Cm*. Komt het aanpassingsproces in ons land langzamerhand weer op gang? Enkele bemoedigende symptomen Dr. M. W. Holtrop vreest geen ernstige conjunctuurterugslag J^ziiY4£tY 96ste jaargang Zaterdag 19 oktober 1957 Derde blad no. 29269 (Van onze financiële medewerker) De ervaring van de laatste tijd heeft geleerd, dat men met prognoses inzake de economische ontwikkeling uiterst voorzichtig moet zijn. Minister Zijlstra heeft dezer dagen gelijk gemeld openlijk toe gegeven dat regering en bedrijfsleven en men kan ook de vakbon den hierbij voegen zich in 1955 en 1956 (belastingverlaging en loonsverhoging) „wat verkeken" hebben op de situatie. Er deden zich in het economisch leven allerlei niet te voorziene factoren voor en een er van is deze, dat de kapitaalbehoeften in deze tijd aanmerkelijk groter zijn dan voorheen het geval was en dat daarom de vroeger normale spaarquote thans véél hoger moet worden gesteld dan toen. De minister heeft er nog eens aan herinnerd dat het totaal der beste dingen consumptie, overheidsuitgaven, investeringen en voorraad- vorming dat in 1955 nog bijna 3 beneden het nationaal inkomen lag, in 1956 met 2 daarboven uitging. Geen reden om vertrouwen te verliezen Aan het positieve saldo van beschikbare middelen boven bestedingen kwam derhalve een einde, hetgeen zijn uitdrukking vond in het omslaan van het beta lingsbalansoverschot van f960 miljoen in 1955 in een tekort van f650 miljoen voor 1956. Deze misrekening van hen, die aan het economisch leven leiding geven, zal ons ook in deze tijd, nu gepoogd wordt de inflatoire elementen uit het proces der economische ontwikkeling terug te dringen, bij de beoordeling van de huidige Verschijnselen tot voorzichtigheid moeten dringen, temeer omdat het economisch leven in ons land zo nauw met dat van andere landen en niet het minst van de V.S. is verweven, dat van een zelfstandige ontwikkeling nauwelijks kan worden gesproken. Dat neemt niet weg dat als zich, naar thans het geval schijnt te zijn, sympto men voordoen, welke er op wijzen dat het aanpassingsproces, nodig om de exces sen van het recente verleden te couperen, op gang begint te komen, dit met voldoening mag worden geconstateerd. zijn bedrijf c.a. 25 per jaar bedroeg, hetgeen een verlies van rond f. 100.000 betekende. De ruimere arbeidsmarkt en de hier en daar voorkomende ontslagen van personeel zullen dus ongetwijfeld het vinden van een redelijk exploitatie- Het zou onjuist zijn het krachtig her stel, dat sinds het midden van de vorige week op de Amsterdamse beurs is inge treden en dat mede een gevolg was van een betere stemming in New York uit sluitend aan de hier bedoelde verschijn selen toe te schrijven. Na een scherpe koersdaling treedt er op de beurzen doorgaans ook een herstel in. dat een z.g. „technisch karakter" draagt, omdat de scherp verlaagde koersen aankopen uitlokken. Wij hebben er de beide laat ste weken op gewezen, dat men vooral in Amsterdam het hoofd scheen kwijt te raken en deugdelijke fondsen ver be neden de intrinsieke en de rendements- waarde aan de markt bracht. Voor een goed deel was angst hier de bewegende factor en op onze Amerikaanse kalender lazen wij juist dezer dagen dat angst géén argument is. Het is echter opmerkelijk, dat het krachtig koersherstel op de aandelen markt te Amsterdam deze week ge paard ging met enkele verschijnselen, welke niet anders dan moedgevend kunnen worden genoemd. Dat minis ter Hofstra bjj zjjn terugkeer uit de V.S. zijn rotsvast vertrouwen in onze valuta heeft uitgesproken en eerder een daling dan een verdere stijging van de rente verwacht, zegt niet zo veel, omdat een minister van Finan ciën, die via de Bank voor Nederland- sche Gemeenten een 6% Woningbouw lening uitgeeft, moeilijk anders kan doen. Van enige ontspanning op de kapitaalmarkt is echter nog altijd geen sprake, maar wel heeft het een goede indruk gemaakt, dat de goud en deviezenvoorraad bij de Nederland- sche Bank nu reeds twee weken ach tereen kon toenemen en ook de schat kist zij het dan ook door de ver snelde inning van de Voorlopige aan slagen voor 1957 weer wat ruimer in het geld Is komen te zitten. Van meer betekenis moet worden geacht, dat de Nederlandse handels balans, die geruime tijd een verontrus tend verloop had, in september een daling van de invoer en een belangrijke stijging van de export heeft te zien gegeven (f. 1073 miljoen tegen f. 884 miljoen in augustus en f. 999 miljoen in september 1956), waardoor het invoer- overschot van f. 192 miljoen in septem ber 1956 en f. 332 miljoen in augustus 1957 tot f. 109 miljoen is gedaald en het dekkingspercentage tot 91% (augustus 73%) is gestegen Ten dele is dit een seizoen verschijnsel omdat in augustus en september de exporten in de agrari sche sector sterk toenemen, maar voor een ander deel zal dit beter aspect van de handelsbalans ook aan een gunstiger ruilvoet moeten worden toegeschreven. De omvangrijke prijsdaling, welke er sinds de laatste tijd op de grondstoffen- markten is ingetreden heeft het prijs indexcijfer voor de invoer van 109 in juni en 108 in juli tot 105 in augustus doen dalen, terwijl voor september ver moedelijk opnieuw een verlaging is in getreden, waar tegenover staat, dat het prijsindexcijfer voor de uitvoer van 106 in juli tot 108 in augustus is gestegen, met het gevolg, dat de z.g. ruilvoet voor Nederland gunstiger is geworden. Van een algemene prijsdaling in het binnen land is nog geen sprake, maar de daling van de grondstoffenprijzen en van de vrachten zal in elk geval de door minis ter Zijlstra beoogde prijsstabilisatie ver gemakkelijken en allicht tot enige prijs daling kunnen leiden, als tenminste nieuwe loonsverhogingen kunnen wor den voorkomen. Uit de besprekingen in de Stichting van de Arbeid is gebleken, dat de werknemers daarvoor niet zo gemak kelijk meer zijn te vinden dan enige tijd geleden. Het ontslag van perso neel, waartoe hier en daar als gevolg van de bestedingsbeperking moest worden overgegaan, waardoor de arbeidsreserve thans geleidelijk toe neemt, zal de werknemers trouwens tot grote voorzichtigheid moeten no pen. Nog altijd is de arbeidsreserve kleiner dan economisch verantwoord en wenselijk wordt gedacht, maar de ietwat ruimere arbeidsmarkt betekent voor de bedrijven reeds het voordeel, dat ten aanzien van het personeel weer enige selectie kan worden toege past en het verloop van personeel minder omvangrijk wordt. Ook dit laatste is een winstpunt. Wij herinneren ons, dat een fabrikant met 400 man personeel nog niet lang geleden mededeelde, dat het verloop bij evenwicht of het handhaven daarvan vergemakkelijken. Men krijgt dus de indruk, dat het aan passingsproces in ons land op gang begint te komen en minister Zijlstra is zelfs van mening, dat het Neder landse bedrijfsleven tegen het einde van het volgend jaar met nieuwe kracht zal kunnen starten. Dit zal echter voor geen gering deel afhankelijk zijn van de richting, waarin de kapitaalmarkt zich ontwikkelt, welke op haar beurt weer verband houdt met de omvang van het overschot der natio nale inkomsten boven de nationale be stedingen. De recente cijfers inzake de particuliere consumptie wijzen nog niet op een noemenswaardige teruggang, maar het toegenomen vertrouwen in de waardevastheid van het geld zal, naar mag worden aangenomen, de vlucht in goederen bij de particulieren en de voor- raadvorming bij de bedrijven temperen, waardoor een groter deel van het nationaal inkomen voor de kapitaal markt vrij komt. Dit proces is echter van lange duur en vooreerst blijft de kapitaalnood het zwaarste probleem, waarmee overheid en bedrijven hebben te kampen. Als dit artikel de lezer onder ogen komt, zal de uitslag van de Woningbouwlening vermoedelijk bekend zijn, waarin allicht enige aanwijzing ligt voor de positie van de kapitaalmarkt. De Amsterdamse beurs werd deze week oveigens verrast met enige goede bedrijfsberichten AKU, Ver. Machi nefabrieken, Bronswerk en met een herstel op de vrachtenmarkt, die ver moedelijk haar dieptepunt achter de rug heeft. Scheepvaarten hebben hier van uiteraard geprofiteerd, nadat ook deze dit jaar wat het indexcijfer be treft van ca. 166 tot 130 waren terug gelopen. Ook nu is er nog geen reden alle zorg voor de toekomst te laten varen, maar het is duidelijk geworden, dat men op de beurs ook te somber kan zijn en er j geen reden is om het vertrouwen in de elasticiteit van het Nederlandse bedrijfsleven te verliezen. Majoor K. dient aanklacht in wegens meineed Naar wü van de verdediger van ma joor K., mr. W. J. van Es vernemen, heeft de laatste namens zijn cliënt hoger beroep aangetekend tegen het onlangs door de krijgsraad over majoor K. bü de Officier van Justitie te 's-Gravenhage een aanklacht wegens gevelde vonnis. Verder heeft majoor K. bü de Officier van Justitie te 's-Gravenhage een aanklacht wegens meineed ingediend tegen de getuigen David en Van Ben- them. Mej. Zeelenberg in 1958 geen wethouder meer? (Speciale berichtgeving) Het is zeer waarschijnlijk, dat mej. mr. J. Zeelenberg, de Rotterdamse wet houder van financiën, het volgend jaar haar portefeuile ter beschiking zal stel len. Haar partij, de P.v.d-A., zou de zienswijze toegedaan zijn, dat he lid maatschap van de Tweede Kamer, dat mej. ZeelenJberg sedert 1952 vervult, onverenigbaar is te achten met het wethouderschap va/n een grote ge meente. Ontspanning is geenszins verontrustend Op de vergadering van Het Verbond van Nederlandse Werkgevers te Rotterdam heeft dr. M. W. Holtrop verklaard niet te geloven, dat er een ernstige terugslag in de conjunctuur voor de deur staat. Deze mening is versterkt bij zqn recent bezoek aan Amerika. Wel dient men rekening te houden met een zekere ontspan ning, als gevolg van de beteugeling van de overbestedingen in binnen- en buiten land, doch deze zal op zichzelf geenszins verontrustend zijn, aldus dr. Holtrop in zijn rede „Waar staan wij?" Vergroting export is noodzaak Ongekende luchtvaartexpansie Gouden jubileum der K.N.V.V.L. Prins Bernhard opende nieuwe gebomv (Speciale berichtgeving) Plechtig, maar ook feestelijk heeft de Kon. Ned. Ver. voor Lucht vaart vandaag het feit herdacht, dat zij precies 50 jaar geleden in het „Zuid-Hollandsch Koffiehuis" te Den Haag werd opgericht. Onder de vele tientallen gasten, die de bijeenkomst in het nieuwe gebouw van de vereniging aan het Jozef Israëlsplein te Den Haag bijwoonden, waren Prins Bernhard, ere-voorzitter van de-vereniging en de minister van Verkeer en Waterstaat, mr. J. Algera. De kapel van de Kon. Luchtmacht en groepen van de jeugdluchtvaartbrigade stonden voor dit met vlaggen getooide gebouw aangetreden toen de Prins er om half elf arriveerde. Na de begroe ting was de eerste handeling, die Prins Bernhard verrichtte, de officiële opening van het KNVVL-gebouw, waartoe hem de sleutel van de voordeur werd over handigd door Hanneke de Lange, doch ter van de voorzitter van het gouden jubileumcomité. Later ondertekende de Prins de oorkonde, die de officiële ope ning voor de geschiedenis vastlegt. „Ons aller gedachten gaan op deze dag terug naar die 19de oktober 1907, toen een aantal mannen bijeen kwam voor een constituerende vergadering van een Nederlandse vereniging tot bevor dering van de luchtscheepvaart. Welk een voortvarendheid en vooruitziende blik, ja wat een moed moeten deze lie den hebben bezeten om in die tijd, toen de luchtvaart in ons land in feite nog niet bestond, een vereniging op te rich ten met als doelstelling de bevordering van de aviatiek", aldus de voorzitter van de KNVVL, de heer C. Kolff, in de bijzondere samenkomst van het hoofd bestuur der jubilerende vereniging, die vervolgens werd gehouden. Hij wees erop, dat reeds in de ont werpstatuten van de vereniging, die in origineel bewaard zijn gebleven, als doel wordt omschreven: „De lucht vaart in haar ruimste zin en in al haar vertakkingen en toepassingen te bevorderen". En dat in de tijd, dat er zich boven ons land nog geen enkel vliegtuig had vertoond en dat van de vorderingen van de gebroeders Wright en andere eerstelingen met een schou derophalen kennis werd genomen. In dat verband noemde de heer Kolff in het bijzonder de naam van de marine officier A. E. Rambaldo, de grondleg ger van de vereniging. Uitvoerig ging hij vervolgens de ge schiedenis van de KNVVL na, waarbij hij duidelijk maakte, hoezeer en op welke wijze de thans jubilerende ver eniging steeds op de bres heeft gestaan voor de ontwikkeling van de luchtvaart in ons land, een nooit verflauwende activiteit, waaraan o.a. de Luchtmacht, de Marine Luchtvaartdienst, de KLM, de Rijksluchtvaartdienst, het Nationaal Luchtvaartlaboratorium en de Nationale Luchtvaartschool mede hun bestaan te danken hebben. Sprekende over de toe komst sprak de heer Kolff de verwach ting uit, dat de tweede helft van deze eeuw een ongekende expansie van de luchtvaart te zien zal geven. Binnen luttele jaren zal de huidige reisduur der huidige luchtverbindin- gen worden gehalveerd, een nieuw aviatisch tijdperk, waarin een vlucht naar de maan tot de mogelijkheden lijkt te gaan behoren is nu de Rus sen met succes een aardsate'liet heb ben gelanceerd betreden. De heer Kolff deelde mede dat zijn vereniging haar activiteiten in de toekomst nog meer op internationaal niveau zal richten. Hij sprak de hoop uit, dat ons land, ook in de verre toekomst, zijn vooraanstaande plaats in de in ternationale luchtvaart zal hand haven. Het streven van het Nederlandse bedrijfsleven moet daarom thans vooral gericht zijn op de verkrijging van een zo sterk mogelijke kosten structuur, opdat de basis wordt ge legd voor een voortgaande even wichtige expansie. Dr. Holtrop stelde de vraag hoe het noodzakelijke evenwicht in de nationale huishouding in de naaste toekomst wordt hersteld. Daarbij concludeerde hij dat de rijksbegroting een belangrijke bijdrage gelooft te geven. Zij betekent een belangrijke vooruitgang ten opzich te van 1957. Zekerheid dat dit herstel zonder verdere financiële spanning wordt bereikt is er natuurlijk niet. Het beslag op de nationale middelen door het Rijk en de particulieren zal voor 1958 geringer zijn dan in 1957. De omvang daarvan en van het daarmee samenhangende geringere beroep op de kapitaalmarkt ten behoeve van de par ticuliere investeringen zal bepalend zijn voor de grenzen welke in eerste instan tie aan de uitgaven van de lagere over heid pn die voor woningbouw zullen zijn gesteld. Neemt men optimistisch aan, dat het niveau van de particuliere consumptie en investeringen een teruggang zou vertonen tot het relatieve niveau van de jaren 1954 en 1955. dan zouden de beste dingen van het Rijk en de particulieren Baanbrekend werk „Vandaag mogen wij, en met ons heel luchtvarend en luchtvaartgezind Neder land stilstaan bij een halve eeuw vader landse luchtvaart", zo zei de minister van Verkeer en Waterstaat, mr. J. Al gera. „Hierbij treft het ons, dat er in 1907 al mannen in ons land werden gevonden, die de fantasie hadden en het initiatief opbrachten om de luchtvaart gedachte in ons land te introduceren. Bij het bevorderen van onze luchtvaart in al haar geledingen heeft de KNVVL door middel van bestudering en rappor tering van verschillende luchtvaart vraagstukken, het organiseren van ten toonstellingen en vliegdemonstraties, het behartigen van belangen van lucht- varenden en het geven van deskundige voorlichting, baanbrekend werk ver richt. Mede door uw enthousiasme en toewijding, door uw inzicht en begrip, is de KNVVL voor onze nationale lucht vaart een belangrijk instrument geble ken in de naderingsprocedure naar de soms zo mistige luchtvaartdoeleinden". De minister besloot met de wens, dat het de KNVVL gegeven moge zijn nog veel en vruchtdragend werk te verrich ten in het belang van de Nederlandse luchtvaart. Geschenk van bedrijfsleven De heer L. A. de Lange, directeur der Rijksluchtvaartschool en voorzit ter van het jubileumcomité, bood ver volgens het geschenk van de leden der vereniging en van het bedrijfsleven aan: de verbouwing en inrichting van het nieuwe gebouw, dat de vereniging na 50 jaar in huurpanden gehuis vest te zijn geweest thans in eigen dom heeft gekregen. Hij overhandigde daartoe aan de Prins een gouden-jubileumboek, waar in de namen van de vele schenkers zijn opgetekend, waarbij hij aan het bestuur verzocht dit boek een blijven de piaats te geven in de clubsalon van het KNVVL-gebouw. in 1958 tezamen een beslag leggen op de nationale middelen die 3 van het bruto nationale inkomen kleiner zijn dan in 1957. Indien men de noodzakelijke totale bestedingsbeperking op 4 van het bruto nationale inkomen stelt, dan volgt hieruit dat de bestedingen van de lagere overheid en die uit hoofde van de wo ningbouw te zamen t.o.v. 1957 met slechts l procent van het bruto na tionale inkomen zouden behoeven te worden beperkt, een doelstelling die ge makkelijk bereikbaar lijkt. Voor zover de beperkingen in de par ticuliere sector door welke oorzaak ook geringer zouden blijken, cn het is be slist raadzaam daarvan uit te gaan, dan zal de beperking van de investeringen van de lagere overheid en die voor de woningbouw overeenkomstig worden vergroot, waarschuwt dr. Holtrop. Mocht echter blijken dat de aan de lagere overheid en de particuliere wo ningbouw opgelegde beperkingen groter zijn dan uit het. oogpunt van een rede lijke verdeling der nationale middelen is te aanvaarden, dan zal een verdere beperging der bestedingen in andere richting en met. name die van de cen trale overheid en van de consumptieve bestedingen onder het oog moeten wor den gezien. Zou het bedrijfsleven voor de finan ciering van zijn investeringen een be leid hebben gevolgd als de gemeenten sedert medio 1956 hebben gevoerd, waar bij de mate van eigen verantwoordelijk heid voor dit beleid in het midden wordt gelaten, dan zouden wij thans voor een financiële crisis staan, die de inleiding zou kunnen vormen tot een werkelijke depressie. Thans behoeft dit niet te wor den gevreesd. Over het tekort op de betalingsbalans merkte dr. Holtrop op, dat de indruk wordt gewekt dat het programma tot beperking van de bestedingen nog ge heel zonder resultaat is gebleven. Doch men moet daarbij voorzichtig zijn met het trekken van conclusies. Tenslotte legde dr. Holtrop er sterk de nadruk op, dat tegenover de nood zakelijke vermindering van de nationale bestedingen een voldoende vergroting van de export kan worden gesteld. Behalve de internationale concurren tiepositie speelt hier uiteraard ook de buitenlandse conjunctuur een zeer be langrijke rol. Dat beteugeling van de overbesteding met zekere recessieverschijnselen ge paard zal gaan is normaal en on zichzelf ook geenszins verontrustend. Voor het bedrijfsleven is een zekere mate van ontspanning noodzakelijk om tot een bezinning op de feitelijke ver houdingen te kunnen komen. De Kon. Ned. Vereniging voorl wijlen luit. ter zee A. E. Rambaldo. Luchtvaart herdenkt in deze dagen J Alle nog in leven zijnde Nederland- het gouden jubileum. Op het ma-1 se luchtvaartpioniers waren daarbij rinevliegkamp Valkenburg vond aanwezig, nl. van links naar rechts gisteren een kranslegging plaats bijl Marinus van Meel, R. J. Casten- het borstbeeld van de oprichter, dijk, Chr. A. C. Nell, H. Ch. E. van Ede, Van der Pais, jhr. I. L. v. d. Bergh van Heemstede. Fr. H. G. Kannegieter, ir. F. de Vogel, gen. majoor b.d. W. C. J. Ver st eegh, luit-generaal vlieger b.d. H. ter Poorten en G. A. Koppen. Nederland en opschorting van de kernproeven De Nederlandse permanente vertegen woordiger bij de Verenigde Naties, mr. C. W. A. Schürmann, heeft zich giste ren in de politieke commissie uitgespro ken tegen opschorting van proeven met kernwapens los van een algemeen plan tot een eerste stadium van ontwapening. De heer Schürmann zei, dat zijn re gering ervan overtuigd is, dat opschor ting van de proeven als een op zichzelf staande maatregel niets zou bijdragen tot de veiligheid in de wereld. Een dergelijke afspraak zou niet ver hinderen, dat zelfs andere landen be ginnen met de produktie en het opslaan van deze wapens, aldus de heer Schür mann. Er is thans, aldus de heer Schürmann. een zeker evenwicht tussen de grote mogendheden als gevolg van het bezit van kernwapens. De toezegging onder geen enkele omstandigheid kernwapens te gebruiken, zou dit evenwicht verbre ken. daar zulks ten gunste zou zijn van de partij, die het sterkst is in conven tionele wapens, aldus de Nederlandse vertegenwoordiger. De commissie behandelt drie afzon derlijke resoluties, ingediend door de Sovjet-Unie, India en Japan, waarin wordt verzocht om opschorting van de kernproeven. De Verenigde Staten en Groot-Brittannië hebben betoogd, dat opschorting van kernproeven slechts kan zijn vervat in een ruimere afspraak over stopzetting van de produktie van kernwapens. Geen uitstel dienstplicht voor jonge onderwijzers Het is inderdaad juist, dat in het al gemeen geen uitstel of verlenging van uitstel is, of zal worden verleend aan onderwijzers, die gedurende het school jaar 1957/1958 voor het eerst een betrek king bij het onderwijs gaan of zouden willen gaan vervullen. Wel wordt aan hen. die dit jaar de onvolledige bevoegd heid hebben behaald, uitstel verleend ten behoeve van de studie voor de volledige bevoegdheid aan een inrichting voor dagonderwijs. De minister voor Defensie, ir. C. Staf. geeft dit antwoord op vragen van het Tweede Kamerlid de heer Kleywegt. Het is de minister niet bekend, dat door recente weigering van verzoeken om uitstel op bepaalde scholen een ern stige noodtoestand is ontstaan. Er is na melijk in die gevallen, waarin, op grond van ambtelijke inlichtingen, naar de overtuiging van de minister van een feitelijke noodtoestand kon worden ge sproken, wel uitstel verleend aan onder wijzers, die in 1957 voor het eerst een betrekking bij het onderwijs hebben aanvaard. Rijksmuseum va* oud- tótm mcubotc. uajaoES ktdse (uM. gtitj 5 uwx t In zÉix k-j lidiLrt. va«.VCSiO M-OXoVOrO> vu boiiüUiUe, Ceruia "*S jnXaLian. guuj hit CluthuiS „POSDCCWCKS' waiLc opdvt..»„<run. <rl 'II Ik October woedt Luds MuksuxsLokooL ttauiu) 3 qiopcvulj Nederlandse ambassadeur in Australië De nieuwe Nederlandse ambassadeur voor Australië, A. H. J. Lovink, is gis teren, vergezeld van zijn echtgenote en beide kinderen, met het Italiaanse lijn- vliegtuig Roma te Sydney aangekomen. - De nieuwe Nederlandse ambassadeur, die hiervoor in dezelfde functie ons land in Canada vertegenwoordigde, zal te Sydney zyn geloofsbrieven aan de gou verneur-generaal, Sir William Slim, aanbieden. AMBASSADE TE URUGUAY De regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden en van de Republiek Uruguay zijn overeengekomen om hun wederzijdse gezantschappen, respectie velijk te Montevideo en te 's-Graven- hage, tot de rang van ambassades te verheffen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 11