OP REIS DOOR
LATIJNS-AMERIKA
Ernst Marisclika borduurde
verder op bekend stramien
Een Zoeklicht
ZATER DAG 9 NO VEMBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 4
r
Fondant-romantiek als handelswaar
Voor Romy Schneider ook niet (dies
rozegeur en maneschijn
OP DE BOEKENMARKT
J
Sinds Venezuela Zuidamerika's olieland nummer één werd
ruim vijfendertig jaar geleden zijn de prijzen voor mensen-arbeid
geleidelijk steeds gepeperder geworden. Een duur land met hoge
lonen. Toch vinden veel mensen, dat ze de fortuin best een handje
kunnen helpen en zo mogelijk trekken ze daarom op een paar vrije
dagen de rimboe in, op zoek naar schatten.
Laatst zag ik een plaatje van zo'n troepje gelukzoekers in de krant.
Er stonden zes mensen op, die met scheppen de bodem van een beekje
bewerkten. Ze hadden ook een soort wasbekken bij zich, waarschijn
lijk een goudpannetje. Onder de foto stond: „Vissen naar schatten".
Maracaïbo of naar het oosten moeten
gaan. In Caracas zijn de hoofdkanto
ren en de ministeries, waar men uit
broedt hoe het kapitaal van de olie
welvaart in de toekomst het beste be-
A AN'
ZA vei
-tl vol
ANGETROKKEN door de talloze
verhalen over gemakkelijk ge
vonden rijkdommen proberen
toeristen hun geluk in de Gran Saba-
na (een enorme, vrijwel niet bevolkte
vlakte in het oosten). Hier is een van
de weinige plaatsen ter wereld waar
alluviale diamanten en goud samen
worden gevonden. Voor de meesten is
deze jacht op schatten een liefheb
berij. maar er komen ook heel wat
avonturiers op af. die met de grote
stroom immigranten uit Europa mee
drijven. Het moet gezegd worden dat
in deze categorie ook juist de harde
werkers voorkomen. De mensen, die de
kwijnende voedselproduktie al flink in
de goede richting hielpen stuwen en
die een belangrijk aandeel hebben in
de gedaanteverwisseling van de hoofd
stad Caracas. Want wie hier enkele
jaren geleden voor het laatst was. her
kent de stad nog maar nauwelijks. Het
mag hem dan een troost zijn dat het
zelfs insiders zo vergaat.
Een vooraanstaand zakenman ver
telde ons dat hij kort geleden een
paar maanden naar zijn Europees va
derland was geweest. Na zijn terug
komst in Caracas wilde hij gaan dine
ren in een bekend restaurant. Maar
hoe hij ook zocht, hij kon het niet te
rugvinden. Dat bleek naderhand trou
wens geen wonder, want tijdens zijn
afwezigheid was de nauwe straat, waar
de eetgelegenheid lag in zijn geheel
gesloopt en ze had plaats gemaakt
voor een nieuwe boulevard. Die boule
vards zijn typerend voor het nieuwe
Caracas en ook voor het tempo van
deze tijd. Natuurlijk zijn er in de res
terende nauwe straten nog steeds ver
keersopstoppingen. vooral tijdens de
spitsuren, al behoren de daarmee ge
paard gaande oorverdovende claxon-
concerten sinds kort tot het verleden.
Maar op de boulevards gaat alles in
snel tempo: ruim baan en wie te lang
zaam rijdt kan zelfs een bonnetje krij
gen. Marchanderen met de politie
helpt daarbij tegenwoordig ook al wei
nig meer en het vroeger zo populaire
afkopen van bekeuringen is vrijwel
uit de mode
AUTO'S IN TREK
WIE in Caracas rondwandelt, ver
baast zich steeds weer over de
enorme stromen auto's. Dat
komt doordat letterlijk iedereen een
auto heeft, zelfs als hij in een hutje
van benzineblikken woont en dat on
danks de hoge prijs van nieuwe auto's.
Tweedehands wagens daarentegen vin
den bijna geen aftrek, ook al zijn ze
nauwelijks een jaar oud. Gemakzucht
en de groeiende afstanden in de Ve
nezolaanse hoofdstad hebben natuur
lijk ook iets met al die auto's te ma
ken. Want nog in 1938 woonden hier
nauwelijks 400.000 mensen, terwijl het
er nu meer dan een miljoen zijn! De
stad schuift dan ook als de poten van
een reuzenspin tegen de omringende
heuvels op en het markante Spaanse
koloniale karakter: huizen met rode
pannendaken en tralies voor de ramen,
verdwijnt steeds meer.
ALLES moet modern zijn, liefst
modernistisch. Dat geldt voor de
elegante kubistische scheppingen
In San Bernardino, de wijk voor de
nieuwe rijken en ook voor de pas vol
tooide arbeiderswoningen in Ciudad
Tablitas. aan de buitenkant. De nieu
we metropool wordt voorad gemodel
leerd uit beton, staal en glas. Toch is
er in de prijzen van al deze huizen
nogal schommeling. Zo kost een nieu
we woning in de super-de-luxe klasse
wel 1000 bolivares (rond 1250 gulden)
per maand. Zo'n huis heeft vijf zes
kamers. Maar het kan goedkoper voor
wie het geluk heeft een met regerings
steun gebouwde, gerieflijke drie-ka
merflat te bemachtigen. Die kan 140
bolivares en zelfs minder kosten. Deze
flats liggen in solide huizenblokken,
die plaats bieden aan duizenden gezin
nen en ze hebben hun eigen scholen,
winkels e.d. Ze zijn in de plaats ge
komen van de oude ..adobe" (is klei-
huisjes, die tot voor kort de stad wel
schilderachtig, maar doorgaans niet
bijzonder hygiënisch maakten. Die
nieuwe huizen zijn dus feitelijk goed
koop, evenals benzine, busritjes, bana
nen enAmerikaanse dollars. De
laatste door de hoge waarde van de
bolivar, die volledig door goud gedekt
wordt. En dat komt weer door de olie.
al zult U daarvoor naar het Meer van
Een huis „op poten", met een
open vierde verdieping als recrea
tieruimte, behoort tot de laatste
snufjes op het gebied van goed
kope volkshuisvesting in de Vene
zolaanse hoofdstad.
waard kan blijven: in de voedselpro-
duktie. in het mijnwezen en in grote
openbare werken. Er komt nu een
aaneensluitend spoorwegnet. En er ko
men steeds meer en betere autowegen.
DE AUTOPISTA
TOT die laatsten hoort de fameuze
..Autopista", een geleidelijk hel
lende snelverkeersweg. die van
ruim 800 meter hoogte Caracas met de
zee verbindt. Tot in 1954 was de reis
van de haven La Guaira daarheen een
hachelijke expeditie. In de oude auto
weg zaten niet minder dan 390 boch
ten. waarvan velen haarscherp waren
en alleen met enig geluk kon de tocht
in een uur volbracht worden. Over de
autopista duurt het nu een kwartier.
Daartoe zijn grote bruggen gebouwd
en twee tunnels. De langste is twee ki
lometer.
Intussen is er alweer een nieuw
plan: door een van de bergen rond de
hoofdstad wil men een tunnel van
acht kilometer lengte naar het strand
maken.
Onwaarschijnlijk, fantastisch, of hoe
men het ook noemen wil, maar zeker
niet onmogelijk voor wie Caracas heeft
zien groeien en veranderen als een
rups uit zijn kokon.
HANS YKEMA
De moderne tijd zette in Caracas het eerst door op El Silencio, een
van de oude pleinen in het een trum. De galerijen herinneren nog
aan de Spaans-koloniale tijd.
Geschiedenis werd geweld aangedaan
(Van een speciale medewerker)
WENEN Eerder dan U, die deel uitmaakt van het miljoenenlegioen
bioscoopbezoekersdat zich binnen twee jaar met' ware hartstocht en
vele zakdoeken geworpen heeft op het charmante Oostenrijkse film
koninginnetje Sissi en haar reeds tot een bissering gedwongen heeft,
eerder dan U, zijn wij, benijdenswaardig en in Uw ogen, in de gelegenheid
geweest wat flitsen op te vangen van Sissi 3. Welteverstaan dezelfde ro
mantische Sissi, die door haar Weense droomprins uit haar rustig
bestaantje in de Beierse Alpen werd weggehaald, en wederom Uw bloed
eigen Romy Schneider, stralend jong, met een liefde die in diepte wed
ijvert met haar decolleté. Weer is het regie-routinier Ernst Marischka,
die na zijn eerste tioee Sissi-successen een blijmoedige Elisabeth ten
tonele voert, met zoveel rozegeur en maneschijn omgeven als zijn nijvere
geschiedvorsers maar over hun hart en geweten konden verkrijgen.
DERDE
„SISSI"
IS OP
KOMST
Spaken in het wiel doen het vehikel
na reparatie weer des te vlotter lopen.
Zoals in de vorige Sissi's ontbreken zu
ook nu niet. Wij zagen en hoorden in
de absoluut geluiddichte synchronisa
tiestudio van Rosenhiigel onder de rook
van Wenen, hoe een gezelschap van
meer dan honderd Nederlandse bio
scoopexploitanten. in Wenen bijeen op
uitnodiging van de Amsterdamse film
man Rudi Meyer, wij zagen dus hoe
deze doorknede vaklieden in koor met
hun dames zaten te gniffelen, toen tij-
het koffie-met-koek-uurtje, ons aller
Sissi in geuren en kleuren weer op het
scherm verscheen. Derde aflevering en
de laatste?
Marischka's adviseurs zullen de his
torie steeds meer geweld moeten aan
doen, want de kronieken van de vorige
eeuw wijzen uit dat Sissi's huwelijk
met Frans Jozef allesbehalve gelukkig
was, dat zij een langdurige verhouding
met een Hongaarse hoveling had. dat
zij zelden thuis was en op één van haar
vele reizen door een Italiaanse anar
chist vermoord werd. Dat klinkt alle
maal niet zo best, afgezien van het
droeve lot van haar enige zoon, de
ongelukkige kroonprins Rudolf, en al
kwamen haar drie dochters nog vrij
goed terecht, het is niet om er over
naar huis te schrijven, zeker niet in
de fondantkleurtjes, die Marischka
nodig heeft om deze vorstelijke idylle,
waaraan ontelbaren over de gehele we
reld hun illusies toetsen en koesteren,
te continueren. Maar wat wij reeds van
„Sissi, Schicksalsjahre einer Kaiserin
te zien kregen in Wenens grootste
filmstudio waar het sinds 1955 (het
jaar van Oostenrijks landverbeide on
afhankelijkheid) gonst van een veel
belovende drukte was aanvankelijk
weer het romantisch afweer- en aan-
trekspelletje tussen een betoverende
Romy en dat byzondere specimen van
de gereserveerde gentleman, die Karl-
heinz Böhm heet.
Tuinpriëeltje
De rozegeur. noch de maneschijn ver
dwijnt in het tuinpriëel. waar een ho
veling haar een oneerbiedig aanzoek
doet. In werkelijkheid nam zij het aan,
voor zover zij het al niet uitgelokt en
aangemoedigd had. In deze film, die
voor alles rein moest blijven en geen
geluksillusies mocht verstoren bij een
Hans Alma. „Een kat zei merci".
H. J. W. Becht uitgeversmij. Am
sterdam z.j.
Dat Hans Alma een schrijver was
van reisboeken „Carmen zonder
make-up". „Waar Europa eindigt"
die getuigen van een ongemeen per
soonlijke en heldere visie op landen en
mensen was mij bekend, evenals het feit
dat in grote gedeelten van deze reis
boeken het creatieve element duidelijk
de overhand had op het journalistieke.
Ondanks dat is deze korte roman „Een
kat zei merci", voor mij een grote ver
rassing. Een uitstekend verteller was
Alma reeds gebleken, thans toont hij
zich een romanschrijver van de eerste
orde in deze karakteristiek van een
misdadigtr. Het is de Amerikaan Jack
Strauss die hij getekend heeft, maar
dit psychologische beeld kan dienen
voor vrijwel iedere ontspoorde, die voor
kleine of grote vergrijpen in aanraking
met het gerecht komt.
Een gewone moderne jongen is deze
Romy Schneider met Horst Buchholz, zoals zij optreden
Helmut Kautners verfilming van „Monpti".
publiek, dat Sissi. onbewust van haar
echte escapades, op de handen draagt,
stoot zij hem hoffelijk en elegant af:
„Wij blijven toch vrienden, nietwaar?"
Iets anders verjaagt de geur en ver
duistert de maan: haar even onheil
spellend als hardnekkige kuchje, dat
er na een nieuwe bevalling niet beter
op wordt. Sissi blijkt tuberculeus en
dat betekent een scheiding van haar
geliefde keizer, want zij wil er boven
op komen, al probeert haar schoon
moeder haar reeds opzij te duwen,
slechts indachtig aan Oostenrijks troon
en dynastie. Een kuur doet echter
wonderen en dan komt daar weer zo'n
apotheose, die de klap op Marischka's
vuurpijl betekent, zoals het huwelijk
in de eerste „Sissi"-film, en de kro
ning in Hongarije in de tweede. Een
grandioze optocht door het Grande
Canal in Venetië, dat tot de Oosten
rijks-Hongaarse monarchie behoorde,
deed in Marischka weer alle show-in
stincten ontwaken, die bij hem steeds
sluimerend op de loer liggen.
Hij mobiliseerde half Venetië, liet
het kanaal ontruimen, verwijderde alle
reclameborden, die aan de tegenwoor
dige tijd herinnerden, en verfilmde
daar de afgelopen zomer de intocht
van het keizerlijke paar zo authentiek,
dat wij onze ogen uitkeken en niet
meer konden ontdekken dan wat vage
televisie-antennes
Droomstad
In deze droomstad Wenen, die meer
en meer de allures krijgt van een
nuchter-modern huizenwoud met bloks-
gewijze aanduidingen van een roemrijk
verleden en waar de droom van Pra
ter en Grinzing allang is bijgezet in
het mausoleum van weemoedige her
inneringenen hierop speculerende film
makers hier mag men Romy Schnei
der wel. zolang zij „lustig" blijft en
niet te vaak van kleur verschiet. Zo 'n
ziekelijke bleekheid moet vooral niet
te lang duren en tijdig genezen wor
den. want tegenslagen moeten zo snel
mogelijk opgevangen worden. Wenen
zelf geeft hiervan het voorbeeld: in
ijltempo herbouw en bijgevijld, met de
laatste snufjes in de buitenwijken,
waarvan een gigantisch sportpaleis en
een uitgestrekt openluchtbad de graag
gedemonstreerde exponenten zijn. Maar
om weer op Romy terug te komen, er
wordt aan haar getrokken, van vele
kanten en zij voelt zelf wel. dat zij
niet de eeuwige bakvis kan blijven,
hoezeer haar Sissi's en Kitty's ook in
slaan. Haar stiefvader Hans Herbert
Blatzheim. die Wolf Albach-Retty op
volgde als echtgenoot van moeder
Magda Schneider, waakt over haar
welzijn als filmactrice, maar kan niet
verhinderen dat de rozen niet altijd
geuren voor Romy.
De lieftallige Romy Schneider
met regisseur Helmut Kautner.
Haar volgende film, waarvan de
opnamen reeds zijn begonnen,
wordt weer geregisseerd door Al
fred Wcidemann, die ook verant
woordelijk was voor de charmante
komedie Kitty in de grote we
reld". Deze nieuwe film van Romy
is een bewerking van het bekende
toneelstuk Scampolodat werd
geschreven door Dario Nicodemi.
Monpti
Voor haar minder erg wellicht dan
voor haar aanbidders in alle windstre
ken, die misschien met enige verbijste
ring hun zoet-blonde idool zullen ga
deslaan in de film „Monpti" naar het
bekende boek van Gabor Vaszary, dat
hier al geruime tijd voor 1940 door het
echtpaar Szekely—Lulofs geïntrodu
ceerd werd. Helmut Kautner verfilmde
dit knappe weefsel van fantasie en
werkelijkheid in dezelfde dichterlijke,
bijna Franse geest, waarvan ook de
roman doortrokken is. Maar de film
heeft evenals het boek ook iets deca
dents, een noodlotssfeer, die zich on
afwendbaar wikkelt om de eenzame
Parijse midinette en de Hongaarse te
kenaar, totdat in hun steeds weer uit
gestelde vervulling van teder gekoes
terde illusies het lot toeslaat en het
meisje sterft na een autobotsing.
Het is Romy Schneider, die verant
woordelijk is voor het voortdurende
uitstel, dat ditmaal afstel betekent. In
dit kat-en-muis-spelletje wordt het
onschuldige bakvisjes, dat zij zelfs in
de Sissi-film zorgvuldig was gebleven,
langzaam rijp gemaakt voor de rollen,
die wellicht nog in de toekomst op haar
wachten.
Of niet, want de gunst van het pu
bliek is nog grilliger dan het oordeel
van de criticus en wie zal zeggen of een
bleke lijdende Romy Schneider even
veel tot de verbeelding van „teen
tot eighty agers" zal spreken als het
blozende lachebekje van de laatste ja
ren heeft gedaan?
Jack Strauss, een jongen zoals er dui
zenden op de wereld moeten rondlo
pen. Zijn toekomstige misdadigheid1 is
niet ontstaan door dat geestelijke ge
brek waardoor een mens verminderd
toerekeningsvatbaar wordt verklaard.
Hij is gewoon een handige, niet on
knappe, karakterloze jongen, die zoals
zovelen tegenwoordig de langzame weg
naar een rustig burgerbestaan niet
wenst af te leggen. Hij verbeeldt zich
in zijn onnozelheid, dat plezier het
enige is wat het leven waarde geeft en
aangezien hij zich plezier niet anders
kan voorstellen dan in de vorm van
geld uitgeven'en vrouwen, begaat hij
zijn eerste oplichterijtje. Als hij be
trapt wordt, neemt hij de benen uit
zijn geboortestad en geraakt via de
New Yorkse onderwereld waar wij on
dertussen een krachtig beeld van krij
gen op de elektrische stoel.
Dit is reeds talloze malen gebeurd,
zal men zeggen. Inderdaad, ik zei ook
reeds dat Jack Strauss een prototype
is, een voorbeeld uit een gevallen men
sengroep, die in de Verenigde Staten
talrijker is dan in Europa, menen wij.
Het is echter niet dit onderwerp dat
dit boek zo lezenswaardig maakt. Het
is en zo hoort het ook in de letter
kunde de wijze waarop Hans Alma
de betekenis van zijn hoofdfiguur heeft
opgetekend, die dit boek zijn grote
waarde geeft. Alma schrijft een zeld
zaam krachtig proza en weet de waarde
van zijn argumenten goed af te me
ten. Hij zet zijn figuur precies zó neer
dat het weerzinwekkende niet verdoe
zeld wordt, maar verklaart, en daar
mee menselijk aanvaardbaar. Hij werpt
de maatschappij niet het aloude ver
wijt voor de voeten van schuldig te
zijn aan de ontreddering van een in
dividu, maar hij laat zijn Jack wel zijn
grieven uiten tegen zijn omgeving. Hij
geeft zijn lezers de ontroering, die ieder
zinnig mens behoort te gevoelen tegen
over een dergelijk mislukt bestaan,
maar hij houdt zich verre van het
huilerige medelijden der oppervlak-
kigen. Dat dit psychologisch zo klare
verhaal bovendien als crime-story in
hoge mate boeiend is, is een bewijs te
meer voor de meesterlijke penvoering
van deze auteur.
Robert van Gulik. „Labyrinth In
Lan-fang". W. van Hoeve. 's-Gra-
venhage 1957.
Een merkwaardigheid van een geheel
andere soort is dit Labyrinth in Lan-
fang. De schrijver van dit Chinese ver
haal, Robert van Gulik, is in diploma
tieke dienst en blijkens de gegevens, die
ik uit voor- en nawoord opduik, een
groot kenner van de Chinese literatuur
en geschiedenis. Verbaasd zal ieder
een zijn als hij leest dat Van Gulik
dit boek eerst in het Japans en ver
volgens in het Chinees geschreven
heeft. „Getroffen door het feit dat
slechte vertalingen van derde-rangs
westerse thrillers de boekenmarkt in
China en Japan overstromen, wilde ik
trachten aan te tonen dat het niet on
mogelijk is een detectiveroman te
schrijven gebaseerd op oude Chinese
gegevens en gehuld in traditioneel
Chinees gewaad, welke toch aanvaard
baar is voor de hedendaagse oosterse
lezer". Ziedaar, met deze laconieke
mededeling van de auteur hebben we
dit wonder maar te aanvaarden. In
1951 is het boek in Tokyo verschenen,
in 1953 in Singapore in het Chinees,
daarna in het Engels en thans ligt
hier de uitgaven onder de hoede van de
schrijver in zijn moedertaal.
Ik kan niet anders verklaren dan
dat ik deze authentieke Chinese de
tective een overheerlijk boek vind. De
scherpzinnige menselijkhedd van de
waardige rechter Tei, de ingewikkeld
heid, maar uitstekende volgbaarheid
van de intrige, de vele gevariëerde ka
rakters. die er hun rol in spelen, de
vermakelijke resp. wijsgerige gesprek
ken; dit alles gevoegd bij de levendige
uitbeelding van Chinees leven en Chi
nese gebruiken maken dat het Laby
rinth van Lan-fang de lezer niet al
leen .spanning en ontspanning" biedt,
maar tevens zijn kennis vergroot van
het land China, vanwelks bevolking
en levenswijze wij toch eigenlijk maar
een zeer vage indruk hebben. De teke
ningen in Chinese stijl zijn eveneens
van dc hand van de auteur en het
stempel op de omslag belooft ons tot
mijn genoegen nog meer rechter Tie-
mysteries.
CLARA EGGINK