Mej. dr. C. R. Bakker nam afscheid van het Leids Gymnasium Rembrandtprijs aan Coba Ritsema door burgemeester overhandigd 96»te jaargang Maandag 23 december 1957 Tweede blad no. 29324 Na bijna dertig jaar GEÜNIEERDE LOGE VAN THEOSOFEN Voortreffelijke leerkracht met een mild oordeel over liaar leerl ineen O Mej. dr. C. R. Bakker, die van 1923 tot 1930 lerares was aan de Meisjes HBS en van 1928 tot heden het vak Natuurlijke Historie aan het Stedelijk Gymnasium doceerde, heeft zaterdagmiddag in verband met het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd afscheid genomen van curatoren, docenten en leerlingen van het Gymnasium. Tydens dit afscheid is duidelijk gebleken, dat men in deze kring grote waardering had voor de onderwijscapaciteiten van mej. dr. Bakker en dat zy door haar wyze van optreden zich tal van vrienden, zowel onder het docentenkorps als onder leerlingen en oud-leerlingen, heeft gemaakt. Staan wfl alleen? Gistermorgen werd voor de Geünieerde Loge van Theosofen een voordracht ge houden onder de titel „Staan wij alleen?" Het antwoord op deze vraag luidde: „Neen, wij mensen staan niet alleen in het leven, wij worden geholpen door geestelijke wezens, vervolmaakte men sen". Ieder mens is in zijn hoogste aspect een geestelijk, een goddelijk we zen. Hij moet zich bewust worden van die goddelijkheid en dan zal hij in staat zijn om zijn gebreken en zwakheden te overwinnen: om geestelijke kennis te verwerven, om al zijn vermogens te be heersen en zich voor te bereiden voor het hoogste doel: onzelfzuchtige steun aan alle mensen. De theosofie leert, dat iedere ziel een hele reeks levens op aarde meemaakt, waardoor zy steeds weer in de gelegen heid wordt gesteld lering te trekken uit haar fouten, en door de wel-oer univer sele oorzakelijkheid steeds weer in die omstandigheden wordt geplaatst, welke mogelijkheden bieden om ervaringen op te doen, om zich te louteren, om verder te komen op het pad naar de vervolma king. Vele zielen zijn ons, gewone men sen, al voorgegaan op dit pad. Enkele van deze oudere broeders of Meesters van Wijsheid zijn ons bekend, zoals Jezus, Gautama de Buddha. Confucius. Plato en vele mystici, wijsgeren en alchemisten. Onder deze verheven we zens. die door eigen inspanning een hoog stadium van geestelijke ontplooiing heb ben bereikt, bestaan grote verschillen, maar allen worden zij gedreven door het onzelfzuchtige verlangen de mensheid te helpen, zonder aanzien des persoons. En hoe helpen de Meesters ons? Op vele manieren kunnen onze oudere broeders ons bijstaan. Wanneer het tijd stip daartoe is aangebroken, kunnen zij naar voren treden om opnieuw bepaalde aspecten van de oude wijsheidsreligie bekend te maken. De wijsheidsreligie is eeuwig en onvergankelijk en zij wordt steeds opnieuw aan de mensheid ge bracht. Wereldleraren zoals de Buddha en Jezus, die optraden voor geheel ver schillend geaarde volkeren, hebben op verschillende aspecten van de Wijsheids religie de aandacht gevestigd en hun volgelingen hebben de leer in de loop der eeuwen steeds meer gewijzigd. Wan neer men echter doordringt tot de kern van de grote wereldgodsdiensten, dan is het mogelijk hierin dezelfde bron van geestelijke kennis en waarheid te onder kennen. De president-curator van het Gymna sium. prof. mr. H. F. W. D. Fischer die dit afscheid eveneens betreurde, schonk hierna aandacht aan de plaats, welke mej. dr. Bakker in de kring van haar collegae en leerlingen innam. U was, al dus spreker, zeer geliefd, terwijl men zich gaarne aan Uw leiding onderwierp. Hoewel een zekere weemoed over dit afscheid valt, sprak mr. Fischer de wens uit, dat op deze pensionering nog een gelukkige tijd mocht volgen. Historisch moment! Humanisme en kerstgedachte De bijeenkomst van de Gemeenschap Leiden van het Humanistisch Verbond droeg zondagmorgen met het oog op de a.s. kerstdagen een bijzonder karakter. In overeenstemming daarmede was de aankleding van de zaal in het gebouw „Ons Centrum". Allereerst werden door mevrouw E. K. Blok—Baek, op de piano begeleid door dr. J. H. Meilink, een drietal üederen van Robert Schumann (Die Stille, Mondsnacht en Schone Freude) ten ge hore gebracht. Daarna declameerde de heer W. Blok „Cirkelloop" van Albert Verwey, Een Sonnet (de Brahmaan) van Adwaita <J. H. Der Mouw) en Boeddhabeeld van P. N. van Eyck. Na de pauze hield dr. I. Vijlbrief een lezing over „Humanisme en Kerstge dachte". Wat moet een humanist be ginnen met de kerstgedachte, zo vroeg spreker. Moet hij feest vieren, omdat eenmaal aan het begin van onze jaar telling het kind Jezus Christus geboren is? Zuiverder vindt spreker de oorspron kelijke kerstgedachte uitgedrukt door de Rey van Klaerissen uit Vondels Gijs- brecht van Aemstel „O kerstnacht Schooner dan de dagen", welk gedicht hij voordroeg. Duidelijk komt hierin uit de heersende gedachte uit de tijd van het ontstaan van het Christendom „de dood is de grote vijand". In het oosten is die gedachte meer bewaard gebleven dan in het westen, daarom is in de Grieks-Orthodoxe Kerk het paasfeest als symbool van de overwinning van de dood van groter betekenis dan het kerstfeest, terwijl in het westen het kerst feest als symbool van de geboorte met het motief moeder en kind op de voor grond treedt. Wat heeft dit met het humanisme te maken? De in het christendom genoem de „zondeval" is het moment, waarin de mens boven zijn louter biologisch be staan oprees tot een wezen, dat kennis kreeg van goed en kwaad, de zonde. De godsdiensten, de kerken hebben vastge steld, dat wij leven om te sterven, dat wil zeggen om goed te sterven om het werkelijke leven deelachtig te worden. Het was de ontkenning van de dood d.w.z. de verloochening van het leven. Wij daarentegen, wij zullen proberen aan te tonen, dat wij sterven om te leven, dat betekent om het voorafgaande leven mogelijk te maken. Dat is de wezenlijke betekenis van de dood die leiden zal tot de wezenlijke bevestiging van het leven" (Leo Polak). Tegenover de chris telijke gedachte, dat de mens gered moet worden, zal men tot de erkenning moe ten komen, dat de mens zichzelf zal moeten redden. Het ontstaan van het christendom moet men historisch be schouwen als een antwoord op de nood der tijden. In de tijd vóór en tijdens het Leidse Postduiven Club Zaterdagmiddag hield de Leidse Post- duivenclub „LPC" haar jaarlijkse ten toonstelling in Oud-Hortuszicht. Ook nu waren de inzendingen van dien aard, dat niet minder dan 250 vogels, verdeeld over diverse klassen keurmeester J. Platje uit Rotterdam handen vol werk gaven. Noemen wy allereerst de hoofdprijzen: Beste van de gehele tentoonstelling. J. Fillipo; beste oude doffer: J. Filippo; beste oude duif: J. Kukler; beste jonge doffer: C. de Groot en beste jonge duif: J. Kukler. Extra beker, aangewezen vijf duiven: 1. D. v. d. Nieuwendijk; 2. B. Geenjaar. Oude doffers 500 km en hoger: 1. B. Geenjaar; .2 A. W. Krol; 3. D. v. d. Nieu wendijk. Oude duivinnen 500 km en hoger: 1. J. Warmond: 2. B. Geenjaar: 3. M. de Lange. Oude doffers 270500 km.: 1 J. Filippo: 2. D. Mosseveld; 3. C. de Groot; 4. W. de Ridder; 5. A. P. v. d. Voort. Oude duivinnen 270500 km: 1. J. Kukler: 2. J. P. Fasel; 3. M. Ntjssen; 4. D. v. d. Nieuwendijk. Oude doffers 65—270 km: 1. M. de Lange; 2. R. Pet; 3. J. Kukler; 4. W. de Ridder. Oude duivinnen 65270 km: 1. A. P. v. d. Voors; 2. D. v. d. Nieuwendijk; 3. J. Fi lippo. Oude doffers onbevlogen: 1. J. Kukler; 2. S. A. van Hees; 3. D. v. d. Nieuwendijk. Oude duivinnen onbevlo gen: 1 .A, Fasel; 2. W. de Ridder. Jonge doffers 65270 km: 1. M. de Lange; 2. 5. A. Verlint: 3. C. de Groot; 4. W. de Ridder; 5. A. Bev; 6. C. de Groot. Jonge duivinnen 65270 km: 1. J. Kukler; 2. T. van As; 3. J. Filippo; 4. A. Fasel; 5. A. P. v. d. Voort; 6. J. P. Fasel. Jonge dof fers, onbevlogen: 1/2 C. de Groot. Jonge duivinnen, onbevlogen: 1. B. Geenjaar; 2. R. Pet, Late jonge doffers (3 oude pen nen) 1. W. Stouten. Late jonge duinvin nen (3 oude pennen)1. J. Schouten. begin van onze jaartelling leefde alge meen de gedachte, dat een kind geboren zou worden, dat de wereld van de nood zou redden. Het symbool van het licht de zon die onderging maar weer schynen ging was de inhoud van veel mythologieën. In de natuur de jaarlijkse terugkeer tot het leven. Zonder geloof in een betere wereld kan de mens niet leven. Ook voor de humanist geldt het. dat hij zijn taak moet vervullen in geloof in de moge lijkheden van een betere wereld; in een vrede voor hen, die van goede wille zijn. Spreker eindigde me't het gedicht „In keer" van P. N. van Eyk voor te dragen. Tenslotte speelde dr. J. H. Meilink een Intermezzo van Brahms. Mevrouw H. P. Blavatsky, de laatste boodschapper van de Meesters van Wijs heid, heeft in 1875 enige leringen van de wijsheidsreligie, tot een stelsel verenigd, bekend gemaakt onder de naam Theoso fie (Goddelijke Wijsheid). Wethouder J. C. van Schaik, die als eerste spreker namens het gemeentebe stuur het woord tot de scheidende lera res richtte, betreurde het, dat juist in een tijd, dat leerkrachten dun gezaaid zijn, een kracht als mej. dr. Bakker ge dwongen is het onderwijs vaarwel te zeggen. Vrijwel dertig jaar heeft U het Leids Gymnasium op uitnemende wijze gediend, waarvoor B. en W. dan ook bijzondere waardering hebben. Daar naast zijn ook vele leerlingen en oud- leerlingen U grote dank verschuldigd. Met bijzondere interesse en groot ent housiasme leidde U ze. de biologische wereld binnen. Spreker wees er vervol gens op, dat mej. dr. Bakker ook buiten schoolverband belangstelling wist aan te kweken voor de natuur. Mej. dr. A. M. Smit biedt namens de collegae enkele geschen ken aan. (Foto L.D./Van Vliet) Tenslotte sloot Mark Spijker, onder het aanbieden van een boek. zich na mens de leerlingen bij deze algemene lofprijzing aan. Hierna was het woofd aan mej. dr. Bakker zelf. In een uitvoerig dankwoord waarin vaak de humor overheerste, gaf zij een overzicht van „dertig jaar Gym nasium", waarbij zij er o.m. op wees, dat de biologie voor haar steeds een le vend vak is geweest. Met het uitspreken De mens staat dus niet alleen, de Meesters van Wijsheid, die. ook nu nog in de wereld leven, helpen hem door hun voorbeeld, hun leer en hun toewijding. Het is aan ons, om door studie, loutering en onzelfzuchtigheid hen te benaderen, zodat wij hun nabijheid kunnen voelen, hun voorbeeld volgen en hun taak ver lichten. van de wens, dat het schip Gymnasium met alle levende have. steeds een behou den vaart mocht hebben, besloot zij haar dankwoord. Tijdens een hierna volgende en druk bezochte receptie hebben velen af scheid genomen van mej. dr. Bakker. REIS DOOR EUROPA Prof. dr. D. J. Kuenen, die namens de vele oud-leerlingen woorden van dank en afscheid sprak, had namens hen eveneens veel waardering voor de on derwijscapaciteiten van de scheidende lerares. Het enthousiasme, waarmede U over Uw vak uitweidde, aldus spreker was voor vele van Uw leerlingen aanlei ding dit vak als verdere studierichting te nemen. Namens de vele oud-leerlin gen stelde prof. dr. Kuenen mej. dr. Bakker in de gelegenheid om in de toe komst een reis door Europa te maken. MILD OORDEEL De rector van het Gymnasium, dr. W. Wiersma, belichtte vervolgens enkele facetten van het werk en de persoon van mej. dr. Bakker, waarbij spreker kon gewagen van het hartelijk contact en de goede verstandhouding met de scheidende lerares, die o.a. mild was met haar oordeel over de prestaties van de aan haar zorgen toevertrouwde leerlin gen. U was, aldus de rector, een voortref felijke leerkracht, met wie ik nimmer ernstige conflicten heb gehad. Verder wees spreker er op, dat mej. dr. Bakker grote belangstelling had voor het wel en wee van de leerlingen en voor de weten schap. Tot het laatst hebt gij Uw best gedaan om op de hoogte te blijven met het nieuwe, dat zich in Uw vak voor deed. Bij Uw lesgeven, aldus de rector, was nimmer sprake van sleur. Geeste lijke frisheid en jeugdig enthousiasme legde U daar steeds aan ten grondslag. Daarnaasf hebt gij buiten schoolver band ook een actief aandeel gehad in de actie voor de verkoop van kinder postzegels. het regelmatig vertonen van onderwijsfilms en de inzameling van zilverpapier voor liefdadige doeleinden. Spreker hoopte, dat voor mej. dr. Bakker nog vele gelukkige jaren waren wegge legd. Mej. dr. A. M. Smit, conrectrix van het Gymnasium, wees vervolgens op de plaats, welke mej. dr. Bakker temidden van haar collegae innam. Een plaats die haar de algemene achting deed verwer ven. Uitvoerig schonk spreekster aan dacht aan enkele karaktereigenschappen van haar scheidende collega, die een bijzonder gevoelsmens was en er een positieve mening op na hield. Boven dien is zij gehecht aan goede vormen en manieren en heeft zij er mede voor ge zorgd. dat het Gymnasium in de bezet tingstijd zulk een goede houding heeft weten aan te nemen. Dank zij je goede voorbeeld, aldus spreekster, heb je een blijvend stem pel gedrukt op hen, die het voorrecht hadden met je om te gaan. Nadat mej. dr. Smit er op gewezen had dat mej. dr. Bakker praktisch reeds thans haar leerlingen van de toekom stige examenklas had voorbereid op het eindexamen, dankte zij haar voor alle ondervonden vriendschap. Een dank, welke in de aanbieding van vele ge schenken - namens de collegae - tast bare vorm kreeg. Prof. Van Regteren Altena„Deze prijs is wél gevallen en past bij l/" Coba Ritsema, de Amsterdamse schilderes geëerd met de Rembrandtprijs! Zaterdagmiddag is dat in de Grote Pers van de Lakenhal, waar men haar ere- tentoonstelling bewonderen kan, geschied. Een kleine vrouw, doch een gróót kun stenares maakte haar enntrée aan de arm van mevrouw Van Kinschot en na een toespraak heeft burgemeester Van Kinschot haar de chèque van f5000.namens het gemeentebestuur overhandigd. De vele aanwezigen begrepen, dat dit een waarlijk historisch moment was! De burgemeester bracht Coba Ritsema zijn gelukwensen over en achtte de over reiking van de prijs niet alleen een eer voor Rembrandt, doch ook voor hen, die zijn traditie voortzetten. Hij wees erop, hoe Coba Ritsema thans overal roem geniet en herinnerde aan het woord van de ook thans aanwezige Kees Verwey, die haar bij de tentoonstelling in Haar lem ter gelegenheid van haar 75ste ver jaardag, de „kunstenares van het wijs gerig denken" had genoemd. In jonge jaren heeft zij reeds waarde ring en begrip mogen genieten en vele onderscheidingen ontvangen, aldus de burgemeester, die haar voorts een stimu lans voor de jonge generatie noemde. Jhr. mr. F. H. van Kinschot besloot met de wens, dat vele belangstellenden uit het gehele land zich zouden opmaken speciaal tijdens de kerstdagen om van haar oeuvre kennis te nemen. Prof. dr. J. Q. van Regteren Altena, een der specialisten op het gebied van Coba Ritsema's kunst, gaf hierop uiting aan zijn onverholen bewondering voor haar werk. er daarbij op wijzend dat de „Amsterdamse Joffers" definitief haar plaats hebben ingenomen in het histori sche weefsel. Hij beschouwde de kunst van haar tyd en de daarin bereikte gra den van verfijning van donker naar licht, daarbij wijzend op de twee elemen ten. die er een grote rol in spelen, n.l. het atelier en het motief. Hij noemde Coba Ritsema zonder enige begrenzing een groot stilleven- en een groot figuur schilder, alsmede een kunstenaar bij de genade Gods. Spr. besloot met de woor den: „De Rembrandtprijs is wèl gevallen en past bij U!" De directeur van de Lakenhal, de heer J. N. van Wessem. had als eerste woor den van welkom gesproken tot de aan wezige „Joffers" en de juryleden op deze voor Leiden en Amsterdam zo belang rijke middag. Hij noemde haar een in spirerend voorbeeld voor allen, memo reerde de kracht van haar generatie en achtte het voor de jury een eer de be langrijke Rembrandtprijs aan Coba Rit sema te mogen overhandigen, een prys, die van nu af aan eenmaal in de vijf jaar zal worden uitgereikt en waarmee de waardering betuigd wordt aan een kunstenares, die het werk van Rem brandt voortdraagt. Na deze toespraken heeft men met grote belangstelling kennis genomen van deze belangwekkende expositie, welke, mede door de uitstekende zorgen der Lakenhaldirectde, uitnemend tot haar recht komt. Burgemeester Van Kinschot over handigt Coba Ritsema de Rem- brandtsprijs. (Foto L.D./Van Vliet)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 3