Jelgersmakliniek kreeg kleine maar ook belangrijke uitbreiding Prof. dr. J. C. Bruijn zeventig jaar Rijk bouivde op Leidse grond Socio-therapie krijgt nu kans Altijd rake flitsfoto's met PHILIPS „Photoflux' Leids Hegel-filosoof Bijzonder hoogleraar van de Bolland-Stichting Lezers schrijven Leidse seliolieren herdaeliten Dag der Verenigde Naties 96ste jaargang Zaterdag 26 oktober 1957 Tweede blad no. 29275 Gistermiddag werd met een bescheiden officieel vertoon een even bescheiden maar ook even belangrijke uitbreiding van de Jelgersma kliniek van de Leidse Universiteit te Oegstgeest in gebruik genomen. Het betrof de aanbouw aan bestaande semipermanente paviljoens voor de polikliniek, welke aanbouw de werkzaamheden in de polikliniek vergemakkelijkt en bovendien een wetenschappelijk, onderwijskundig en bovenal geneeskundig perspectief biedt op het terrein van de socio-therapie. Bij de opening werden woorden gesproken, die verwachtingen rechtvaardigen op een uitbreiding van de complexen Endegeest en Rhijngeest met een centrum voor psycho-somatische geneeskunde bin nen afzienbare tijd ondanks de moeilijke hindernissen die op organisa torisch en financieel terrein nog te overwinnen zijn. Nieuwe richting De uitbreiding van de Jelgersma- Kliniek, die gisteren tydens deze een voudige plechtigheid in gebruik werd genomen, betreft de aanbouw aan de voorheen reeds bestaande polikliniek, welke aanbouw in het bijzonder gericht is op de studie en ontwikkeling van de socio-therapie, een nieuwe richting, die zich in het laatste tien jaren heeft ont wikkeld naast en na de individuele therapie. Bij de in gebruik neming van de inieuwe werkruimten, die slechts een be perkt aantal kamers omvatten in een paviljoen-a-niveau, waren in de college zaal van Rhijngeest o.m. aanwezig de rector magnificus van de Leidse Univer siteit, prof. dr. S. E. de Jongh, de pre sident-curator dr. J. E. baron de Vos can Steenwijk, het hoofd van de afde ling Hoger Onderwijs van het departe ment van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen de heer L. Brutel de la Rivière die de minister vertegenwoordigde, de burgemeesters jhr. mr. F. H. van Kin schot (tevens curator) en H. L. du Twee maal 50 Woensdag 6 november zal het precies Vijftig jaar geleden zijn, dat de heer A. Ouwerkerk en mej. A. van Zijp met elkander in het huwelijk traden. Zowel de 69-jarige bruidegom als de 70-jarige bruid beiden genieten nog een vrij goede gezondheid zijn geboren en getogen Leidenaars en wonen reeds ge durende bijna een kwart eeuw in de Jan Lievensstraat 1. De heer Ouwerkerk heeft ongeveer 22 jaar bij de Leidsche Wasscherij gewerkt, nl. van 1930 tot 1952. Voordien was hij o.m. in de bouw vakken werkzaam. In de jaren rond de eerste wereldoorlog had het echtpaar Ouwerkerk een kruidenierswinkel in de Vestestraat. Is de bruidegom vrijwel dagelijks met allerlei karweitjes bezig, zijn vrouw heeft het druk genoeg met de huishouding. Het gouden echtpaar heeft drie dochters en twee zoons. Het verdere nakomelingschap bestaat uit negen kleindochters en acht kleinzoons. Een van deze kleinzoons de oudste is enkele maanden geleden met zijn echtgenote naar Canada geëmigreerd en lan het bruiloftsfeest, dat zaterdag ge- "ïouden wordt, dus niet bijwonen. Ove rigens ontbreekt het het echtpaar niet zan belangstelling. Zo zijn er al heel vat bloemen en geschenken aangebo den, terwijl de R.-K. Harmonie Kapel, vaarvan de heer Ouwerkerk bode is. donderdagavond een serenade voor het huis kwam brengen. Een geste, welke door het bruidspaar ten zeerste werd cewaardeerd. Ook het echtpaar H. Kanbier-C. Glas- hergen is binnenkort een halve eeuw ietrouwd. De bruidsdagen gaan vrijdag november in. Bruid en bruidegom wo nen in een huis aan de Korte Mare (no. !4) en zijn beiden nog kerngezond. De neer Kanbier, die vrijwel zijn gehele even in het meubelvak werkzaam is 'eweest, doet thans niets liever dan schilderen en er op uit trekken. Hij is ïl jaar. Zijn 70-jarige vrouw, die in de iemeente Zoeterwoude geboren is, voert lagelijks de huishouding. Het gouden bruidspaar Kanbier heeft twee kinde ten en twee kleinkinderen. 65 JAAR GETROUWD Het echtpaar P. J. M. Leune-Van lartevelt, wonende in de Prins Frede- ikstraat 20a, is reeds vijftien jaar ver- Ier op de huwelijksdag. Op 9 november edenken bruid en bruidegom bei en 85 hun 65-jarig huwelijksfeest. Ztf hebben 8 kinderen, 18 klein- en acht "chterkleinkinderen. Boeuff van Leiden en Oegstgeest, andere vertegenwoordigers van het curatorium van de Leidse Universiteit, afgevaardig den van de provinciale en stedelijke Rijksgebouwendienst, benevens uiteraard de directeur en de wetenschappelijke staf van Rhijngeest. Groter werken in vooruitzicht De president curator dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk merkte in zijn openingswoord op, dat de vreugde over deze plechtigheid enigszins maar niet geheel werd oveschaduwd door de be trekkelijk geringe omvang van wat tot stand was gekomen. Hij achtte het verheugend, dat de jongste Rijksbegroting voor het hoger onderwijs gunstig was uitgevallen na de dringende beroepen van de centrale overheid tot bezuiniging. Vergelijkt men b.v. hoe universiteiten en musea (beide werkzaam op cultureel terrein) er in deze begroting afgekomen zijn, dan mogen eerstgenoemden zich (verhou dingsgewijs) niet beklagen. De moeilijkheid voor de universiteiten in een periode van bestedingsbeperking achtte spreker in hoge mate, dat haar vruchten minder makkelijk in klinkende munt vertaald kunnen worden dan die van industriële activiteiten. Niettemin vergt de universiteit een groter expansie dan de materieel-culturele outillage van ons volk, doordat de drang naar ont wikkeling nog sterker stijgt dan het be volkingsaantal en bovendien verdere specialisatie, verfijning van de metho diek en verbetering der outillage een dwingend woord meespreken. De president-curator memoreerde het merkwaardige feit, dat het Rijk voor een Rijksuniversiteit bij deze jongste uitbreiding waarover hij sprak na een historisch overzicht over de ontwikke ling van Rhijngeest op Leidse ge meentelijke grond heeft gebouwd. Er bestaan plannen voor verdere uit breiding, aanvulling van Rhijngeest met een psychosomatische kliniek met veertig bedden en wetenschappelijke onderzoekgelegenheid. Verwezenlijking van deze hoogstnoodzakelijke uitbrei ding kan slechts geschieden na verbe tering van de finanicële verhoudingen tussen Rijk en Gemeenten, waardoor een redelijk akkoord met Leiden mo gelijk wordt. Eert hoekje van de afdeling han- denarbeid van de nieuwe behuizing van de experimentele socio-therapie. (Porto L.D./Vam VUlcfc) Spreker meende de verwachting te mogen wettigen, dat een verwezenlij king van de plannen in die richting binnen afzienbare tijd haar beslag zou kunnen krijgen, maar daarbij mocht niet vergeten worden, dat deze verwe zenlijking ingeschakeld moet worden in het veel meer belangen omvattende urgentieschema in het Leids Universi tair programma. Het doel Prof. dr. E. A. D. E. Carp, directeur van Rhijngeest en hoogleraar in psy chiatrie aan de Leidse Universiteit, gaf na deze openingsredevoering een kort exposé van de betekenis van de nieuwe ruimte voor studie, opleiding en gezond heidszorg. Deze ruimte wordt voornamelijk dienstbaar gemaakt aan de gespeciali seerde opleiding en aan het experimen tele onderzoek van de socio-therapie, welke beoogt de neurotisch gestoorden door een intensief maatschappelijk con tact hun psychische defecten te doen overwinnen. Na deze uiteenzetting werd door het kleine gezelschap, dat de in gebruik neming bijwoonde het nieuwe gedeelte van de Jelgersma-kliniek in ogenschouw genomen, waarbij de genodigden gele genheid kregen zowel patiënten als de wetenschappelijke staf in hun arbeid gade te slaan. Werkgelegenheid vrij stabiel Ten opzichte van de vorige stand valt een geringe stijging van de geregistreer de arbeidsreserve waar te nemen. Het aantal ingeschreven geheel werkloze mannen bedroeg op 19 oktober 315 15). Sinds september heeft dit aan bod slechts geringe wijzigingen onder gaan. Hieruit kan, zij het met enig voorbehoud worden geconcludeerd, dat de werkgelegenheid in het rayon mo menteel een vrij stabiel karakter heeft. De gunstige weersgesteldheid is hieraan niet vreemd. Met een stijging van de arbeidsreserve (aanbod) dient evenwel in de naaste toekomst rekening te wor den gehouden. De geregistreerde vraag naar manne lijk personeel bedroeg ruim 350 aanvra gen, waarvan er 115 betrekking hadden op jeugdigen. In verschillende bedrijfstakken zijn, zowel voor volwassenen als voor jeug digen, nog vacatures welke vervuld moeten worden. Met strengere aanne- mingseisen dient echter wel rekening gehouden te worden. Het aanbod van vrouwelijke arbeids krachten onderging geen wijziging en beliep op 19 oktober 150. De vraag daalde nl. van 270 tot 200 geregistreerde aanvragen; 35 van dit aantal had betrekking op jeugdigen (15 t/m 18 jaar). De behoefte aan huishoudelijk perso neel is nog groot, terwijl in de textiel- en de confectieindustrie plaatsingsmoge lijkheid aanwezig is. KON. NED. TOONKUNSTENAARS VERENIGING Leden van de afdeling Leiden van de Kon. Ned. Toonkunstenaars Vereniging geven zaterdag 9 november in „De La kenhal" een concert. Voorts houdt Hans Brandts Buys zaterdag 16 november in de Muziekschool voor Toonkunst voor deze Vereniging een lezing over „Getal en Muziek". Het feilloze flitslampje -25 ct Morgen hoopt prof. dr. J. C. Bruijn, bijzonder hoogleraar te Leiden in de wijsbegeerte in de geest van Hegel. zijn zeventigste verjaardag te vieren. Prof. Bruijn is de eerste hoogleraar in Leiden vanwege de Bolland-Stichting te Amsterdam. Hij werd in oktober 1948 op deze plaats benoemd. Johan Cornelis Bruijn werd op 27 oktober 1887 in Nieuwer-Amstel gebo ren. Na een gymnasiale opleiding in Amsterdam studeerde hij aan de ge meente-universiteit van de hoofdstad in de jaren 19061913 in de klassieke talen en wijsbegeerte. Na beëindiging van zijn studie, die hij enige jaren nadien met een promotie zou bekronen, werd hij in 1913 benoemd tot leraar in de klassieke talen aan het gymnasium te Zwolle. In 1916 volgde zijn benoeming tot leraar in de klassieke talen aan het eerste stede lijke gymnasium te 's-Gravenhage, welke functie hij tot 1926 bekleedde. A.R. in Leiden bij gemeenteraadsverkiezing weer samen met C.H.U. Tjjdens een gisteravond in wykgebouw Levendaal gehouden vergadering be sloot de anti-revolutionaire kiesvereniging Leiden de samenwerking met de C.H.U. by de gemeenteraadsverkiezingen te continueren. Ook zal contact gezocht worden met de S.G.P. Contact zoeken met S.G.P. In deze bijeenkomst gaf de heer Chr. van den Heuvel, oud-Tweede Kamerlid een uiteenzetting over de economische positie van Nederland. In een uitvoerige beschouwing, die vele malen aan een algemene begro tingsbeschouwing in de Kamer deed denken, heeft de heer Van den Heuvel de oorzaken van de bestedingsbeperking belicht, de gevolgen van deze maat regel onder ogen gebracht en gewezen op het beginsel, waaruit elke anti-revo lutionair deze feiten moet bezien. Spreker wees eerst op de berichten van september 1956 toen Nederland werd opgeschrikt bij een advies, dat de Sociaal Economische Raad uitbracht op De entree van de nieuwe afdeling van Rhijngeest. die gisteren in ge bruik werd genomen. (Porto L D./Viaai VliM;) verzoek van twee demissionaire minis ters. Alles leek mooi. Er was werkgelegen heid voor ieder, de ene loonronde kwam na de andere; er kwam zelfs een wel vaartsronde. De ene sociale weldaad volgde de ander op. Ondanks al die maatregelen ging de belasting zelfs om laag. Buitenlanders kwamen in Neder land kijken hoe wonderbaarlijk het was, dat by een florerend zakenleven en tientallen andere maatregelen, de wel vaart eigenlijk te mooi was om waar te zijn. „Maar het was ook helemaal niet, waar", zei de heer Van den Heuvel. Het woord bestedingsbeperking kwam in roulatie en al gauw kwam men tot de overtuiging, dat dit nieuwe woord niets anders betekende dan het vroegere zo gehate woord „bezuiniging". Toen was de droom van de altijddurende welvaart uit. Terecht kon men zeggen, dat de Ne derlandse regeringspolitiek in zoverre niet onschuldig was aan deze gevaar lijke toestand. Immers kort voor het verzoek aan de S.E.R. was er een laat ste loonronde geweest. Dankbaar kan men in zoverre zijn, dat de ministers Suurhoff en Zylstra nog niet te laat alarm hebben geblazen. OORZAKEN VAN BEZUINIGINGSPOLITIEK Volgens de heer Van den Heuvel zyn er vier oorzaken aan te wijzen voor deze bezuinigingspolitiek. Dat is de te grote koopkracht, het te grote aantal loons verhogingen, de snellere omloop van het geld en de te grote ontwikkeling van het afbetalingssysteem. Vroeger lag de situatie bij in- en uit voer anders, maar de baten van Indië zijn verdwenen en van kapitalen in het buitenland kan niet meer gesproken worden. Wat de welvaart betreft, zal men weer moeten leren, dat de mens zijn best moet doen en dat weliswaar planbureaus en economische waarzeg gers waardevolle adviezen kunnen geven, doch regering en volk zullen moeten beseffen, dat het een hoog moedige waan is, wanneer de mens uit de twintigste eeuw denkt crises te kunnen voorkomen. De geleide econo mie en alle planwetenschap kon voor 't bedrijfsleven aanwzigingen geven, doch telkens zal haar falen blyken. Het is niet te verwonderen, dat op het punt „welvaartsstaat" de mening van de overheid botst met diverse partijen. Wij zullen onze anti-revolutionaire beginselen moeten uitdragen. Dat be ginsel is schoon en waardevol, omdat het zich richt tot de God en Verlosser, tot de Vernieuwer van deze wereld. Dubbele ijver is daarom nodig. Moge de drang van onze christelijke politiek ons in staat stellen de strijd te voeren met de trouw en ijver, die dat beginsel verdient, aldus de heer Van den Heuvel. Inmiddels was de heer Bruijn in 1923 aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam gepromoveerd tot doctor doctor in de letteren en wijsbegeerte op een proefschrift getiteld „Hegels phaeno- menologie, 1 en II". In 1926 werd dr. Bruijn benoemd tot eerste rector van het nieuw gestichte Vossius-Gymnasium te Amsterdam. Deze functie bekleedde hij tot 1953, na het bereiken van de pensioenverplichte leeftijd, die aan dit ambt verbonden is. In 1948 werd de Bolland-Stichting te Amsterdam bevoegd verklaard tot het stichten van een bijzondere leerstoel te Leiden voor de wijsbegeerte in de geest van Hegel. Dr. Bruijn werd op 2 oktober van dat jaar benoemd als eerste hoogleraar voor het bezetten van deze leerstoel, die hij op 10 december 1948 aanvaardde met een oratie in het Groot Auditorium onder de titel „Philosophia Perennis". Geruime tijd heeft prof. Bruijn zijn professoraat gecombineerd met het gymnasium-rectoraat, dat hij eerst in 1953 beëindigde. Voorts was hij in die tijd mede eerst voorzitter van de Ver eniging van Rectoren en Conrectoren van Gymnasia en president-curator van de Academie voor Dramatische Kunst te Amsterdam. Bovendien was hij geruime tijd curator van het Amsterdams Avond lyceum. In 1938 werd hij benoemd tot Officier in de letteren en wijsbegeerte op Vele publikaties zijn van zijn hand verschenen, over het algemeen in de vakwetenschappelijke tijdschriften. In „De Idee" publiceerde hij bijvoorbeeld verhandelingen over „Trendelenburgs Hegelkritiek", over de „Ontwikkeling der speculatieve methode" en talloze kritieken. Op het gebied van de klassie ke letteren gaf hij in samenwerking met dr. Spoelder een tekst-studie van Ho merus uit. Ook verzorgde hij een uit gave van Plato's Laches en Georgias. ONDERWIJS, ARBEID ONTSPANNING EN HUISVESTING. Zoals bekend bevinden zich in ons land verschillende Inrichtingen op het gebied van blindenzorg „Bartimeus" te Zeist, de „Werkinrichting voor volwas sen blinden", aan de Plantage Midden laan te Amsterdam, het Chr. Blindente huis „Sonneheerdt" te Ermelo, eveneens te Ermelo het vakantie-oord voor blin den „Dennenheul". Tenslotte het ver zorgingstehuis voor bejaarde blinden „Wolfheze" te Wolfheze. Al deze blindeninstellingen hebben, elk op eigen terrein, hun deel in de zorg voor de blinde medemens en hun eigen kring van leden en contribuanten. Dat blijft zo, maar op het gebied van open bare inzamelingen hebben zy zich aan eengesloten. De Stichting Christelijke Blindenhulp „De fakkels bijeen" is het overkoepelende orgaan voor openbare collectes. Zo omvat zy honderden blinde mannen en vrouwen, jongens en meisjes van onderscheiden godsdienstige ge zindten en afkomstig uit plaatsen uit geheel ons land. Met één bijdrage steunt U alle! Die bijdrage moogt U ook geven. In de week van 28 oktober tot 2 no vember a.s. zal in het gehele land de blindencollecte gehouden worden. Ook te Leiden. Geef mild, want er is veel nodig. Wat ook nodig is, dat zyn ziende mannen en vrouwen, die de bijdragen zullen ophalen. Stel iets van uw vrije tijd in dienst der blinden. Doe ook mee I en geeft U op aan het Gereformeerde Jeugdhuis, Breestraat 19, tel. 30983. Er zyn nog veel collectanten nodig. De aula van het Stedelijk Gymnasium was gisteravond geheel gevuld met scholieren van de Leidse middelbare-, kweek- en ULO-scholen en leden van jeugdbewegingen, die op uit nodiging van de Leidse commissie voor internatio nale samenwerking bijeen waren gekomen om de Dag der Verenigde Naties te herdenken. Noem de Griek een Europeaan De heer Th. J. C. van Hout. landbouw kundig adviseur van de Verenigde Naties, die jarenlang uit hoofde van zijn functie in Griekenland heeft vertoefd, gaf een geïllustreerde reportage van dit merk waardige land op de grens tussen oost en west. Nadat hij met een korte inleiding de geschiedenis van Griekenland de revue had laten passeren de hoogtij vóór onze jaartelling de neergang onder de Romeinen en de eeuwenlange Turkse bezetting beschreef hjj het Grieken land van thans. Teen begin vorige eeuw de vrijheidsstrijd met succes werd be kroond, stond het land voor enorme economische problemen, die het niet altijd even handig heeft opgelost, het geen grote armoede tot gevolg heeft gehad. Ook na de laatste oorlog bleek de grenspositie van het land weer, maar men kan de Griek geen groter plezier doen, dan hem „Europeaan" noemen, hetgeen duidelijk aantoont welke party Griekenland heeft gekozen. Na deze boeiende leiding vertoonde de heer Van Hout een grote serie kleu rendia's, die hij tijdens zijn verblijf in Griekenland heeft gemaakt. Met anek dotische wetenswaardigheden praatte hij van het ene plaatie naar het andere en de aandacht van de honderden jon gelui werd tot het slot geboeid. Na een korte pauze eindigde de avond met een film over Griekenland. De avond werd bijgewoond door vele rectores directrices en hoofden van Leidse scholen. Dr. ir. Hart, die tezamen met de heer G Steinbach de Leidse Commissie ver tegenwoordigde opende en sloot deze geslaagde jeugaavond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 3