en W. van Leiden hiervoor de richtlijnen aan.
Alvorens B. en W. hiertoe overgaan, geven zij de
Leidse raad een inzicht van de vele moeilijkheden,
welke met de buitengemeenten waren te overwin
nen, wijden zij enkele beschouwingen aan de opzet
van een structuurplan en de positie, welke Leiden
daarbij inneemt om tenslotte een uiteenzetting te
geven van het compromisplan, aan de hand waar
van de komende jaren moet worden gewerkt.
verkeersknooppunt bij de kruising van
de Rijkswegen 4 en 4b langs de univer-
siteitswijk naar de zuidzyde van het
Stationsplein: op logische wijze sluit de
weg uit Katwijk langs Valkenburg en
de Rijn hierop aan; b. de weg. welke
van de noord-west-hoek van de agglo
meratie uit via de Rijnsburgerweg naar
het hart van het Stationsplein voert; c.
de invalsweg door Broek- en Simon-
tjespolder naar de noordzijde van het
Stationsplein; d. de provinciale weg 5
via de nieuwe provinciale brug over de
Zyl en de Willem de Zwijgerlaan met
haar vertakkingen naar de city; e. bij
de kruising van de randweg met de
Rijksweg 4a is een verbinding opgeno
men voor een weg naar de traverse
werkt., vormt een deel van de bovenge- i
noemde wegen de volgende ringweg:
Willem de Zwijgerlaan - weg door de
Kikkerpolder - Warmonderweg - Mors-
kwartier - viaduct dr. Lelylaan, Chur-
chilllaan - Vrouwenweg - Ommedijkse-
weg - kruising Rijn naar viaduct onder
Rijksweg 4a in Leiderdorp - weg door
nieuwe woonwijk Leiderdorp - Willem de j
Zwijgerlaan.
De spoorlijn via Schiphol naar Am
sterdam-zuid is thans ten noorden van
Warmond langs de Rijksweg geprojec
teerd.
Nog vele vraagstukken
Het hoofdwegenstelsel vormt tenslotte
straks de basis van het secundaire we
genstelsel in onze stad, zoals dit in het
wegenschama nader zal worden vastge
legd. De structuur van de binnenstad
hangt daar ten nauwste mee samen,
waarbij de saneringsplannen een grote
rol spelen
Daarnaast zullen nog tal van andere
vraagstukken dienen te worden opge-
list, zoals het scheepvaartverkeer door
Leiden, de problemen rond de Vee
markt. de vuilverbrandingsinrichting,
de riool- waterzuiveringsinrichting
Noord, de uitbreidingsmogelijkheden
voor de Stedelijke Fabrieken van Gas
en Electriciteit. verbreding en verdie
ping van de Rijn. een mogelijke vaar-
verbinding met het Amsterdam Rijn
kanaal. enz.
Begrijpelijkerwijze zijn deze punten
bij het overleg met de aangrenzende
gemeenten niet of nauwelijks aan de
orde geweest.
Groot tekort aan wijk- en
stadsrecreatie
Tenslotte wil dit structuurplan
zij het niet volledig ook voorzien in
het grote tekort aan wijk- en stads
recreatie.
De wijkrecreatie is in het plan aan de
rand van de ontworpen woonwijken
geprojecteerd, waardoor er vrijwel
overal een open groene zoom tussen
de woonwijk en de hoofdverkeersweg
ontstaat-
Een stad van een omvang als de thans
geprojecteerde agglomeratie vraagt, vol
gens B. en W. van Leiden, om speciale
voorzieningen ten behoeve van de stads
recreatie: bosplan met waterpartijen,
fietspaden, kampeerterreinen, sportvel
den en volkstuincomplexen, roei- fijs)-
Lage Rijndijk-Langegrachtf. een nieuw bëan. ^embadeïTeiêTVoorbeelden hiër-
gedeelte van de provinciale weg 6 geeft i van vinden wij in het Amsterdamse
vorming en sanering, tot circa 65.800 inwoners, is er binnen de grenzen van dit j re*n *n de Grote Polder en de dorpskern
Jvan Zoeterwoude; g. van de richting
nieuwe woningen. Bij een inwonertal utrecht uit vormt de Rjjksvveg li de be-
van 147.000 in 1980 biedt dit plan slechts ruimte voor een vestigingsoverschot van staande verbinding van het industrie
terrein Grote Polder met de stad; h.
van Zoeterwoude uit leidt de nieuwe
Vrouwenweg via de nieuwe provinciale
Lammenbrug en de Lammenschansweg
de viaducten Vrouwenweg en Hoge Rijn- j naar de hart van de stad en i. ook de
dijk aansluitingen geven aan de krui- Voorschoterweg behoudt haar belang-
sende wegen. rijke functie als invalsweg naar de city.
Andere belangrijke invalswegen, welke I Tezamen met enkele wykverbindingen.
in dit plan zijn opgenomen, vormen: welke in het later in de dienen wegen-
a. de weg van het uiterst gewichtige I chema volledig zullen worden uitge-
structuurplan plaats voor ongeveer 24.161
van 147.000 in 1980 biedt dit plan slechts
circa 31.000 personen. Volgens B. en W. van Leiden en dit is het eerste be
zwaar is dit een fundamentele tekortkoming van het plan.
In plan reeds nu tekort
aan industrieterrein
De behoefte aan nieuwe industrieter
reinen voor de Leidse agglomeratie, lou
ter gebaseerd op de bevolkingsprognose,
kan, volgens B. en W., worden gesteld
op ca. 80 ha. Voor de verplaatsing van
grotere bedrijven uit de Leidse binnen
stad naar nieuwe terreinen is ca. 15 ha.
nodig, in totaal dus 100 ha. De be
volkingsprognose alleen biedt echter
geen zuivere maatstaf. Verschillende
andere factoren, zoals een van over
heidswege gestimuleerd industrialisatie
proces, belangstelling van industriële
ondernemingen voor een vestiging op
de nieuwe industrieterreinen, het in
ruimere mate voorhanden zijn van ge
schikte arbeidskrachten, kunnen tot ge
volg hebben, dat de behoefte in de loop
der jaren sterker toeneemt dan krach
tens de bevolkingsprognose wordt ver
wacht.
Volgens het structuurplan zijn de
volgende nieuwe industrieterreinen ont
worpen: In de Grote Polder in Zoeter
woude (tot aan de Ommedykseweg) ca.
50 ha.; aan de Zyl in Leiderdorp ca.
10 ha., totaal 60 ha.
De mogelijkheden in Leiden-zuidwest.
in het Morskwartier en in de Waard
kunnen praktisch worden verwaarloosd,
daar bedoelde terreinen deels voor han
delsterrein en kleinindustrie, deels voor
uitbreiding van bestaande bedrijven
(b.v. de Grofsmederij) bestemd zijn.
Waar 60 ha. beschikbaar is en
3fc 100 ha. nodig, is er dus een tekort
van ongeveer 40 ha.
Universitaire uitbreiding
In samenwerking met het College
van B. en VV. is een plan universitaire
uitbreiding ontworpen in de richting
Oegstgeest en Valkenburg, waarin de
toekomstige behoefte aan laboratoria,
ziekenhuizen, collegegebouwen, studie
centra, etc. kan worden opgevangen.
Zulks in het bijzonder t.b.v. de na
tuurwetenschappen. Bovendien is er
rekening gehouden met een sterke
uitbreiding van het aantal studenten.
grootte dient zo dicht mogelijk bij de
woonwijken te zijn gelegen. Voor deze
vorm van massa-recreatie hebben B. en
W. het gebied op het oog. gelegen tus
sen Rijksweg 4a, Rijksweg 4b en de Vliet.
Deze gedachte spruit niet zo zeer voort
uit het constateren van de reeds be
staande ..zomergeneugten" langs het Rijn
en Schiekanaal. als wel uit de omstan
digheid, dat dit gebied beschouwd kan
worden als een voortzetting van de open
strook, welke van 's-Gravenhage af tus
sen de Vliet en Rijksweg 4a is gelegen.
Het huidige tekort aan wijk- en
Leidse visie op compromisplan
Verkeerswegen
Grote aandacht wordt in dit plan ook
besteed aan de verkeers- en invals
wegen.
Een nieuwe hoofdverkeersweg tussen
Den Haag en Leiden is door de provin
ciale planologische dienst ontworpen
langs de westzijde van de spoorlijn om
de Ryksweg 4, een der drukste wegen
van ons land, te ontiasten. De nieuwe
weg, de zgn. „forensenweg" loopt op dit
plan onder de omhoog te brengen spoor
baan bij de Vink door en leidt langs de
Haagweg, de Toussaintkade. over het
spoorwegemplacement naar de „city-
ring". De verbinding van de Toussaint
kade naar het Levendaal (door de Hor
tus!) vraagt om nadere bestudering. Dit
geldt in wezen voor een groot gedeelte
van de hoofdverbindingen door en om
de „city" heen, mede in verband met de
noodzaak om zowel aan de binnen- als
aan de buitenkant van de „city-ring"
op ruime schaal parkeerruimte te schep
pen. In het reconstructieplan voor de
binnenstad zal
bezien-
Voor het onderlinge contact met de P1^11 e" cle commissie Westen des lands'
verschillende woon- en werkgebieden "elen deze opvatting
Verdere uitbouw onmiddellijk ter hand
nemen
Hoewel B. en W. van Leiden waardering hebben voor het overleg
dat met de gemeenten Oegstgeest, Warmond, Zoeterwoude, Leider
dorp en Voorschoten plaats vond en de bereikte resultaten, welke uit
dit overleg voortvloeien, niet willen onderschatten, wijzen zij er in een
toelichting op dit compromisplan op, dat dit plan slechts is te aanvaar
den als een eerste fase. De verdere uitbouw van het plan zal, volgens
B. en W., onmiddellijk ter hand moeten worden genomen. In deze
geest bereikte de raad dan ook een voorstel. Aan de hand van een
uitvoerige beschouwing wordt uiteengezet dat het thans ingediende
plan enkele belangrijke en fundamentele gebreken bevat.
Zo is, volgens het Leidse college de
capaciteit van de in het plan geprojec
teerde nieuwe woonwijken veel te
gering. Gaat het plan uit van een
totale capaciteit van 178.000 inwoners
in de Leidse agglomeratie (in 1980),
volgens B. en W.- moet echter, afgaan
de op de te verwachten sterke toename
van de bevolking in de randstad Hol
land, ruimte geschapen worden voor
circa 220.000 inwoners. Bovendien
moet rekening gehouden worden met
het opvangen van eei. eventueel groter
surplus van de Haagse agglomeratie.
In het structuurplan, zoals het Leidse
College zich dat had gedacht een
plan, dat de Leidse raad ook ter hand
is gesteld is zelfs rekening gehouden
met een totaal aantal inwoners van
circa 250.000 binnen de Leidse agglo
meratie. De hiervoor benodigde ruimte
kan volgens B. en W. gevonden worden
op een plaats, welke ook reeds de aan
dacht van de stedebouwkundige advi
seur- h«cft rehad, n.l. in de polder
Achthoven, ten oosten van de Does en
ten noorden van de Rijn.
Voor een structuurplan voor de Leidse
agglomeratie, waarvan men volgens het
Leidse college mag verwachten, dat het
de nodige visie en allure heeft, is een
aantal van circa 250.000 inwoners een
volkomen aanvaardbaar getal.
In deze visie, aldus B. en W„ staat
Leiden niet alleen. Tal van deskundigen
Aan
recreatie werd
voorbijgegaan
In de tweede plaats betreuren B. en
W. van Leiden het, dat het element
van de waterrecreatie in zo geringe
mate tot overeenstemming heeft ge
leid.
Dat het gemeentebestuur van War
mond. aldus het Leidse college, zich zou
blijven verzetten tegen het projecteren
van het bekende meer in de Zwanbur-
gerpolder. ligt in de gedachtengang van
Warmond voor de hand. Warmond heeft
in het verleden getracht de Zwanburger-
polder tot ontwikkeling te brengen door
middel van ruilverkaveling. Deze pogin
gen zijn mislukt, wellicht mede omdat
een der eigenaren van de in de Zwan-
burgerpolder gelegen gronden, de ge
meente Leiden, andere plannen koester
de Tot voor kort had men in Warmond
aldus B. en W. volstrekt geen oog
voor de grote winstpunten, welke er voor
Warmond waren gelegen in een tot gro
ter bloei brengen van de watersport en
de daarmede samenhangende elementen
van de waterrecreatie. Dit heeft B. en
W. van Leiden altijd sterk verwonderd,
omdat de welvaart van Warmond c.i in
het bijzonder die van de middenstand
voor een zeer groot redeelte haar grond
slag vindt in de recreatieve functie van
de gemeente Warmond. Het verheugt
Het is daarom, aldus B. en W. van
Leiden, dubbel jammer, dat de verte
genwoordigers van de andere gemeen
ten in de structuurplan-commissie om
welke reden dan ook aan de betekenis
van het meer voor de recreatie van de
agglomeratie voorbij zijn gegaan. Het
betreft hier niet een particuliere aan
gelegenheid tussen Warmond en Lei
den, doch een zaak, welke van het
hoogste gewicht is voor een harmoni
sche ontplooiing van de agglomeratie.
Industrieterrein ontoereikend
Een derde tekortkoming van ernstige
aard van het structuurplan, ziet het
Leidse college in de ontoereikendheid
van de geprojecteerde industrieterrei
nen. Het buiten het plan laten van
circa 55 ha. terrein, welke door B. en
W. en de stedebouwkundigen in iets
geringere mate ten z.o. van de Omme-
dijkse weg onder Zoeterwoude was
geprojecteerd, acht het college zeer
bedenkelijk.
Deze gronden zijn als het ware voor
industrieterrein geschapen. Gelegen aan
een belangrijke spoorbaan, aan een
Rijksweg en aan de Rijn, bezitten deze
terreinen alle eigenschappen, welke ves
tiging van de zgn. „droge industrieën"
zeer aantrekkelijk maken.
De geografische ligging van deze ter
reinen in het hart van de randstad is
uniek te noemen. Bovendien doet zich de
omstandigheid voor. dat van Rotterdam
tot Haarlem praktisch geen mogelijk
heden voor de aanleg van industrieter
reinen, met dezelfde gunstige condities
als in de Leidse agglomeratie, meer aan
wezig zijn.
Het Leidse plan
dit n* £dïr worfen uit Wn.en van de Pro. taSSffi
7-4.^.,,-e r?i e liciucu, uo i uitruil ui.iin ten rvcmeium t. ut t »t
SaTen h'. ei™ HE' *°"V««tm het feit. dat Warmond zich teruouce
Teneinde de raad een duidelijk inzicht
te geven van de opvattingen van het
Leidse college, is bij de stukken een
kaart gevoegd, waarin zijn geprojecteerd:
1. de woonwijken in Zoeterwoude, welke
een noodzakelijk complement moeten
vormen van het industriegebied; 2. de
woonwijken aan de noordrand van de
agglomeratie, welke bedoeld zijn als hoge
flatwoningen te midden van veel groen
in de nabyheid van de meren; 3. het
waterrecreatie-gebied by Warmond met
de vaartverbinding, naar de Braassem en
het vergrote industrieterrein in Zoe-
stadsrecreatie van Leiden, dat niet meer
binnen de grenzen te realiseren is, be
draagt circa 150 ha. Voor de aanwas
van de bevolking moet ten behoeve van
de stadsrecreatie gerekend worden op
een oppervlakte van 57 ha bij de norm
van 10 m2 per inwoner, hetgeen aan de
vrij lage kant is. Dit schept een be
hoefte van ca 210 ha De hier bedoelde
strook langs de Vliet heeft een voor
recreatie nuttige oppervlakte van ca.
260 ha. Het structuurplan geeft de dub-
bele bestemming van „recreatie land
bouw" Dit dient naar de mening
van B en W als een zgn alternatieve
bestemming te worden opgevat waar
tegen volgens de huidige administratief-
rechtelijke inzichten geen bezwaar be
hoeft te bestaan Bestaande bedrijven
kunnen dan. waar dit verantwoord is.
gehandhaafd blijven. Aan de noordzijde
van de agglomeratie zal eveneens demo
gelijkheid worden geopend tot massa-re
creatie door het verbreden van de Grote
Sloot te Warmond en het scheppen van
recreatieve voorzieningen in combinatie
met de watersport
Plan vertoont grote gebreken
Tot zover de belangrijkste aspec
ten van dit structuurplan, een
opzet, waarmede Oegstgeest, War
mond, Zoeterwoude, Leiderdorp
en Voorschoten, zoals gezegd,
akkoord gaan.
Hoewel Leiden eveneens haar
instemming met dit plan betuigde,
zijn B. en W. van oordeel, dat er
enkele belangrijke en fundamen
tele gebreken aan dit plan verbon
den zijn.
Hiervoor verwijzen wij naar de
Leidse visie, waarin concreet
wordt gesteld, dat „dit plan ern
stig tekort schiet".
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitT
Zij stelden plan samen
De commissie, welke het thans
aan zes gemeenten ter goedkeuring
voorgelegde plan samenstelde, zag
er als volgt uit: wethouder A. J.
Jongeleen (voorzitter), met als zijn
adviseurs ir. D. Y. Lem en ir. J.
II. Drost; de heer II. L. du Boeuff,
burgemeester van Oegstgeest. met
zijn adviseur jhr. ir. J. de Ranitz;
de heer K. van Diepingen, burge
meester van Leiderdorp, met zijn
adviseur ir- .1. A. Kuiper; jhr. mr.
L. M. E. von Fisenne. burgemeester
van Warmond, met zijn adviseur
ir. W. F. Schut; de heer C. .1. van
der Hoeven, burgemeester van Voor
schoten, met zijn adviseur jhr. ir. J.
de Ranitz en de heer H. J. J. A.
Smeets, burgemeester van Zoeter
woude. met zijn adviseur ir. R. G.
den Uyl.
Als secretaris fungeerde mr. Th.
J. C. Verduin. administrateur ter
secretarie van Leiden. De commis
sie besloot zich te noemen: „Com
missie-structuurplan Leiden en om
geving".
jlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Voorstel aan Leidse racd
Op grond van deze overwegingen
leggen B. en W. van Leiden de raad
het volgende voorstel voor: ten eerste
te besluiten het door de „Commissie
structuurplan Leiden en omgeving"
ingediende ontwerp-structuurplan, als
resultaat van het overleg, met de ge
meentebesturen van Leiderdorp, Oegst
geest, Voorschoten, Warmond en Zoe
terwoude gevoerd, te aanvaarden als
een eerste fase van een structuurplan
voor de Leidse agglomeratie en ten
tweede zich te verenigen met de in
zichten van B. en W.. welke gericht
zijn op het scheppen van de mogelijk
heden voor de uitgroei van de Leidse
agglomeratie tot een woon- en werk
gebied van 220.000 tot 250.000 inwoners
binnen een tijdsverloop van ca. 25
jaren.
Welk perspectief biedt ontwikkeling
van Leidse agglomeratie
Geeft oplossing van problemen van Randstad Holland
In hun beschouwing over het structuurplan schenken B. en W. van Leiden
tevens aandacht welk perspectief de ontwikkeling van de Leidse agglomeratie
biedt en welke mogelijkheden worden geopend voor een bijdrage van deze agglo
meratie ter oplossing van de problemen van de Randstad Holland.
zijn straks in totaal vijf viaducten aan
wezig: Vrouwenweg. spoorlijn naar
Utrecht, Hoge Rijndijk, Lage Rijndijk
en een viaduct In Leiderdorp, waarvan
B. en W. betreuren het daarom dan
ook, dat zij moeten constateren, dat
het compromisplan in dit opzicht ern
stig te kort schiet.
heeft verenigd met de verbreding van de
Grote Sloot, hetgeen helaas geen zand
winning kan betekenen, daar het zand
ter plaatse te diep zit en de daarmede
gepaard gaande uitbreiding der recrea
tiemogelijkheden.
B. en W. zijn van mening, dat slechts
deze opzet beantwoordt aan de voorstel
ling, welke zij zich vormen van een
structuurplan, dat de ontwikkeling aan
geeft gedurende een tijdsverloop van
I plm. 25 jaren.
Volgens B. en W. komen hierbij als
voornaamste functies acht facetten naar
voren t.w.: 1. universitair centrum; 2.
industrieel en energie-verzorgend cen
trum; 3. verzorgingsgebied van de agra
rische omgeving: 4. woonplaats voor fo
rensen; 5. administratief centrum; 6.
garnizoensstad; 7. onderwijscentrum en
8. centrum van watersport over deze fa
cetten schrijven B en W. het volgende:
DE LEIDSE UNIVERSITEIT
De Leidse universiteit is van onschat
bare waarde voor de Leidse agglomera
tie. In de eerste plaats in cultureel op
zicht. maar evenzeer uit economisch
oogpunt bezien. In samenwerking met
het College wordt een plan van uitbrei
ding ontworpen, waarin de toekomstige
behoefte aan ziekenhuizen, laboratoria,
collegegebouwen, studiecentra etc. kan
worden opgevangen. In het bijzonder ten
behoeve van de natuurwetenschappen
zal de universiteit een zeer grote ont
wikkeling moeten doormaken, en wel in
een betrekkelijk snel tempo. Bovendien
wordt het aantal studenten in 1980 ge
schat op ca 10.000 hetgeen een verdub
beling betekent van het huidige aantal.
Voor de huisvesting van deze studenten
alsmede voor die van een aanzienlijk ge
tal nieuwe hoogleraren en leden van de
wetenschappelijke staf zal gelegenheid
moeten worden geschapen. Voor deze en
andere daarmede samenhangende voor
zieningen (recreatie, wetenschappelijke
instituten, culturele instellingen e d.)
kan slechts de agglomeratie ruimte bie
den, waarvoor de stedebouwkundige ont
wikkeling velerlei gedifferentieerde mo
gelijkheden zal moeten openen.
LEIDEN INDUSTRIESTAD
Vanouds is Leiden een industriestad.
De vrij eenzijdig samengestelde indus
trie heeft zich op bevredigende wijze tot
meer sectoren uitgebreid Naast de al
oude wolindustrie bezit onze stad veler
lei vormen van metaalindustrie, terwijl
in de na-oorlogse jaren tal van kwali
teitsindustrieën zich gevestigd hebben
De taak van onze Stedelijke Fabrieken
van Gas en Elektriciteit breidt zich
steeds meer uit en overschrijdt verre de
grenzen van de agglomeratie. Met be
trekking tot de energievoorziening ne
men onze fabrieken een sleutelpositie in.
De ontwikkeling van de stadskern laat
ter plaatse verdere uitbreiding van de
industrie praktisch niet meer toe. Nieu
we ruime industrieterreinen zullen de
nodige expansie-mogelijkheden moeten
scheppen, waartoe de gunstige verkeers.
ligging van de agglomeratie binnen de
Randstad Holland en de aanleg van de
nieuwe rijkswegen ongetwijfeld in grote
mate zullen bijdragen. Verwacht mag
worden, dat de nodige arbeidskrachten
mede kunnen worden geput uit het re
servoir van de agrarische omgeving.
LEIDEN ALS
VERZORGINGSGEBIED
Als verzorgingsgebied voor de agrari
sche omgeving (Rijnland en de bollen
streek) neemt Leiden in de agglomeratie
een belangrijke plaats in. Dit blijkt uit
de omvang van het winkelapparaat en
de weekmarkten. De betekenis van de
veemarkt behoeven wij, aldus dit schrij
ven niet nader uiteen te zetten. De bouw
van het nieuwe agragrische centrum is
onontbeerlijk voor de instandhouding
en verdere groei van deze gewichtige tak
van handel. In het uitbreidingsplan
zuidwest is mogelijkheid aanwezig voor
vestiging van grossiersbedrjjven (waar
mede thans reeds een aanvang is ge
maakt». hetgeen van betekenis is voor
de streekverzorging. Dc in de directe
nabyheid van de agglomeratie liggende
gronden nabij het dorp Zoeterwoude zijn
voor tuinbouw geschikt, hetgeen de be
tekenis van het veilingwezen gunstig zal
beïnvloeden.
WOONPLAATS VOOR FORENSEN
Alhoewel de relatie tussen 's-Graven
hage en Leiden in het forensenverkeer
reeds een grote rol speelt, kan de woon
functie van de agglomeratie aanmerke
lijk worden uitgebreid. De verkeerslig-
ging is zeer bevorderlijk voor de vesti
ging van forensen, vooral wanneer de
aanleg van het wegennet rondom Leiden
zich verder ontwikkelt. Daarnaast zal het
noodzakelijk zyn de recreatieve voor
zieningen van de agglomeratie uit te
breiden. B. en W. denken b.v. aan bete
re verbindingen met het strand, het
aantrekkelijk maken van het fraaie pol
derlandschap ten noordoosten van Lei
den, maar vooral aan het scheppen van
nieuwe mogelijkheden aan de rand van
het merengebied. Een nauwere samen
hang van de Leidse agglomeratie met
het watersportgebied zal voor de vesti
ging van forensen van de grootste bete
kenis zjjn.
ADMINISTRATIEF CENTRUM
Reeds thans is Leiden een admini
stratief centrum van betekenis. De ont
wikkeling van handel en industrie en de
groei van de bevolking zullen de admini
stratieve functie stimuleren. Gelet op de
grote ruimteproblemen, waarmede men
in 's-Gravenhage ten aanzien van kan
toorgebouwen. zowel van particulieren
als van de overheid, heeft te kampen,
kan de Leidse agglomeratie in dit op
zicht ongetwijfeld een bijdrage leveren
tot oplossing van dit ruimtegebrek In
dit verband is wel eens van verschillende
zijden de gedachte geopperd van ver
plaatsing van een der departementen
van algemeen bestuur van 's-Graven
hage naar Leiden.
NIEUWE KAZERNES
Nieuw kazernes zijn nodig, mede met
het oog op een eventueel beschikbaar
komen van het Doelenterrein ten be
hoeve van de universiteit. Deze kazer
nes zullen buiten het huidige stadscen
trum elders in de agglomeratie een
plaats moeten vinden.
ONDERWIJSCENTRUM
By de krachtige'ontwikkeling, welke
het onderwijs in al zyn geledingen thans
aan de dag legt, wordt Leiden als on
derwijscentrum van steeds grotere bete
kenis. Voor de bouw van streekscholen
zullen nog vele terreinen beschikbaar
moeten komen.
WATERSPORT
De watersport oefent op velen een
grote aantrekkingskracht uit. Het me
rengebied rondom Leiden wordt dan ook
als recreatiecentrum van steeds groter
betekenis.
In de ontwikkeling van het watertoe
risme en van de dagrecreatie in het me
rengebied in het algemeen kan de
Leidse agglomeratie een positieve bij
drage leveren. Dit blijkt ook zeer duide
lijk uit een recente publikatie van de
Rijksdienst voor het Nationale Plan, ge
titeld „Recreatie te water", waarin wel
willende woorden gesproken worden
over „het zandwinninesproject bij de
Kaag. bekend als he* Leidse meren-
plan"
De rijksdienst acht hier een blijvend
nut voor de recreatie bereikbaar, het
geen betekent een uitbreiding „van het
overvol rakende complex van de Kaag
en de mogelijkheid tot ontwikkeling van
een waterfront bU Warmond.