Leidse raad wenst van Ged. Staten
spoedig beslissing over Merenplan
Prof. dr. J. de Zwaan, oud Leids
hoogleraar, 74 jaar oud overleden
Scherpe kritiek aan het adres
van G.S. van Zuid Holland
R. POSTMA GEÏNSTALLEERD
ALS HOOFD GEREE. ULO
H. Otten nam afscheid van school
Begaafd theoloog was dit jaar
halve eeuw lierv. predikant
96ste Jaargang
Dinsdag 24 december 1957
Tweede blad no. 2932I&
Na zeven jaar nog steeds geen antwoord
J. van Itersonlaten wij plan liquideren
De nota van B. en W., waarin een uitvoerige uiteenzetting werd ge
geven van de huidige stand van zaken van het Merenplan, was gis
teren voor de Leidse raad aanleiding om het College van Ged. Staten
van Zuid-Holland zijn kritiek niet tc sparen. Men betreurde het in
hoge mate, dat na zeven jaar 28 juni 1950 ging de raad in principe
akkoord met de uitwerking van een plan van dit College nog steeds
geen antwoord is binnengekomen. De heer Schüller (P. v. d. A.) sprak
zelfs van een laakbare houding. Kritiek, welke de wethouder van
Openbare Werken, de heer A. J. Jongeleen, volkomen kon onder
schrijven. De discussie, welke bijna twee uur in beslag nam, liep ten
slotte uit op het z.h.s. aannemen van een voorstel-Piena, waarin het
College wordt uitgenodigd om namens de raad bij Ged. Staten van
Zuid-Holland aan te dringen op het zo spoedig mogelijk bekend
maken van hun beslissing. De heer Van Iterson (Prot. Chr.) wenste
zelfs nog een stapje verder te gaan en diende een voorstel in om het
Merenplan maar te liquideren. Een voorstel, dat na het „onaanvaard
baar" van de burgemeester, terug werd genomen; zo nodig tot een
later tijdstip.
De heer Van Iterson, die de discus
sies opende, noemde de nota van B. en
W. een opvallend stuk. Buitenstaanders,
die niet van de gang van zaken op de
hoogte zijn en de nota onder ogen zou
den krijgen, komen gemakkelijk in de
verleiding om te zeggen: die Ged. Staten
tochDit College krijgt immers de
schuld van allee.
ZWEVEND PLAN KOST
F. 10.000 PER JAAR
Heette het in 1950, dat Leiden voor
zandwinning op dit plan was aangewe
zen en dat het rijk en de provincie Lei-
dens partners waxen, thans zijn wij ze
ven jaar verder en heeft Leiden ge
bouwd zonder Merenplan en zijn de
partners van toen haar praktisch ont
vallen.
Het rijk, noch de provincie haasten
zich om vaart te zetten achter de ver
wezenlijking van het plan. Aan de
hapd van enkele cijfers komt spreker
tot de conclusie, dat dit zwevende
plan de gemeente aan rente en aflos
sing thans reeds circa f. 10.000 per
jaar kost. Nu de argumenten van
1950: zonder realisering van dit plan
loopt de woningbouw in gevaar, niet
meer gelden, zou spreker er zich van
willen distanciëren.
Het thans door B. en W. naar voren
geschoven argument van de recreatie,
w aartoe dit plan tevens zou kunnen die
nen, acht spreker niet houdbaar. War
mond is in dit geval de eerst aangewe
zen gemeente, welke hiervoor moet zor
gen.
Ook de heer Van Dijk (KVP) acht de
argumenten, nu op een andere wijze in
de zandwinning wordt voorzien, niet
meer houdbaar. Bovendien zijn na ze
ven jaar onderhandelen praktisch alle
partners weggevallen, terwijl ook G.S.
niet medewerken en Leiden de toestem
ming tot ontgronding onthouden.
Nu vermoedelijk van dit plan niets zal
komen, doet de heer Van Dijk het col
lege de suggestie aan de hand om een
plan tot zandwinning in zee, bijv. ter
hoogte van Katwijk, in studie te ne
men. Dit zou voor eeuwen een plaats
voor zandwinning kunnen worden,
terwijl het natuurschoon geen geweld
wordt aangedaan.
HET ROER MOET OM!
Nu de moeilijkheden zo groot zijn is
spreker een voorstander tot een open ge
sprek met de naburige gemeenten. Ge
let op de toekomstige ontwikkeling van
Leiden wordt het hoog tijd, dat het
roer inzake de zandwinning wordt
omgegooid. En wat het uitblijven van de
beslissing van GS betreft: in het Leidse
College zitten drie statenleden. Laten zij
in een vergadering van de Prov. Staten
over deze zaak eens behoorlijk aan de
bel trekken. Of weten B. en W. soms het
antwoord al?
De heer Schüller (PvdA) is van me
ning, dat de heer Van Iterson in eerste
instantie weinig nieuws naar voren wist
te brengen. Er is steeds gebouwd, doch
daarbij hebben wij een hoge zandprijs
moeten betalen. Ook thans is het z.i.
nog van belang, dat het Merenplan
wordt uitgevoerd.
LAAKBARE HOUDING
Uit de nota is het spreker duidelijk
geworden, dat B. en W. herhaaldelijk
bij G.S. op het nemen van een beslis
sing hebben aangedrongen, men kreeg
echter steeds een ontwijkend ant
woord. Dat de toestemming er nog
niet is ligt dan ook niet aan de acti
viteit van het Leidse College, doch aan
een z.i. laakbare houding van G.S.
Leiden dient vast te houden aan haar
eenmaal ingenomen standpunt. Bo
vendien moeten wij met het oog op
het komende structuurplan wel dege
lijk letten op recreatie-mogelijkheden.
Wethouder Jongeleen, die ondanks te-
ge..werking blijft vasthouden aan het
r ierenplan, maakt de raad duidelijk, dat
het plan aan betekenis nog niets heeft
verloren. Inderdaad hebben wij kunnen
bouwen, doch men moet niet vragen
hoe. Het ging dikwijls langzaam, maar
er waren dan ook vele moeilijkheden te
overwinnen, moeilijkheden, welke in de
sector van de zandwinning lagen
WETHOUDER TELEURGESTELD
.^»er het lang uitblijven van de be-
sli sing is ook spreker zeer teleurgesteld.
Denkt U, aldus spreker, een College van
B. en W. in, dat op een vraag van een
raadslid in zeven jaar nog geen ant
woord heeft gegeven. Het is gewoon on
denkbaar! Op 11 november j.l. heeft spr.
over deze zaak nog een gesprek gehad
met een lid van het College van G.S. en
op 19 november met de hoofdingenieur
directeur van de Prov. Waterstaat.
Hoewel de wethouder toegeeft, dat het
plan in zijn huidige vorm financiële of
fers van de gemeente vraagt, dient men
hierbij in het oog te houder. <*t men
de reeds aangekochte groné 1950
voor f. 0,31 per kubieke meter - zo no-
nodig weer royaal kwijt kan.
MERENPLAN HARDE NOODZAAK
Inderdaad hebben wij ook na 1950 ge
bouwd, doch hiervoor heeft men het
zand. veelal tegen een hoge prijs,
overal vandaan gesleept. Momenteel
heeft men circa 3 miljoen kubieke me
ter zand nodig voor het ophogen van
terreinen. Daarom is het Merenplan
voor spreker geen hobby, doch een
harde noodzaak.
Sinds '50 heeft Leiden voor f. 5.196.175
aan zand verwerkt, tegen een gemid
delde prijs van f. 3.80 per kubieke me
ter. Indien wij reeds in 1950 het Me
renplan hadden kuhnen realiseren,
hadden wij circa 50 rr kunnen bezui
nigen op de aankopen van zand. Uit
de meerdere kosten hadden wij circa
125 woningen kunnen bouwen.
Tenslotte wees de wethouder de heer
Van Dijk erop, dat de leden van het
College in de Prov. Staten geen zitting
hebben als wethouder, doch als lid van
deze Staten.
PLAN OOK BELANGRIJK VOOR
RECREATIE
In aansluiting op deze uiteenzetting
wees de burgemeester erop, dat het be
sluit van 1950 slechts een principe-be
sluit was. Zodra de toestemming van
G.S. is afgekomen, wordt de raad een
definitief voorstel voorgelegd, waarover
dan gediscussieerd kan worden. Zand-
putten. zoals deze ook in de omgeving
van Leiden worden aangetroffen, acht
spreker een onding, waardoor het na
tuurschoon niet wordt verhoogd. Het
huidige plan acht spreker ook uit het
oogpunt van recreatie van groot belang.
Bovendien ligt m dit plan ook een taak
voor de provincie, met het oog op de
provinciale recreatie-mogelijkheden.
TWEE VOORSTELLEN
De heer Van Iterson, die geen nieuwe
gezichtspunten door de wethouder naar
voren ziet gebracht, dient in tweede in
stantie een voorstel in. waarin B. en W.
worden uitgenodigd om alle maatregelen
te staken, welke kunnen leiden tot ver
wezenlijking van het plan en een voor
stel voor te bereiden, dat een liquidatie
van het Merenplan op het oog heeft.
De heer Van Dijk kan het met dit
voorstel niet eens zijn, het geeft geen
oplossing voor de zandwinning, welke
voor Leiden van groot belang is. Het
komt spreker gewenst voor om bij G.S.
aan te dringen op een spoedig antwoord
Ook de heren Ten Broek (KVP) en
Schüller voelen niets voor dit voorstel.
Het is niet zakelijk genoeg. De heer Ha-
gens (VVD) informeert nog naar de
kosten indien na goedkeuring tot uit
voering van het plan wordt besloten.
De wnd. fractievoorzitter van de
PvdA, de heer Piena. heeft echter een
ander voorstel en wel één, waarin het
College van B en W wordt uitgenodigd
om namens de raad bij G.S. van Zuid-
Holland aan te dringen op het zo spoe
dig mogelijk bekend maken van hun be
slissing.
GEEN SCHOP ZAND
In tweede instantie wijst wethouder
Jongeleen nogmaals op het grote pro
bleem van de zandwinning. In het
tweede kwartaal van 1958 krijgt Lei
den vermoedelijk toestemming voor de
bouw van 220 woningwetwoningen na
bij de Voorschotenveg. Voor de opho
ging van dit terrein hebben wij echter
nog geen schop zand. Momenteel knij
pen wij de handen dicht, aldus de
wethouder, indien de mogelijkheid
aanwezig is voor het ophogen van een
terrein, waarop honderd woningen
kunnen worden gebouwd.
Over de activiteit van het College in
dit opzicht kan de heer v. Dijk en met
hem de raad gerust zijn: voortdurend
wordt bij G.S. „aan de bel getrokken".
Na een korte schorsing van de zitting
- voor onderling beraad van B. en W. -
deelt de burgemeester mede, dat het
voorstel van de heer Van Iterson voor
het College onaanvaardbaar is. Met het
voorstel-Piena gaat het College akkoord.
Definitieve cijfers over de kosten van
het plan zullen de raad worden voorge
legd indien een goedgunstige beslissing
is afgekomen.
De heer Van Iterson. die van oordeel
is, dat zijn voorstel „de raad in beroe
ring heeft gebrachtheeft aan dit voor
stel op dit moment geen behoefte en
trekt het in. Spreker zal het in porte
feuille houden tot de behandeling van
de gemeentebegroting voor het jaar
195'.'. Is er dan nog geen beslissing ge
vallen. dan kemt hij met het voorstel
terug. Zonder hoofdelijke stemming
wordt hierna het voorstel-Piena aange
nomen. waarmede de bespreking over
deze nota een einde vindt.
INSPECTIE LICHAMELIJKE
OEFENING
Had de raad bijna twee uur nodig
voor deze bespreking, ook de behande
ling van het voorstel inzake de benoe
ming van een gemeentelijk inspecteur
van de lichatnclyke oefening vergde
eveneens veel tijd. Kuini een uur werd
gesproken over de noodzaak tot het in
trekken van de instructie voor de amb
tenaar voor de lichamelijke opvoeding
buiten schoolverband en deze te benoe
men tot gemeentelijk inspecteur.
Hierbij bleef uiteraard de persoon
van de te benoemen inspecteur buiten
geding. Vrijwel algemeen had men waar
dering voor hetgeen deze ambtenaar tot-
nutoe heeft verricht. Het waren met
name de heren Van Dijk, Knol, De Kier
en Portheine, die ervoor waarschuwden,
dat de aanstelling van een gemeentelijk
inspecteur voor de lichameijke oefe
ning niet tot gevolg mag hebben, dat
voor deze „afdeling" meer personeel
wordt aangetrokken. Op deze wijze wordt
een duur apparaat gecreëerd. De heer
Drijber (WD) verwachtte, dat de func
tie-verandering van de huidige ambte
naar niet tot gevolg zal hebben, dat hij
zich niet meer met de sportzaken zou
kunnen bezighouden. Laat de Sport
stichting toch blijven profiteren van
zijn deskundig inzicht! De heer Zun-
derman (PvdA) wees er o.m. op. dat
sinds de benoeming van een ambtenaar
voor de lichamelijke oefening in 1944
het werk is uitgebreid. Gezien de
grote betekenis van do lichamelijke
oefening voor de jeugd en de controle,
welke plaats dient te vinden, acht spr.
de aanstelling van een gemeentelijk in
specteur alleszins gerechtvaardigd.
Wethouder Van Schaik stelde alle
vragenstellers gerust. Ook na de aan
stelling van een gemeentelijk inspecteur
zal geen personeelsuitbreiding plaats
vinden. Aan het voorstel zijn geen ver
dere financiële consequenties verbon
den. Indien dit nodig mocht blijken kan
het personeel van de afdeling Onderwijs
bijspringen. De gemeentelijke inspec
teur zal zich ook in de toekomst met de
sportzaken blijven bemoeien. Naar aan
leiding van een vraag van de heer
Woudstra, deelde de wethouder mede,
dat de inspecteur geen controle zal uit
oefenen over de gymnastieklessen welke
op de bijzondere scholen worden gegeven.
Conform wordt dan bsloten en de hui
dige ambtenaar voor de lichamelijke
oefening, de heer J. C. F. Coers, met. 27
stemmen 2 tegen en 6 blanco be
noemd tot gemeentelijk inspecteur voor
de lichamelijke oefening.
BOUW VAN SCHOLEN
Alle overige door ons reeds gepubli
ceerde voorstellen werden deze middag
z.h.s. aanvaard. Hieronder behoren o.m.
de voorstellen tot stichting van een r.-k.
school voor zwakzinnige meisjes aan het
Philosophenpad uitbreiding van de Chr.
B.L.O.-school aan het Plantsoen, de
bouw van een r.-k. school voor woon
wagenkinderen nabij de Haarlemmer
weg en de stichting en eerste inrichting
van een nieuw gebouw voor de Mytyl
school nabij de Anna-kliniek. In ver
band met de huidige financieringsmoei
lijkheden zal de bouw van deze laatste
school voorlopig vermoedelijk niet kun
nen worden verwezenlijkt.
GROOT AANTAL BENOEMINGEN
Een groot aantal benoemingen werd in
deze zitting gedaan t.w. de heer J. H.
Pompe tot onderwijzer aan de openbare
lagere school voor uitgebreid lager on
derwijs aan de Pieterskerkstraat; mej.
A. H. Janse van Mantgem tot onderwij
zeres aan de openbare lagere school aan
de Drie Octoberstraat; tot tijdelijk
leraar in het Godsdienstonderwijs aan de
gem. bedrijfstechnische school, kape
laan W. Lemmers; tot tijdelijk leraar in
de algemeen vormende vakken aan deze
tot wederopzeggens doch uiterlijk tot
school, de heer A. A. M. Walter; alsnog
het einde van de cursus 19571958; aan
de Gem. Hogere Burgerschool voor Meis
jes met 6-jarige cursus en afdeling Mid
delbare Meisjesschool: a. mej J. M. W.
van Weerlee tot tijdelijk lerares in de
Franse taal en letterkuode, zulks met
ingang van 1 september 1957; b. de heer
J. A. van Gelderen tot tijdelijk leeraar
in de natuurkunde; c. mej. M. L A.
Groenhoff, tot tijdelijk lerares in de En
gelse taal en letterkunde; d. de heer G.
J. Meyer tot tijdelijk leraar in de ge
schiedenis; e. mej. M. K. Young tot tij
delijk lerares in de wiskunde en f. de
heer G. de Zeeuw tot tijdelijk leraar in
de wiskunde; idem aan het Rembrandt-
lyceum: a. mevr. dra. H. E. Visser
Koster tot tijdelijk lerares in de Franse
taal en letterkunde en b de heer S. Lo
pes Cardozo tot tijdelijk leraar in de
geschiedenis en tot tijdelijk leraar in de
Franse taal en letterkunde aan het
Gymnasium dr. H. Zwanenburg en tot
tijdelijk leraar in de Natuurlijke Histo
rie aan het Gymnasium de heer Th. H.
ten Berge te Utrecht.
In een drietal vacatures bij de Raad
van Beheer van de Sportstichting werd
voorzien door de benoeming van de
heren: a. 1. F P. S. Biegstraten, te Lei
den; 2. J. Smeding te Leiden, namens
de R.-K. Sportcentrale, district Leiden;
b 1. J. A. Noordenbos te Oegstgeest, 2.
J. Labordus te Leiden namens de afde
ling Leiden van de Koninklijke Neder
landse Athletiek Unie; c. 1. W. P. Lee-
nen te Leiden: 2. J. C. Mol te Leiden,
namens de verenigingen van leraren en
onderwijzers, die hier ter stede op het
gebied van de lichamelijke oefening
werkzaam zijn.
Eervol ontslag werd verleend aan mej.
M. M. van der Sluijs uit haar betrekking
van onderwijzeres aan de openbare
school aan de Maresingel. Enkele leer
krachten werden overgeplaatst van de
openbare Zuidsingelschool A naar de
openbare school aan de Zuidsingel.
Aan het einde van de zitting het
was inmiddels reeds kwart over zes ge
worden wenste de burgemeester alle
raadsleden gezegende kerstdagen en
straks een voorspoedig nieuwjaar.
Advertentie
PHILIPS RADIO'58
Tijdens een door de Vereniging voor
Onderwijs op Geref. Grondslag belegde
bijeenkomst in de gymnastiekzaal van
de ULO-school aan de Hooglandsohe
Kerkgracht is gisteravond als hoofd van
deae school geinstalleerd de heer R.
Postma uit Ommen. Tevens vond op
deze vergadering het afscheid plaats van
he-t naar Groningen vertrekkende
schoolhoofd, de heer H. Otten.
De voorzitter van de Geref. Schoolver
eniging, mr. dr. M. Teekens, opende de
avond op de gebruikelijke wijze en heette
alle aanwezigen daarna hartelijk wel
kom. Hij deelde o.m. mede, dat de heren
J. Machielsen en B. Swanenburg, resp.
Rijks- en Gem. Inspecteur voor het
Onderwijs, bericht van verhindering
hadden gezonden. Mr. Teekens richtte
vervolgens enkele woorden van afscheid
tot de heer Otten, die» ruim acht jaar
aan de Geref. ULO te Leiden verbonden
is geweest en die zich als kweekschool
leraar in het noorden van ons land zal
gaan vestigen. Spreker wees erop, dat de
scheidende onderwijzer zijn werk op uit
stekende wijze heeft verricht. Als school
hoofd heeft hij zeer veel bijgedragen
Op 74-jarige leeftijd is gisteren overleden prof. dr. de Zwaan,
oud-hoogleraar aan de Leidse Universiteit en aan de Rijksuniversiteit
te Groningen en oud-lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. In
april j.l. was het vijftig jaar geleden dat dr. De Zwaan het hervormde
predikambt aanvaardde, dat hij slechts vijf jaar uitoefende alvorens hij
in 1912 tot hoogleraar te Leiden, later tot gewoon hoogleraar te Gro
ningen en tenslotte andermaal in 1929 tot hoogleraar in Leiden voor
de uitlegging van het Nieuwe Testament en de oud-Christelijke Letter
kunde werd benoemd, welke laatste functie hij tot 1953, toen hij de
pensioenverplichte leeftijd bereikte, bekleedde.
Definitief naar Leiden
Johannes de Zwaan, die 26 juni 1883
tc 's-Gravenhage geboren is. werd na
het gymnasium aldaar te hebben door
lopen op 23 september 1901 als student
ingeschreven bij de faculteit der godge
leerdheid alhier.
Na op 14 juni 1902 prop. examen in
de theologie te hebben gedaan, volgde
om 16 oktober 1903 het eerste en op 22
juni 1904 het tweede gedeelte van het
kandidaatsexamen theologie. In zijn stu
dentenjaren bewerkte hij reeds de gram
matica van het Nieuwe Testament van
prof. dr. E. D. Burton. Het voorberei
dend kerkelijk examen werd 6 oktober
1905 met goed gevolg afgelegd, waarna
prof. De Zwaan tenslotte op 31 maart
1909 cum laude promoveerde op een
dissertatie, gètiteld: „Petrus en Judas,
textuitgaven met inleidende studiën en
textuele commentaar".
LEIDEN—GRONINGEN
Het was tüdcns zijn verblijf te Baam-
brugge, dat hij benoemd werd tot
buitengewoon hoogleraar aan de Leid
se Universiteit om les te geven in
Grieks-Oosters Christendom. Op 1 mei
1912 aanvaardde hij dit ambt.
Prof De Zwaan, die door zijn bijzon
dere begaafdheid al spoedig was opge
vallen en ook bij de studenten in hoog
aanzien stond, werd in 1914 als opvol
ger van prof. Van Rhijn aan de Gro
ningse Universiteit benoemd om les te
geven in het Nieuwe Testament en de
oud-Christelyke letterkunde. Op 13 fe
bruari 1914 aanvaardde prof. De Zwaan
dit ambt met het uitspreken van een
rede: „Christendom en Oriëntalismp"
Tijdens zijn verblijf aan de Groningse
Universiteit was hij in het studi<>-jaar
1926—1927 rector-magnificus. Bij de
overdracht van het rectoraat gaf prof.
De Zwaan in een rede een uitvoerige be
schouwing over de vraag naar het wezen
van het Christendom.
Bestuurstaken
Prof. De Zwaan, die tot de Chr. Hist.
Unie behoort en deel uitmaakt van het
H.-B. van deze partij, had voor de Chr.
Hist. Unie zitting in de gemeenteraad
van Groningen van 1924—1929 en in de
Prov. Staten van Groningen van 1""'—
1929. Door zijn vertrek naar Lei:.r\
waar hij de katheder van wijlen pref c.r
|H. Windisch ging bezetten, moest
deze functies neerleggen. Sinds 1932
maakte Drof. De Zwaan voor de C.H u.
I vele jaren deel van de Eerste Kamer uit.
Op 6 november 1929 aanvaardde hij
aan de Leidse Alma Mater het ambt
van gewoon hoogleraar met het uit
spreken van een oratie over „Het
Christus getuigenis van Paulus".
Prof. De Zwaan, die van zijn leerlin
gen een dergelijke filosofische voor
studie verlangt, weet steeds zijn onder
wijs in aantrekkelijke vorm te gieten en
doet dit op levendige, boeiende wijze.
In de loop der jaren zijn ook vele
publikaties van zijn hand verschenen
waarvan wij willen noemen: „The
treatise of Dionysius bar Salibha against
the Jews part. I the Synac text". Syn
taxis der wijzen en tijden in het Griek-
sche Nw. Testament; Antieke cultuur
om en achter het Nw. Testament;
Imperialisme van de oud-Christelijke
geest; De Handelingen der Apostelen:
De Openbaring van Johannes en de
Efezenbrief van Paulus toegelicht en
colometrisch vertaald; Jezus, Paulus en
Rome; De Handelingen der Apostelen.
Ook verschenen vele artikelen in bin
nenlandse, Engelse, Franse en Duitse
tijdschriften en was hij medewerker aan
de serie „Tekst en Uitleg'.
Prof De Zwaan vertegenwoordigde de
Nederlandse Universiteiten tijdens de
Paulus-herdenking in Griekenland in
1951.
Op kerkelijk terrein
Op kerkelijk terrein is prof. De Zwaan
een vooraanstaande figuur, die in tal
van kerkelijke colleges zitting had. Zo
was hij indertijd lid van de classicale
besturen van Zwolle en Utrecht, maakte
Prof. dr. J. de Zwaan, gefoto
grafeerd ten tijde van zijn gouden
predikants jubileum.
De gaande en komende man.
Links de heer H. Otten rechts de
heer R. Postma.
(Foto L.D./Van Vliet)
tot de groei en bloei van „zijn" ULO.
Telde de school acht jaar geleden 250
leerlingen enige tijd later bedroeg dit
aantal niet minder dan 360. Dank zij het
tot stand komen van de tweede Geref.
ULO konden echter 100 jongens en meis
jes opgenomen worden in de gemeen
schap van de Zuiderparkschool. Met
nadruk vestigde mr. Teekens er de aan
dacht op, dat de heer Otten als christen
onderwijzer steeds heeft getuigd van het
Licht, dat gekomen is in deze donkere
wereld. Spreker wenste hem daarom be
halve veel succes in Groningen ook Gods
zegen toe. Zich tot de heer Postma wen
dend verklaarde de voorzitter er zeker
van te zijn, dat ook het nieuwe school
hoofd zijn taak met dezelfde ambitie zal
vervullen als de heer Otten dat gedaan
heeft. Hij hoopte dat de heer Postma in
Leiden een prettige werkkring zal vin
den en dat de verstandhouding zowel
met het onderwijzend personeel als met
de leerlingen niets te wensen over zal
laten.
De tweede spreker op deze avond was
dr. Schilp. Deze gaf als zyn mening te
kennen, dat de heer Otten alleszins voor
zijn taak berekend is en sprak de hoop
uit, dat ook het nieuwe hoofd met succes
zal arbeiden.
Een der onderwijzers van de ULO-
school, de heer W. ten Kate, die even
eens het spreekgestoelte beklom, toonde
zich verheugd over het feit, dat ondanks
enkele meningsverschillen, die er tussen
de heer Otten en zijn medewerkers heb
ben bestaan van een slechte verstand
houding geen sprake was. Hij wees in
het kort op hetgeen de heer Postma te
wachten staat en hoopte op een hechte
samenwerking. Woorden van dank en
waardering spraken ook de heren S. de
Vries en A. D. Pool resp. hoofd van de
lagere school aan de Lusthoflaan en
van de nieuwe ULO aan het Roombur
gerpark.
Zowel de heer Otten als de heer Post
ma dankten aan het einde van deze
avond de verschilende sprekers. Het
nieuwe schoolhoofd dankte in het. bij
zonder het schoolbestuur voor het in
hem gestelde vertrouwen en de heer en
mevrouw Otten voor de wijze waarop
deze hem ingeleid hebben.
Dr. Schilp sloot de vergadering met
dankgebed.
hij van 19321942 deel uit van de Alge
mene Synodale Commissie der Ned Herv.
Kerk en was hij vele jaren ouderling der
Leidse Hervormde Gemeente
Sedert de oprichting in 1915 was hij
leider van de Volksuniversiteits Biblio
theek en sinds 1935 bibliothecaris van de
„Pilgrim Fathers Society". In 1938 nam
prof. De Zwaan het initiatief tot de op
richting van de Internationale Vereni
ging van Nieuw Testamentici. die hem
in 1947 te Oslo tot eerste voorzitter koos.
Groot aandeel in nieuwe
bijbelvertaling
In 1926 nam prof. De Zwaan zitting in
de commissie, gevormd voor de uitgave
van de nieuwe bijbelvertaling, waarvoor
hij reeds vóór de vorming der commissie
een stimulerende kracht was. Na vol
tooiing van de vertaling van het Nieuwe
Testament in 1939 zette prof. Dc Zwaan
zijn revisie-werkzaamheden hieraan
voort, tot de definitieve verschijning in
1952. Gedurende deze periode mocht de
commissie in ruime mate gebruik ma
ken van zijn grote kennis op velerlei
terrein.
Welkom thuis
Een 19-jarige timmerman, die met de
..Rijndam" in ons land was aangeko
men uit Ontario (Canada i om zijn
ouders in Beetsterzwaar te bezoeken,
had wel eien zeer onplezierig weerzien
met zijn vaderland! Hij was naar het
Centraal Station te Rotterdam gegaan.
De jongeman zette zijn koffers neer om
aan een loket een kaartje naar het
hoge noorden te kopen Toen hij zijn
twee leren koffers weer wilde opnemen
om naar de trein te gaan, bleken ze te
zyn verdwenen. Er zat voor f. 2.500 aan
kleren en reischèques in
IR. WESSELS BOER GAAT HEEN
ALS DIRECTIELID N.S.
In een gisteren gehouden buitenge
wone algemene vergadering van aan
deelhouders der N.V. Ned Spoorwtnen
is de heer ir J. WesseL Boer op zijn
verzoek op grond van zijn gezondh*
toestand per 1 januari 1958 or. ig
verleend als directeur van de vennoot-
schap. zulks op de meest eervxüie wijze
en onder dankzegging voor de vele
diensten, in een lange reeks van jaren
aan de Nederlandse Spoorwegen be
wezen.