OOGST Polens patriottische opgewektheid van oktober 1956 sterk verminderd WOORD VAN BEZINNING Warschau toont een vermoeid gezichtwant de buikriem kan niet verder aangehaald worden Na heroïsch elan veel doffe apathie Onze reisredacteur W. L. Brugsma is zo juist teruggekeerd van een reportagereis van een maand door Polen en Tsjecho- Slowakije. Hij bleef het langst in Polen, de „volksdemocratische republiek", waar precies een jaar geleden het bevrijdingspro ces begon, dat, vooral sinds het tot de Hongaarse uitbarsting leidde, door de gehele wereld met de grootste spanning gevolgd wordt. De jaarbalans van de „Poolse oktober" zal dan ook de hoofdschotel vormen van deze nieuwe reportage van onze reis redacteur. Ter onderstreping van het contrast zal aan het eind van de Poolse reportage een korte serie artikelen over Tsje- cho Slowakije komen, dat nog steeds als de „Stalinistische sa telliet" te boek staat. Nu de recente studenten-on lusten in Warschau de actualiteit van het moeizame, pijnlijke en dreigend-explosieve karakter van de worsteling om meer vrijheid achter het ijzeren gordijn nog een duidelijk in het licht hebben gesteld, zullen onze lezers met bijzonder belangstelling kennis willen nemen van de achtergron den der blijvend zorgelijke be richten uit Polen. Onze reisre dacteur toont U vandaag in zijn ;erste artikel de plaats van han deling: de Poolse hoofdstad Warschau. •jv jOG STEEDS leven boer en stadsmens een eigen leven. De steden hebben fraaie parken, fleurige siertuinen, speel weiden en jeugdnatuurwachten. Maar niemand zal ontkennen, dat deze stadse vormen om met de natuur zoveel mogelijk nog aanrakingspunten te hebben, iets kunstmatigs hebben in ver gelijking met het platteland, waar gras en bomen, akkers en vee de sfeer van het leven be palen. De algemeenheid van vakantie- tochten, trekken en kamperen kan voor stedelingen niet ver hinderen, dat het contact met de natuur tot slechts enkele dagen per jaar beperkt blijft. Dagelijks komen bijvoorbeeld brood en aardappelen op onze tafels. In de vakantie komen wij langs korenvelden en boomgaar den, maar de indrukken, die wij daardoor ontvangen van het boe renwerk en het boerenleven zijn slechts zeer beperkt en eenzijdig. Theoretisch weten wij hoeveel zorg gevraagd wordt om het pro ces van ploegen en zaaien tot het oogsten van graan of het pluk ken van de vruchten zo goed mogelijk te laten verlopen, maai de praktische ervaring ontbreekt ons. Hoogstens lezen of horen wij berichten over goede of min dere goede oogsten. Misschien zou ook dit ons voorbijgaan, wan neer de gevolgen niet dagelijks in verhoogde prijzen merkbaar waren. Zelfs in de steden handhaaft men de gewoonte om in het na jaar een kerkelijke dankdienst voor de oogst 'te houden. Waarom? Sommigen zullen zich verba zen over deze vraag. Zij vinden het een voor de hand liggende plicht God, de Schepper van het koren en van andere vruchten, te eren en te danken. Niet alleen mensen, die het „nauw" nemen met het geloof en bijna geen kerkdienst overslaan, hun bijbel lezen en bij elke maaltijd bid den en danken, maar ook ande ren, die je ronduit zeggen, dat ze „de drempel van de kerk niet plat lopen", maar dikwijls on middellijk laten volgen: „O, U moet niet denken dat ik onge lovig ben, er bestaat heus wel iets voor mij", willen de macht van de Schepper erkennen. Toch mag zowel de ene als de andere groep zich wel eens af vragen wat nu eigenlijk onder die zo algemeen verbreide ge dachte van een Schepper, Die macht heeft over de natuur en zonder wiens zegen het werk van de boer nutteloos is, verstaan moet worden. Vanuit bijbels, christelijk ge zichtspunt! Vrijwel alle godsdiensten im mers kennen gebeden, riten en religieuze voorstellingen in ver band met de natuur. We mogen zelfs van natuurgoden spreken. Deze verraden hun macht in de groei van koren of bomen; de welstand van dier en mens is van hun gunst afhankelijk. De ver eerders van deze goden staan dikwijls als machteloze smeke lingen. Zij moeten afwachten of de goden horen en antwoorden. Anderzijs wordt de mening aan getroffen, dat offers en gebeden als zodanig de bovenmenselijke machten dwingen om het ver langde te geven. Volgens de bijbel echter staat de mens niet tegenover God als een mach teloze smekeling, want de God van Israël en van de Christenen mag als Vader worden aange roepen. Evenmin is dwang mogelijk, want de Schepper laat zich een voudig niet dwingen. Boer en stadsmens leven hun eigen leven. De eigenlijke ach tergrond, het in veel opzichten aantrekkelijke werk van de plat telander, ontgaat stedelingen. Maar staan beiden misschien, godsdienstig en kerkelijk of niet, even ver van God, de Schepper, de Vader, de Gever van elke oogst? P. L. SCHOONHEIM. predikant bijzonder kerke- werk Ned. Herv. Gemeente te Leiden. Lente met een herfstig waas overdekt (Van onze reisredacteur) I. Warschau, oktober. De balie van het ouder wetse Hotel Bristol, dat nog steeds in de steigers staat, omdat de bouwarbeiders toch ook af en toe een kaartje moeten leggen of een glas wodka drinken, verschaft de reiziger zijn eerste beeld van het nieuwe Polen-van-na-oktober-1956, de periode van de „kleine revolutie" in Polen, toen Warschau zich op Titoïstische wijze van Moskou losmaakte. Tezamen met Indiërs en Oost-Duitsers, Russen en Amerikanen, communistische delegaties zonder das en Westelijke zakenlieden in camel- coat en zijden sjaal, dringt, dreigt, scheldt en smeekt deze reiziger mee om een kamer. Een babylonische heksenketel vol boze woor den. „Een kamer. a room.ein zimmer. een kamer, een kamer, een paar nylons, een pak breiwol, een slof sigaretten voor een kamer! De oude klanten weten dat en wachten in glim lachende afzijdigheid hun moment. Dan glijdt er tersluiks een pakje over de tafel en tien minuten later zitten zij tevreden zingend wanneer al thans de warm-waterkraan er zin in heeft in het bad van hun vertrek. Een uurtje later tronen zij in de eetzaal, dank zij een handvol „zwarte" zloty, achter hun zalm en caviaar en monsteren er gelijk oude bekenden dié meisjes, die altijd getweeën aan een tafeltje zitten. In alle Warschause straten treft men kleine plaquettes aan voor gevallen verzetsstrijders. Er liggen altijd bloemen bij. En het leeddat de stad is aangedaan, staat ook getekend in de vermoeide gezichten van de voorbijgan- ge'*- J Nu Is hotel Bristol Warschau nog niet, evenmin als Warschau Polen is. Maar wel vindt men in Warschau een neerslag van de tweede socialistische oktober-revolutie, die men wat over haast „de Poolse lente" heeft genoemd. Wat is er over van de patriottische extase van die oktoberdagen 1956, waarin rooms-katholiek en communist, vroegere prins èn pauper de hoop op hun Polen beleefden? Op die vraag geven twee Poolse gezegden twee ver schillende antwoorden. Het eerste stamt uit Polens desperate volkslied: „Nóg is Polen niet verlorenhet tweede zegt: „De hoop is de moeder der domheid". Wie vandaag naar de gezichten der Warschauers kijkt, voelt dat, zoals zo vaak, in Polen na het heroïsch elan veel doffe apathie is gekomen. Het glanzend wonder is in de grijze och tendstond van de werkelijkheid ver magerd en verbleekt. Zeker, veel is beter geworden, maar even zeker is het nog niet goed genoeg. Er is meer vrij heid, maar een paar schoenen kost een half maandsalaris! Niemand heeft na de twintigste van de maand nog geld. Natuurlijk heeft Gomoelka gelijk, wanneer hij zegt, dat de buikriem verder aangehaald moet worden om Polen uit de chaos te krij gen. Maar de buikriem staat na acht tien jaar aanhalen werkelijk op het laatste gat. Harder werken is misschien goed voor Polen, maar niet voor de Pool, die tijd en energie moet over houden om bfj te verdienen, te hande len, desnoods een beetje te knoeien of van de staat te stelen. Uit de nogal menselijke noodzaak om er het leven bij te houden! Verslapte moraal Zeker heeft kardinaal Wyszynski ge lijk, wanneer hij zegt dat het beter is heldhaftig te leven dan te sterven voor het vaderland. Maar toen na het glo rieus bevrijdend moment Gomoelka de rekening-op-vooruitbetaling voor Po lens wederopbouw presenteerde, knapte de spanning. Uit de vrijere pers steeg zoveel stank uit het verleden op, de nieuwe problemen leken zo onoverko melijk, dat de verslapping van de ijzeren greep ook tot een verslapping van de moraal der burgers leidde. Absenteïsme, corruptie, zwarte han del en diefstal woekeren met onge hoorde snelheid door. Het wodka-ver bruik steeg in één jaar met 36 procent! Overal zijn in Warschau dronkeman nen te zien. Ik sprak er 's nachts een, een keurig man, die mij aanklampte om geld. Toen ik hem koeltjes vroeg waar voor. trok hij zijn moede schouders recht en zei: „Mijnheer, ik heb geen geld om fatsoenlijk te eten. Derhalve drink ik". Nóg is Polen niet verloren, maar het is wel moe. zéér moe. En die moeheid staat met diepe lijnen in de gezichten van de Warschauers geschreven. Er zjjn vrouwen, die met haast pa thetische verbetenheid en grandioze smaak proberen zich goed te blijven kleden, maar in haar grote Poolse ogen bouwen zijn ondanks wat monotone strakheid, niet lelijk. Warchau's Kal- verstraat, de Nowy Swiat, kan plezie riger worden, wanneer de etalages wat anders tonen dan flessen augurken, mottig bont en andere grauwe een heidswaar. Nee, Warschau is minder triest dan het lijkt. Tussen de gapende ruïnes met hun holle vensterogen, zijn er nog kleine, genoeglijke straatjes. De zon komt er de oude gevels strelen, waarvan iedere muur vol kogelgaten zit, maar waar ook achter ieder raam bloemen staan! De appelverkoopsters op de straathoeken geven kleur aan het stadsbeeld, een troep schoolmeisjes in blauwe jurkjes vliegt kwetterend de straat op. De mensen vertroetelen Warschau's duizenden duiven. Achter de sloverige moeheid en ambtelijke on verschilligheid bloeien Poolse hoffelijk heid en beminnelijkheid steeds weer op de sierlijke handkus is algemeen. Nog is Polen niet verlorendat de hoofdstad van dit eeuwig verraden land zich uit bloed, as en puin over eind kan werken, is een wonder van onweerstaanbare levenskracht. Nog 1$ Polen niet verloren Die levenskracht schuilt vooral in de jeugd. Men mag er verbaasd over zijn, dat de Warschause studenten, die anderhalf jaar geleden nog met open hemdkragen en gepaste ernst zaten te schaken, vandaag de zwarte truien en nauwe broeken van St.-Germain-Des- prés hebben verkoren en in dat cul tuurpessimistisch habijt drie keer per week in de studentenclub op Dixieland- muziek jitterbuggen tot zij er bij neer vallen. Maar dezefde studenten laten zich zelfs niet door gummiknuppels en traangas intimideren, wanneer men aan de vrijheden raakt, die zij met Poolse durf bevochten hebben. In Po lens moeilijke positie moet men om praktisch politieke redenen, die ik later uiteen zal zetten soms zijn hart vasthouden over de gevolgen, die deze steeds weer oplaaiende vurigheid zou kunnen hebben. Maar dat hart ont komt niet aan de bewogen herkenning van de waarheid der regels: „Zolang wij levenis Polen nog niet verlo ren", uit het lied van het volk. dat ieder stukje vrijheid met bloed heeft gewonnen en met moed heeft verde digd. De Sovjet-Unie is lang niet zo belangrijk als -producent van aard olie als de Ver. Staten, maar toch kan Rusland zijn eigen behoeften min of meer dekken. Deze kaart geeft een idee van de ligging van de belangrijkste petro- leumvelden alsmede van de pro- duktie in 1956. 5e laargang No- 41 Zaterdag 12 oktober 195 Over Warschau's gewonde huizen torent het Cultuur-paleis, zetel van de Poolse Academie voor Wetenschappen en tevens van de nacht club „Kongressowa"waar kleine gezelschapjes zwarte handelaren of niet al te integere functionarissen per avond gemakkelijk het maand- salaris van een Poolse arbeider opmaken. Vroeger moesten die meisjes over hun kortstondige betrekkingen met buiten landers verslag uitbrengen aan de UB, de geheime politie. Nu hoeft dat niet meer. Er is in het Polen van Gomoelka het een en ander ten goede veranderd. Maar nog steeds zijn er Poolse meisjes, die genoeg hebben van kille kamertjes in de grjjze gewonde stad, genoeg van eeuwige armetierigheid. Zij hunkeren naar wat warmte, het gedempte licht, de zachte Amerikaanse dansmuziek van de Bristol-cocktailbar, naar parfum, lipstick en nylons, naar een beetje ver troostende luxe. Zo vlijen zij zich gewillig in de beschermende rechterarm, die de vertegenwoordiger van een Westelijke firma op de dansvloer om haar heen slaat. De wereldpetroleumproduktie be liep in 1956 bijna 869 miljoen ton, tegen bijna 800 miljoen ton in 1955. De Ver. Staten zijn met meer dan 383 verreweg de grootste producen ten. Toch is het Midden Oosten voor wat de reserves betreft veel belangrijker dan Amerika. Hoewel de Europese petroleum- produktie nog niet zeer groot is valt er toch een verhoudingsgewijs snelle toeneming van de produktie waar te nemen. Afgezien van de kleine Egyptische produktie brengt Afrika geen petroleum voort. Beter is wellicht te zeggen nog niet", want de Fransen verwachten veel van de Sahara als petroleumpro- ducent. blijft de treurigheid schuilen. En op de gezichten van de mannen ligt die moeheid ook over de drieste vechtlust, die van de Polen de beste jachtvliegers ter wereld maakt, de rebellen ook, die in augustus 1944 de verloren opstand van Warschau uitvochten, terwijl de Russische troepen aan de overkant van van het ghetto zijn woonblokken op getrokken van de roodbruine bakste nen der oude huizen. Toch nog een spookachtige buurt, want in hun stom heid spreken die stenen nog van een huiverende ontzetting. Ook Warschau is niet aan de Stalinistische architec tuur ontkomen: boven de stad torent Jitterbug-avond in de Poolse studentenclub. Maar deze zelf de jongens gaan niet voor gummiknuppels en traangas uit de weg, wanneer „Po Prostu" wordt verboden. de Weichsel zwijgend afwachtten tot de Duitse moordpartij op 600.000 Polen ten einde was Is het beeld van Warschau alleen maar triest? Nee, de eens afgeschre ven stad, die voor tachtig procent ver woest was bloeit, zij het pijnlijk lang zaam weer op. Het oude gedeelte is met warme liefde steentje voor steen tje hersteld. Op de geschroeide vlakte het Cultuur-paleis, een wolkenkrabber, die het midden houdt tussen de moskee uit Marakesj en het Wrigley-paleis uit Chicago, een monsterlijk uitroepteken achter de grote leugen van een nieuwe mensheid. Maar de Poolse goede smaak heeft de stad verder voor verminking behoed. De Marszalkowska-boulevard, breed als de Champs Elysées, het Con stitutieplein. de nieuwe regeringsge- Sovjet-Unie en Oost.Europa Europa OUITSE B R OOSTENRIJK NEDERLAND FRANKRIJK Noord-Amerika VERENIGOE STATEN 383-13 CANAOA 21S5 MEXICO 13,23 Stateni China Azië BONDER MIDDENOOSTEN) INDONESIË 12,71 BRITS-BORNEO 5.80 |NieUW.QOINEA 0,371 Afrika Midden-Oosten en Afrika 'KOEWEIT 54.99 SAOEDI-ARABIÊ «8.71 IRAK JIJ* IRAN 26.51 KATAR 5.88 EGYPTE168 Zuid-Amerika VENEZUELA 129.10 COLOMBIA 537 ARGENTINE 542 TRINIQAO4.18 JZuid-Amerika )ELANGRIJKSTE PETROLEUMVELOEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 11