Zuid-Limburg wil „gezond" blijven en is dus tegen „import" Grens der mechanisatie bij de kolenproduktie is al bereikt FRANK WAS NOG NOOIT ZO STERK, ZEGT VAN ACKER BREDASE ACCOUNTANT VOOR RECHTER WEGENS MEINEED 10 jaar geëist voor poging tot moord op vrouw en drie kinderen 96ste jaargang Woensdag 23 oktober 1957 Derde blad no. 29272 Heerlen in con flict met Den Haag Zal Den Haag voet bij stuk honden? Speciale berichtgeving Nederland verbruikt 18 miljoen ton steenkool per jaar. De cokes- en gasfabrie ken zijn de grootste kolenverbruikers, daarin verdwijnt ruim een derde van die 18 miljoen ton. Voor huisbrand en kleine industrie is ruim een kwart van het totaal nodig, voor de openbare elektriciteitscentrales bijna een kwart. De rest gaat naar overige industrieën (10%), scheepvaart (2%) en spoorwegen (minder dan 1 Van die 18 miljoen ton wordt ongeveer 2/3 in Nederland geproduceerd. De rest moet worden ingevoerd. Zijn er nu nog mogelijkheden de eigen produktie te ver hogen? Niet veel, zoals wij zullen zien, althans niet op korte termijn. Nederland mag voorlopig bly zijn, als de jaarlijkse produktie op peil gehouden wordt. steuning van het dak. Ongeveer 98% van de gehele steenkoolproduktie der V.S. wordt mechanisch gesneden, terwijl 85 eveneens mechanisch geladen wordt. In de veel dunnere, vaak gebro ken lagen van Zuid-Limburg wordt ook overal, waar dat mogelijk is, de machine benut. Maar onze „multischaaf" (die door de koollaag snijdt, waarna de los gemaakte kool in de transporteur valt), is alleen bruikbaar bij een goed dak en dat ontbreekt meestal in de Limburgse pijlers. Op het ogenblik wordt rond 25% van de totale Nederlandse produktie mecha nisch voortgebracht, en volgens onze experts is bij de bestaande middelen de grens nu wel ongeveer bereikt. In de eerstkomende tientallen jaren wor den geen ingrijpende wijzigingen op het gebied van de mechanisatie verwacht. Langzame teruggang De laatste vijf jaren is onze pro duktie langzaam teruggelopen van 12.5 miljoen ton in 1952 tot 11,8 in 1956. De steenkoollagen van Zuid- Limburg zijn, vergeleken bij die in de omringende gebieden, betrekke lijk arm. De lagen zijn door vele sto ringen onderbroken en natuur krachten hebben hierin hellingen tot 60 veroorzaakt. De mijnwer kers moeten steeds dieper de grond in (in de Staatsmijn Hendrik gaat de schacht al tot ruim 900 meter), en het transport ivordt steeds lan ger. Bovendien ondervindt de jaar lijkse produktie uiteraard de invloed op te voeren door het maken van nieu we schachten of de aanleg van nieuwe mijnen (waarbij het 12 tot 20 jaar duurt, voordat die in volle produktie komen) of door het aantrekken van meer arbeiders (die trouwens ook voor nieuwe mijnen nodig zijn. En hier zyn we dan terug op ons uit gangspunt: het probleem van het aan trekken van mijnwerkers en de nood zaak om in elk geval de uittocht van Nederlandse ondergronders naar Duitse mijnen tot staan te brengen. Het gaat er om het werk in de Limburgse mijnen zo attractief te maken, dat hier geen toestanden ontstaan zoals in België, waar 4/5 van degenen, die aan het kool front staan, buitenlanders zijn en waar men Algerijnen heeft moeten aantrek ken omdat er in Europa niet meer vol doende liefhebbers voor dit zware werk te vinden zijn. „Onder ons" blijven Een overdadige import van buiten landse werkkrachten, zo wordt het in katholieke kring gesteld, zou nadelige gevolgen kunnen hebben voor de Zuid- Limburgse samenleving, welke thans in vergelijking met andere mijngebieden in de wereld nog gezond kan worden genoemd. De Zuid-Limburgers hebben geen bezwaar tegen een paar duizend vreemdelingen, als dit absoluut nodig is (op het ogenblik vormen de Italia nen met ongeveer 1500 man het groot ste contingent buitenlanders), maar het moeten er vooral niet te veel wor den. Men wil er „onder ons" blijven. Zo kwam men op het denkbeeld van een „aanwezigheidspremie" in navolging van het Duitse voorbeeld. Van sociaal oogpunt zijn hier vele bezwaren tegen aan te voeren: een aanwezigheidspremie werkt niet door in de sociale uitkerin gen en wordt niet uitgekeerd bij ziekte. Voor de socialisten zijn deze bezwaren onoverkomenlijk, en ook de regering voelt er niets voor, al heeft de minister raad zich nu bij wijze van concessie bereid verklaard zo'n premie voor de ondergronders tijdelijk te aanvaarden, in afwachting van een betere regeling. van de verbetering der arbeidsvoor waarden, zoals de invoering van één vrije zaterdag per maand. Door de aard en de ligging der Lim burgse kolenlagen zijn er weinig moge lijkheden tot verdere mechanisatie van het Nederlandse mijnbedrijf. In Amerika gaat dat gemakkelijker. Daar werkt men met enorme snijmachines in prachtige, dikke, sterke kolenlagen, waar hele pilaren van kool blijven staan ter onder- Als na het bal de gasten. Gisteravond heeft de marechaussee te IJmuiden een meisje uit Bremerhaven, de 20-jarige blonde Ingrid Grimm, van boord van een Duits schip gehaald, waarop zij sinds zondagavond als ver- stekelinge enige onplezierige dagen had doorgebracht. Volgens haar eigen ver haal had zij in Bremerhaven deelgeno men aan een uitbundig feest aan boord van het schip, waar haar vriend de machinist Manfred Lenk ook bij was. De pret duurde enkele avonden achter een en tenslotte moet ze in slaap zyn gevallen. Ze werd pas weer wakker toen een van de officieren voor haar neus stond, die haar zoals ze vertelde „droefverwijtend" aankeek en haar mee deelde, dat het schip reeds lang de haven had verlaten en zich in volle zee bevond. Zo goed en zo kwaad als het ging heeft Ingrid toen deel uitgemaakt van de bemanning, maar in IJmuiden moest ze toch van het schip af. Door bemiddeling van de vreemdelingenpolitie zal het meisje, dat dit onvrijwillige avontuur niet graag zou willen herha len, zeer waarschijnlijk dezer dagen wor- _en uitgeleid. Gemeente- en provincie programma der K.V.P. De vergadering van de Partijraad van ia Katholieke Volkspartij, die zaterdag :j oktober in Utrecht wordt gehouden, zal zich bezig houden met de bespreking van een ontwerp gemeente- en een ontwerp provincieprogram 1958. In het gemeenteprogram wordt t.a.v. het algemeen beleid als een van de doelstellingen van de KVP-fracties in de Kamers gesteld, dat met kracht de zelfstandigheid van de gemeenten wordt verdedigd. Daartoe worde het behoud en herstel van een beperkt eigen belasting gebied voor de gemeenten bevorderd. Voorts pleit het program voor een be perkte toepassing van het systeem der doeluitkeringen. Weer ruim 14 miljoen meer deviezen Volgens de weekstaat van de Ned. Bank is de terugkeer van deviezen met f. 14.7 miljoen ditmaal niet zo specta culair als in de beide voorafgaande weken, maar de voorraad goud en de viezen bedraagt nu toch weer bijna f. 3.5 miljard. Nog voor tientallen jaren Over de steenkoolvoorraden behoeven wij ons intussen nog geen zorgen te maken. Zelfs de oudste mijnen, zoals de domaniale en de Wilhelmina, zul len nog enkele tientallen jaren pro duceren. en voor de jongere mynen mag men een levensduur aannemen van meer dan een halve eeuw. Inmid dels is een nieuwe Staatsmijn, de Beatrix, in aanleg bij Vlodrop (aan de Duitse grens, ter hoogte van Roer mond). Het zal echter nog verschei dene jaren duren eer de Beatrix met de produktie kan beginnen. Geen fabriek. De werkgevers zeggen dus (evenals Frans Dohmen, als hij voor zijn arbei ders opkomt)een kolenmijn is geen fabriek. De produktiviteit kan niet in dezelfde mate toenemen als in andere industrieën. Men komt steeds dieper, en in steeds slechtere lagen, waardoor de kostprijs stijgt. De produktie is slechts Ruim 25% van de steenkool wordt thans mechanisch gewonnen. Ook Frans Dohmen, de leider van de Katholieke Mijnwerkersbond, geeft toe de aanwezigheidspremie allesbehalve ideaal te vinden. Maar het ging er om zo vertelde hij ons op korte ter mijn de mijnwerkers aan meer inkom sten te helpen, en dit leek ons de een voudigste en snelste oplossing. Geen eenvoudige zaak Zo eenvoudig, als men het zich in Heerlen voorstelde, bleek het echter voor Den Haag niet te zijn. Ten aan zien van de 30.000 bovengronders houdt de regering voet by stuk, uit vrees voor consequenties in andere industrieën. In de mijnstreek beraadt men zich thans over een uitweg uit deze impasse. De verbondenheid tus sen onder- en bovengronders blijft voor de mijnwerkers een factor van zó groot belang, dat het niet gemakkelijk zal zijn een akkoord te bereiken. Dr. J. G. de Beuswiens benoe ming tot Nederlands ambassadeur te Moskou, gelijk gemeld, binnen kort kan worden verwacht. Het gaat onze zuiderburen goed Belgische premier keert zich tegen boze geruchten, door de oppositie verspreid (Van onze Brusselse correspondent) De Belgische regering heeft haar algemene begroting, de departementale b#» grotingen en de toelichting of „miljoenen-nota" gepubliceerd. De totale staats uitgaven zullen over 1958 105.9 miljard franken (8.1 miljard gulden) bedragen; d« fiscale ontvangsten worden op 99.1 miljard franken geraamd. De begroting zal dus ten belope van 520 miljoen gulden door leningen moeten worden gedekt. De regering zal echter ongeveer eenzelfde bedrag op de ryksschuld aflossen. De begroting is gebaseerd op de verwachting, dat de hoogconjunctuur zich over 1958 even gunstig zal ontwikkelen als in 1957. Wat de fiscale inkomsten betreft, rekent de regering op vry belangrijke inkomsten van de douane-rechten, accijnzen en omzetbelasting in verband met het bezoek van talrijke buitenlanders aan do Wereldtentoonstelling. „Geen sprake van een monetair probleem" De buitengewone dienst voorziet in een totaal van 13 miljard franken 1 mil jard gulden) voor de financiering van openbare werken, subsidies en partici paties. De algemene toelichting onder streept dat in 1957 volledige tewerkstel ling werd bereikt en dat de door de ge meenten te werk gestelde werklozen Nasleep Hun van Meegeren-affaire Boeken van Utrechtse antiquairs werden kort voor het proces geheel vernieuwd (Van onze correspondent) Vele dagen heeft de rechter-com missaris bij de Zwolse rechtbank zich eind 1954 en gedurende 1955 verdiept in stuiverroman-verwikke lingen rond de indertijd geruchtma kende affaire van schilderijen als Het laatste Avondmaal", die ten onrechte aan Vermeer zouden zijn toegeschreven, omdat Han van Mee geren ze schilderde en voor veel geld aan de man bracht. Zo verkocht hij in de oorlog het door duizenden be wonderde en geprezen schilderij „Het laatste Avondmaal" voor f. 1.600.000 aan de medio 1955 overle den kunst-bezitter D. G. van Beunin- gen te Vierhouten. Deze liet uitgebreid nasporingen verrichten naar de echtheid van het kostbare werk. Dit speurwerk droeg hij op aan twee Utrechtse broers, beide antiquairs. De gebroeders, die er zelfs voor naar Canada reisden, naar de Rivièra en Parijs en die vorstelijke tipgelden schonken aan allerlei figu ren uit de kunsthandel, die min of meer bijdroegen tot de ontsluiering van het mysterie. De rekening, die zij tenslotte aan de heer Van Beuningen presenteerden was niet mals: zij vroe gen f 300.000.Hun opdrachtgever wilde tot f 130.000.gaan en hier mede was een eindeloos proces be gonnen. Leugens of woordenspel De Zwolse rechtbank verwees de zaak eind 1954 bij interlocutair vonnis naar de rechter-commissaris voor het horen van getuigen en voor het instellen van een onderzoek in de boeken van de Utrechtse antiquairs. Het laatste ge schiedde op 21 april 1955, toen hun 45- jarige Bredase accountant als getuige werd gehoord. Zijn verklaringen kwamen erop neer, dat de boeken, die hij overlegde safe waren. Een onderzoek van de fiscale in lichtingen en opsporingsdienst bracht evenwel aan het licht, dat in 1952 alle transacties van de Utrechtse antiquairs uit de jaren 1942 tot en met 1949 op nieuw te boek waren gesteld. De boeken zouden dus toch niet safe zijn geweest. Dit bracht gisterochtend de accountant op beschuldiging van meineed voor het hekje. Geheim onderzoek Verdachte erkende, dat in november 1952 de boeken over die jaren waren herschreven. Hij was hier echter toe overgegaan, omdat hem eerst toen was gebleken, dat de boeken „in de loop der jaren aldus tot stand waren gebracht" en voorts, dat tussen 1948 en 1952 nog niet te voorzien was, dat deze boeken een rol zouden gaan spelen in een pro ces. De officier wierp hem evenwel te gen, dat in november 1952 het proces reeds aanhangig was gemaakt en dat verdachte door deze uitlating bewust de indruk had versterkt, dat de boeken boven verdenking stonden. Een moderne steengang op ruim -f00 meter diepte. Schoolweek van vijf dagen werd een mislukking (Van onze correspondent in Wenen) In Oostenrijk heeft men grote belang stelling voor een schoolweek van vijf dagen, waarvoor door een aantal Weense pedagogen een lans is gebroken. Dit experiment is echter tot mislukking ge doemd, want er zullen dan aan de leerlingen veel te hoge eisen worden gesteld. Dit is gebleken uit de proeven, die in Essen en in Wenen werden ge nomen. De leerlingen vertoonden na vier weken reeds zeer opvallende teke nen van geestelijke moeheid. Al na de eerste dagen verslapte de aandacht, zo dat de leerlingen zelf over moeheid klaagden en zich tegen het experiment uitspraken. De directeur van het gym nasium in Essen verklaarde: „De school is geen industriebedrijf, dat door ratio nalisatie tot een vijfdagen-week kan overgaan. Er bestaan geen automaten, die het denken en begrijpen van de kinderen kunnen bespoedigen. De sterke geestelijke belasting gedurende de vijf schooldagen is te groot en overschrijdt de grenzen van de natuur. Deze nieuwe poging betekent een geva voor de ge zondheid van onze jeugd' Er ontspon zich gedurende lange tjjd een woordenspel, met als zwaarte punt de vraag, welke betekenis ge hecht moet worden aan de woorden „in de loop der jaren tot stand ge bracht". Verdachte verklaarde hier mede te hebben willen zeggen, dat de boeken niet een maandje voor het proces in elkaar waren geflanst, waar bij een systeem was gevolgd van zo veel mogelijk onkosten ten laste van Van Beuningen boeken. Bewust gezwegen In zijn requisitoir stelde de officier, mr. P. J. Stigter, zich op het standpunt, dat verdachte zeer goed heeft beseft, dat de onthulling dat de betrokken boe ken eerst in 1952 waren opgemaakt, voor de tegenpartij een sterk argument had betekend in de bestrijding van de juistheid van de onkosten-declaratie van de antiquairs. Onder ede beloofde ver dachte de gehele waarheid te zullen spreken, maar dat heeft hij niet gedaan. Als motief zag de officier van Justitie dat verdachte belang had by de proce dure, daar de antiquairs hem al jaren niet hadden betaald en nog niet. Dit was niet zo maar een zaakje, aldus mr. Stigter, maar één van de meest gerucht makende van na de oorlog. Hier kan niet worden gesproken van een misver stand tussen de rechter-commissaris en verdachte. Hij eiste wegens meineed zes maanden gevangenisstraf. De raadsman, mr. B. W. M. Drion uit Breda, bestreed, dat verdachte wil lens en wetens een leugen heeft ge debiteerd. Hy heeft alleen de formu lering van de rechter-commissaris onvoldoende zorgvuldig geïnterpre teerd, maar beslist niet willens en wetens gelogen. Bij ontbreken van be- wys concludeerde hy vrijspraak. Uitspraak 5 november. naar de particuliere industrie konden worden overgeschakeld. Het nationaal inkomen is verder toegenomen. In 1956 steeg het tot 3951 - miljard (30 miljard gulden). Sedert 1953 betekent zulks een toeneming met 64 miljard franken, welke toeneming voor de helft naar de loon- trekkenden ging. Daarentegen is de stij ging van de levensduurte steeds vol gens de opvattingen van de Belgische regering in België geringer geweest dan in de andere Europese landen. De kleinhandelsprijzen, in 1953 als 100 ne mend, constateert men dat de prijzen in België stegen van 102 in 1955 tot 106 in 1957, terwijl in Nederland de levens duurte veel sterker toenam namelijk van 106 tot 115. In België stegen de klein handelsprijzen in de jongste drie jaren met 4%, de lonen echter met 18>2 waardoor de arbeiders de koopkracht van hun lonen hebben zien toenemen. Om de schatkistmoeilijkheden, die leid den tot overschrijding van het krediet bij de Nationale Bank. in de toekomst te vermijden, heeft de regering beslist, dat de uitgaven op de buitengewone dienst tot 500 miljoen franken per maand (38 miljoen gulden) zullen worden be perkt. Voor iedere uitgave, groter dan 5 miljoen franken zullen de departemen ten de goedkeuring moeten krijgen van een pas opgericht ministerieel comité voor de schatkist. Op een te Brussel gehouden vergade ring heeft premier Van Acker verklaard, dat de regering, om haar schatkistmoei lijkheden te boven te komen, geen nieuwe belastingen zal heffen. Alleen zullen enkele, in 1956 verminderde om zetbelastingen, opnieuw op het vroegere peil worden gebracht. Van Acker pre ciseerde, dat de tekorten van de ziekte verzekering door betere controle werden aangezuiverd, maar dat helaas de A-griep aan de kas van de ziekteverze kering een bedrag van 200 miljoen franken (15 miljoen gulden) gaat kosten. De premier verklaarde, dat de finan ciële toestand van België hem nooit heeft verontrust. Zoals ten tyde van de schoolstrijd poogt de CVP-oppositie ons moeilijkheden te berokkenen door te doen geloven dat wjj voor een finan ciële ramp staan, aldus spreker. Maar er is geen monetair probleem, aldus Van Acker. De frank is nooit sterker ge weest! Bovendien is er, gezien de over schotten op de gewone begrotingen, ook geen begrotingsprobleem. Leden Onderwijsraad ten hoogste 69 jaar (Van onze parlementaire redacteur) De Tweede Kamer heeft gisteravond besloten de leeftijdsgrens voor leden van de onderwijsraad te stellen op 70 jaar. Bij het bereiken van die leeftijd volgt eervol ontslag. Minister Cals had de leeftijdsgrens willen stellen op 75 jaar, maar ingevolge een amendement, dat de gehele Kamer steunde, werd de grens verlaagd tot 70 jaar. Voorts is besloten, dat een derde der leden niet elke vijf jaren, maar om de drie jaren aftreden, zodat sneller de gelegenheid wordt geschapen eventueel gewenste vernieuwingen in de samen stelling aan te brengen. Vergif in rode kool en oliebollen Wegens poging tot moord op zijn vrouw en drie kinderen heeft de officier van Justitie by de Alkmaarse rechtbank jhr. mr. A. Reigersma tegen een 48- jarige timmermansknecht uit Middenmeer, die op 21 september van het vorig jaar gearresteerd werd onder verdenking een poging te hebben gedaan zyn vrouw en drie kinderen van het leven te beroven, een gevangenisstraf van 10 jaar met aftrek en onvoorwaardelijke beschikkingstelling van de regering geëist. Verdachte had 8 september van het vorig jaar op de verjaardag van zijn oudste zoontje Dirk oliebollen gebakken en daarin een vergif gemengd (het plantenziektenbestrydingsmiddel para- thion), dat hij reeds in maart van dat jaar in huis had gehaald. 14 dagen te voren had hij dit vergif al eens aan een rode koolgerecht toegevoegd, waarna hij op reis ging. Bij de eerste hap werd de rode kool toen echter terzijde gezet. Op de avond van de 8ste september bleek, dat het zoontje Dirk. die het meeste oliebollen had gegeten, het eerste ziek werd, waarop verdachte de dokter waarschuwde. Aanvankelijk werd aan een normale voedselvergiftiging gedacht en het hele gezin werd nog diezelfde avond opgenomen in het St.-Elisabeths- ziekenhuis te Alkmaar. Bewustzijnsvernauwing De verdachte erkende het hem ten laste gelegde. Hy verklaarde, zelf ook 3 a 4 oliebollen te hebben gegeten. Hij verwachtte, aldus zijn verklaring, dat zowel zyn vrouw als zyn kinderen in de bewuste nacht aan de gevolgen zouden sterven en zei, dat hy ook zelf moordplannen had. Hierna werd als de getuige-deskundige gehoord, de Alkmaarse arts C. W. du Pont, die verklaarde, dat als de vrouw niet tijdig in het ziekenhuis zou zijn opgenomen, zy zeker zou zyn overleden. Bij verdachte zelf had de arts niets bijzonders geconstateerd. De andere getuige-deskundige dr. J. N. Cramer, hoofd van een chemisch laboratorium te Utrecht, verklaarde, dat het vergif dodelijk kon zijn. Het bleek, dat de verstandhouding thuis minder goed was, met dikwijls ruzie over de kinderen. Het psychiatrisch rapport van prof. dr. P. H. Baan uit Utrecht sprak van: „bewustzijnsvernauwing en verminderde toerekeningsvatbaarheid". Het adviseer de tot onvoorwaardelijke ter beschikking stelling van de regering, ongeacht de op te leggen straf. Gewetenloos en karakterloos De officier van Justitie ging de feiten na en achtte voorbedachte rade bewe zen. Verdachte had reeds eerder een ander vergif gekocht. In het voorjaar had hy aan zijn vrouw een lijstje ge vraagd met adressen van familieleden die zouden moeten worden gewaar schuwd ingeval zij zou komen te over lijden. Verdachte noemt zichzelf volgens de Officier een man die veel te kort ge komen is. Hij schrijft alle moeilijkheden toe aan zijn echtgenote. De Officier zei, dat verdachte geraffineerd ^n met koele berekening te werk was gegaan. Zowel uiterlijk als innerlyk bleef hy steeds onbewogen. Hy handelde uit jaloezie, haat en eigenliefde. De Officier noemde hem „een gewetenloos en karakterloos man" en achtte poging tot moord met voorbedachte rade bewezen, waarna hij tot zyn eis kwam. Vrijspraak gevraagd De verdediger, mr. N. P. Vestering, uit Alkmaar, bestreed de dagvaarding op juridische gronden. Hij betoogde, dat er z.i. een der bij de wet vereiste elementen ontbreekt, omdat verdachte vrijwillig de dokter had gewaarschuwd. Aangenomen kan dus worden, aldus de raadsman, dat hij op zijn besluit was teruggekomen. Pleiter concludeerde tot vrijspraak, omdat z.i. de opzet niet bewezen was. Subsidiair vroeg hy een lichtere straf. Uitspraak over 14 dagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 9