IN HERVORMDE KERK RIJNSATERWOUDE WORDEN DUIZENDEN PROFIELSTENEN GEMAAKT Restauratie maakte reeds goede vorderingen Halverwege de herstelwerkzaamheden Zal men prachtige kerk over 1 jaar in gebruik kunnen nemen? (Van een onzer redacteuren) 15 juli 1956 sloot ds. T. D. van Soest aan het einde van de avonddienst de grote bijbel, die daar lag op de kansel van de hervormde kerk van Rijnsaterwoude. Dat was geen gewoontegebaar, want de bijbel op de kansel wordt nooit gesloten, maar hiermede werd te kennen gegeven dat de hervormde kerk van Rijnsaterwoude gesloten werd voor de eredienst en dat de restauratiewerkzaamheden konden beginnen. De kerk was al vele malen gerestaureerd, maar ditmaal zou men het zeer grondig doen. Hoe grondig zou pas blijken als men eenmaal begon, want bij de restauratie van oude kerkgebouwen komt men bijna altijd voor verrassingen te staan. Zo was het ook in Rijnsaterwoude. Inmiddels is er ruim een jaar verlopen, terwijl men over een jaar het werk voltooid wil hebben. Halverwege de restauratie dus zijn wij eens een kijkje gaan nemen, hoe de stand van zaken is. Ds. T. D. van Soest is de vraagbaak voor ieder, die iets wil weten over het werk en hij kan er uren over vertellen, aan de hand van oudheidkundige vondsten, tekeningen en foto's. De kerk in de steigers. denkt er (gelukkig) niet aan, weer een „kist" als vergaderruimte aan te bren gen. Om twee redenen zullen koor en schip gescheiden blijven. „Monumen tenzorg" heeft geen bezwaar tegen de scheiding en dus kunnen de overwe gingen van de hervormde gemeente volledig meetellen. In de eerste plaats is er het ge brek aan ruimte: er Is geen verga derlokaal of verenigingsgebouw voor de catechisatie, kerkeraadsvergade- ringen of clubs; op de een of andere wijze moet hierin dus worden voor zien: hei koor biedt dan uitkomst. De tweede reden is dat de gemeente van Rijnsaterwoude tot de modali teit der Gereformeerde Bond behoort. „Nu geef ik direct toe dat er in „Bondsgemeenten" wel meer aandacht geschonken mag worden aan de sacra menten, met name aan het Avond maal, maar daarom voelen wij er nog niet voor het koor open te laten, de Avondmaalstafel en het Doopvont daarin te zetten, terwijl de kansel naar een van de zijkanten wordt ge schoven. De prediking van het Woord stellen wij centraal", aldus ds. Van Soest. Op welke wfjze een scheiding tot stand moet worden gebracht, weet men nog niet precies. In ieder .geval zal de kansel midden voor het koor komen, terwijl het koorhek weer zijn oude plaats zal innemen achter de kansel. De ruimte tussen de boven kant van het koorhek en de zoldering zal dicht gemaakt worden, waar schijnlijk met glas in hout, zodat men toch nog iets van het koor blijft zien. Cachot weer bij schip In het schip van de kerk heeft men de fundamenten gevonden van een kleinere kerk en bovendien heeft men ontdekt dat het dak van de kerk vroe ger lager is geweest dan tegenwoor dig: de voegen zijn gevonden op de achterzijde van de toren. Aan de zuid zijde van het schip heeft vroeger een poortje gezeten: dat is men op het ogenblik weer aan het uithakken, want wat er oorspronkelijk is geweest, moet men herstellen. De ruimte links naast de toren, die als cachot werd gebruikt, is thans weer bij de kerk getrokken, en de deur naar buiten is dichtge maakt, omdat dat een „verzinsel" van latere datum was. Prachtige toren Aan de toren was eveneens zeer veel te doen, doch ook daar maakt men goede vorderingen. Het onderste gedeelte is nagenoeg gereed. Bij de restauratie deed men de verrassende ontdekking da. er onder de egale laag stenen een prachtige gevel verborgen was. Er werden bogen gevonden, waarin beelden hebben gestaan, men kwam versieringen tegen, kortom hier stond een prachtige toren, terwijl niemand het eigenlijk wist. Natuurlijk heeft men de oude toestand hersteld. Overigens is er nog heel wat te doen aan het bovenste gedeelte, de zgn. lan taarn. Deze staat naar de achterzijde meer scheef dan naar voren, hetgeen men nu weer enigszins gelijk wil ma ken. Daartoe moet bijna iedere steen opnieuw gemetseld worden. Nieuw fundament Doch er is meer gebeurd dan men boven de grond kan waarnemen: de kerk is stevig gefundeerd, want de oude fundamenten konden het ge bouw niet voldoende meer steunen. Men heeft heel voorzichtig een ver steviging aangebracht, een precies werkje omdat men het oude kerk gebouw niet verder beschadigen mocht dan al het geval was. Er was toch al genoeg op te knappen, méér dan men aanvankelijk had gemeend! In zjjn „jonge jaren" wilde ds. Van Soest archivaris worden, want hjj inte resseerde zich bijzonder voor de geschiedenis en oudheidkunde. Dit plan ging evenwel niet door, en hij werd predikant, iets waarvan hij nooit spijt heeft gehad. Overigens kan men het een gelukkige combinatie noemen, dat de pre dikant zoveel interesse heeft voor de geschiedenis ook van het kerkgebouw van Rijnsaterwoude. Men mag ds. Van Soest ongetwijfeld de motor noemen van het plan tot restauratie en de acties, die gevoerd zijn voor de financiering van het geheel. Blijvende scheiding van koor en schip De financiering van deze kostbare restauratie is een zeer belangrijk punt voor de kleine hervormde gemeente van Rijnsaterwoude, die slechts 70 ge zinnen telt. Die kleine kring moet een bedrag van ongeveer f70.000 bijeen brengen, in welk bedrag 10 van de restauratiekosten en de gehele ver nieuwing van het meubilair zijn opge nomen. Gelukkig hoeft men geen zor gen te hebben over de toren, want die is eigendom van de burgerlijke ge meente, die dus de restauratie moet betalen. Ook dat zal wel een behoor lijk bedrag vragen! De hervormde ge meente heeft de toren kunnen kopen voor een zeer luttel bedrag, maar men heeft dit aanbod gelukkig voor de hervormde gemeente afgeslagen. Stroom van giften Gelukkig hoeft men zich niet al te veel zorgen meer te maken over de financiële kwestie, want de ge meente heeft een offervaardigheid getoond, die onbegrijpelijk is. „Dat is enkel zegen", zegt ds. Van Soest, want men had niet durven hopen dat er vorig jaar bijv. in één week tyd ruim f 11.000.— binnen kwam van de eigen gemeente. De preek van ds. Van Soest over het pen ningske van de weduwe had de ge meente blijkbaar iets gezegd! Doch ook van buiten de gemeente stromen de giften toe, o.a. staan met grote dankbaarheid genoteerd de giften van H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Wilhelmina. Steeds weer heeft men nieuwe acties of worden oude voortgezet. Vele bouwstijlen Het is in dit verband ook prettig te vernemen dat niet alleen de hervorm de gemeente hartelijk meeleeft, maar ook het r.-k. deel der bevolking. Heel Rijnsaterwoude is trots op de „Woudse Dom", die deze naam misschien ont leent aan het feit dat de toren opper vlakkig bezien lijkt op de domtoren in Utrecht, en men wil niets liever dan een zo gaaf mogelijk bouwwerk terug krijgen. „Gaaf" wil in dit verband niet zeggen dat men een bouwwerk krijgt dat een juweeltje van bouwkunst in eén stijl zal zijn. Restaureren wil niets anders zeggen dan het gebouw in de oorspronkelijke staat terugbrengen. Als dan het koor ouder is dan het schip van de kerk, gaat men niet proberen een eenheid van styl te krijgen. In tegendeel: laat men maar zien dat de kerk uit verschillende tijden stamt. Alles wat later bijgebouwd is of ver M De heer Lijstra aan de arbeid. Rechts ziet men enkele stenen lig- gen. die reeds klaar zijn. Er zijn nog vele problemen op te lossen, maar waar al zoveel opgelost is, zal de rest wel volgen. Er moet nieuw meubilair komen, maar hoe het precies moet zijn, is nog niet uitge maakt. Wel staat het vast dat de oude kansel, die dateert uit het jaar 1652 in ere hersteld wordt, evenals, zoals wij reeds schreven, het koorhek, dat uit dezelfde tijd stamt. Over het doop hek is men het nog niet eens: het is niet mooi. maar de beide koperen boogjes zijn bijzonder aardig, en die worden misschein nog gebruikt. Bijzondere stenen Het herstellen van een raam is moeilijker dan men oppervlakkig zou denken. Men kan niet volstaan met stenen in een mooie boog te metse len, want dan zou er niets van te recht komen, wanneer het glas in ziet men bjj de deuren en bogen in izet men bij de deuren en bogen in de toren: men kan niet volstaan met het metselen van gewone stenen, er komt meer voor kijken! Wanneer men een oude kerk aan dachtig bekijkt en ook op de details let, ziet men dat de stenen in ramen, bogen en deuren een bijzondere vorm hebben. In vaktermen noemt men dit profielstenen. Dit soort stenen is na» tuurlijk niet zo maar in de handel en daarom moeten zij voor elk werk af zonderlijk ter plaatse worden gemaakt. In Rijnsaterwoude heeft men er on geveer 10.000 nodig en men begrijpt wat een werk dat is, al die verschil lende stenen te maken. Vroeger werd dit werk geheel met de hand gedaan en er kwam toen zeer veel breuk (on geveer 50%) voor; tegenwoordig gaat de voorbewerking met een elektrische zaag, waarna het fijne werk met de hand wordt gedaan. Alleen de hoofd vorm wordt machinaal aangebracht akn de normale steen. De afwerking met de hand is trouwens ook nodig om de steen een zo oud mogelijk uiter lijk te geven. De stenen, die hier ge bruikt worden, zijn alle zeer oud en daardoor vaak moeilyk te krijgen m^ar de bewerking zou alles te glad en egaal maken. Vaste hand Men moet een vaste hand hebben voor dit werk, want anders zou het aantal breuken, ook nu nog, zeer groot zijn. Die vaste hand heeft de heer F. Lijstra, inwoner van Rijnsa terwoude, lid van de gemeenteraad en tot voor kort ambtsdrager in de hervormde gemeente van Rijnsater woude. Hij heeft altijd in de wegenbouw ge zeten en toen men aan de kerk bezig was, meende hij dat er voor hem wel een baantje bij het grondwerk te vin den zou zijn. Dat was er ook wel. maar al spoedig kreeg de heer A. Vonk, te Leiden, uitvoerder van de fa. B. J. Huurman te Leiden, die de restauratie heeft opgedragen gekregen, het idee dat de heer Lijstra wel geschikt zou zijn om profielstenen te maken. Hoe wel de heer Lijstra dit werk nooit gedaan had, had hij het spoedig onder de knie, en nu is hij dan de gehele dag bezig met zijn profiel stenen. Hij doet het goed nagenoeg zonder breuk en hij heeft er plezier in. Hij doet een werk „waar eer aan te beha len valt", want iedere steen is een kunststukje. De heer Lijstra is aan zijn laatste karwei bezig, want hij heeft de pen sioengerechtigde leeftijd reeds bereikt. Hetzelfde geldt voor de opzichter, de heer J. Wesselius, te Leiden, die dit werk nog af wil maken voor hij van een welverdiende rust gaat genieten. Voor beiden is de restauraite van de hervormde kerk te Rijnsaterwoude een prachtig sluitstuk van een werkzaan? leven. Nog veel te doen Achterom kijkend kan men, nu hal verwege het werk, dankbaar vaststel len dat er reeds veel geschied is. Veel zal er echter nog moeten gebeuren: de zoldering moet nog hersteld en geverfd in de oude kleuren, de muren, die praktisch gereed zijn. moeten gestu kadoord, de elektriciteitsleidingen moe ten worden aangelegd, het meubilair moet uitgezocht en geplaatst worden, en als het even kan moet het orgel nog opgeknapt en misschien uitgebreid worden, tenslotte moet de toren afge maakt worden. Nog een jaar en men hoopt gereed te zijn! Kerkzegel Reeds zeer lang geleden was er sprake van een kerk te Rijnsater woude. Het was een dochterkerkje van de Groene of Willibrordkerk te Oegst- geest, die onlangs is gerestaureerd. Vanuit Oegstgeest, waar Willibord een gemeente en een kerkje stichtte, werd de wijde omgeving gekerstend, en een van de resultaten was de bouw van een kapel te Rijnsaterwoude. Deze werd gewijd aan Johannes de Doper. Als herinnering aan de oude naam „St. Jan de Doper", heeft men thans een kerkzegel ontworpen de ge meente had er nog geen waarop staat afgebeeld een Lam met een kruis (Agnus Dei), met als bijschrift „Zie het Lam Gods", een woord van Johannes de Doper, toen hy Jezus zag by de Jordaan. Zo is ook het kerkzegel een typisch protestants ze gel: men wijst van zichzelf af alleen naar Jezus Christus. Zo zal het ook straks zijn als de kerk weer in ge bruik is: zondag aan zondag zal Jezus Christus, de Heer der Kerk, worden verkondigd. Het in oude staat herstellen is geen eenvoudig werk geweest bij de Woudse Dom. Het koor was bijv. in gebruik als consistoriekamer, verenigingslokaal en hoe het verder maar genoemd mag worden. In het prachtige koor althans nu pas bleek hoe mooi het is had men een houten „kist" gezet, die dienst deed als zaaltje. Wat er tus sen de houten kist en de buitenkant van de muur zat, wist men eenvou dig niet, en zeker wist men niet wat er onder de grond zat. Nu, halver wege de restauratie weet men dat wel, al kan men helaas niet aRes in de oude toestand herstellen. Prachtige ramen zijn te voorschijn gekomen, men heeft een sanctuarium gevonden, waar de r.-k. priesters het wijwater weg lieten lopen, men heeft in de grond priestergraven ontdekt en daarin wasafgietsels van miskelken. De stenen priesterbank aan de linker zijde van het koor is ook teruggevon den, doch zat helaas te diep om thans weer zichtbaar op te stellen. Reeds in 1063 Het koor is ongetwijfeld het oudste gedeelte van de kerk. In 1063 was er reeds sprake van een kapelletje. De sporen van dit oudste kapelletje zyn gevonden, toen men bij het maken van de verwarmingskelder een leemrand aantrof van enkele centimeters dik. terwijl men bovendien nog houtsporen vond van een gangpad, dat ter verste viging in het midden van de kapel moet hebben gelegen. De vloer war overigens van leem. Voorts heeft rr- in het koor nog 12de eeuws v"« gevonden. Koor en schip gescheidc De restauratie van het koor vordért goed, en voor de toekomst zal het als gotische zaal behouden blijven. Men ((Potjo L.D./Vam VM< anderd in later tijd zal nu moeten verdwijnen. Alleen het oorspronkelijke blijft! „Kist" in koor Het interieur van de kerk is nog zeer rommelig, vol met balken, ste nen en gereedschapHet Is alles nodig voor een grondige restauratie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 13