Zuid-Limburg wil „gezond" blijven
en is dus tegen „import"
Grens der mechanisatie bij de
kolenproduktie is al bereikt
FRANK WAS NOG NOOIT ZO
STERK, ZEGT VAN ACKER
BREDASE ACCOUNTANT VOOR
RECHTER WEGENS MEINEED
10 jaar geëist voor poging tot
moord op vrouw en drie kinderen
96ste jaargang
Woensdag 23 oktober 1957
Derde blad no. 29272
Heerlen in con flict met Den Haag
Zal Den Haag voet bij stuk honden?
Speciale berichtgeving
Nederland verbruikt 18 miljoen ton steenkool per jaar. De cokes- en gasfabrie
ken zijn de grootste kolenverbruikers, daarin verdwijnt ruim een derde van die
18 miljoen ton. Voor huisbrand en kleine industrie is ruim een kwart van het
totaal nodig, voor de openbare elektriciteitscentrales bijna een kwart. De rest
gaat naar overige industrieën (10%), scheepvaart (2%) en spoorwegen (minder
dan 1
Van die 18 miljoen ton wordt ongeveer 2/3 in Nederland geproduceerd. De rest
moet worden ingevoerd. Zijn er nu nog mogelijkheden de eigen produktie te ver
hogen? Niet veel, zoals wij zullen zien, althans niet op korte termijn. Nederland
mag voorlopig bly zijn, als de jaarlijkse produktie op peil gehouden wordt.
steuning van het dak. Ongeveer 98%
van de gehele steenkoolproduktie der
V.S. wordt mechanisch gesneden, terwijl
85 eveneens mechanisch geladen
wordt. In de veel dunnere, vaak gebro
ken lagen van Zuid-Limburg wordt ook
overal, waar dat mogelijk is, de machine
benut. Maar onze „multischaaf" (die
door de koollaag snijdt, waarna de los
gemaakte kool in de transporteur valt),
is alleen bruikbaar bij een goed dak en
dat ontbreekt meestal in de Limburgse
pijlers.
Op het ogenblik wordt rond 25% van
de totale Nederlandse produktie mecha
nisch voortgebracht, en volgens onze
experts is bij de bestaande middelen
de grens nu wel ongeveer bereikt. In
de eerstkomende tientallen jaren wor
den geen ingrijpende wijzigingen op het
gebied van de mechanisatie verwacht.
Langzame teruggang
De laatste vijf jaren is onze pro
duktie langzaam teruggelopen van
12.5 miljoen ton in 1952 tot 11,8 in
1956. De steenkoollagen van Zuid-
Limburg zijn, vergeleken bij die in
de omringende gebieden, betrekke
lijk arm. De lagen zijn door vele sto
ringen onderbroken en natuur
krachten hebben hierin hellingen
tot 60 veroorzaakt. De mijnwer
kers moeten steeds dieper de grond
in (in de Staatsmijn Hendrik gaat
de schacht al tot ruim 900 meter),
en het transport ivordt steeds lan
ger. Bovendien ondervindt de jaar
lijkse produktie uiteraard de invloed
op te voeren door het maken van nieu
we schachten of de aanleg van nieuwe
mijnen (waarbij het 12 tot 20 jaar
duurt, voordat die in volle produktie
komen) of door het aantrekken van
meer arbeiders (die trouwens ook voor
nieuwe mijnen nodig zijn.
En hier zyn we dan terug op ons uit
gangspunt: het probleem van het aan
trekken van mijnwerkers en de nood
zaak om in elk geval de uittocht van
Nederlandse ondergronders naar Duitse
mijnen tot staan te brengen. Het gaat
er om het werk in de Limburgse mijnen
zo attractief te maken, dat hier geen
toestanden ontstaan zoals in België,
waar 4/5 van degenen, die aan het kool
front staan, buitenlanders zijn en waar
men Algerijnen heeft moeten aantrek
ken omdat er in Europa niet meer vol
doende liefhebbers voor dit zware werk
te vinden zijn.
„Onder ons" blijven
Een overdadige import van buiten
landse werkkrachten, zo wordt het in
katholieke kring gesteld, zou nadelige
gevolgen kunnen hebben voor de Zuid-
Limburgse samenleving, welke thans in
vergelijking met andere mijngebieden
in de wereld nog gezond kan worden
genoemd. De Zuid-Limburgers hebben
geen bezwaar tegen een paar duizend
vreemdelingen, als dit absoluut nodig
is (op het ogenblik vormen de Italia
nen met ongeveer 1500 man het groot
ste contingent buitenlanders), maar
het moeten er vooral niet te veel wor
den. Men wil er „onder ons" blijven.
Zo kwam men op het denkbeeld van
een „aanwezigheidspremie" in navolging
van het Duitse voorbeeld. Van sociaal
oogpunt zijn hier vele bezwaren tegen
aan te voeren: een aanwezigheidspremie
werkt niet door in de sociale uitkerin
gen en wordt niet uitgekeerd bij ziekte.
Voor de socialisten zijn deze bezwaren
onoverkomenlijk, en ook de regering
voelt er niets voor, al heeft de minister
raad zich nu bij wijze van concessie
bereid verklaard zo'n premie voor de
ondergronders tijdelijk te aanvaarden,
in afwachting van een betere regeling.
van de verbetering der arbeidsvoor
waarden, zoals de invoering van één
vrije zaterdag per maand.
Door de aard en de ligging der Lim
burgse kolenlagen zijn er weinig moge
lijkheden tot verdere mechanisatie van
het Nederlandse mijnbedrijf. In Amerika
gaat dat gemakkelijker. Daar werkt men
met enorme snijmachines in prachtige,
dikke, sterke kolenlagen, waar hele
pilaren van kool blijven staan ter onder-
Als na het bal de gasten.
Gisteravond heeft de marechaussee te
IJmuiden een meisje uit Bremerhaven,
de 20-jarige blonde Ingrid Grimm, van
boord van een Duits schip gehaald,
waarop zij sinds zondagavond als ver-
stekelinge enige onplezierige dagen had
doorgebracht. Volgens haar eigen ver
haal had zij in Bremerhaven deelgeno
men aan een uitbundig feest aan boord
van het schip, waar haar vriend de
machinist Manfred Lenk ook bij was.
De pret duurde enkele avonden achter
een en tenslotte moet ze in slaap zyn
gevallen. Ze werd pas weer wakker toen
een van de officieren voor haar neus
stond, die haar zoals ze vertelde
„droefverwijtend" aankeek en haar mee
deelde, dat het schip reeds lang de
haven had verlaten en zich in volle zee
bevond. Zo goed en zo kwaad als het
ging heeft Ingrid toen deel uitgemaakt
van de bemanning, maar in IJmuiden
moest ze toch van het schip af. Door
bemiddeling van de vreemdelingenpolitie
zal het meisje, dat dit onvrijwillige
avontuur niet graag zou willen herha
len, zeer waarschijnlijk dezer dagen wor-
_en uitgeleid.
Gemeente- en provincie
programma der K.V.P.
De vergadering van de Partijraad van
ia Katholieke Volkspartij, die zaterdag
:j oktober in Utrecht wordt gehouden,
zal zich bezig houden met de bespreking
van een ontwerp gemeente- en een
ontwerp provincieprogram 1958.
In het gemeenteprogram wordt t.a.v.
het algemeen beleid als een van de
doelstellingen van de KVP-fracties in
de Kamers gesteld, dat met kracht de
zelfstandigheid van de gemeenten wordt
verdedigd. Daartoe worde het behoud en
herstel van een beperkt eigen belasting
gebied voor de gemeenten bevorderd.
Voorts pleit het program voor een be
perkte toepassing van het systeem der
doeluitkeringen.
Weer ruim 14 miljoen meer
deviezen
Volgens de weekstaat van de Ned.
Bank is de terugkeer van deviezen met
f. 14.7 miljoen ditmaal niet zo specta
culair als in de beide voorafgaande
weken, maar de voorraad goud en de
viezen bedraagt nu toch weer bijna f. 3.5
miljard.
Nog voor tientallen jaren
Over de steenkoolvoorraden behoeven
wij ons intussen nog geen zorgen te
maken. Zelfs de oudste mijnen, zoals
de domaniale en de Wilhelmina, zul
len nog enkele tientallen jaren pro
duceren. en voor de jongere mynen
mag men een levensduur aannemen
van meer dan een halve eeuw. Inmid
dels is een nieuwe Staatsmijn, de
Beatrix, in aanleg bij Vlodrop (aan de
Duitse grens, ter hoogte van Roer
mond). Het zal echter nog verschei
dene jaren duren eer de Beatrix met
de produktie kan beginnen.
Geen fabriek.
De werkgevers zeggen dus (evenals
Frans Dohmen, als hij voor zijn arbei
ders opkomt)een kolenmijn is geen
fabriek. De produktiviteit kan niet in
dezelfde mate toenemen als in andere
industrieën. Men komt steeds dieper, en
in steeds slechtere lagen, waardoor de
kostprijs stijgt. De produktie is slechts
Ruim 25% van de steenkool wordt
thans mechanisch gewonnen.
Ook Frans Dohmen, de leider van de
Katholieke Mijnwerkersbond, geeft toe
de aanwezigheidspremie allesbehalve
ideaal te vinden. Maar het ging er om
zo vertelde hij ons op korte ter
mijn de mijnwerkers aan meer inkom
sten te helpen, en dit leek ons de een
voudigste en snelste oplossing.
Geen eenvoudige zaak
Zo eenvoudig, als men het zich in
Heerlen voorstelde, bleek het echter
voor Den Haag niet te zijn. Ten aan
zien van de 30.000 bovengronders
houdt de regering voet by stuk, uit
vrees voor consequenties in andere
industrieën. In de mijnstreek beraadt
men zich thans over een uitweg uit
deze impasse. De verbondenheid tus
sen onder- en bovengronders blijft
voor de mijnwerkers een factor van zó
groot belang, dat het niet gemakkelijk
zal zijn een akkoord te bereiken.
Dr. J. G. de Beuswiens benoe
ming tot Nederlands ambassadeur
te Moskou, gelijk gemeld, binnen
kort kan worden verwacht.
Het gaat onze zuiderburen goed
Belgische premier keert zich tegen boze
geruchten, door de oppositie verspreid
(Van onze Brusselse correspondent)
De Belgische regering heeft haar algemene begroting, de departementale b#»
grotingen en de toelichting of „miljoenen-nota" gepubliceerd. De totale staats
uitgaven zullen over 1958 105.9 miljard franken (8.1 miljard gulden) bedragen; d«
fiscale ontvangsten worden op 99.1 miljard franken geraamd. De begroting zal
dus ten belope van 520 miljoen gulden door leningen moeten worden gedekt. De
regering zal echter ongeveer eenzelfde bedrag op de ryksschuld aflossen.
De begroting is gebaseerd op de verwachting, dat de hoogconjunctuur zich over
1958 even gunstig zal ontwikkelen als in 1957. Wat de fiscale inkomsten betreft,
rekent de regering op vry belangrijke inkomsten van de douane-rechten, accijnzen
en omzetbelasting in verband met het bezoek van talrijke buitenlanders aan do
Wereldtentoonstelling.
„Geen sprake van een
monetair probleem"
De buitengewone dienst voorziet in
een totaal van 13 miljard franken 1 mil
jard gulden) voor de financiering van
openbare werken, subsidies en partici
paties. De algemene toelichting onder
streept dat in 1957 volledige tewerkstel
ling werd bereikt en dat de door de ge
meenten te werk gestelde werklozen
Nasleep Hun van Meegeren-affaire
Boeken van Utrechtse antiquairs werden
kort voor het proces geheel vernieuwd
(Van onze correspondent)
Vele dagen heeft de rechter-com
missaris bij de Zwolse rechtbank
zich eind 1954 en gedurende 1955
verdiept in stuiverroman-verwikke
lingen rond de indertijd geruchtma
kende affaire van schilderijen als
Het laatste Avondmaal", die ten
onrechte aan Vermeer zouden zijn
toegeschreven, omdat Han van Mee
geren ze schilderde en voor veel geld
aan de man bracht. Zo verkocht hij
in de oorlog het door duizenden be
wonderde en geprezen schilderij
„Het laatste Avondmaal" voor
f. 1.600.000 aan de medio 1955 overle
den kunst-bezitter D. G. van Beunin-
gen te Vierhouten.
Deze liet uitgebreid nasporingen
verrichten naar de echtheid van het
kostbare werk. Dit speurwerk droeg
hij op aan twee Utrechtse broers,
beide antiquairs. De gebroeders, die er
zelfs voor naar Canada reisden, naar
de Rivièra en Parijs en die vorstelijke
tipgelden schonken aan allerlei figu
ren uit de kunsthandel, die min of
meer bijdroegen tot de ontsluiering
van het mysterie. De rekening, die zij
tenslotte aan de heer Van Beuningen
presenteerden was niet mals: zij vroe
gen f 300.000.Hun opdrachtgever
wilde tot f 130.000.gaan en hier
mede was een eindeloos proces be
gonnen.
Leugens of woordenspel
De Zwolse rechtbank verwees de zaak
eind 1954 bij interlocutair vonnis naar
de rechter-commissaris voor het horen
van getuigen en voor het instellen van
een onderzoek in de boeken van de
Utrechtse antiquairs. Het laatste ge
schiedde op 21 april 1955, toen hun 45-
jarige Bredase accountant als getuige
werd gehoord.
Zijn verklaringen kwamen erop neer,
dat de boeken, die hij overlegde safe
waren. Een onderzoek van de fiscale in
lichtingen en opsporingsdienst bracht
evenwel aan het licht, dat in 1952 alle
transacties van de Utrechtse antiquairs
uit de jaren 1942 tot en met 1949 op
nieuw te boek waren gesteld. De boeken
zouden dus toch niet safe zijn geweest.
Dit bracht gisterochtend de accountant
op beschuldiging van meineed voor het
hekje.
Geheim onderzoek
Verdachte erkende, dat in november
1952 de boeken over die jaren waren
herschreven. Hij was hier echter toe
overgegaan, omdat hem eerst toen was
gebleken, dat de boeken „in de loop der
jaren aldus tot stand waren gebracht"
en voorts, dat tussen 1948 en 1952 nog
niet te voorzien was, dat deze boeken
een rol zouden gaan spelen in een pro
ces. De officier wierp hem evenwel te
gen, dat in november 1952 het proces
reeds aanhangig was gemaakt en dat
verdachte door deze uitlating bewust de
indruk had versterkt, dat de boeken
boven verdenking stonden.
Een moderne steengang op ruim -f00 meter diepte.
Schoolweek van vijf dagen
werd een mislukking
(Van onze correspondent in Wenen)
In Oostenrijk heeft men grote belang
stelling voor een schoolweek van vijf
dagen, waarvoor door een aantal Weense
pedagogen een lans is gebroken. Dit
experiment is echter tot mislukking ge
doemd, want er zullen dan aan de
leerlingen veel te hoge eisen worden
gesteld. Dit is gebleken uit de proeven,
die in Essen en in Wenen werden ge
nomen. De leerlingen vertoonden na
vier weken reeds zeer opvallende teke
nen van geestelijke moeheid. Al na de
eerste dagen verslapte de aandacht, zo
dat de leerlingen zelf over moeheid
klaagden en zich tegen het experiment
uitspraken. De directeur van het gym
nasium in Essen verklaarde: „De school
is geen industriebedrijf, dat door ratio
nalisatie tot een vijfdagen-week kan
overgaan. Er bestaan geen automaten,
die het denken en begrijpen van de
kinderen kunnen bespoedigen. De sterke
geestelijke belasting gedurende de vijf
schooldagen is te groot en overschrijdt
de grenzen van de natuur. Deze nieuwe
poging betekent een geva voor de ge
zondheid van onze jeugd'
Er ontspon zich gedurende lange
tjjd een woordenspel, met als zwaarte
punt de vraag, welke betekenis ge
hecht moet worden aan de woorden
„in de loop der jaren tot stand ge
bracht". Verdachte verklaarde hier
mede te hebben willen zeggen, dat de
boeken niet een maandje voor het
proces in elkaar waren geflanst, waar
bij een systeem was gevolgd van zo
veel mogelijk onkosten ten laste van
Van Beuningen boeken.
Bewust gezwegen
In zijn requisitoir stelde de officier,
mr. P. J. Stigter, zich op het standpunt,
dat verdachte zeer goed heeft beseft,
dat de onthulling dat de betrokken boe
ken eerst in 1952 waren opgemaakt,
voor de tegenpartij een sterk argument
had betekend in de bestrijding van de
juistheid van de onkosten-declaratie van
de antiquairs. Onder ede beloofde ver
dachte de gehele waarheid te zullen
spreken, maar dat heeft hij niet gedaan.
Als motief zag de officier van Justitie
dat verdachte belang had by de proce
dure, daar de antiquairs hem al jaren
niet hadden betaald en nog niet. Dit
was niet zo maar een zaakje, aldus mr.
Stigter, maar één van de meest gerucht
makende van na de oorlog. Hier kan
niet worden gesproken van een misver
stand tussen de rechter-commissaris en
verdachte. Hij eiste wegens meineed zes
maanden gevangenisstraf.
De raadsman, mr. B. W. M. Drion
uit Breda, bestreed, dat verdachte wil
lens en wetens een leugen heeft ge
debiteerd. Hy heeft alleen de formu
lering van de rechter-commissaris
onvoldoende zorgvuldig geïnterpre
teerd, maar beslist niet willens en
wetens gelogen. Bij ontbreken van be-
wys concludeerde hy vrijspraak.
Uitspraak 5 november.
naar de particuliere industrie konden
worden overgeschakeld. Het nationaal
inkomen is verder toegenomen. In 1956
steeg het tot 3951 - miljard (30 miljard
gulden). Sedert 1953 betekent zulks een
toeneming met 64 miljard franken, welke
toeneming voor de helft naar de loon-
trekkenden ging. Daarentegen is de stij
ging van de levensduurte steeds vol
gens de opvattingen van de Belgische
regering in België geringer geweest
dan in de andere Europese landen. De
kleinhandelsprijzen, in 1953 als 100 ne
mend, constateert men dat de prijzen in
België stegen van 102 in 1955 tot 106 in
1957, terwijl in Nederland de levens
duurte veel sterker toenam namelijk van
106 tot 115. In België stegen de klein
handelsprijzen in de jongste drie jaren
met 4%, de lonen echter met 18>2
waardoor de arbeiders de koopkracht
van hun lonen hebben zien toenemen.
Om de schatkistmoeilijkheden, die leid
den tot overschrijding van het krediet
bij de Nationale Bank. in de toekomst
te vermijden, heeft de regering beslist,
dat de uitgaven op de buitengewone
dienst tot 500 miljoen franken per maand
(38 miljoen gulden) zullen worden be
perkt. Voor iedere uitgave, groter dan
5 miljoen franken zullen de departemen
ten de goedkeuring moeten krijgen van
een pas opgericht ministerieel comité
voor de schatkist.
Op een te Brussel gehouden vergade
ring heeft premier Van Acker verklaard,
dat de regering, om haar schatkistmoei
lijkheden te boven te komen, geen
nieuwe belastingen zal heffen. Alleen
zullen enkele, in 1956 verminderde om
zetbelastingen, opnieuw op het vroegere
peil worden gebracht. Van Acker pre
ciseerde, dat de tekorten van de ziekte
verzekering door betere controle werden
aangezuiverd, maar dat helaas de
A-griep aan de kas van de ziekteverze
kering een bedrag van 200 miljoen
franken (15 miljoen gulden) gaat kosten.
De premier verklaarde, dat de finan
ciële toestand van België hem nooit
heeft verontrust. Zoals ten tyde van de
schoolstrijd poogt de CVP-oppositie ons
moeilijkheden te berokkenen door te
doen geloven dat wjj voor een finan
ciële ramp staan, aldus spreker. Maar
er is geen monetair probleem, aldus Van
Acker. De frank is nooit sterker ge
weest! Bovendien is er, gezien de over
schotten op de gewone begrotingen, ook
geen begrotingsprobleem.
Leden Onderwijsraad ten
hoogste 69 jaar
(Van onze parlementaire redacteur)
De Tweede Kamer heeft gisteravond
besloten de leeftijdsgrens voor leden
van de onderwijsraad te stellen op 70
jaar. Bij het bereiken van die leeftijd
volgt eervol ontslag. Minister Cals had
de leeftijdsgrens willen stellen op 75
jaar, maar ingevolge een amendement,
dat de gehele Kamer steunde, werd de
grens verlaagd tot 70 jaar.
Voorts is besloten, dat een derde der
leden niet elke vijf jaren, maar om de
drie jaren aftreden, zodat sneller de
gelegenheid wordt geschapen eventueel
gewenste vernieuwingen in de samen
stelling aan te brengen.
Vergif in rode kool en oliebollen
Wegens poging tot moord op zijn vrouw en drie kinderen heeft de officier
van Justitie by de Alkmaarse rechtbank jhr. mr. A. Reigersma tegen een 48-
jarige timmermansknecht uit Middenmeer, die op 21 september van het vorig
jaar gearresteerd werd onder verdenking een poging te hebben gedaan zyn
vrouw en drie kinderen van het leven te beroven, een gevangenisstraf van 10
jaar met aftrek en onvoorwaardelijke beschikkingstelling van de regering
geëist.
Verdachte had 8 september van het
vorig jaar op de verjaardag van zijn
oudste zoontje Dirk oliebollen gebakken
en daarin een vergif gemengd (het
plantenziektenbestrydingsmiddel para-
thion), dat hij reeds in maart van dat
jaar in huis had gehaald. 14 dagen te
voren had hij dit vergif al eens aan een
rode koolgerecht toegevoegd, waarna hij
op reis ging. Bij de eerste hap werd de
rode kool toen echter terzijde gezet.
Op de avond van de 8ste september
bleek, dat het zoontje Dirk. die het
meeste oliebollen had gegeten, het eerste
ziek werd, waarop verdachte de dokter
waarschuwde. Aanvankelijk werd aan
een normale voedselvergiftiging gedacht
en het hele gezin werd nog diezelfde
avond opgenomen in het St.-Elisabeths-
ziekenhuis te Alkmaar.
Bewustzijnsvernauwing
De verdachte erkende het hem ten
laste gelegde. Hy verklaarde, zelf ook
3 a 4 oliebollen te hebben gegeten.
Hij verwachtte, aldus zijn verklaring,
dat zowel zyn vrouw als zyn kinderen
in de bewuste nacht aan de gevolgen
zouden sterven en zei, dat hy ook zelf
moordplannen had.
Hierna werd als de getuige-deskundige
gehoord, de Alkmaarse arts C. W. du
Pont, die verklaarde, dat als de vrouw
niet tijdig in het ziekenhuis zou zijn
opgenomen, zy zeker zou zyn overleden.
Bij verdachte zelf had de arts niets
bijzonders geconstateerd.
De andere getuige-deskundige dr. J.
N. Cramer, hoofd van een chemisch
laboratorium te Utrecht, verklaarde, dat
het vergif dodelijk kon zijn. Het bleek,
dat de verstandhouding thuis minder
goed was, met dikwijls ruzie over de
kinderen.
Het psychiatrisch rapport van prof.
dr. P. H. Baan uit Utrecht sprak van:
„bewustzijnsvernauwing en verminderde
toerekeningsvatbaarheid". Het adviseer
de tot onvoorwaardelijke ter beschikking
stelling van de regering, ongeacht de op
te leggen straf.
Gewetenloos en karakterloos
De officier van Justitie ging de feiten
na en achtte voorbedachte rade bewe
zen. Verdachte had reeds eerder een
ander vergif gekocht. In het voorjaar
had hy aan zijn vrouw een lijstje ge
vraagd met adressen van familieleden
die zouden moeten worden gewaar
schuwd ingeval zij zou komen te over
lijden. Verdachte noemt zichzelf volgens
de Officier een man die veel te kort ge
komen is. Hij schrijft alle moeilijkheden
toe aan zijn echtgenote. De Officier zei,
dat verdachte geraffineerd ^n met koele
berekening te werk was gegaan. Zowel
uiterlijk als innerlyk bleef hy steeds
onbewogen. Hy handelde uit jaloezie,
haat en eigenliefde. De Officier noemde
hem „een gewetenloos en karakterloos
man" en achtte poging tot moord met
voorbedachte rade bewezen, waarna hij
tot zyn eis kwam.
Vrijspraak gevraagd
De verdediger, mr. N. P. Vestering, uit
Alkmaar, bestreed de dagvaarding op
juridische gronden. Hij betoogde, dat er
z.i. een der bij de wet vereiste elementen
ontbreekt, omdat verdachte vrijwillig de
dokter had gewaarschuwd. Aangenomen
kan dus worden, aldus de raadsman, dat
hij op zijn besluit was teruggekomen.
Pleiter concludeerde tot vrijspraak,
omdat z.i. de opzet niet bewezen was.
Subsidiair vroeg hy een lichtere straf.
Uitspraak over 14 dagen.