Vergane glorie nieuwe
gl
one
WIE BETAALT NU HET GELAG?
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
W einig bont voor modieus effect
ONS MENU VAN DE WEEK
I.
Een visser shoot je dat geen
vis wilde vangen
VARIA
ZATER DAG 9 NOVEMBER
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
PARIJS, november 1957
Vergane glorie, nieuwe glorie... Ja, want met dat oude bontjasje,
dat nu werkelijk niet meer te dragen is, met die half versleten bont
stola, die cape die zijn beste jaren allang en zichtbaar achter de rug
heeft, met de bontrand die japon of mantel overleefde, is vast nog wel
iets te doen, iets anders dan ze in de vuilnisbak te deponeren of ze
een plaatsje in de vergetelheid te geven, ergens in een donkere hoek
op zolder. Ze bevatten alle nog wel een deel of een klein stukje, dat
bruikbaar is en deze winter nog een heel modieus emplooi kan
vinden. Er is soms immers maar heel weinig bont voor nodig om
een modieus en flatteus effect te bereiken, en dat heel weinige bont
bezit U misschien nog wel, zonder dat U er zich van bewust was.
Aarzel dus niet, maak het rendabel. Meteen. Ge hebt meer aan een
keurige bontgarnering dan aan een compleet bontjasje dat er sjofel
uitziet, ge legt meer eer in met een keurig, flatteus bontgarnituurtje
dan met een bontsjaal of een cape die waarlijk niet fraai meer is
Bij het Franse plaatsje Monübrison
viel enige dagen geleden een stalen
bol. beschilderd met Russische let
tertekens uit de hemel. Om alle
twijfel weg te nemen was bovendien
een duidelijk „piep-piep" hoorbaar.
Het voorwerp had onmiddellijk de
aandacht van journalisten, fotogra
fen en politie. Opgewonden dorps
bewoners kwamen met honderden
naar de plaats waar „Spoetnik" zou
zijn neergestort. Enige tijd later
bleek het voorwerp te zijn uitgewor
pen door twee fotografen die de val
wilden fotograferen. Zij hadden
hiervoor speciaal een vliegtuig ge
huurd.
De Russische lettertekens en het
gepiep hadden uitsluitend ten doel
hun stunt enige publiciteit te geven.
Een verschrikte Hamburger kwam de
politie vertellen dat hij 's oohtends
vroeg een enorm konijn, wel ander
halve meter groot, onder een straat
lamp had zien zitten- De politie
nam het verhaal dadelijk ernstig,
want er was een melding binnenge
komen over een kangoeroe die uit
een dierentuin gevlucht was En
kele uren later werd het .konijn"
gevangen in een tuin.
ln ieder weekmenu komen wel groenten voor die in ruim water gekookt
worden (bijv. bloemkool), of die zoveel vocht loslaten, dat niet alles tijdens het
koken verdampt. Praktisch ieder groentenat leent zich uitstekend voor het
bereiden van een smakelijke soep en daar zich juist ln dat nat nog waardevolle
voedingsstoffen bevinden, zou het wel zonde zijn hiervan niet te profiteren. Een
kopje soep valt, vooral in de koude maanden, bij de brood- of voorafgaand aan
de warme maaltijden, altijd in de smaak en ls, vooral wanneer het afgemaakt
wordt met bijv. wat geraspte kaas, nog voedzaam ook.
ZONDAG Selderij-broodjes, contrafilet, spruiten, aardappelen, ana
naspudding.
MAANDAG J Jachtschotel, perencompote.
DINSDAG Gegratineerde bloemkool, gesmoorde aardappelen, yoghurt-
vla.
WOENSDAG Nierragoüt in rijstrand, appelmoes, koffiepudding.
DONDERDAG Gekruide omelet, witlof-sla, aard appel purée, rijstkoekjes.
VRIJDAG t Panharing, savoyekool, aardappelen, gevulde sinaas
appelen.
ZATERDAG Stamppot rauwe andijvie met spek, beschuit met bessesap.
Wat ge met uw vergane glorie kunt
doen hangt natuurlijk in de eerste
plaats af van de hoeveelheid goed bont
waarover ge beschikt. Maar er zijn in
deze bontrijke wintermode allerhande
mogelijkheden voor kleine en grotere
hoeveelheden pels. En om U een idee
te geven, brachten we er hier enkele
in schets:
1). De bontmanchetten op een keu
rige wollen cardigan (of jerseyblouse)
maken dat kledingstuk tot een geklede
dracht, die desniettemin het comfort
van het sportieve behoudt. Ge gebruikt
er bijvoorkeur langharig bont voor of
middelmatig langharig, zoals vos, nertz,
civet en soortgelijke.
2). De blouse van bont is een hoogst
modieuze, zij het luxueuze aanvulling
van de wollen tailleur, waarvan hij de
halsopning opvult. Kortharige bont
soorten onder andere het gevlekte
ocelot en dito panter, en het getekende
zeehond zijn er uitermate geschikt
voor.
3). Het kraagje, dat losse accessoire
is, vergt een minimum aan bont en
kan afwisselend de japon, het truitje,
de-blouse of het mantelpakje garneren.
Alle bontsoorten komen hiervoor in
aanmerking, van het peperdure nertz
tot het goedkope konijn of kat, om van
imitatiebont niet eens te spreken.
4). De bontzakken op een tailleur
van wollen stof zijn een aparte, mo
dieuze garnering, waarvoor persianer,
bever of seal de aangewezen bontsoor
ten zijn, ofschoon ook andere kort
harige vachtjes er voor in aanmerking
komen.
5). De bontkraag op de mantel en de
bontrand op muts of hoed openen al
lerlei modieuze mogelijkheden, wat
bontsoort en vorm betreft. Beverbont
is met seal en nertz de uitverkoren
bontsoort, doch ook vellen van andere
herkomst kunnen ervoor worden ge
bruikt. zoals ocelot, lamsbont van welke
soort dan ook. kat en konijn.
6). Het sjaaltje dat recht en middel
matig breed is. wordt bij welk kraag
loos kledingstuk dan ook om de hals
geknoopt; de uiteinden blijven kwiek
uitstaan. Het kan van persianer of
Mongools lam zijn. terwijl ook andere
kortharige, niet gekrulde bontsoorten,
zoals ocelot, bever, seal et cetera er
geschikt voor zijn.
7>. Manchetten en hoofddeksel van
bont zijn dernier cri. De manchetten
zijn in hun meest moderne vorm geen
teruggeslagen manchet, doch een bont
rand die onder een 5/6 of 7/8 mouw
(van mantel of tailleur) uitkomt. Het
hoofddeksel kan, voor zover het de
huidige mode betreft, elke vorm heb
ben, van muts tot hoed, van turban
tot toque.
8). Het heel kleine bontsjaaltje, recht
en smal, is een geliefde accessoire ter
Recept: Selderij-broodjes.
Een selderijknol schillen en boven
een kom, waarin een mengsel van ci
troensap en olie is gedaan, raspen.
Het geraspte gedeelte steeds snel door
de saus roeren om bruinworden te
voorkomen. Stukjes toost dik bedekken
met de selderij en tot slot bestrooien
met wat geraspte kaas en fijn gehakte
peterselie.
Recept: Gekruide omelet.
4 eieren, 1 ui, 1 theelepel paprika,
4 eetlepels melk, zout, roomboter.
De eieren met de melk loskloppen en
vermengen met de goed fijngehakte ui
en de paprika. De roomboter in een
koekepan heet laten worden, het
mengsel erin gieten en in het geheel
langzaam en lichtbruin bakken. De
omelet in de pan oprollen en hem
daarna voorzichtig op een verwarmde
schotel laten glijden.
opvulling van een klein decolleté in
tailleur, mantel of -deux-pièces, of deze
wel dan niet van een kraag zijn voor
zien. De hoge mode kiest er bij voor
keur nertz. bever of seal voor, doch
hiermee zijn de bontsoorten die een
flatteus effect geven niet uitgeput-
9). De bontrand kan op diverse
plaatsen en verschillende kledingstuk
ken worden aangebracht; hij kan breed
zijn of smal en van deze of gene soort.
Een heel flatteuze mogelijkheid is de
(witte) bontrand op een wollen tail
leur, die een driehoeksjaaltje boort en
over het kraagloze decolleté van het
pakje wordt geslagen, zodra de dagen
koeler zijn geworden.
J. V.
DE BEESTENMARKT heelt
haar naam niet voor niets.
Vrijdag is 't de dag, waar
op je goed kunt merken, dat er
nog stapels koeien en kalfjes,
schapen en varkens in de Rijn-
streekse landouwen rond dar
telen.
De boeren klinkt het geblaat
en gebler als muziek in de oren
en als goud in de handen, de
leden van de Dierenbescherming
cunnen er alleen maar droef door
gestemd zijn.
De een z'n dood is de ander
z'n brood: dat geldt ook voor
al hetgeen zich op de Beesten
markt „afspeelt".
Wéér een koe naar het abat
toir en de boer heeft er een
dikke portemonnaie door
IK BEN van de gang van zaken
op de Beestenmarkt niet zo
goed op de hoogte, maar aan
het handgeklap en de slimme ge
zichten kun je altijd zien, dat
er goeie zaken gedaan worden.
Wie onze rubriek „Rondom de
Veemarkt" regelmatig en gron
dig bijhoudt en welke recht
geaarde lezer doet dat nu niet?
komt tot de conclusie, dat een
koe of een varken in deze tijd
gemiddeld z'n geld wel opbrengt,
wat hem voor de boeren ver
heugt, want 't is ook wel eens
énders geweest.
Er zijn oosterse godsdiensten,
waarbij de koeien als heilige
dieren vereerd worden.
Zo ver is 't hier nu wel niet,
maar een rooie rug of nog méér,
leeft men er gemeenlijk wel voor
over en dat is in het materia
listische Westen al héél wat.
ZE STAAN er zo losjes en ge
moedelijk bij, de koper en
de verkoper.
Maar ze weten deksels goed
waar Abraham de mosterd haalt
en laten zich geen knollen voor
citroenen verkopen, in casu geen
koeien, die geen koeien zijn.
De dikbillen liggen hun 't
meest aan het hart.
Daaraan zit het beste vlees en
de slager geeft er de hoogste
prijzen voor.
Daar vallen goeie bliefstukken
van te snijden. Hoewel een pri
ma biefstuk tegenwoordig peper
duur is, zijn er toch altijd ge
noeg slachtoffers, die van een
„lekker stukkie" vlees houden en
er graag een aardig pondsprijsje
voor over hebben.
Wel heb ik in de gaten, dat
't op de Beestenmarkt góéd uit
kijken is.
Wie geen kennis van zaken
heeft, moet er liever weg blijven.
Hij heeft er tussen al die lang
staarten, grijze jassen en dikke
knuppels niets te zoeken en zou
lelijk tegen de lamp kunnen
lopen.
WêêsMLiV.
En bovendien: wat heb je aan
zon koetje in de tuin?
NEE: het zyn allemaal pri
ma vaklui op die Beesten
markt.
Ik zou willen weten, wat er
in de zakelijk-taxerende hoofden
van deze twee ondoorgrondelijke
mannen omgaat.
De één doet natuurlijk aan be
stedingsbeperking en de ander
evenzo goed, zodat ze mekaar
in de gaten houden.
Ook moeten ze allebei met een
„goeie handel" thuiskomen, an
ders krijgen ze 't met moeder de
vrouw aan de stok en de Boe
renleenbank is er óók nog.
Ik begrijp nooit, hoe dat in z'n
werk gaat: als de één 'n goeie
winst maakt, legt de ander 't
loodje en dat gaat zo maar door.
Toch is na afloop iedereen op
de Beestenmarkt leutig en te
vreden.
Na gedane arbeid kan er een
pittig borreltje bést op over
schieten.
Zou ik, als consument, mis
schien het gelag betalen?
Zó zit de zaak waarschijnlijk
óók al weer niet in elkaar.
Dat is nu wéér een van de
vele politieke, economische en
financiële raadsels, waar ik da
gelijks mee tob
FANTASIO.
Verhaal voor de kleintjes
Libelle, Nassauplein 7, Haarlem
Er was eens een klein haventje. In
dat haventje lagen de vissersboten
van de vissers, die in het havenstadje
achter de haven woonden. In de vroege
morgen kwamen de vissers uit hun
huizen naar de haven gestapt, ze hesen
de bruine zeilen van hun scheepjes
omhoog en ze voeren de haven uit, de
wijde zee in. Ze hadden grote dikke
netten by zich, waarin ze de vissen
vingen, de vissen die zwommen in het
water van die blauwe, groene, grijze
zee. En elke avond kwamen ze weer
moe naar huis, moe maar tevreden.
Want de vangst was altijd goed. Dan
werden de vissen uit de scheepjes naar
een grote loods gebracht, waar vracht
wagens klaar stonden, die de vissen
maar schoon en wit waren en die nooit
vis vingen, die alleen nfaar rondvoe
ren voor plezier. Toen dacht het vis
sersbootje: „Ik wil niet langer een
vissersboot zijn, want vis ruikt vies. Ik
wil een zeilbootje worden, en ik wil...."
Ja, je begrijpt het al, het stoere bruine
vissersbootje werd plotseling ontevre
den. En het wou geen vis meer van
gen. Toen dan ook de volgende morgen
de visser in zijn bootje stapte, merkte
het eerst, dat het zware zeil haast niet
omhoog wou. „Hé", mompelde hij. „Hoe
kan dat nou en hij trok en hij
trok aan de touwen totdat zijn hoofd
rood en nat werd en met heel veel
moeite hees hij de zeilen omhoog. Toen
zette hij koers naar de zee, maar....
meenamen en naar grote en kleine
steden brachten, waar de mensen die
vissen konden kopen en opeten.
Door de week was het haventje dus
leeg, er lagen geen schepen in, maar
op zaterdagen en zondagen visten de
vissers niet en dan lag het haventje
vol met de kleine vissersscheepjes. Het
was een alleraardigst gezicht, de
bootjes daar in het kleine haventje te
zien dobberen en er kwamen dan ook
vaak mensen naar kijken. Soms kwa
men ze met een fiets, soms met een
auto, een. enkele keer met een grote
bus en eensmet een klein wit zeil
bootje. En over dié ene keer wil ik je
nu wat vertellen.
Dat witte zeilbootje dan kwam op
een zondagmiddag het haventje bin
nen gevaren en het meerde langs een
brede vissersboot. Nu, zoiets had die
vissersboot nog nooit meegemaakt. Hij
keek vol bewondering naar het ranke
jachtje, dat daar zo maar naast hem
op het water lag en hij vroeg in
botentaal die de mensen niet kunnen
verstaan „Waar kom jij vandaan?"
„Uit de Jachthaven", sprak het zeil
bootje, maar het had zo n hoog. dun
stemmetje, dat de dikke vissersboot
het niet verstond en daarom herhaal
de het zeilbootje iets luider: „Uit de
jachthaven".
Daar had de vissersboot nog nooit
van gehoord. „Wat is dat, een jacht
haven?", vroeg hij. Het zeilbootje ver
telde hem hooghartig, dat een jacht
haven een haven is, waar nette boten,
die niet hoeven te werken, liggen te
wachten op hun bazen. Die bazen dra
gen altijd schone witte pakken en
witte petten en die bazen varen in hun
bootjes omdat ze het prettig vinden.
Dat begreep de vissersboot niet goed.
„Maar vangen die bazen geen vis?",
vroeg hij verwonderd. Het zeilbootje
had geen neus, maar als het wel een
neus gehad had, zou het hem stellig
hebben opgetrokken van minachting
Nu zei hij: „Vis? Bah! Vis ruikt
vies
Daar had de vissersboot nog nooit
bij nagedacht. Rook vis vies? Vis rook
fris, vis rook naar zee en golven Nee,
zei de zeilboot, vis ruikt vies, heel vies,
bah!
De vissersboot moest lang over die
woorden nadenken, hij dacht er nog
over na toen het zeilbootje al lang en
breed weer met zijn witte baas de
haven was uitgevaren. Vis rook dus
vies en er waren bootjes die alleen
„Hè", zei de visser, „Wat doet het roer
vreemd, wat is er met mijn boot ge
beurd
Er was niets met zijn boot gebeurd,
maar zijn boot wilde niet vissen en
daarom was de boot ongehoorzaam en
vervelend, ja ronduit vervelend net
als kinderen soms zijn.
Toen de visser met behulp van de
vissersknecht de netten uitwierp in de
zee, maakte het bootje een vreemde,
heftige schommeling zodat de visser
bijna omviel.
„Heb je nou ooitzei de visser
want het was een kalme zee. En zo
ging dat de hele dag door. Het gevolg
was. dat de visser die dag lang niet
zoveel vis ving als gewoonlijk en dat
was erg akelig voor de visser, omdat
hij met vissen immers zyn brood moest
verdienen. Daarom keek hij treurig
toen hy 's avonds met zyn bootje weer
koers naar de haven zette. En het vis
sersbootje? Nu, het vissersbootje
schaamde zich verschrikkelijk. Het
wist nu zeker, dat vis niet vies rook,
vis rook fris naar zee en naar golven
en het nam zich voor, nooit meer
naar deftige zeilbootjes te luisteren.
En de dag daarop zorgde het ervoor,
dat de visser zoveel vis ving als hfj
nog nooit op een dag gevangen had.
M. F. B.
Een door de Spoetnik in vlam gezet
Parijs reisbureau heeft al retour-
kaartjes laten drukken voor de
maan. De prijs bedraagt 500.000 fr.
De kaartjes zijn nog niet te koop.
Een mevrouw in Fort Walton Beach,
Florida, stond rustig in haar ach
tertuintje uit te kijken naar de Rus
sische kunstmaan, die om kwart
over vijf over haar huis zou moeten
komen. Om dertien minuten over
vijf hoorde zij een schel fluitend ge
luid en met een harde klap kwam
er uit de luoht iets op de grond in
haar tuintje terecht. Toen de hevig
geschrokken dame het waagde om
naar de neergekomen „Spoetnik" te
kijken, ontdekte zij, dat het geen
Spoetnik, maar een twintig kilo
zware kist met lichtkogels was, die
een Amerikaans legervliegtuig, dat
juist overvloog, had verloren.
Deze week:
Al uw kleding
klaar voor
de winter!