Leidse raad wenst van Ged. Staten spoedig beslissing over Merenplan Prof. dr. J. de Zwaan, oud Leids hoogleraar, 74 jaar oud overleden Scherpe kritiek aan het adres van G.S. van Zuid Holland R. POSTMA GEÏNSTALLEERD ALS HOOFD GEREE. ULO H. Otten nam afscheid van school Begaafd theoloog was dit jaar halve eeuw lierv. predikant 96ste Jaargang Dinsdag 24 december 1957 Tweede blad no. 2932I& Na zeven jaar nog steeds geen antwoord J. van Itersonlaten wij plan liquideren De nota van B. en W., waarin een uitvoerige uiteenzetting werd ge geven van de huidige stand van zaken van het Merenplan, was gis teren voor de Leidse raad aanleiding om het College van Ged. Staten van Zuid-Holland zijn kritiek niet tc sparen. Men betreurde het in hoge mate, dat na zeven jaar 28 juni 1950 ging de raad in principe akkoord met de uitwerking van een plan van dit College nog steeds geen antwoord is binnengekomen. De heer Schüller (P. v. d. A.) sprak zelfs van een laakbare houding. Kritiek, welke de wethouder van Openbare Werken, de heer A. J. Jongeleen, volkomen kon onder schrijven. De discussie, welke bijna twee uur in beslag nam, liep ten slotte uit op het z.h.s. aannemen van een voorstel-Piena, waarin het College wordt uitgenodigd om namens de raad bij Ged. Staten van Zuid-Holland aan te dringen op het zo spoedig mogelijk bekend maken van hun beslissing. De heer Van Iterson (Prot. Chr.) wenste zelfs nog een stapje verder te gaan en diende een voorstel in om het Merenplan maar te liquideren. Een voorstel, dat na het „onaanvaard baar" van de burgemeester, terug werd genomen; zo nodig tot een later tijdstip. De heer Van Iterson, die de discus sies opende, noemde de nota van B. en W. een opvallend stuk. Buitenstaanders, die niet van de gang van zaken op de hoogte zijn en de nota onder ogen zou den krijgen, komen gemakkelijk in de verleiding om te zeggen: die Ged. Staten tochDit College krijgt immers de schuld van allee. ZWEVEND PLAN KOST F. 10.000 PER JAAR Heette het in 1950, dat Leiden voor zandwinning op dit plan was aangewe zen en dat het rijk en de provincie Lei- dens partners waxen, thans zijn wij ze ven jaar verder en heeft Leiden ge bouwd zonder Merenplan en zijn de partners van toen haar praktisch ont vallen. Het rijk, noch de provincie haasten zich om vaart te zetten achter de ver wezenlijking van het plan. Aan de hapd van enkele cijfers komt spreker tot de conclusie, dat dit zwevende plan de gemeente aan rente en aflos sing thans reeds circa f. 10.000 per jaar kost. Nu de argumenten van 1950: zonder realisering van dit plan loopt de woningbouw in gevaar, niet meer gelden, zou spreker er zich van willen distanciëren. Het thans door B. en W. naar voren geschoven argument van de recreatie, w aartoe dit plan tevens zou kunnen die nen, acht spreker niet houdbaar. War mond is in dit geval de eerst aangewe zen gemeente, welke hiervoor moet zor gen. Ook de heer Van Dijk (KVP) acht de argumenten, nu op een andere wijze in de zandwinning wordt voorzien, niet meer houdbaar. Bovendien zijn na ze ven jaar onderhandelen praktisch alle partners weggevallen, terwijl ook G.S. niet medewerken en Leiden de toestem ming tot ontgronding onthouden. Nu vermoedelijk van dit plan niets zal komen, doet de heer Van Dijk het col lege de suggestie aan de hand om een plan tot zandwinning in zee, bijv. ter hoogte van Katwijk, in studie te ne men. Dit zou voor eeuwen een plaats voor zandwinning kunnen worden, terwijl het natuurschoon geen geweld wordt aangedaan. HET ROER MOET OM! Nu de moeilijkheden zo groot zijn is spreker een voorstander tot een open ge sprek met de naburige gemeenten. Ge let op de toekomstige ontwikkeling van Leiden wordt het hoog tijd, dat het roer inzake de zandwinning wordt omgegooid. En wat het uitblijven van de beslissing van GS betreft: in het Leidse College zitten drie statenleden. Laten zij in een vergadering van de Prov. Staten over deze zaak eens behoorlijk aan de bel trekken. Of weten B. en W. soms het antwoord al? De heer Schüller (PvdA) is van me ning, dat de heer Van Iterson in eerste instantie weinig nieuws naar voren wist te brengen. Er is steeds gebouwd, doch daarbij hebben wij een hoge zandprijs moeten betalen. Ook thans is het z.i. nog van belang, dat het Merenplan wordt uitgevoerd. LAAKBARE HOUDING Uit de nota is het spreker duidelijk geworden, dat B. en W. herhaaldelijk bij G.S. op het nemen van een beslis sing hebben aangedrongen, men kreeg echter steeds een ontwijkend ant woord. Dat de toestemming er nog niet is ligt dan ook niet aan de acti viteit van het Leidse College, doch aan een z.i. laakbare houding van G.S. Leiden dient vast te houden aan haar eenmaal ingenomen standpunt. Bo vendien moeten wij met het oog op het komende structuurplan wel dege lijk letten op recreatie-mogelijkheden. Wethouder Jongeleen, die ondanks te- ge..werking blijft vasthouden aan het r ierenplan, maakt de raad duidelijk, dat het plan aan betekenis nog niets heeft verloren. Inderdaad hebben wij kunnen bouwen, doch men moet niet vragen hoe. Het ging dikwijls langzaam, maar er waren dan ook vele moeilijkheden te overwinnen, moeilijkheden, welke in de sector van de zandwinning lagen WETHOUDER TELEURGESTELD .^»er het lang uitblijven van de be- sli sing is ook spreker zeer teleurgesteld. Denkt U, aldus spreker, een College van B. en W. in, dat op een vraag van een raadslid in zeven jaar nog geen ant woord heeft gegeven. Het is gewoon on denkbaar! Op 11 november j.l. heeft spr. over deze zaak nog een gesprek gehad met een lid van het College van G.S. en op 19 november met de hoofdingenieur directeur van de Prov. Waterstaat. Hoewel de wethouder toegeeft, dat het plan in zijn huidige vorm financiële of fers van de gemeente vraagt, dient men hierbij in het oog te houder. <*t men de reeds aangekochte groné 1950 voor f. 0,31 per kubieke meter - zo no- nodig weer royaal kwijt kan. MERENPLAN HARDE NOODZAAK Inderdaad hebben wij ook na 1950 ge bouwd, doch hiervoor heeft men het zand. veelal tegen een hoge prijs, overal vandaan gesleept. Momenteel heeft men circa 3 miljoen kubieke me ter zand nodig voor het ophogen van terreinen. Daarom is het Merenplan voor spreker geen hobby, doch een harde noodzaak. Sinds '50 heeft Leiden voor f. 5.196.175 aan zand verwerkt, tegen een gemid delde prijs van f. 3.80 per kubieke me ter. Indien wij reeds in 1950 het Me renplan hadden kuhnen realiseren, hadden wij circa 50 rr kunnen bezui nigen op de aankopen van zand. Uit de meerdere kosten hadden wij circa 125 woningen kunnen bouwen. Tenslotte wees de wethouder de heer Van Dijk erop, dat de leden van het College in de Prov. Staten geen zitting hebben als wethouder, doch als lid van deze Staten. PLAN OOK BELANGRIJK VOOR RECREATIE In aansluiting op deze uiteenzetting wees de burgemeester erop, dat het be sluit van 1950 slechts een principe-be sluit was. Zodra de toestemming van G.S. is afgekomen, wordt de raad een definitief voorstel voorgelegd, waarover dan gediscussieerd kan worden. Zand- putten. zoals deze ook in de omgeving van Leiden worden aangetroffen, acht spreker een onding, waardoor het na tuurschoon niet wordt verhoogd. Het huidige plan acht spreker ook uit het oogpunt van recreatie van groot belang. Bovendien ligt m dit plan ook een taak voor de provincie, met het oog op de provinciale recreatie-mogelijkheden. TWEE VOORSTELLEN De heer Van Iterson, die geen nieuwe gezichtspunten door de wethouder naar voren ziet gebracht, dient in tweede in stantie een voorstel in. waarin B. en W. worden uitgenodigd om alle maatregelen te staken, welke kunnen leiden tot ver wezenlijking van het plan en een voor stel voor te bereiden, dat een liquidatie van het Merenplan op het oog heeft. De heer Van Dijk kan het met dit voorstel niet eens zijn, het geeft geen oplossing voor de zandwinning, welke voor Leiden van groot belang is. Het komt spreker gewenst voor om bij G.S. aan te dringen op een spoedig antwoord Ook de heren Ten Broek (KVP) en Schüller voelen niets voor dit voorstel. Het is niet zakelijk genoeg. De heer Ha- gens (VVD) informeert nog naar de kosten indien na goedkeuring tot uit voering van het plan wordt besloten. De wnd. fractievoorzitter van de PvdA, de heer Piena. heeft echter een ander voorstel en wel één, waarin het College van B en W wordt uitgenodigd om namens de raad bij G.S. van Zuid- Holland aan te dringen op het zo spoe dig mogelijk bekend maken van hun be slissing. GEEN SCHOP ZAND In tweede instantie wijst wethouder Jongeleen nogmaals op het grote pro bleem van de zandwinning. In het tweede kwartaal van 1958 krijgt Lei den vermoedelijk toestemming voor de bouw van 220 woningwetwoningen na bij de Voorschotenveg. Voor de opho ging van dit terrein hebben wij echter nog geen schop zand. Momenteel knij pen wij de handen dicht, aldus de wethouder, indien de mogelijkheid aanwezig is voor het ophogen van een terrein, waarop honderd woningen kunnen worden gebouwd. Over de activiteit van het College in dit opzicht kan de heer v. Dijk en met hem de raad gerust zijn: voortdurend wordt bij G.S. „aan de bel getrokken". Na een korte schorsing van de zitting - voor onderling beraad van B. en W. - deelt de burgemeester mede, dat het voorstel van de heer Van Iterson voor het College onaanvaardbaar is. Met het voorstel-Piena gaat het College akkoord. Definitieve cijfers over de kosten van het plan zullen de raad worden voorge legd indien een goedgunstige beslissing is afgekomen. De heer Van Iterson. die van oordeel is, dat zijn voorstel „de raad in beroe ring heeft gebrachtheeft aan dit voor stel op dit moment geen behoefte en trekt het in. Spreker zal het in porte feuille houden tot de behandeling van de gemeentebegroting voor het jaar 195'.'. Is er dan nog geen beslissing ge vallen. dan kemt hij met het voorstel terug. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel-Piena aange nomen. waarmede de bespreking over deze nota een einde vindt. INSPECTIE LICHAMELIJKE OEFENING Had de raad bijna twee uur nodig voor deze bespreking, ook de behande ling van het voorstel inzake de benoe ming van een gemeentelijk inspecteur van de lichatnclyke oefening vergde eveneens veel tijd. Kuini een uur werd gesproken over de noodzaak tot het in trekken van de instructie voor de amb tenaar voor de lichamelijke opvoeding buiten schoolverband en deze te benoe men tot gemeentelijk inspecteur. Hierbij bleef uiteraard de persoon van de te benoemen inspecteur buiten geding. Vrijwel algemeen had men waar dering voor hetgeen deze ambtenaar tot- nutoe heeft verricht. Het waren met name de heren Van Dijk, Knol, De Kier en Portheine, die ervoor waarschuwden, dat de aanstelling van een gemeentelijk inspecteur voor de lichameijke oefe ning niet tot gevolg mag hebben, dat voor deze „afdeling" meer personeel wordt aangetrokken. Op deze wijze wordt een duur apparaat gecreëerd. De heer Drijber (WD) verwachtte, dat de func tie-verandering van de huidige ambte naar niet tot gevolg zal hebben, dat hij zich niet meer met de sportzaken zou kunnen bezighouden. Laat de Sport stichting toch blijven profiteren van zijn deskundig inzicht! De heer Zun- derman (PvdA) wees er o.m. op. dat sinds de benoeming van een ambtenaar voor de lichamelijke oefening in 1944 het werk is uitgebreid. Gezien de grote betekenis van do lichamelijke oefening voor de jeugd en de controle, welke plaats dient te vinden, acht spr. de aanstelling van een gemeentelijk in specteur alleszins gerechtvaardigd. Wethouder Van Schaik stelde alle vragenstellers gerust. Ook na de aan stelling van een gemeentelijk inspecteur zal geen personeelsuitbreiding plaats vinden. Aan het voorstel zijn geen ver dere financiële consequenties verbon den. Indien dit nodig mocht blijken kan het personeel van de afdeling Onderwijs bijspringen. De gemeentelijke inspec teur zal zich ook in de toekomst met de sportzaken blijven bemoeien. Naar aan leiding van een vraag van de heer Woudstra, deelde de wethouder mede, dat de inspecteur geen controle zal uit oefenen over de gymnastieklessen welke op de bijzondere scholen worden gegeven. Conform wordt dan bsloten en de hui dige ambtenaar voor de lichamelijke oefening, de heer J. C. F. Coers, met. 27 stemmen 2 tegen en 6 blanco be noemd tot gemeentelijk inspecteur voor de lichamelijke oefening. BOUW VAN SCHOLEN Alle overige door ons reeds gepubli ceerde voorstellen werden deze middag z.h.s. aanvaard. Hieronder behoren o.m. de voorstellen tot stichting van een r.-k. school voor zwakzinnige meisjes aan het Philosophenpad uitbreiding van de Chr. B.L.O.-school aan het Plantsoen, de bouw van een r.-k. school voor woon wagenkinderen nabij de Haarlemmer weg en de stichting en eerste inrichting van een nieuw gebouw voor de Mytyl school nabij de Anna-kliniek. In ver band met de huidige financieringsmoei lijkheden zal de bouw van deze laatste school voorlopig vermoedelijk niet kun nen worden verwezenlijkt. GROOT AANTAL BENOEMINGEN Een groot aantal benoemingen werd in deze zitting gedaan t.w. de heer J. H. Pompe tot onderwijzer aan de openbare lagere school voor uitgebreid lager on derwijs aan de Pieterskerkstraat; mej. A. H. Janse van Mantgem tot onderwij zeres aan de openbare lagere school aan de Drie Octoberstraat; tot tijdelijk leraar in het Godsdienstonderwijs aan de gem. bedrijfstechnische school, kape laan W. Lemmers; tot tijdelijk leraar in de algemeen vormende vakken aan deze tot wederopzeggens doch uiterlijk tot school, de heer A. A. M. Walter; alsnog het einde van de cursus 19571958; aan de Gem. Hogere Burgerschool voor Meis jes met 6-jarige cursus en afdeling Mid delbare Meisjesschool: a. mej J. M. W. van Weerlee tot tijdelijk lerares in de Franse taal en letterkuode, zulks met ingang van 1 september 1957; b. de heer J. A. van Gelderen tot tijdelijk leeraar in de natuurkunde; c. mej. M. L A. Groenhoff, tot tijdelijk lerares in de En gelse taal en letterkunde; d. de heer G. J. Meyer tot tijdelijk leraar in de ge schiedenis; e. mej. M. K. Young tot tij delijk lerares in de wiskunde en f. de heer G. de Zeeuw tot tijdelijk leraar in de wiskunde; idem aan het Rembrandt- lyceum: a. mevr. dra. H. E. Visser Koster tot tijdelijk lerares in de Franse taal en letterkunde en b de heer S. Lo pes Cardozo tot tijdelijk leraar in de geschiedenis en tot tijdelijk leraar in de Franse taal en letterkunde aan het Gymnasium dr. H. Zwanenburg en tot tijdelijk leraar in de Natuurlijke Histo rie aan het Gymnasium de heer Th. H. ten Berge te Utrecht. In een drietal vacatures bij de Raad van Beheer van de Sportstichting werd voorzien door de benoeming van de heren: a. 1. F P. S. Biegstraten, te Lei den; 2. J. Smeding te Leiden, namens de R.-K. Sportcentrale, district Leiden; b 1. J. A. Noordenbos te Oegstgeest, 2. J. Labordus te Leiden namens de afde ling Leiden van de Koninklijke Neder landse Athletiek Unie; c. 1. W. P. Lee- nen te Leiden: 2. J. C. Mol te Leiden, namens de verenigingen van leraren en onderwijzers, die hier ter stede op het gebied van de lichamelijke oefening werkzaam zijn. Eervol ontslag werd verleend aan mej. M. M. van der Sluijs uit haar betrekking van onderwijzeres aan de openbare school aan de Maresingel. Enkele leer krachten werden overgeplaatst van de openbare Zuidsingelschool A naar de openbare school aan de Zuidsingel. Aan het einde van de zitting het was inmiddels reeds kwart over zes ge worden wenste de burgemeester alle raadsleden gezegende kerstdagen en straks een voorspoedig nieuwjaar. Advertentie PHILIPS RADIO'58 Tijdens een door de Vereniging voor Onderwijs op Geref. Grondslag belegde bijeenkomst in de gymnastiekzaal van de ULO-school aan de Hooglandsohe Kerkgracht is gisteravond als hoofd van deae school geinstalleerd de heer R. Postma uit Ommen. Tevens vond op deze vergadering het afscheid plaats van he-t naar Groningen vertrekkende schoolhoofd, de heer H. Otten. De voorzitter van de Geref. Schoolver eniging, mr. dr. M. Teekens, opende de avond op de gebruikelijke wijze en heette alle aanwezigen daarna hartelijk wel kom. Hij deelde o.m. mede, dat de heren J. Machielsen en B. Swanenburg, resp. Rijks- en Gem. Inspecteur voor het Onderwijs, bericht van verhindering hadden gezonden. Mr. Teekens richtte vervolgens enkele woorden van afscheid tot de heer Otten, die» ruim acht jaar aan de Geref. ULO te Leiden verbonden is geweest en die zich als kweekschool leraar in het noorden van ons land zal gaan vestigen. Spreker wees erop, dat de scheidende onderwijzer zijn werk op uit stekende wijze heeft verricht. Als school hoofd heeft hij zeer veel bijgedragen Op 74-jarige leeftijd is gisteren overleden prof. dr. de Zwaan, oud-hoogleraar aan de Leidse Universiteit en aan de Rijksuniversiteit te Groningen en oud-lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. In april j.l. was het vijftig jaar geleden dat dr. De Zwaan het hervormde predikambt aanvaardde, dat hij slechts vijf jaar uitoefende alvorens hij in 1912 tot hoogleraar te Leiden, later tot gewoon hoogleraar te Gro ningen en tenslotte andermaal in 1929 tot hoogleraar in Leiden voor de uitlegging van het Nieuwe Testament en de oud-Christelijke Letter kunde werd benoemd, welke laatste functie hij tot 1953, toen hij de pensioenverplichte leeftijd bereikte, bekleedde. Definitief naar Leiden Johannes de Zwaan, die 26 juni 1883 tc 's-Gravenhage geboren is. werd na het gymnasium aldaar te hebben door lopen op 23 september 1901 als student ingeschreven bij de faculteit der godge leerdheid alhier. Na op 14 juni 1902 prop. examen in de theologie te hebben gedaan, volgde om 16 oktober 1903 het eerste en op 22 juni 1904 het tweede gedeelte van het kandidaatsexamen theologie. In zijn stu dentenjaren bewerkte hij reeds de gram matica van het Nieuwe Testament van prof. dr. E. D. Burton. Het voorberei dend kerkelijk examen werd 6 oktober 1905 met goed gevolg afgelegd, waarna prof. De Zwaan tenslotte op 31 maart 1909 cum laude promoveerde op een dissertatie, gètiteld: „Petrus en Judas, textuitgaven met inleidende studiën en textuele commentaar". LEIDEN—GRONINGEN Het was tüdcns zijn verblijf te Baam- brugge, dat hij benoemd werd tot buitengewoon hoogleraar aan de Leid se Universiteit om les te geven in Grieks-Oosters Christendom. Op 1 mei 1912 aanvaardde hij dit ambt. Prof De Zwaan, die door zijn bijzon dere begaafdheid al spoedig was opge vallen en ook bij de studenten in hoog aanzien stond, werd in 1914 als opvol ger van prof. Van Rhijn aan de Gro ningse Universiteit benoemd om les te geven in het Nieuwe Testament en de oud-Christelyke letterkunde. Op 13 fe bruari 1914 aanvaardde prof. De Zwaan dit ambt met het uitspreken van een rede: „Christendom en Oriëntalismp" Tijdens zijn verblijf aan de Groningse Universiteit was hij in het studi<>-jaar 1926—1927 rector-magnificus. Bij de overdracht van het rectoraat gaf prof. De Zwaan in een rede een uitvoerige be schouwing over de vraag naar het wezen van het Christendom. Bestuurstaken Prof. De Zwaan, die tot de Chr. Hist. Unie behoort en deel uitmaakt van het H.-B. van deze partij, had voor de Chr. Hist. Unie zitting in de gemeenteraad van Groningen van 1924—1929 en in de Prov. Staten van Groningen van 1""'— 1929. Door zijn vertrek naar Lei:.r\ waar hij de katheder van wijlen pref c.r |H. Windisch ging bezetten, moest deze functies neerleggen. Sinds 1932 maakte Drof. De Zwaan voor de C.H u. I vele jaren deel van de Eerste Kamer uit. Op 6 november 1929 aanvaardde hij aan de Leidse Alma Mater het ambt van gewoon hoogleraar met het uit spreken van een oratie over „Het Christus getuigenis van Paulus". Prof. De Zwaan, die van zijn leerlin gen een dergelijke filosofische voor studie verlangt, weet steeds zijn onder wijs in aantrekkelijke vorm te gieten en doet dit op levendige, boeiende wijze. In de loop der jaren zijn ook vele publikaties van zijn hand verschenen waarvan wij willen noemen: „The treatise of Dionysius bar Salibha against the Jews part. I the Synac text". Syn taxis der wijzen en tijden in het Griek- sche Nw. Testament; Antieke cultuur om en achter het Nw. Testament; Imperialisme van de oud-Christelijke geest; De Handelingen der Apostelen: De Openbaring van Johannes en de Efezenbrief van Paulus toegelicht en colometrisch vertaald; Jezus, Paulus en Rome; De Handelingen der Apostelen. Ook verschenen vele artikelen in bin nenlandse, Engelse, Franse en Duitse tijdschriften en was hij medewerker aan de serie „Tekst en Uitleg'. Prof De Zwaan vertegenwoordigde de Nederlandse Universiteiten tijdens de Paulus-herdenking in Griekenland in 1951. Op kerkelijk terrein Op kerkelijk terrein is prof. De Zwaan een vooraanstaande figuur, die in tal van kerkelijke colleges zitting had. Zo was hij indertijd lid van de classicale besturen van Zwolle en Utrecht, maakte Prof. dr. J. de Zwaan, gefoto grafeerd ten tijde van zijn gouden predikants jubileum. De gaande en komende man. Links de heer H. Otten rechts de heer R. Postma. (Foto L.D./Van Vliet) tot de groei en bloei van „zijn" ULO. Telde de school acht jaar geleden 250 leerlingen enige tijd later bedroeg dit aantal niet minder dan 360. Dank zij het tot stand komen van de tweede Geref. ULO konden echter 100 jongens en meis jes opgenomen worden in de gemeen schap van de Zuiderparkschool. Met nadruk vestigde mr. Teekens er de aan dacht op, dat de heer Otten als christen onderwijzer steeds heeft getuigd van het Licht, dat gekomen is in deze donkere wereld. Spreker wenste hem daarom be halve veel succes in Groningen ook Gods zegen toe. Zich tot de heer Postma wen dend verklaarde de voorzitter er zeker van te zijn, dat ook het nieuwe school hoofd zijn taak met dezelfde ambitie zal vervullen als de heer Otten dat gedaan heeft. Hij hoopte dat de heer Postma in Leiden een prettige werkkring zal vin den en dat de verstandhouding zowel met het onderwijzend personeel als met de leerlingen niets te wensen over zal laten. De tweede spreker op deze avond was dr. Schilp. Deze gaf als zyn mening te kennen, dat de heer Otten alleszins voor zijn taak berekend is en sprak de hoop uit, dat ook het nieuwe hoofd met succes zal arbeiden. Een der onderwijzers van de ULO- school, de heer W. ten Kate, die even eens het spreekgestoelte beklom, toonde zich verheugd over het feit, dat ondanks enkele meningsverschillen, die er tussen de heer Otten en zijn medewerkers heb ben bestaan van een slechte verstand houding geen sprake was. Hij wees in het kort op hetgeen de heer Postma te wachten staat en hoopte op een hechte samenwerking. Woorden van dank en waardering spraken ook de heren S. de Vries en A. D. Pool resp. hoofd van de lagere school aan de Lusthoflaan en van de nieuwe ULO aan het Roombur gerpark. Zowel de heer Otten als de heer Post ma dankten aan het einde van deze avond de verschilende sprekers. Het nieuwe schoolhoofd dankte in het. bij zonder het schoolbestuur voor het in hem gestelde vertrouwen en de heer en mevrouw Otten voor de wijze waarop deze hem ingeleid hebben. Dr. Schilp sloot de vergadering met dankgebed. hij van 19321942 deel uit van de Alge mene Synodale Commissie der Ned Herv. Kerk en was hij vele jaren ouderling der Leidse Hervormde Gemeente Sedert de oprichting in 1915 was hij leider van de Volksuniversiteits Biblio theek en sinds 1935 bibliothecaris van de „Pilgrim Fathers Society". In 1938 nam prof. De Zwaan het initiatief tot de op richting van de Internationale Vereni ging van Nieuw Testamentici. die hem in 1947 te Oslo tot eerste voorzitter koos. Groot aandeel in nieuwe bijbelvertaling In 1926 nam prof. De Zwaan zitting in de commissie, gevormd voor de uitgave van de nieuwe bijbelvertaling, waarvoor hij reeds vóór de vorming der commissie een stimulerende kracht was. Na vol tooiing van de vertaling van het Nieuwe Testament in 1939 zette prof. Dc Zwaan zijn revisie-werkzaamheden hieraan voort, tot de definitieve verschijning in 1952. Gedurende deze periode mocht de commissie in ruime mate gebruik ma ken van zijn grote kennis op velerlei terrein. Welkom thuis Een 19-jarige timmerman, die met de ..Rijndam" in ons land was aangeko men uit Ontario (Canada i om zijn ouders in Beetsterzwaar te bezoeken, had wel eien zeer onplezierig weerzien met zijn vaderland! Hij was naar het Centraal Station te Rotterdam gegaan. De jongeman zette zijn koffers neer om aan een loket een kaartje naar het hoge noorden te kopen Toen hij zijn twee leren koffers weer wilde opnemen om naar de trein te gaan, bleken ze te zyn verdwenen. Er zat voor f. 2.500 aan kleren en reischèques in IR. WESSELS BOER GAAT HEEN ALS DIRECTIELID N.S. In een gisteren gehouden buitenge wone algemene vergadering van aan deelhouders der N.V. Ned Spoorwtnen is de heer ir J. WesseL Boer op zijn verzoek op grond van zijn gezondh* toestand per 1 januari 1958 or. ig verleend als directeur van de vennoot- schap. zulks op de meest eervxüie wijze en onder dankzegging voor de vele diensten, in een lange reeks van jaren aan de Nederlandse Spoorwegen be wezen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 3