OP REIS DOOR LATIJNS-AMERIKA EILAND WEST-BERLIJN STAAT VOOR GROTE MOEILIJKHEDEN ZATErxDAG 19 OKTOBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Kauwgom en banaan zijn troef in Guatemala Eén stadmaar toch twee iverelden (I) Hard werken en veel humor helpen bevolking heen over het gevoel van afgeslotenheid Een sinistere scheidingslijn! Mijn zitplaats in het vliegtuig uit Mexico naar Guatemala was vrij nauw. Geen wonder: het diende vooral voor vrachtvervoer en voor mij was er op het laatste ogenblik nog een stoeltje bijgezet. Rondom mij stonden kratten en balen en ik zat vlak bij een (overigens secuur gesloten) deur. Dit was mijn eerste kennismaking met de „vliegende muilezels" in Midden-Amerika. Deze vrachtvliegtuigen zijn een verlengstuk ge worden van de echte muilezels die nog overal ten zuiden van de Rio Grande door het landschap ploegen. Vroeger brachten ze zo uit de afgelegen provincie Peten, in Guatemala de „chicle" naar de markt. Chicle is een soort Middenamerikaanse rubber, die de voornaamste grondstof voor kauw gum vormt. Maar die transporten waren weken onderweg en fabrikanten als Wrigley en Beechnut II. waren blij te horen dat dit vlugger zou kunnen. De grote pionier van het luchtverkeer in deze streken, een zekere Lowell Yerex, bood hun n.l. aan een soort luchtbrug te maken. Daartoe liet hij een troep potige kerels met „machetes" kapmessen naar een eilandje in het Petén-Itia- meer vliegen. De mannen roeiden in kano's naar de noordelijke oever en vandaar kapten zij een pad naar de ruïnes van een oude Mayastad. Een maand later was er voor Yerex al genoeg plaats om er met zijn sportvliegtuigje te landen en een paar weken daarna ook met een groter toestel. Dat bracht een tractor mee en nu ging het werk veel vlugger. Er werden nog tien van dergelijke vliegvelden in de wildernis aangelegd, waardoor het mogelijk werd een „kauwgumexpress" te be ginnen. Die brengt uit dit gebied nu ongeveer an derhalf miljoen kilo chicle per jaar! maakt met Manuel Bonilla, een vroe gere Hondurese president, die in bal lingschap gevlucht was en twee van zijn vrienden: Lee Christmas bij genaamd „de generaal" en Guy „Machinegeweer" Molony, die naam in de Zuidafrikaanse boerenoorlog maakte. „Als je mij helpt zal ik jou steunen om weer aan de macht te ko men", zei Zemurray tegen Bonilla en hy zette hem en zijn trawanten plus een mitrailleur, geweren en de nodige munitie op zijn jacht de „Hornet". Dit voer naar Honduras, waar Christmas en Molony zeshonderd vrijwilligers bij elkaar trommelden. Toen dit president Dóvila ter ore kwam telegrafeerde hij naar Washing ton en het resultaat was, dat een Amerikaanse kanonneerboot de „Hor net" voor de kust enterde. Maar Christmas en Molony waren niet meer tegen te houden. Binnen twee weken hadden zij de hoofdstad Tegucigalpa bezet en Davila vluchtte. Kort daarop werd Bonilla weer president en hij vergat Zemurray niet Een dergelijke gang van zaken lijkt ons, als Europeanen, bijna ongelofe lijk, maar in Midden-Amerika is hij vrij normaal. In veel opzichten heeft de tijd hier honderd jaar stil gestaan. Natuurlijk gelden nog de chaperonne- regels en die zijn hier zo mogelijk nog strenger dan in Mexico. Minnekozen wordt niet als een voorwaarde tot in leiding van een verloving beschouwd en meisjes, die er bij gesnapt zijn, krij gen een flink pak slaag of ze gaan een poosje naar het internaat van de zus- Straatverkoop is in Guatemala bijna even populair als de tortila. een maispannekoek met vlees en groente erin gerolddie deze In diaanse aanbiedt. ters van St. Vincentius de Paolo. „Dan koelen ze wel af", zei me een vader En hij voegde er aan toe: „Maar veel ouders laten het zo ver niet komen. Ze sluiten hun dochters 's avonds een voudig op!" Men denke intussen niet, dat de vrouw in Guatemala niets heeft in te brengen. Integendeel: in veel fa milies, vooral de Indiaanse, wordt „Mamita" in dit geval de oudste vrouw als onbetwist hoofd be schouwd. Een zakenvriend vertelde my, dat hij een dringende transactie af moest doen met een Guatemal- teek, maar deze hield die vieren twintig uur tegen. „Ik begrijp dat de zaak belangrük is", zei hü waardig, „maar ik begin niet zonder mijn moeders goedkeuring. Om die te krügen zal ik eerst naar haar toe moeten reizen". En zo gebeurde het! HANS YKEMA De „chicleros", de mensen die de chicle uit de zapote-boom tappen, hebben door het vliegtuig een veel beter leven gekregen. Vroeger woonden zij tijdens het regenseizoen in geïsoleerde en primitieve kampen in de jungle. Maar tegenwoordig wor den medicijnen, verse eetwaren, radio's en verder alles wat men wenst in een handomdraai door de lucht aange voerd. De grote eenzaamheid is voor bij en veel chicleros bouwden op de plaats van hun vroeger kamp een huis waar zy vrouw en kinderen mee naar toe namen. Op onze vlucht over het oerwoud zagen wy verscheidene van die plaatsen. De was wapperde er soms aan de lijn en een groentetuintje gaf er altijd iets vriendelijks aan. Ergens kwam juist een man met een pot „chicle" aanlopenVerderop zagen wy telkens muilezels met grote trossen bananen beladen. Mocht van „Unifniit" Ook na onze landing zagen wij op het vliegveld een grote partij bananen voor verzending klaar staan. Guatemala is een typische „ba nanenrepubliek", evenals de meeste andere Middenamerikaanse landen „Unifruit" de machtige United Fruit Company heeft er heel wat te ver tellen en verscheidene regeringen heb ben daarop al hun nek gebroken. Naar men zegt had onlangs het aftreden van de Hondurese president er iets mee te maken en in Guatemala kon Arbenz het er met zyn grondhervor- mingen ook niet tegen bolwerken. De meeste van zijn maatregelen werden door Armas, de tegenwoordige presi dent, weer te niet gedaan United Fruit betaalt haar em- ployé's in deze landen drie k vijf keer zo veel als de „standaard "-lonen en bovendien worden ze nog vaak gratis gehuisvest. Geen wonder dus, dat er wel liefhebberij is om bij deze maat schappij in dienst te treden. Evenmin een wonder dat er hoge eisen gesteld worden! Kennelijk is Unifruit welva rend en dat heeft soms naijver gewekt. Het is haar gewoonte geworden om sommige gronden een poosje braak te laten liggen en ze dan te doen over stromen ter bevordering van de vrucht baarheid. In Guatemala ging men nog een stapje verder: goede gronden wer den aangekocht en voor later (onbe bouwd) achter de hand gehouden. Toen Arbenz deze landerijen ging ont eigenen ontstond er nogal wat deining, die er mee eindigde dat hij moest af treden en het verlaten. Guatemala en de andere Midden- amerikaanse republieken drijven voor een goed deel op de bananen cultuurdie vooral opkwam door de grote vraag in de V.S. Daaruit vloeit weer de invloed van de Uni ted Fruit Company voort. Expeditie met de „Hornet" Dit alles doet een beetje denken aan de oude dagen van Cuyamel, vroeger de grote concurrent van Unifruit, later er mee verenigd. „Sam" Zemurray, de baas van Cuyamel, werd daarna spoedig president-directeur. Vanouds had hij de gewoonte om nooit „en bloc", maar altijd met elk land afzonderlijk zaken te doen. Hij had al gauw gemerkt dat de bananenhandel het voordeligst was, wanneer je ook de produktie kon controleren. Zemur ray, een Amerikaan van Roemeense afkomst, begon daarom in 1910 met in Honduras voor 200.000 dollar grond te kopen. Maar de president van dit land Miguel Davila traineerde met het ver schaffen van de nodige garanties, die de toekomst van de jonge onderne ming moesten beveiligen. Hij onder handelde juist over een lening met Amerikaanse financiers en die wilden in de plannen van Zemurray gekend worden. Deze voelde daar niets voor en hij besloot zijn eigen weg te gaan. In New Orleans had hij kennis ge Maar als men geregeld met de men sen spreekt komt naast deze humor ook een zekere geprikkeldheid naar voren als gevolg van dat gevoel altijd opgesloten te zitten, en de Berlijners worden dan onbillijk in hun verwijten aan de regering in Bonn die toch wer kelijk heel veel doet om Berlijn te helpen en jaarlijks ongeveer een mil jard D.M. bijdraagt aan het Berlynse budget van drie miljard D.M. Er zyn echter ook zoveel zorgen. Het aantal werklozen in West-Berlijn is nog 95.000, dat is in verhouding zeven maal zoveel als in de Bondsrepubliek. Het is een structurele werkloosheid; de meeste werklozen zijn ambtenaren die vroeger emplooi hadden bij de de partementen, toen Berlijn nog rijks hoofdstad was of ze behoren tot het personeel van de kantoren van de vele grote bedrijven, die toen in Berlyn hun hoofdkantoren hadden. Het zyn ook vooral oudere mensen, die weinig kans hebben in hun eigen vak aan de slag te komen, tenzij Berlijn weer hoofd stad wordt. Enorm puinprobleem Daarnaast is er het probleem van het puin en het woningprobleem. Ber lijn is de zwaarst gebombardeerde Duitse stad; het centrum ligt nu nog grotendeels in puin. Om te kunnen bouwen moet dit puin opgeruimd en afgevoerd en juist die afvoer is zo moeiiyk omdat rondom de stad de Duitse Democratische R ubliek ligt en die helpt vast niet. Als men nu bedenkt dat volgens een deskundige, die ons hier rondleidde, voor de afvoer van alle puin een goe derentrein nodig zou zijn, waarvan de locomotief in Berlijn staat en de laatste wagen in Sydney in Australië, dan is het begrijpelyk dat er een puin- probleem is. De reusachtige bunkers uit de Hitlertyd worden dus niet meer afgebroken, maar volgestort met dit puin, overdekt mèt aarde en zo tot heuvelachtige plantsoenen gemaakt. (Van een bijzondere medewerker) Een uur nadat we in Hannover zijn opgestegen, landt de P.A.A.- machine op Tempelhof, het midden in de stad gelegen Berlijnse vliegveld. We zijn over een deel van de Oostzone gevlogen, maar in het vliegtuig valt het niet op dat we een nauwkeurig voorgeschre ven corridor moeten volgen en dat we over communistisch gebied vliegen, want hier is geen overmaat van politie en het landschap beneden ons vertoont geen verschil met dat in het Westduitse ge bied. De aankomst op Tempelhof is niet anders dan op enig ander vliegveld in West-Europa, behalve dan het eigenaardige, dat het vliegtuig tussen de huizenblokken vliegt voordat het landt. Buiten, voor het enorme gebouw van de Flughaven, staat de dub beldeksbus van lijn 19a en, op de rit naar het stadsdeel Grunewald gaat het door een wereldstad, waarvan je zo op het eerste gezicht niet zou zeggen, dat ze zo grondig is gebombardeerd. Er zijn enorm veel nieuwe panden gebouwd en open plekken zijn bedekt met nood gebouwen. Het lijkt allemaal alweer vrij gewoon. Maar als ik in Grunewald aankom maak ik meteen kennis met de bijzondere situatie waarin West-Berlijn verkeert. Het blijkt, dat ik niet logeer op het opgegeven adres, maar dat ik naar Wannsee moet. Op mijn vraag hoe ik daar het gemakkelijkst kom, antwoordt de por tier, dat ik met de S-Bahn kan gaan. „Maar u moet uitstappen aan het tweede station, want als u verder gaat komt u in Potsdam in de Oostzone en dan weten we niet wanneer u weer terugkomt". Daar mee is de Berlijnse situatie meteen volkomen duidelijk gegeven: een stad verdeeld in een vrije en een communistische sector, omgeven door de communistische Duitse Democratische Republiek, waar je per S-Bahn gemakkelijk in komt, maar waar je nooit weet öf (en zo jr. wannéér) je er weer uitkomt! Voor het station Wannsee, dat dicht bij de zonegrens ligt. staat een met radio uitgeruste politieauto. Dergelijke auto's staan aan alle uitgangen van West-Berlijn, sinds de pogingen tot mensenroof door de heren uit het an dere deel van de stad begonnen. Een van de slachtoffers van deze overval len was dr. Linse. de leider van de Vrije Duitse juristen. Een ander beeld van de sinistere be tekenis van de dwars door Berlijn ge trokken grenslijn vindt men in hei vluchtelingenkamp Marienfelde, waar iedere week nog honderden mensen uit het oosten binnenkomen. Dit kamp is daardoor nog steeds vol en deze men sen moeten per vliegtuig naar West- Duitsland worden gébracht, want zij kunnen de Russische zone uit de aard der zaak niet passeren. Een klein ge deelte mag in Berlijn blijven, maa deze stad kan niet veel menser opnemen gezien het woningtekort er, het grote aantal werklozen. Sinds 1945 heeft West-Berlijn al twaalf miljoen vluchtelingen uit het oosten opgenomen en er ko men per jaar nog 250.000 bij. Het is te begrijpen dat dit niet altijd vlot verloopt, vooral omdat de Ver Naties zich met deze vluchtelingen niet bemoeien en de Bondsrepu bliek dus alles zelf moet doen. Is er weer even internationale span ning, zoals in november 1956 tij dens het Suez-conflict, dan zijn velen in de Oostzone bang voor verscherping van het regiem en de vluchtelingenstroom wordt veel groter. Ruim 50 pet. van de mensen in het kamp Marienfelde is jonge dan 25 jaar 60 pet. behoort tot de arbeidende klas se: ook voor hen is de democratische arbeiders- en boerenrepubliek nog geen paradijs! Maar juist het opvangen van die jonge mensen schept grote proble men, vooral als ze zonder hun familie zyn weggetrokken en dreigen te ver eenzamen in een andere wereld, die niet steeds voldoende begrip voor hun moeilijkheden kan opbrengen. De zwaar beschadigde Kaiser Wilhelm Gedachtniskirche wordt hersteld. Berlijn In zijn vroegere glorie: Slot en Dom kerk in ongehavende toestand. tr Onverwoestbare humor West-Berlyn heeft 2.200.000 inwoners, de hele stad Berlyn heeft een opper vlakte van 35 by 30 kilometer en de Westberlyners zyn aangewezen op ruim de helft van deze oppervlakte. Welis waar liggen juist in dit gedeelte de bos sen tussen Grunewald en Wannsee en rond de Tegelersee en aan de Ha vel is een prachtig watersportgebied, maar hier moeten dan ook al die ruim 2.000.000 mensen heen als ze eens naar buiten willen en dus „zit op zondag onder elke boom een Berlijnse familie". Wie een auto heeft kan over de auto baan naar het westen, maar de Harz ligt 300 km van Berlijn, de controle aan de grens kost dikwijls veel tyd en ook in Berlyn heeft niet iedereen een auto. Als je dan zelf na een week al het ge voel krijgt opgesloten te zitten op een betrekkelijk klein oppervlak, hoe moet het dan voor de gemiddelde Westber- lijner zijn, die dit al jaren meemaakt. Zeker de Berlyner bezit een onver woestbare humor, die hem over veel dingen heen helpt. Het Russische mo nument bij de Brandenburgertor noemt lij ..Das Denkmal des onbekannten Plünderers"; het uiterst moderne ge bouw van de Hochschule für Musik heet bij hem de „Symphoniengarage"; en toen de Knie-Platz werd omgedoopt in Ernst Reuter Platz sprak hij voortaan van de Ernst Reuter Knie". Berlyn is verdeeld in 20 Bezirke met een eigen burgemeester en een eigen gemeenteraad. De burgemeester van Kreuzberg. een Bezirk in het centrum, is Willy Kressmann. Hij kondigt op eigen houtje tegenmaatregelen af als de autoriteiten in de Oostsector moeilijk heden veroorzaken en dus noemt de Berlyner hem: „König der unabhan- gigen Republiek Kreuzberg". Hij is in de U.S.A. geweest, kwam terug in een Trumanshirt en liet in Kreuzberg een zeer modem stadhuis bouwen. Dit heet nu in de volksmond Texas Willy's Glaspalast. In Grunewald verrijst een puinberg van honderd meter hoogte, er komt een skispringschans op en straks kan men van het restaurant op de top heel Berlijn overzien. Koortsachtige bouw Er wordt in koortsachtig tempo ge bouwd. Ruim 20.000 huizen komen er per jaar bij. Maar er zijn 180.000 wo ningzoekenden. Daarbij komen nog de vluchtelingen die in Berlijn mogen blyven en dus rekent men dat de op lossing van het woningvraagstuk nog tien jaar zal vergen. Intussen doet men wat men kan. Ook grote zaken- paleizen schieten als het ware uit de grond. Het kost alles enorme bedragen. Een arbeiderswoning van drie kamers kost in Berlijn 28.000 D.M. en dus zijn de huren niet bepaald laag. Aan het oosteinde van de Kurfürstendamm wordt de Kaiser Wilhelm Gedachtnis kirche (overigens een foeilelijk ge bouw), die veel geleden heeft van de bombardementen, weer opgebouwd. Maar ter wille van het verkeer moet het gebouw wat verplaatst worden. Daarvoor is grond aangekocht t 1000 D.M. per vierkante meter. Dwars door Berlijn komt een nieuwe verkeersweg om het centrum te ont lasten: er moet hiervoor veel grond werk worden gedaan, grote gebouwen moeten worden onteigend, alle leidin gen voor elektriciteit, gas en water moeten worden verlegd en het gevolg is dat in de buurt van Kurfürsten damm één kilometer weg 37.5 miljoen Mark gaat kosten! Het zijn grote vraagstukken, die hier om een oplossing vragen. Maar men weet van aanpakken en wie zou den ken dat dit eiland Berlijn een dode stad is geworden, vergist zich deerlijk. Zeker, er zyn allerlei dingen die er op wijzen dat Berlyn in een bijzondere positie verkeert, maar men wordt sterk getroffen door de grote activiteit die in West-Berlyn wordt ontwikkeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 16