Belangwekkende van Gogli expositie
siert de Lakenhal-zalen
Er zijn thans grote ontsparingen
bij de Spaarbanken
Van Nuenert tot Auvers-sur-Oise
Parijse verkeerspolitie reikte
1300 „blauwe schijven" uit
Toch handhaven de inlagen zich
oj) een redelijk niveau
96ste jaargang
Zaterdag 9 november 1957
Derde blad no. 29287
Uit een miljoenenbezit
De Van Gogh-bewonderaar kent de
meeste van de schilderijen op deze ex
positie aanwezig volkomen. Hij is er al
lang reeds mee vertrouwd; de „schok"
van eertijds overvalt hem dus niet meer.
Schilderijen en tekeningen, die aanvan
kelijk nog de zoekende, de tastende, de
onvolmaakte kenmerken, tekeningen,
eigenlijk meer bedoeld als studies van
de worstelende met de proporties zie
de Korenmaaier met hoed en sikkel -
met als voorbeelden van het sublieme
de uit Saint Remy daterende „Vier
mannen op de weg", of de „Drie man
nen met schop op de schouder", waarin
de ganse tragiek van de als lastdieren
Eerbied past voor deze mens-belijdenis
Vincent van Gogh's werken thans in onze stad: een deel der ver
zameling van ir. Van Gogh uit het Stedelijk Museum te Amsterdam
naar de „provincie" overgebracht! Dat is de grote winst van deze
belangwekkende Van Goghtentoonstelling voor de velen, die zijn
werken nog nooit in de hoofdstad zagen.
Zij is gistermiddag in de „Grote Pers" van de Lakenhal onder grote
belangstelling officieel geopend met toespraken van de heer Van
Wessem, van ir. V. W. van Gogh en burgemeester jhr. mr. F. H. van
Kinschot, namens het Gemeentebestuur.
Voor miljoenen is hier aan schilderijen en tekeningen aanwezig,
miljoenen, waarvan Vincent tijdens zijn leven nooit één cent gezien
heeft.
Bij de zömertentoonstelling „Verstel
en zyn tijdgenoten", aldus de heer Van
Wessem, ontbrak Van Gogh. Dit gemis
is nu vergoed. Spr. belichtte hierna in
een schets markante zijden van werk en
persoon van de schilder. Gedragen door
onbevangenheid en een pantheïstisch ge
kleurd religieus levensgevoel, gaf Vincent
met voorkeur de nederig arbeidende
mens weer. Voor zijn kunst wierp hij
alles van zjch af. ook zijn familie, be
halve zijn broer Theo. In het begin zien
wij een genie zonder talent, maar dat
verandert spoedig. In Arles bereikt hij
het zenith van de klaarheid. De uitbeel
ding van een voor ieder verstaanbare
taal heeft hem gedreven.
Ir. V. W. van Gogh bracht dank voor
de medewerking van de heren Van Wes
sem en Sandberg ondervonden, direc
teuren van de Lakenhal en het Stede
lijk Museum te Amsterdam.
Spreker ging uit van de vraag: „Wat
geeft deze tentoonstelling ons eigenlijk,
wat zoeken we er"? Een antwoord vond
hij in de ontleding van de ontroering,
zoals hij die eens vernam uit een voor
dracht van Sartre: „de ontdekking van
facetten waarop men tevoren geen acht
had geslagen, de opgeroepen associaties,
de impressie van de persoonlijkheid van
de kunstenaar, die het beschouwde werk
schiep". Vervolgens refereerde hij aan
Zola's gezegde: „vu 4 travers un tem
perament", om daarop te herinneren aan
een uiting van Vincent aan zijn broer
Theo: jij leest een boek om eigen ac
tiviteiten te stimuleren, ik om te weten
wat voor een man een schrijver wel is.
De eerste doeken zijn zeer donker,
maar niettemin helder, de latere licht
en kleurrijk. Deze verschuiving van don
ker naar lichter gamma wijst op een
bevrijdingsproces van de geest. Om de
natuur van het Franse zuiden te schil
deren, moet men de kleuren van de re
genboog gebruiken.
In Vincent's schildering valt de scher
pe waarneming op, de zeer nauwkeurige
constructie byv. van een weefgetouw, de
schildersdrift, het evenwicht der com
positie waarmee een verlangen naar rust
en harmonie tot uitdrukking is gebracht.
Grootse dingen worden op eenvoudige
manier afgebeeld. Uit dit contrast con
cluderen we: „ze geven altijd iets voor
ieder, nooit is het werk krenkend, op de
voorgrond staat het menselijke element.
Karakteristiek is verder de mens ver
beeld middenin zyn arbeid, als een
maaier, een spitter. Ook kunnen we uit
het gehele oeuvre een sterk verlangen
naar familieleven afleiden.
Ir. Van Gogh hoopte tenslotte, dat
velen de weg naar de Lakenhal zullen
vinden.
Jhr. Van Kinschot wees op de kracht
die van Van Gogh is uitgegaan. Rem
brandt en Van Gogh zijn als visite
kaartjes die overal ons land represen
teren.
Deze expositie is, gelukkig, niet de
eerste te Leiden. Het jaar 1893 zag reeds
tekeningen van hem. Verster bleek al
in zijn jeugd met v. Gogh vertrouwd te
zyn. Er zijn aanknopingspunten tussen
Leiden en Vincent, maar deze tentoon
stelling is het culminatiepunt.
De burgemeester zinspeelde op een
bepaalde scheiding die overal doorheen
loopt. Ons respect voor Rembrandt is
is ons met de paplepel ingegeven. Met
Van Gogh staat het iets anders. Eerst
rond 1910 kwam de waardering voor hem
naar voren. De helft van ons heeft reeds
van jongs af geleerd Van Gogh mooi
te vinden, de andere helft, de 19e
eeuwers onder ons. hebben dit moeten
verwerven en misschien werd dit voor
deze zelfs een waardevoller ervaring.
lopenden is uitgedrukt. Dat is de Van
Gogh, zelf gaande als een lastdier door
het leven, voortgestuwd door het „moe
ten" van het genie, en zich geconfron
teerd wetend met alle menselijk, gron
deloos leed.
Men ziet ze voor zich en herkent ze
alle-
Van Goghs leven gaat in alle periodes
wijd voor U open: daar zijn de „Aard
appeltelers". uit de tijd dat het zwart
bruine nog domineerde, het zwart-bruine,
dat voor hém reeds „kleur" betekende,
uit de tyd ook, dat de boer. die zijn
akker bebouwt, of de wever, die weeft,
Van Gogh obsedeerden.
De „Aardappeleters", ontstaan in het
voorjaar van 1885, koppen, gehouden in
„aardappelkleur": een meesterstuk van
Van Gogh uit zijn eerste tijd.
Men speurt zijn groei naar het licht
in de Antwerpse periode (invloed van
Rubens» en dan Parijs, méér licht en
dan Arles: het „licht", dat zijn bekro
ning vindt in Saint Remy. gloeiend, ver
terend, neergesmeten met palet en
duim, met een kunstige vaardigheid,
waarin iedere veeg, ieder stip (rood) in
het geheel zijn volwaardige betekenis
heeft.
Fel en gloeiend brandend zijn de
kleuren ten laatste niet zoals men ze
op de film zag - maar wezenlijker of
onwezenlijker al naar de aard en de ge
concentreerde intentie: Van Gogh wild
en stralend. Van Gogh ook als de „ge
kruisigde", waarmee hij zichzelf identi
ficeert in „De opwekking van Lazarus"
naar een fragment uit een ets van
Rembrandt. (Saint Remy). En uit een
vorige periode (Arles) een nog even
wichtige Van Gogh, van wie de trans
parante. lichtende triptiek „De roze
boomgaard". „De bloeiende perzikboom"
en „De witte boomgaard" stamt, of „De
zonnebloemen", „De armstoel van Gau-
Poging om te lang parkeren tegen te gaan
Maar de Frabseb zullen
maatregelen wel ontduiken
(Van onze Parijse correspondent)
Dertienhonderd boetes van ongeveer
een tientje: dat is de financiële buit
geweest van het experiment gedurende
de eerste dag van de „disque bleu", of
wel de blauwe schijf. Het is een kaart,
guin" of de „Berceuse" (Madame Rou-
lin), met dat primitief aandoende
kleurrijke bloemetjesbehang op de
achtergrond: een totaal andere Van
Gogh dan in zijn laatste periode van
alles-meeslepende vervoering.
Van laag betrekkelijk tot hoog
beweegt zich deze expositie, zo ongeveer
80 stukken uit zijn produktie, met grote
zorg in chronologische volgorde opge
hangen en onder helder licht schitte
rend uitkomend, gelijk men dat aan de
nagedachtenis van Van Gogh ver
schuldigd is.
Wij spreken de vurige hoop uit, dat
velen, vooral ook de jongeren, deze
Van Goghs zullen bezichtigen. Deze
expositie biedt daartoe een unieke
gelegenheid!
Eerbied voor hem „die zich liet krui
sigen, voor de belijdenis van de mens",
zoals Julius Meier-Grafe het in zyn
prachtig boek „Vincent" zegt, past
hier.
Eerbied, voor iemand, die zijn tijd
vér vooruit was en nu midden in ónze
tijd staat.
Eerbied voor een der grootste ge
nieën. ooit door ons land voortge
bracht!
H.
waarin een kartonnen schijf kan wor
den rondgedraaid, die, als bij een klok,
aan de rand met cijfers is versierd. De
bedoeling van het hele geval is, dat
automobilisten, die in de binnenstad of
wel de blauwe zone hun wagen willen
parkeren, de kaart aan hun voorruit be
vestigen, na de schijf eerst op het uur
van hun aankomst te hebben vastge
steld. Wanneer zij anderhalf uur later
dan nog niet zijn vertrokken, mogen
zij rekenen op een bon, een berekening,
die gisteren dus al in 1300 gevallen is
uitgekomen!
De opzet van deze nieuwe verkeers-
operatie is in het centrum van Parijs
het massale parkeren langs de trottoirs
wat aan banden te leggen. Over het al
gemeen zijn de Parijse straten, zelfs met
éénrichtingsverkeer, toch al niet te breed,
en met een file auto's langs de kant,
blijft er voor het verkeer bijna geen
ruimte meer over.
De Parijse politie hoopt nu in de
blauwe schyf, om zo te zeggen, de pil
te hebben gevonden, die deze verkeers-
concipatie zal kunnen verdrijven.
Een zekere verbetering was er op dit
punt gisteren trouwens al wel te bespeu-
j ren en vooral de autobussen bewogen
I zich zichtbaar vlotter door de binnen-
stad. Of die verbetering van blijvende
duur zal blijken, moet intussen worden
afgewacht. De Parijzenaars zijn meesters
I in het ontduiken van overheidsmaat
regelen en wij vermoeden zo. dat het
I niet zolang kan duren, of ook de blauwe
J schijf zal veel van haar doelmatigheid
1 hebben ingeboet. De inventieve franse
geest staat daar, geloven wij, wel bijna
borg voor.
Tijdens zwemwedstrijd
overleden
Twee koks, behorende tot het Duitse
personeel van een internationale trein,
welke geregeld militairen van Duitsland
naar Hoek van Holland en terug ver
voert, gingen 's middags een wedden
schap om 100 mark aan. De inzet was
wie het vlugst over de Nieuwe Water
weg zou kunnen zwemmen- Om vier
uur stapten zij zo uit de warme trein
in het ijskoude water, de een gekleed
ir. zwembroek, de tweede in een hemd.
De jongste, een kok van 33 jaar, slaagde
erin heen en terug naar Rozenburg te
zwemmen, doch toen hij weer in de
trein stapte miste hij zijn vriend- Later
bleek dat deze een 43-jarige man udt
I Hannover, levenloos in het water was
aangetroffen.
Indonesische ambassadeur:
„Nederlandse dagen in Azië
zijn geteld"
De Indonesische ambassadeur in j
Australië, dr. A. Y- Helmi, heeft gis- I
teren gezegd, dat de „dagen van het 1
laatste restje Nederlands koloniaal be
zit in het gebied van de Stille Oceaan i
geteld zijn".
In commentaar op de gemeenschap
pelijke Australisch-Nederlandse begin- i
selverklaring over Nieuw-Guinea zei hij j
in een verklaring aan de pers:
„Terwijl er voor Australië en Indone
sië tijd is. mogelijke fouten in de be- i
trekkingen tussen onze twee landen te
verbeterenmoeten wij pogen te ver- I
mijden, onze problemen van nabuur
schap onrealistisch op te lossen op de
zelfde wijze als enige Europese landen
deden in het geval van de Saar en an
deren. welke oplossingen onnodig geleid
hebben tot voortdurende ergernis en
wrijving tussen buurlanden".
VAN GOGHS
,,De Zaaier" van oktober 1888
Wij tekenen hierby aan:
Inderdaad, in deze betrekkelijk kleine
—de ongeveer 800 tekeningen en schil
derijen, welke Van Gogh in zijn korte.
37-jarige leven (1853—1890) produceerde
in aanmerking genomen expositie,
doch wélk een exquise, volgt men zyn
levensgang van donker naar licht.
Het leven van Van Gogh is in de laat
ste jaren voor de massa, tot wie hij met
zijn sterk sociale inslag wilde spreken,
zó overdadig door middel van boeken,
film en reprodukties, die ook op deze
tentoonstelling te verkrijgen zijn, bekend
gemaakt, dat wij ons van de plicht ont
heven achten, deze hier opnieuw weer
te geven.
Men krijgt er een hevige indruk van
bij het eerste schilderij, de pastorie te
Nuenen, over de Antwerpse, de Parijse.
periode, die in Arles, Saint-Rémy en
Auvers-sur-Oise heen naar het drei
gend-onheilspellende „Korenveld met
kraaien" toe. waarin men het diep-tra-
gisohe einde reeds voorvoelt-
Van het eerste schuchtere pogen toe.
naar het volmaakte evenwicht men
denke aan het klare, harmonisch opge
zette Oogst van '88. dat hij in Arles
maakte naar de scheppingen, vervaar
digd in één roes van niet-aflatende be
zetenheid. tenslotte neergeworpen, in
een snelheid, die begrijpelijk maakte,
dat Van Gogh zó veel produceerde in
een periode van zes jaren: het „Velden
met de blauwe lucht", hét „Gezicht op
Auvers" of het reeds genoemde „Koren
veld met kraaien", waarin het kosmi
sche. gelijk in de tekening „Huizen, tui
nen en bomen" (blauwe waterverf met
sporen van zwart krijt") boven alles
prevaleert.
De Van Gogh, wie het typisch „sen
sationele" aankleeft, en de verbazing en
de verwondering opriep door zijn zéér
eigen visie, het „nog-nimmer-vertoonde"
die alle paden der traditie vér achter
zich gelaten had en op bovenzinnelijke
wijze uitdrukking gaf aan wat hem in-
nerlilk bezielde, geladen door een onge
loofwaardige -cheppingskracht. waar
door het ene schilderij na het andere
in razend tempo werd voortgebracht.
Heeft rentestand liet hoogtepunt bereikt?
(Van onze financiële medewerker)
Nu van verschillende zijden op de noodzakelijkheid van grotere besparingen
wordt aangedrongen, staan de Spaarbanken uiteraard in het nieuws. Want hoe-
Avel er ook door de Overheid wordt gespaard, zy het de laatste tijd zeer weinig
en de bedryven in het nationale spaarkapitaal een groot aandeel hebben, vormen
toch ook de particuliere besparingen daarvan een zeer belangrijk bedrag en een
groot deel hiervan wordt by de spaarbanken belegd. In verband met de sterk
gestegen rentestand van de laatste tyd is de mening uitgesproken dat de spaar
banken min of meer uit de tijd zijn en allengs door andere besparingsvormen
zouden worden verdrongen.
Wij hebben dit de vorige week in twij
fel getrokken, omdat wij van oordeel
zijn dat er een grote categorie particu
lieren is die ook ondanks het grotere
verschil tussen de spaarbankrente en
het rendement van obligaties en aan
delen, toch aan de spaarbanken trouw
blijft. Met name voor de kleine man,
die geen risico's mag lopen wat de con
junctuur en de wisselingen van de rente
stand betreft, blijft de spaarbank de
meest aangewezen belegging.
Een feit is intussen dat er bij de spaar
banken de laatste tijd z.g. ontsparingen
hebben plaats gehad, d.w.z. dat de
terugbetalingen de inlagen hebben over
troffen. Voor een deel was dit toe te
schrijven aan de verminderde neiging
om in geld te sparen, omdat men dit
voortdurend in koopkracht heeft zien
verminderen, voor een ander deel en
vooral de laatste maanden en weken
hebben de hoog rentende obligaties, met
name de 6 Woningbouwlening op de
spaarbanken een sterke zuigkracht uit
geoefend, waarvan ook de cijfers over
oktober weer het bewijs leveren en die
van november dat vermoedelijk in nog
sterkere mate zullen doen. In oktober
werd by de Rijkspostspaarbank en de
grote spaarbanken in Amsterdam, Rot
terdam. Den Haag en Groningen rond
f25 miljoen meer terugbetaald dan in
gelegd.
Het lijkt ons echter onjuist hieruit te
concluderen dat de spaarbanken hun
tijd hebben gehad, vooral irfdien zo het
mogelijk blijkt de inflatie een halt toe
te roepen Het is daarom interessant de
spaarcyfers ook eens van de andere
kant te bezien en dus niet alleen te let
ten op de opvragingen en het bedrag,
waarmee deze de inlagen overtreffen,
maar ook op deze inlagen zelve, omdat
daaruit blijkt dat van een radicale wij
ziging in de spaargewoonten van het
publiek niet kan worden gesproken. Wij
weten wel dat de irflagen bij de spaar
banken voor een groot deel betrekking
hebben op het z.g. doelsparen. d.w.z. dat
men spaart om later dit geld voor een
bepaald doel te gebruiken, dit neemt
toch niet weg dat er van de gelden,
welke bij de spaarbanken worden gede
poneerd, toch doorgaans een deel over
blijft dat voor de financiering van de
nationale kapitaalbehoeften kan worden
aangewend.
In elk geval blijkt uit de omvang
van de inlagen dat de spaarbanken
nog altyd een belangryke en nuttige
functie in ons volksleven vervullen.
En ook kan men er uit zien dat, hoe
zeer grotere besparingen op het volks
inkomen gewenst mogen zijn, er ook
nu altyd nog in redelijke omvang
wordt gespaard.
Zo is het ons opgevallen dat byv. bij
de Rijkspostspaarbank in oktober welis
waar ca. f 14 miljoen meer is opge
vraagd dan ingelegd, maar dat in die
maand de inlagen toch nog f 49 miljoen
hebben bedragen. Voor genoemde maand
zijn nog niet alle cijfers ter beschikking,
maar van enkele grotere spaarbanken
zijn de cijfers over oktober bekend. Wij
laten de inlagen voor die maand hier
onder volgen:
okt. 1957 okt. 1956
Rijkspostspaarbank f49 milj. f63.6milj.
Spaarbank voor de
Stad Amsterdam f 5.1 f 6.9
Nutsspaarbank
Groningen f 2.2 f 3.2
ld. 's-Gravenhage f 7.6 f 8.3
.ld. Rotterdam f 6.2 f 8.7
ld. Amersfoort f 25 f 2.2
De inlagen bij de hiergenoemde spaar
banken waren in oktober dus wel lager
dan in 1956 (met uitzondering van
Amersfoort), maar in totaal is er dan
toch nog ca. f7512 miljoen ingelegd. Nog
duidelijker spreken de cijfers van alle
instellingen, aangesloten bij de Ned.
Spaarbankbond over de eerste negen
maanden van dit jaar, welke f857.4 mil
joen hebben bedragen en die van de
zelfde periode van 1956 nog met f21
miljoen hebben overtroffen. Neemt men
alle spaarbanken tezamen de Rijks
postspaarbank, de Algemene Spaarban
ken en de Boerenleenbanken dan
blijkt dat de totale inlagen gedurende
de eerste acht maanden van 1957 f2026
miljoen hebben bedragen tegen f 1946
miljoen in die periode van het vorige
jaar. Hier stonden in 1957 f 1630 mil
joen en in 1956 f 1503 miljoen opvragin
gen tegenover, zodat in de eerst acht
maanden van het lopende jaar dus f395
miljoen meer werd ingelegd dan terug
betaald tegen f443 miljoen in dat tijd
vak van 1956
Als gezegd zullen de cijfers van eind
november en die van ultimo 1957 onge
twijfeld een verdere ontsparing te zien
geven, omdat op 15 november a.s. de
storting op de Woningbouwlening moet
plaats vinden, maar een feit blijft het
dat er ook in deze tijd nog velen zijn,
die aan de gewoonte blijven vasthouden
periodiek een bedrag naar de spaarbank
te brengen. Vooral in de provincie is dat
het geval. Het is dan ook opmerkelijk
dat bij de Boerenleenbanken de inlagen
gedurende de eerste 9 maanden van 1957
nog belangrijk groter zijn geweest dan
in die periode van 1956, n.l. f918'. mil
joen tegen f784.2 miljoen en dat ook
het spaaroverschot i inlagen verminderd
met terugbetalingen) dat van de eerste
negen maanden van 1956 heeft overtrof
fen: het bedroeg namelijk in 1957 f 133.4
miljoen tegen f 122.6 miljoen in 1956 en
f 121.4 miljoen in 1955. Hierbij kan wor
den opgemerkt dat de Boerenleenbanken
doorgaans een wat hogere rente vergoe
den dan de gewone spaarbanken en dat
niet alleen de boeren, maar ook vele
particulieren op het platteland hun geld
bij de Boerenleenbanken beleggen. Deze
nemen onder de spaarbanken zelfs de
grootste plaats in. Uit. augustus be
droeg het spaartegoed bij laatstgenoem
de instellingen f 2577 miljoen, bij de
Algemene Spaarbanken f 2039 miljoen
en bij de Rijkspostspaarbank f1962
miljoen.
Uit het bovenstaande mag o.i. de con
clusie worden getrokken dat de spaar
banken in ons nationaal spaarwezen
nog altijd een zeer belangrijke econo
mische functie vervullen en dat naar
onze mening ook zullen blijven doen
omdat een groot deel van de spaarders
aan zich zelf en aan hun gezin ver
plicht is voor zijn spaargelden de minst
risicodragende belegging te zoeken. On
danks de inflatie van de laatste jaren
weegt toch zowel bij de loontrekkers als
bij de spaarders het nominale geldbe
drag zwaarder dan de koopkracht van
het geld en het is daarom de dure plicht
van de overheid een zodanig financieel
beleid te voeren dat die koopkracht van
het geld althans van die zijde zoveel
mogelyk wordt gehandhaafd.
Voorts zal de overheid in haar fis
cale politiek blyk moeten geven dat
zij de vorming van persoonlijk bezit
als een van de belangrijke steunpun
ten van de volkshuishouding be
schouwt. Prof. Hellema heeft in een
beschouwing over de maatregelen der
regering ter bevordering van bezits
vorming o.m. geschreven dat de be-
zitsvijandige houding, die het beleid
van de naoorlogse opeenvolgende ka
binetten heeft gekenmerkt, een uiterst
belangrijke belemmering is geweest
voor het aankweken van de spaarzin.
Over het aankweken van die spaarzin
valt nog iets te zeggen, hetgeen we in
een volgend artikel willen doen. Voor
ditmaal moge met het bovenstaande
worden volstaan omdat het de aandacht
verdient dat er thans gelukkig enkele,
zij het nog zwakke symptomen zijn
welke de indruk wekken dat de rente
stand vooreerst zijn hoogtepunt heeft
bereikt. Men moet met dergelijke uit
spraken natuurlijk voorzichtig zijn,
maar een feit is dat de geldmarkt wat
ruimer is geworden en dat ook op de
kapitaalmarkt enige ontspanning merk
baar is. De 6 obligaties De Bijenkorf
noteren reeds 103 r.de 6 rc Woning
bouwlening heeft een koers van ca. 102
bereikt en ook de 6 r" obligaties Pegus
naderen dat niveau. Eerst als de stor
ting op de Woningbouwlening achter de
rug is kan men van de kapitaalmarkt
een meer betrouwbaar beeld krijgen.
De toeneming van de deviezenvoor
raad bij de Ned. Bank met f 245 mil
joen sinds eind september cn het voor
september en oktober hy de E.B.U.
verkregen overschot van resp. f 82 en
f 84.6 miljoen vormen intussen teza
men een wolkje als een mans hand.
bezt wenk kgon mat
vaal
toJidkji^V O* o o O to Cl
W&sS'inaatse. wuL
tockfiak hei
(ekoti o 7^*551 o
- A
Lilcbe. ovmteekpiaah
blijft noq even cjcin
ovacsteücptaats
\aI oens do0 ijuuj be jout
ii4jaS0cii.tcu.ln lixAin
wwx opcvt^Hamü..
UovuUiuiLUj «jaj- K+ 0
coauxl op oude Eu
topic uisttumoifen
Puzzelwoede leidde naar het
ziekenhuis
Te Venlo is een 26-jarige man het
ziekenhuis binnengebracht, nadat hij
een te grote dosis slaappillen rot zich
genomen had en bewusteloos was ge
raakt De oorzaak van deze slapeloos
heid was een zeer bijzondere. De man,
die een verwoed puzzelaar is en tegen
woordig alle gelegenheid krijgt zijn
hobby te beoefenen, gunde zich nage
noeg geen rust. De vele opgaven waar
voor hy zich zag gesteld, namen niet
alleen al zijn vrye tyd in beslag, maar
beroofden hem ook van een groot ge
deelte van zijn nachtrust, daar hij tot
diep in de nacht aan het piekeren bleef
en daarna de slaap niet meer lang; de
natuurlijke weg kon vatten