„ER WAS EENS...IETS ANDERS!" God schonk libn de overwinning Een fantasierijke aankleding strekte ontiverpers tot eer! jaargang Vrijdag 4 oktober 1957 Derde blad no. 29256 IC li Het verleden herleefde in de prookjesoptocht. waarvan de ■jouden koets een ind rukwekkend onderdeel uitmaakte, vooral tegen dit decor van het Leid se verleden, de Morspoort. GELOOF IN GOD Het komt er echter op aan, dat de zaak, waarvoor men strijdt, een zaak van God is. Het geloof in God zal die strij der dan over alle moeilijkheden dragen. Deze strijd kan vaak pijnlijk zijn, want door ons strijden maken wij soms pijn lijke wonden. De christenen zullen in deze strijd vooraan moeten gaan, want het volk zal niet zonder leiders kunnen. De ware leider zal niet diegene zijn, die met terreur zijn macht wil vestigen, maar hij moet van God gegeven zijn. Als voorbeeld noemde spreker Willem van Oranje. Hij was de ziel en organi sator van het verzet, omdat hij scherper wist dan wie ook dat hij in de dienst van God moest handelen, zoals uitgedrukt wordt in het couplet van het „Wilhel mus" „Voor God wil ick belijden". Zijn trouw en toewijding getuigen van een instrument in de hand des Heren. De voorbeelden, dat God als de nood het hoogst is. weer uitkomst geeft, zijn legio. Want hijzelf heeft gezegd dat zijn Woord triomferen zal. Elk jaar opnieuw wordt het verleden van de stad tot een roemvol leven ge bracht. Het heeft Leiden gestempeld tot een historische stad. Maar, vroeg de spreker zich af. beleeft men dit ieder jaar ook intens? Kijkt men niet teveel naar het verleden in plaats van naar de toekomst? Het gaat om de grote strijd des Heren, met als inzet de vrijheid. Vele factoren bedriegen in deze tijd onze samenleving We weten wel van de bevrijding, maar -v mensen zijn de meesten niet. Air dezelfde dank mosten hebben r*" ""••geslacht in 1574 zullen wi; c voor God moeten staan. Want alleen als we trouw zijn bevonden, za! God ons in deze tijd bewaren. Hierna zong men staande gezang 293 vs. 1, 2 en 6. „O God, die droeg ons voorgeslacht". Zo aan haar gezicht te zien voel de de prinses op de erwt" zich niet zo heel. ongelukkig' op haar vele veder matrassen. VERBAND TUSSEN HEDEN, VERLEDEN EN TOEKOMST Ook in de Chr. Geref. Kerk vond een herdenkingsdienst plaats. Ds. C. v. d. Weele sprak hier naar aanleiding van Richteren 7 14 en 15 „Zie, ik heb een droom gedroomd, en zie, een geroost gerstebrood wentelde zich in de leger plaats der Midianieten, en kwam tot aan de tent, en sloeg ze, dat ze viel. Dit is niet anders dan het zwaard van GideonGod heeft de Midianieten en dit gansche leger in zijn hand ge geven" over een eschatologisch visioen. Ds. Van der Weele wees er o.a. op, dat met dit bijbelwoord de historische zin van een 3 oktoberherdenking schoon ge typeerd wordt. Wij moeten oog hebben voor het verband, dat er bestaat voor het heden uit het verleden naar de toekomst. Leef in het licht van morgen. Als we bij een 3 oktober-herdenking alleen maar spreken van „er was eens" dan beoohrt het tot de dingen, die spoe dig verglijden. Het machtige van Neerlands vrijheids worsteling in de historie is echter veel meer dan „er was eens" Als ge als Christen gedenkt en dankt dan roept ge het met het profetenwoord uit: „En zie.... en zie".... de wonderen des Allerhoogsten uit verleden en heden met oog op toekomst. Vervolgens bracht ds. Van der Weele deze gedachten in toepassing tot zyn tekstwoord. Een dergelijke dienst vond ook plaats in het kerkgebouw der Geref. Gemeente. fantasie-bronnen de eerste stimulans kregen. Wij geloven niet. dat het „sprookje" ooit in de vergteelheid zal komen: het is iets vón en vóór de eeuwigheid. Nooit zal er een atoombom zijn, die het in de lucht kan laten vliegen. Het sprookje staat, ondanks alle ir realiteit. nog altijd fiks met beide benen op de grond. Er is géén oudere en géén kind. die het graag in zijn leven had willen, of wil missen! Daarom geloven wij, dat de keuze van de ..3 oktobervereniging" wederom een goede is geweest: het kind langs de route kon er in op gaan. de oudere zag zich teruggeplaatst in zijn „kinds heid" en genoot volop mee. van hetgeen er aan kleurig schoons, aan prinsen ,en prinsessen, aan elfjes en kabouters en zoveel andere wonderbaarlijke persona ges gepresenteerd werd! EEN kleine optocht, maar een fijn zinnige! Zeven sprookjes: het geluksgetal! Het geluk was ook verder met de Leidenaars. Want wie gemeend had. dat de optocht bedolven zou worden onder stromen regen, was in zijn ver wachtingen toch wel ól te somber. Zeker: het was koud, zo koud, dat er heel wat kinderen met blote armpjes gerild hebben. Verder, is 't geweldig meegevallen, de zon kwam zelfs meer malen om de hoek gluren, overgoot dan allen met stralende gloed. Hierover ook hebben wij ons buiten gewoon verheugd, want er is niets mis- selijkers denkbaar dan dat zo'n optocht, waaraan talrijken wekenlang hun beste krachten wijdden, in het water valt!.... Wij hielden, speciaal in de aanvang, toen 't er even naar uitzag, dat deze sprookjes in een waterballet getransfor meerd zouden worden, het hart vast. Die angst bleek echter overdreven: de druppels dreven over. zodat alle geno men moeite niet tevergeefs geweest is. Hoe hebben wij allen daarmee ge boft! ER was eens Daar kwamen de jeugdherinnerin gen op ons af in bonte menge ling. Waarlijk, al was 't alleen maar hier om, zo hebben Grimm en Andersen niet tevergeefs geleefd. Wie het sprookje, ondanks alle levensteleurstellingen, nog altijd als een ideaal in het hart draagt, zag hier zijn album uit de jeugd wijd openge- spreid: telkens weer een nieuwe bladzij, waaraan zélfs een sprookjesverteller als Walt Disney zijn vreugde beleefd zou hebben. Sprookjesvertellers waren ook de or ganisatoren van deze optocht. Zij vertelden op imposante dan wel charmante wijze van Sneeuwwitje en haar zeven dwergen, van de wonderlijke nachtegaal, die de Chinese Keizer in verrukking bracht, van arme Asse poes en haar boze stiefmoeder, van Hans en Grietje en de heks. van de be toverend schone Doornroosje, wier ein deloze slaap door een prinselijke zoen tot een heerlijk einde wordt gebracht, van Vadertje Tijd en de twaalf maan den in de postkoets, van de bekoorlijke prinses op de erwt, wier prins ook al niet op zich zich wachten liet en van de Olifant met zijn lange snuit, die fi naal al deze sprookjes uitblaast: te snel en te onverwacht, omdat een sprookjes verteller nooit te laat met zijn vertel lingen kan ophouden Herdenking in Pieterskerk Zij konden op hun bevrijding geen aanspraak maken want de genade en j verlossing hen bewezen zijn realiteiten, die verrijzen boven het menselijke kun nen. Wij moeten dus de boodschap van de bevrijding in 1574 als een wonder Gods beschouwen, maar deze bewogen- H JBSÜ8H heid mag echter niet alleen het motief van onze kerkgang op drie oktober zijn. Men wilde in het verzet óók God die- I nen; het was naast een politieke ook I een godsdienstige zaak geworden. Achter de olifant, die het hele Dit is tijdens het beleg van Leiden verhaaltje van de sprookjesoptocht "iet bÜ all« burgers het geval geweest. .„v-,. o Er waren er. die net als nu, alleen uit uitblies tioonde dit allergenoeglijk- eigen belang handelden, of geen kracht ste kereltje onder een palmboom die j meer opbrachten om zich tegen de over- tot niets anders dan ccn roïdane ™cht „te vrr'c,:en Spreker zag deze groep mensen als een instrument van de vyand, die met siesta noodde. Uur van bezinning C_7 In de Pieterskerk beleefden velen gisterochtend een uur van bezinning. Zij werden geconfronteerd met het schriftwoord uit Matthëus 23 2533. Voorganger was ds. W. J. H. Hubeek terwyl het orgel door Adriaan Blanken - stein werd bespeeld. Evenals wy nu bijeengekomen zijn in dit kerkgebouw, aldus ds. Hubeek, schaarden zich ook de stedelingen van 383 jaar geleden om de preekstoel in deze kerk. Zy waren hier uit dankbaarheid te samen gekomen omdat zij iets buiten hun verwachting ontvangen hadden. het zwaard van de honger zyn doel wil de bereiken. Bij velen stuitte deze po ging gelukkig af. niet omdat zij zulke helden waren, maar omdat zij zich van Gods wege geroepen voelden. En deze strijd is nu we achter deze geschiedenis staan van Europees belang geworden. Men wist zich echter in de dienst van God, bij de Almachtige Heerser. Alleen als men daardoor gegrepen wordt, ver anderen bange harten in dappere, en zal men in staat zijn om het leven voor God op te offeren. Hiermee werden de Leidenaren in 1574 ook geconfronteerd en 2/5 deel is tydens het beleg gestor ven. Hoe groter de nood, des te meer zal men zijn vertrouwen stellen op zijn God. Tegen de maand oktober steeg de nood hoog. Men besefte, dat het einde spoe dig zou komen. God gaf hen echter de overwinning. Daarom is het ook te ver klaren. dat de burgers, na het horen van hun bevrijding, als één man naar de kerk trokken, om daar de Heer te danken voor zijn overwinning. Zij wisten dat zij niet alleen gestreden hadden. Wij herdenken ieder jaar vervolgde ds. Hubeek wat het beleg en ontzet van Leiden ons te zeggen hebben. Nog altijd springlevende vertellingen in een daarvoor blij openstaand Leiden Er was eens.iets anders! Zó zouden wij de „sprookjesoptocht" willen noemen, die gistermid dag als hoogtepunt der 3 oktoberviering door de Leidse straten trok! Ja: waar men de ideeën vandaan haalt weten wij niet, maar er was ditmaal geen sprake van historische gebeurtenissen, het was de „wereld van het sprookje", waaraan iedere goede burger en burgeres van Leiden zich kon vermeien en.het was lang niet mis! Zo'n kinderlijke-, géén kinderachtige wereld, wil er ook bij de vol wassenen bést in! Zij duiken diep terug naar de tijd, toen zij zélf nog kind waren en toen de sprookjes van Grimm en Andersen door moeder of vader bij het knappend haardvuur worden voorgelezen, waardoor de eerste Aan de optocht ging een uren lange arbeid van grimeurs, kappers en costumieres vooraf. Een kijkje in de receptiekamer van de Stads gehoorzaal. waar het leeuwendeel van deze arbeid verzet werd. ouderen .die plotseling in een totaal an dere wereld verplaatst werden: een we reld. waarin prinsen en prinsessen als zalige bekroning van lief en leed elkaar in de armen mogen vallen en een gou- den balschoentje het non plus ultra van verrukking betekent. Die sierlijke kostuums waren naar onze smaak toch wel véél schoner dan de moderne zakjaponnen. waarmee de dames tegenwoordig hoe is 't mo gelijk? schijnen te dwepen, die gra- cieuse pagepakjes, de Chinese gewaden ronde de imposante Keizer, de schitte rende wemeling van toiletten rond de eenvoudige Assepoester, die op de Bree- straat plotseling een studentikoze kus te incasseren kreeg, héél dat fleurig- En wie zou niet graag mee aangezeten hebben aan de gezellige tafel van de dwergen, die het in hun huisje best naar hun zin hadden, al was het maar een trieste tocht voor hen, zo met dat glazen kistje tussen hen in. treurend om de zielige .slapende Sneeuwwitje.... Zie: dat was een droef moment tus sen alle uitbundigheid in. gelijk ook het somber tafreel van Hans en Grietje. opgesloten in hun donkere hokjes De zieke Keizer leek overigens niet zo héél ziek' OVERAL zijn de in smaakvolle kleuren gehulde sprookjes spon taan en hartelijk begroet: wie zijn oor te luisteren legde, heeft heel wat goedkeurende woorden kunnen opvan gen. Ook verder was het weer een trots gezicht: de bestuurderen der „3-okto- bervereniging" hooggehoed en met de burgemeester in het midden, het vrolijk musiceren der fiere muziekkorpsen, voorafgegaan door de al even fiere tamboers, waarbij het ons opviel hoe keurig en parmantig de jongeren de voetstappen der ouderen volgden, zoals e fris geklede leden van het junioren - orps „Kunst en Genoegen" en die van het Leidse Jeugdorkest „De Burcht". Een eresaluut past ook voor de „ge strekte pas" van ..Concordia". Wij mo gen wel uitermate tevreden zijn over het muzikale aandeel, dat altijd zo voortreffelijk aan de optocht verleend wordt! De uitreiking van opwekkende dran ken voor de Sociëteit „Minerva" be hoorde als steeds tot de evenementen: het speelde zich af onder een stroom van witte papiersnippers in Amerikaan se stijl! ZO was de optocht ditmaal werkelijk een hoogtepunt in deze rijkverschei- dene dag: het sprookje in de 20ste eeuw in volle glorie hersteld, een eer betoon aan al wat wij in deze zakelijke, vermechaniseerde eeuw verloren waan den en dat toch nog altijd springlevend blijkt te zijn. omdat, hóe gepantserd onze harten er ook aan de buitenkant uit mogen zien. zij van binnen, ondanks alles, nog altijd hun tere plekken heb ben. Voor deze tere plekken hadden Grimm en Andersen een byzonder gevoel en ze wisten koe deze gevoe lige snaren tot klinken te brengen: zelfs honderd jaren na hun dood in een daarvoor blij-openstaand Lei den. Hun sprookjes doken plotseling op en zijn even snel weer vervlogen. Maar zij leven voort in onze her innering ,nu sterker dan ooit, dank zij de levendige illustratie ervan in het jaar 1957. Een uitbeelding, die alle betrokke nen tot eer strekt! Ook dank zij hen, is het veelom streden sprookje ons allen opnieuw dierbaar geworden. De dichterlijke roniatniek laat zich zo gauw niet op de vlucht slaan. Wat dacht U? De oude Chinese wijsheid trekt voorbij aan de jongere Leidse oud heid, de Morspoort. wisselende beweeg van de talloze deel neemsters en deelnemers kreeg toch in het nuchtere moderne stadsgewoel een héél apart en poëtisch aspect, dat iedereen gretig in zich opnam. Vooral ook omdat 't allemaal énders dan an ders was ,al reed voor de zoveelste maal de beroemde gouden koets mee. die al bij zoveel 3-oktoberoptochten trouwe dienst gedaan heeft. Hoevele malen ook gezien: wij had den haar niet graag willen missen: deze hóórt er nu eenmaal bij. ZO zagen de Leidenaars du6 tussen de haring, het wittebrood en de hutspot in de fantasiëen van de ge broeders Grimm en de heer Andersen aan zich voorbijtrekken: te voet. te paard of zelfs wonderschoon uitge strekt in een verrukkelijk blauw-roze bed, gelijk de prinses, die ondanks twintig matrassen toch nog hinder had j van een onoogelijk kleine erwt. Ze lag er onder de dekens gelukkig warmpjes 1 bij! Ditmaal heeft ze niet door de erwt. maar door de vele bewonderende blik ken stellig geen oog toegedaan! En het sprookje leeft voort L? I Er zijn natuurlijk nog honderden an dere sprookjes, maarer moest toch eens een einde zijn! AL deze sprookjes hadden waarlijk een fatnasierijke aankleding ge vonden. waarbij de vindingrijkheid der ontwerpers zich prachtig had uit geleefd in de gestelde, heus niet een voudige opgatve. Daarbij was ook aan het détail speciale aandacht gewijd. De échte sprookjessfeer was bij iedere groep aanwezig, zelfs hij. die zijn sprookjes van A tot Z kent. behoefde niet teleurgesteld te zijn Hoog op haar zetel getroond zat de Sprookjesfee: zij las uit het grote boek haar prachtige verhalen voor. Eén vor één verschenen zij in zuivere stijl en sfeer in de Leidse veste, voor het bewonderend oog der duizenden en duizenden jongeren en HOUTRUST - DEN HAAG t.m. 8 oktober. Entrée f 1.25 Geopend: 1317 en 1923 uur. (zondag gesloten). Zwitsers Centrum met gratis reizen naar Zwitserland. Elektronen-klokken en Broderie Minicare 777 Hedenavond JOOP DE KNEGT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 5