OP REIS DOOR
LATIJNS-AMERIKA
ERKEND
Een Zoeklicht.
'i:;;': Mexicaanse serenadespiroposen rondas
WOORD
VAN
BEZINNING
OP DE BOEKENMARKT
r\
ie laargang No- 40
Zaterdag 5 oktober 196/
De reisjournalist Hans Ykeraa,
die bekendheid verwierf door
zijn reportages en radio-voor-
drachten over Latyns-Amerika
en door zyn boek „Colombia, El
Dorado ontwaakt", stuurde ons
correspondentie uit tien landen
in de nieuwe wereld, die wy van
heden af publiceren.
rler-
ats-
V
ij een hoogtijdag horen een feestgewaad en een stra lende lach. Deze meisjes hebben het Europese type
nog goed bewaard
sbe-
eeft! Veracruz Op een ochtend werd ik vroeger
aad, vakker dan gewoonlijk. Mijn klokje wees vier
ege- lur' maar dit had m*j n*c* gewekt. Voor de deur
an mijn buurman had namelijk juist iemand ge
ring l>ePen: "Als je slaapt, mijn lieveling, word dan
tuur rakker en luister naar de stem van iemand, die
tgaê5 werkehjk lief heeft!" Dat was kennelijk niet
nid- oor mij bedoeld, maar wel voor mijn overigens
als nbekend buurmeisje. Met begeleiding van een
tuk of drie gitaren en zo nu en dan gedempte
llege oorzang hief daarop de man beneden een lied
r an, waarin hij zijn eenzaamheid en zijn verlangen
joen aar zijn beminde bezong.
19de T°en uit mijn bed gesprongen was om eens
f 5| aar beneden te kijken zag ik daar onder een lan-
t. en aarnpaal een stuk of vier jongelui met gitaren
1957 taan met op de achtergrond een paar kennelijk
ge- tU is de serenade eigenlyk een uit-
dan vloeisel van de afzondering, waar-
i het in de naar traditionele zede op-
be- ;voede Mexicaanse in de provincie
r de Dg dikwyls verkeert. Eigenlyk is dit
ning Dg een erfenis van de vroegere Moor-
n op overheersing in Spanje. In Ciudad,
texico en andere grote steden kun je
i oude traditie nauwelijks meer terug
3 nden. Het contact is er nu eenmaal
sser geworden en zo werden ook de
kan loches de ronda" overbodig. Maar in
van eine steden bestaan ze nog. vooral op
i de estdagen. Ook in Veracruz, dat niet
poli- sns zo erg klein is.
r in Deze „noches de ronda" prome-
vaar ides zijn vooral in het warme
kken agland populair. Als het souper ge-
ctio- mikt is, laat men in de loop van de
l zal 'ond zijn huis graag een poosje
oren intileren. De „plaza", het centrale
;ers- ein is dan een welkom doel. Op zon-
n de igavonden troont daar gewoonlijk in
pas-muziektent een blaasorkest, dat
het irige „dobles" uitschettert, afgewis-
ove- ld met meer lieflijke wyzen. Soms,
ikto- s het orkest verstek laat gaan, is er
Dtre- "ammofoonmuziek uit luidsprekers en
van enigmaal zyn er nogal wat toeristen
lilips »der het publiek. Dat bevordert de
ide tradities niet. Maar gelukkig be-
aan ze nog wel. De leemten tussen de
inken op de plaza worden tijdens een
•omenade gewoonlijk opgevuld met
mwstoeltjes. Daarin nemen de oudere
i oude dames plaats de moeders,
intes en grootmoeders die behaag-
k haar benen strekken en haar en
ds kruisen, terwijl zij zich met een
dialer koelte toewuiven. Ook de keu-
ge oude heren kunt U er vinden, die
stijf zyn om voortdurend rond te
ttndelen, maar die het geflaneer rond
m met heldere ogen volgen. Want
»ór hen wandelen de jongedochters
tarmd in groepjes van twee of drie
!t plein rond in de richting van de
Ijzers van de klok en met bloemen in
it haar. Buiten de cirkel, die de
imes beschrijven, is er nog een, die
tegenovergestelde richting draait.
at zyn de mannen, gewoonlijk ge-
eed in „guayaberas", traditionele
'erhemden, die even vormeiyk zyn
s avondkleding.
Iedereen wandelt met veel waardig-
iid en intussen kijken de jonge lui
»ar de meisjes in haar elegante zyden
irken, zoals zy daar balanceren op
ige hakjes, met een bepaalde waar-
«heid, die in de meeste niet-Latynse
•nden nauwelijks wordt gevonden.
Gecompliceerd spel
BEIDE cirkels draaien schier einde
loos, rond elkaar. De meisjes wer
pen zo nu en dan een snelle blik
een stralende glimlach in de rich-
ng van de andere sekse en praten
*uk met haar vriendinnen. De man-
in lopen correct en ernstig, zich ken-
elyk bewust, dat zij het sterke ge
acht zyn.
verlate fuifnummers, die zo nu en dan ook een
steentje bijdroegen. Tegenover ons werd een raam
opgeschoven en een nijdige mannenstem beklaagde
zich over de interruptie van zijn nachtrust. Maar
meteen hing zijn buurman naar buiten, om met
enkele aanmoedigende kreten zijn instemming te
betuigen. Er was even stilte en toen begon het
groepje beneden aan een nieuw, bloemrijk lied, dat
de deugden van Maria het buurmeisje be
zong. Intussen liet die zich niet zien en dat was
dan ook volgens traditie. Want terwille van haar
fatsoen wordt een meisje geacht door een dergelijk
spektakel heen te slapen, al zal het in veel geval
len toch wel doel treffen. Overigens worden deze
liederen niet voor niets „gallos" (hanen) ge
noemd, want ze worden als regel met het eerste
gekraai van deze dieren uitgegalmd.
Zo nu en dan gaat er een bloem van D^nk overigens niet. dat de zaak zo
een meisjeshand in een jongenshand eenvoudig is. als zy wellicht oppervlak
en dan verdwijnt er een dame uit haar kig lykt. Verre van dat! Want, om te
kring om zich by een heer te voegen beginnen, kunt U aan de corsage van
en met hem de avond in te wandelen. een vrouw zien hoe het met haar hart
ET i6 toch wel verdrietig en
Hergerlyk, dat wy zo heel
dikwyls medemensen over
het hoofd zien. Dat overkomt
ons tegenover collega's, met wie
wy dagelijks vele uren samen
werken. Het zakelyke. ook de nu
eenmaal gebruikelijke beleefd
heid doen geen recht aan de
ander als naaste, die volledig
mee moet tellen.
Wellicht kennen wy uit per
soonlijke ervaring het ellendige
gevoel door anderen koel en
neutraal behandeld te worden.
Het contact met medemensen
thuis, op kantoor, in de fabriek,
zelfs in een kerk, blijft tot een
minimum beperkt. Soms slaat
deze gebrekkige of vrywel ge
heel ontbrekende opmerkzaam
heid voor de ander óm in het
tegendeel. Deze of gene wordt
door ons welbewust genegeerd.
Het gemis aan erkenning van de
naaste groeit uit tot antipathie,
soms tot openiyke vijandschap.
En waaraan heeft die medemens
dat verdiend? Vaak kunnen de
eigenlijke oorzaken niet aange
kwezen worden. Zy liggen diep
verscholen in karakter, invloe
den van milieu, gangbare maat
staven en onderscheidingen.
Mensen zyn nu eenmaal niet
gelijk. In veel opzichten niet. Je
bent om bepaalde redenen op
bepaalde medemensen aange
wezen. Je hebt voor deze mens
een niet te beredeneren sympa
thie en tegen de ander een even
min beredeneerbare antipathie.
Mogen wy dat rustig als on-
veranderiyke feiten aanvaar
den?
Neen.
is gesteld. De bloemen wijzen naar de
uren van een denkbeeldige klok en de
„tijd" duidt verschillende amoureuze
mogelijkheden aan. Daarenboven heeft
deze bloementaal enkel betekenis als
de corsage links gedragen wordt.
Rechts (dus weg van de cirkel, waarin
de mannen lopen) is zij uitsluitend
decoratie.
Deze „klok" wijst acht standen aan;
te beginnen met twaalf uur betekenen
zij. weduwe, vrij, teleurgesteld nog
niet verliefd, getrouwd, bereid om te
trouwen, verloofd, verliefd. Voor de
buitenstaander zou het dus niet zo
moeilijk zyn om gezelschap te vin
denware het niet dat de kleur ook
een belangrijke rol speelt. Zo duiden
rode bloemen op hartstocht, witte op
zuiverheid, gele op spot. Uit een ge
mengd boeket blijkt, dat het meisje
eigenlijk niet precies weet hoe haar ge
voelens zyn.
Op die manier kan een combinatie
van richting en kleur leiden tot alles
tussen een uiterst romantisch rendez
vous en een afgesneden hals! Zowel
twaalf uur (de weduwe) gecombineerd
met rood als half vyf („nog niet ver
liefd") met gemengde kleuren kan tot
een pikante situaties leiden. Half twee
(meisje, dat vry is) met wit daaren
tegen zal vermoedelijk de hele avond
een intellectueel gesprek worden, half
acht geel („verloofd") is waarschijnlijk
ergens kwaad om en daardoor onpret
tig gezelschap en drie uur („teleurge
steld") en dan gemengd ïykt niet on
gevaarlijk
Juist vanwege deze feiten mag
en moet de scherpe vraag ge
steld worden, of wy zo weinig
zelfverloochening, zo geringe
zelfoverwinning terwille van de
medemens kennen, dat veran
dering op dit punt by voorbaat
uitgesloten is.
Het is vierkant fout en mens
onwaardig om een dergelijk
standpunt tegenover onszelf en
vooral met het oog op de dage
lijkse verhouding tot medemen-
sen en de samenleving die
toch uit mensen bestaat! te
willen handhaven.
De onbewuste, meestal niet
opzettelijk bedoelde miskenning
van de ander is onder ons men
sen een verfoeilijke zaak. Om
van welbewuste toeleg de naaste
niet als gelijke of als gelijk
waardig te erkennen niet te
spreken.
De afschuwelijke verhoudingen
tussen blanken en negers op
vele plaatsen van de wereld.
kunnen historisch en psycholo
gisch en op nog vele andere ma
nieren worden verklaard.
Maar verklaringen zyn beslist
onvoldoende.
Onze machteloosheid, onze
onwil misschien, ons tekort aan
vastberadenheid om rassenon
derscheid en daaruit afgeleide
vermeende rechten de ander, die
een zwarte huid heeft niet voor
„vol" mee te tellen, niet als vol
waardig mens te erkennen, staan
welbeschouwd publiekelijk ver
meld in de dagelijkse berichten
over uitstoting en mishandeling
van zwarte medemensen.
Een bijna onuitwisbare schand
vlek!
In een samenleving van men
sen, die theoretisch en volgens
officiële bepalingen en wetten
gelijk zijn!
Is het nog nodig te zeggen,
dat de bijbel het voor ieder mens,
zelfs voor ieder schepsel op
neemt? De hardnekkige strijd
hiervoor weerspiegelt zich in de
bijbelse historie, in vlammende
profetenwoorden, in wetten en
gelijkenissen. Het onbewuste, dik
wyls ook doelbewuste verzet van
mensen blijkt sterk te zyn. Zou
den de rechten en de vrijheden
voor ieder mens in onze tyd,
althans officieel, gelden, wan
neer Jezus, de miskende, niet zo
duidelijk met zyn lijden en
triumf voor iedere naaste onver
korte en openiyke erkenning, als
mens onder de mensen, had be
dongen?
P. L. SCHOONHEIM
predikant bijzonder kerke-
werk Hervormde Gemeente
Leiden.
Bloemengooien
EEN man, die dit spel wil meespe
len moet enige kijk op kleuren
hebben en bovendien iets van
plantkunde afweten, want hij moet het
meisje, dat hy uitkiest een bloem toe
gooien en zyn bedoeling blykt uit de
soort bloem. Het veiligst is de „Tuli-
pan", een soort hibiscus, die aanduidt,
dat hy alleen maar wat wandelen wil.
Een gardenia betekent al iets meer:
ook een onschuldig wandelingetje,
maar eventueel gevolgd door iets
anders. Een bioscoopje of zelfs een bal.
Met diverse andere bloemen beginnen
pas de voetangels en klemmen. Zo be
tekent een tuberoos, dat de drager een
vrouw zoekt en een ander, dat hij de
toorts van onbeloonde liefde draagt,
waarschynlyk voor een meisje in de
andere kring, dat haar corsage op
teleurstelling heeft afgestemd. Mis
schien lijkt het dat een man zich in
een wespennest steekt wanneer hy
aan dit alles begint, maar meisjes uit
'n kleine Mexikaanse stad zyn nu een
maal moeilyk te benaderen en daar
om is een „ronda" een welkome gele
genheid. Overigens geloven Mexicanen
in bloemrijke liefdesbetuigingen, maar
zo lang zy hun aangebedene nog niet
voldoende kunnen benaderen, volstaan
zy in het voorbijgaan met een „piropo"
een hoofs compliment. Dat klinkt
dan zo:
„Ik wou dat ik de boom was, waar
uit het bed gemaakt is dat deze ranke
gestalte omvat", of „Mocht ik maar
dat snoer zyn, dat die tedere hals
omvat". Onder de druk van het snelle
levenstempo loopt men elkaar soms
ook vlugger voorbij en dan moet het
compliment kernachtiger zijn, zoals
dit: „Was ik maar je poederdons!"
Allemaal aardig, maar voor de doel
treffendste toenadering is toch de
„ronda" de aangewezen weg, al zal de
jongeman ook voortdurend met een
chaperonne worden geconfronteerd als
hij zyn geliefde ontmoet. En natuurlijk
is er dan de serenade, die vaak na de
ontmoeting op zo'n promenade volgt.
Zodat U nu begrijpt waardoor ik die
ochtend al zo vroeg wakker was!
De plaza is het centrale punt van de stad. 's Avonds houdt de jeugd er rendez-vous,
onder het wakend oog der chaperonnes.
Simon Vestdijk. „De Beker van
Min". Nijgh en Van Ditmar.
*s-Gravenhage 1957.
Dat Simon Vestdijk in dat gedeelte
van zijn werk, dat men gewoonlijk
pleegt aan te duiden als de Anton
Wachter-romans een grote hoeveel
heid auto-biografie heeft verwerkt, is
stellig juist. Doch men zou dit ook
kunnen zeggen van bijv. ..Meneer Vis
sers Hellevaart". ..Else Böhler",
„Duitsch Dienstmeisje of ..De Schan
dalen" bijv., aangezien ook daar het
bekende proces van de afsplitsing dui
delijk aanwijsbaar is. Dat op dit op
zichzelf belangrijke. maar niet unieke
feit - talloze romans zyn immers op ei
gen ervaring gebaseerd - bij Vestdijk
speciaal zoveel nadruk wordt gelegd -
men zie in de eerste plaats Ter Braak
en verder de essays verzameld in het
Vestdijknummer van Podium 1948 -
zal dus zijn oorzaak wel niet hebben
in dit feit op zichzelf, maar eerder in
de wijze waarop. Er is in de moderne
Nederlandse prozakunst geen tweede
schrijver te vinden, - of het moest
Van Oudshoorn zyn - die zo onbarm
hartig de woorden heeft opgedolven
om de menselijke afgrondelijkheid aan
het licht te brengen. Vestdijk heeft de
lessen der psycho-analyse zozeer ter
harte genomen, dat men weieens ge
zegd heeft, dat men bij het lezen van
zijn werk voortdurend rekening moet
houden met de Freudiaanse symboliek.
Dit nu lykt mij overdreven, want hoe
wel Vestdijk de methode der moderne
zielsontleding stellig heeft toegepast,
zijn taal is de zijne evenals zijn intri
ge en zijn visie. En het lykt my dan
ook bel aïi gr ijker, dat men in de boe
ken „Sint Sebastiaan", „Surrogaten
voor Murk Tuinstra" en „Terug tot
Ina Damman' geconfronteerd wordt
met de ontstellende analyse van een
jongensleven dan de vraag of Anton
Wachter Simon Vestdijk is en zo ja.
in hoeverre.
Thans heeft Vestdijk een vierde deel
aan de Anton Wachters toegevoegd
„De Beker van de Min" geheten. De
jonge Wachter heeft Lahringen ver
laten en is eerstejaars in Amsterdam.
Hij woont op een kleine kamer by
tante Bertha en'oom Moos. De figuur
van Ina Damman is verbleekt tot een
filmster, uit een tijdschrift geknipt en
het is dan ook „een afspraak met
zichzelf", die maakt dat hij nog enige
gelijkenis ziet tussen zyn jeugdliefde
en dit prentje aan de muur.
De naakttekeningen uit St. Sebas
tiaan zyn helemaal niet meer zicht
baar. want zij hangen in de kamer
van oom Moos. Wachter is zich echter
hun aanwezigheid nog wel bewust. De
foto van Murk Tuinstra is verwijderd
als hebbende geen verband met het
studentenbestaan. Anton Wachter
gaat naar college en naar de kroeg en
tracht zich te mengen onder zyn me
destudenten. Tastend glijdt hy langs
verschillende figuren, maar contact
vindt hij niet. Ook niet by een kroeg
jool. waarbij hij dapper meedoet,
maar als het ware bewust. „Jij bent
niet dronken. Wachter!zegt een col
lega dan ook. Een gang naar een con
cert met een kennis heeft geen ander
gevolg dan dat hij een cerebrale ver
liefdheid aankweekt voor diens zuster.
Doch met Kerstmis gaat hy weer
naar Lahringen en onmiddellijk om
sluit hem de vertrouwde kleinsteeds
heid. Een oude vriend geeft hem een
gevoel van verbondenheid, hij werkt
weer „in de sfeer van zijn vroegere
HBS". Een meisje op straat doet hem
in de schemer denken aan een mede
scholier. die hem eens bekoord had.
Maar als hij dat meisje aanspreekt,
dan blijkt zij het nichtje van een
vriendin van zijn moeder te zijn en
als hij deze Tini Houtstra kort daarop
ontmoet in de huishoudelijke sfeer van
de beide oude dames, dan blijken mu
ziek en occultisme voldoende hulp om
Anton te laten vergeten, dat deze Tini
verre van fraai is. Nog voor de vakan
tie voorbij is, is de verloving een feit.
Onwelkom is deze band met Lahrin
gen. waarvan Wachter zich toch ei
genlijk vrij wil maken. En het blijkt
dat de jonge man zich toch gemakke
lijker kan verzetten tegen de benauw
de realiteit, dan tegen het droombeeld
van Ina Damman.
Als hij. geprest door Tini. zijn eer
ste examen gedaan heeft en geslaagd
is. „barsten de feestelijkheden los r-n
tevens de bom waar het die verloving
betreft. Tini weigert zijn kus na het
vermeend onwelvoeglijke gedrag van
oom Moos met een vrouw uit het ge
zelschap en als daarna de tante Anton
betrapt in omhelzing met ^ans in de
keuken, dan is zo gezegd „de boot
aan" en het engagement uit.
Hoewel deze roman telkens passages
biedt, welke voorbeelden ziin van
Vestdyks kracht en waarnemingsver
mogen, voldoet het geheel toch niet
als men er de voorgangers van deze
reeks naast legt. Men mist er de diep
te in. die boeken uniek maakt. Anton
Wachter, bezig zich te bevrijden uit
een benauwende realiteit. 1 ijkt eigen
lijk een te simpele opgave voor Vest
dijk. Het kernpunt van het verba >1 is
volgens mijn opvatting toch die raad
selachtige verloving, die echter te wei
nig aannemelijk wordt gemaakt, zodat
het proces zelf enigszins op losse
schroeven komt te staan.
CLARA EGGINK