Stembusstrijd in West-Duitsland gaat tussen de C.D.U. en de S.P.D. Aantal kiezers: 35 miljoenvan wie meer dan de helft vrouwen I Monsieur Dop-dop-dop is dood Chaplin werkt nu reeds aan een tweetal nieuwe films Achterstallige K.N.I.L. salarissen voor het Haagse Gerechtshof 96ste jaargang Vrijdag 13 september 1957 Derde blad no. 29239 (Van onze correspondent in West-Duitsland Meer dan 35 miljoen kiesgerechtigden zullen a.s. zondag in West-Duitsland naar de stembussen tygen. Dat ls ruim twee miljoen meer dan bij de verkiezingen van 1953, een gevolg van het feit, dat de bevolking groter is geworden en het Saarland op 1 januari by de Bondsrepubliek werd gevoegd met 687.000 stemge rechtigden. Het grootste aantal nieuwe stemgerechtigden levert Noordrynland-Westfalen, namelijk meer dan 800.000. Dit Bondsland heeft het grootste aantal inwoners van alle Westduitse deelstaten en over de 10 miljoen mensen mogen er zondag hun stembiljetten afgeven. Meer dan de helft van de 35 miljoen stemgerechtigden in West-Duitsland zyn vrouwen en er hangt dus zondag veel van de Duitse vrouwen af! Het percentage van de personen, die gaan stemmen, is hier doorgaans hoog, in 1953, bij de vorige verkiezingen, was het zelfs 86 procent. Iedere kiezer heeft twee stemmen. De een geeft hy aan een kandidaat in z(jn eigen kiesdistrict en de ander wordt op de landelijke lijsten in rekening gebracht. Nieuwe Bondsdag op 10 oktober bijeen De CDU, die met de Christelijk-Sociale Unie (CSU) (haair Beierse „filiaal") samenwerkt, is sedert het ontstaan van de Bondsrepubliek altijd de sterkste partij in West-Duitsland geweest. Zij werd in 1945 opgericht. Hoofdaanvoerder en man, die de toon aangeeft, is Kon rad Adenauer. Zijn plaatsvervangers zijn de voorzitter van de Bondsdag dr. Eugen Gerstenmaier, de Bondsminister voor alle aangelegenheden, welke heel Duits land betreffen, Jakob Kaiser, de nog vrij jonge (44-jarige) minister-president van Sleeswijk-Holstein. Von Hassel en de ge wezen minister-president van Noord- Rijnland-Westfalen, Karl Arnold. De CDU is steeds voor een intensieve samenwerking met het Westen geweest. Zij staat op het standpunt dat men te genover het uit het oosten dreigende communistische gevaar zo sterk mogelijk gewapend moet zijn. Zij wilde daarom, dat West-Duitsland zich bij de NAVO aansloot en is voor het invoeren van de algemene militaire weerplicht ge weest. In zeven van de tien deelstaten maakt de CDU deel van de regering uit en in vijf bondslanden bekleden vertegenwoor digers dezer partij het hoge ambt van minister-president, te weten in Slees- wijk- Holstein, Hamburg, Rijnland-Palts, Baden-Wurttemberg en Saarland. In Beieren zit de CSU in de regering. SPD negentig jaar oud De Sociaal Democratische Partij, de SPD (Sozialistische Partei Deutschlands) is de oudste partij in het land. Zij werd reeds negentig jaar geleden, in 1867, op gericht en is in 1945 als een feniks uit haar as herrezen. Voorzitter Erich Ollen- hauer heeft zich tijdens het Hitlerre- gime. van 1933 tot 1945 onafgebroken in het buitenland achtereenvolgens in Praag, Parijs en Londen opgehouden. De SPD is van het begin af aan op een na de sterkste politieke partij ge weest. Geruime tijd lang was zij in de Bondsdag zelfs de enige oppositie-partij. Als Ollenhauers plaatsvervanger treedt Wilhelm Mellies op. Andere bekende kopstukken van de SPD zijn de vice- voorzitter van de bondsdag prof. dr. Carlo Schmid (die in 1896 in Perpignan in Frankrijk is geboren), de uitmunten de jurist dr. Adolf Arndt, de voorzitter van het Westberlijnse Huis van Afge vaardigden Willy Brandt, Fritz Eider en Herbert Wehner. De SPD is in 6 van de 10 bondslanden in de regering vertegen woordigd. In vier van die landen en wel in Noordrijnland-Westfalen, in Hessen, Beieren en Bremen, zijn de SPD-ers regeringschef. Ook aan het hoofd van West-Berlijn stond tot voor kort een SPD-er, namelijk de pas overleden prof. dr. Suhr. Ook de nieuwe burgemeester zal wel een SPD-er zijn. De SPD zou graag wil len zien, dat meer dan tot dusver gedaan zou worden om tot hereniging van Duitsland te komen. Zij pleit voor een collectief veiligheidssysteem, waaraan een herenigd Duitsland zou moeten mee doen, maar het wenst niet (evenmin als de CDU) dat West-Duitsland direct met de communistische bewindhebbers van de Oostzone onderhandelt. De SPD is er tegen dat een groot Westduits leger wordt opgericht en zal, als zij aan de macht komt, de kort geleden ingevoerde algemene militaire dienstplicht weer af schaffen. West-Duitsland zou, zo meent •men in de SPD, zijn verplichtingen je gens de NAVO net zo goed met een be roepsleger kunnen nakomen. FDP op derde plaats De „Vrfle Democratische Partij" de FDP (Freie Demokratische Partei) werd, evenals de CDU in 1945 opgericht. Zij is, wat het aantal zetels in de Bondsdag betreft (na de CDU en SPD) de derde partij in den lande. Haar aanvoerder is de vroegere minister-president van Ba den-Wurttemberg, di\ Reinold Maier. zeven jaar lang. van 1949 af, toen de Westduits© Bondsdag voor het eerst bijeenkwam, tot in 1956, maakte zij deel van Adenauers coalitie-regering uit. Toen brak een felle paleisrevolutie uit. De partij splitste zich in tweeën. Twee derde van de fractie in de Bondsdag ging heftig tegen Adenauer te keer en maakte zich zelfstandig. Maar de vier Vrije De mocraten, die als ministers in Adenauers '•-abinet zaten (onder wie vice-kanselier Blticher bleven Adenauer trouw. Zij :ëerden met de rest van de uiteenge- patte fractie een nieuwe politieke groep, d? FVP, de „Freie Volkspartei". De Vrije Democraten spreken in negen van de tien bondslanden een woordje :u de regering mee. In Noordrijnland- Westfalen bijv. is een Vrije Democraat plaatsvervanger van de socialistische minister-president. De FDP heeft altijd een grote aan trekkingskracht op nationaal-georiën- teerde elementen uitgeoefend. Ook de FDP meent, dat men hardnekkig bij de vier grote vroegere bezettingsmogend- heden op het totstandbrengen van de Duitse hereniging moet aandringen. Men is er over het algemeen zeer be nieuwd naar bij welke grote partij (bij Adenauers CDU of bij Ollenhauers so cialistische partij) de Vrije Democra ten zich pas na de verkiezingen! zullen aansluiten. Samenwerking met DP De Adenauers trouw gebleven vroegere „Vrije Democraten", die sedert de split sing in hun partij, als ministers in het Bondskabinet zijn gebleven en hun frac tiekameraden, die met hen samen de FVP, de Vrije Volksparty, in het leven hebben geroepen, hebben zich niet lang geleden met de DP. de Deutsche Partei, vérbonden om daardoor gezamenlijk betere kansen bij de verkiezingen te kunnen krijgen. Als voorzitter treedt de voormalige voorzitter van de „Duitse Partij" Hell- wege, op. Hij is minister-president van het Bondsland Neder-Saksen. Als zo danig heeft hij onlangs uit naam van zijn regering heftig bij de Westduitse minstier van Buitenlandse Zaken Von Brentano geprotesteerd tegen de Ne derlandse plannen om de grens tussen Nederland en de Bondsrepubliek in het water van de Dollart te verleggen. De Duitse Party heeft altyd een sterk nationalisisch en conservatief karakter gehad. De vroegere fractieleider in de Bondsdag is in 1953 ambassadeur van West-Duitsland in Nederland geworden. De Duitse Party heeft zowel in Adenauers eerste als in zijn tweede ka binet sedert 1949 onafgebroken deel van de regerings-coalitie uitgemaakt. Tot de Duitse Party behoren de ministers See- bohm (van verkeer) en Von Merkatz (van Justitie). De Duitse-en-de-Vrije Volksparty doet slechts in twee Bond staten aan de regering mee. De oude Duitse party telt haar meeste aanhan gers in Neder-Saksen alsmede in Bre men en Hamburg. De Vrye Volksparty heeft, zoals uit de verkiezingen voor de Landdagen in 1956 bleek, haar aanhan gers grotendeels in Hessen, Noordryn- land-Westfalen en in Rijnland-Palts. Rumoerige vluchtelingen Er is in West-Duitsland ook nog een Vluchtelingenparty. De officiële naam luidt „Gesamtdeutscher Block-Bund der Heimatvertriebenen und Entrechteten" („Pan-Duits blok-bond van de uit hun geboortestreek verdrevenen en de van hun recht beroofden; bij afkorting „G.B.-B.H.F."; in de wandeling wordt deze partij echter gemakshalve „B.H.F." genoemd). In 1953 deed de B.H.F.die pas in 1950 werd opgericht, voor het eerst aan de algemene verkiezingen deel. Ook de B.H.F. maakte een ernstige interne crisis door. Ze maakte in 1953 deel van de regeringscoalitie uit, maar heeft die spoedig de rug toegekeerd. De B.H.F.-minsters dr. Oberlandex (voor het vluchtelingenwezen en de oorlogs invaliden) en Kraft (die de partij had opgericht en in 1953 minister zonder portefeuille was geworden) gaven hun ministersbaantjes niet op en hebben stuivertje gewisseld door naar de CDU over te lopen. Oberlander is nog altyd minister, maar Kraft, niet meer. Aan voerder van deze party met de onpraktische lange officiële naam (waarvan de aanhangers zich vaak zeer chauvinistisch en zeer nationalistisch gedragen) is de vice-premier van Neder- Saksen, Von Kessel. In zes Bondslanden zitten vertegenwoordigers van deze partij in de regering. De BHF-ers hameren er voortdurend op vaak veel te luid ruchtig dat niet alleen de Oostzone by West-Duitsland behoort te worden toegevoegd, maar dat men er ook nim mer mee mag ophouden aanspraak op alle andere voormalige Duitse gebieden in het Oosten te maken, daardoor bewy- zen zy de politiek van de Westduitse Bondsregering in Bonn echter geen grote dienst. Zy hebben thans laten weten, dat zy zelf de portefeuille voor het vluchtelin genwezen willen beheren, als zij weer aan een komende Bondsregering mee zouden doen. In het geheel nemen zondag 13 partyen aan de verkiezingen deel. De nieuw- samengestelde Bondsdag zal vermoede- iyk op 10 oktober, maar in ieder geval op zijn laatst op 15 oktober in West- Berlyn bijeenkomen. Het staat echter nog niet vast, wanneer de Bondskanselier wordt gekozen. In 1953 werd de bondskanselier op de tweede zitting van de Bondsdag, drie dagen na de eerste bijeenkomst, overeen komstig prof. Heuss' voorstel, door de leden van de Bondsdag gekozen. Pas veertien dagen later kwam Adenauer met zyn toen nog niet eens volledige lijst van de nieuwe minister voor de dag. Advertentie ./Laatste nieuws uit Amerika!' Playtex Dress-Eez Waterpioof broekjes, 't laatste nieuws! Ze blijven altijd zacht, zelfs nadat mammie ae 116 keer wast! Flu weel-zacht en soepel en absoluut waterdichtZacht vinyl plastic met leuke ruitjesin rose, wit en blauw Denk ook aan de Playtex schortjes en slabbetjes! 't laatste nieuws!!' verkrijgbaar bij baby-speciaalzaken, dro gisten eo de baby-afdelingen van groie zaken, indien niet verkrijgbaar, scbrijfdan naar de importeur: Jacq. Mot N.V.. Afd. Playtex, Voodelstr. 93, Amsterdam Eugène Schüller heeft van tienduizenden brunettes blondjes gem aakt en omgekeerd (Van onze Paryse correspondent). De man, die zeker niet minder invloed op het uiterlijk van de Franse „moderne vrouw" heeft uitgeoefend dan de beroemde couturiers Dior, Lan- vin, Balmain of anderen, is dezer dagen in zijn vorstelijk paleis te garys op 77-jarige leeftijd gestorven: Eugene Schüller. Hy was geen modevorst en ook geen haar-, schoen- of andere kunstenaar, maar achter de schermen van de schoonheidssalons was Schüller niettemin de figuur die aan de touwtjes trok, doelmatig, virtuoos en bijzonder succesvol, ook voor zijn eigen brand kast. Schüller was Frankryks grootste magnaat van schoonheidsmiddelen, en voor al van shampo's en haarverfmiddelen, terwijl hij dan ook nog de uitvinder is geweest van de „droge permanent", waarmee hij indertyd een revolutie in de kapsalons ontketende. Voortreffelijk instinct voor publiciteit Schüller, die van huisuit scheikur- dige was ,had zijn succes intussen niet alleen aan zijn technische kennis van zaken te danken, maar misschien nog wel meer aan zyn instinct voor publi citeit en reclame. Voor Valentine, Oréal, Monsavon, en zyn andere produkten ontwierp hij zelf de reclame-campag nes en het shampo-mannetje Dop, dop, dop. dat sinds lange jaren in ieder bio scoopprogramma op het doek ver schijnt, begeleid door een (bijzonder stompzinnig) melodietje, dat in het ge heugen als 't ware vast bleef plakken, dit mannetje is een begrip geworden. Eenvoudige levensfilosofieIeder een dak boven het hoofd en drie maaltijden (Van onze correspondent in Londen) Charles Chaplin, die gisteravond in Londen de wereld-première van zyn jongste film „Een koning in New York" by woonde, werkt reeds aan twee nieuwe films, maar zij verkeren nog slechts in een begin-stadium. De beelden staan hem nog niet duidelijk voor ogen. Hij denkt aan een tweede film over Amerika. De andere zal zo goed als zeker echtscheiding tot onderwerp hebben. Dit verklaarde Chaplin aan een lunch, welke hem woensdag in Londen door de Vereniging „De buiten landse pers" werd aangeboden en welke werd bygewoond door meer dan drie honderd journalisten. Chaplin moge op het doek de soms dappere held zyn, in werkelykheid is de 68-jarige kleine gezette man met spierwit haar, die de laatste jaren sterk ver ouderd blykt te zijn, een schuchtere figuur, maar als altijd uitermate vriendeiyk en welwillend. Staat tegen de uitspraak van Rechtbank Uitbundig plezier, maar slot is onbevredigend Eypnals in zijn films geeft de werke lijke Chaplin zich niet helemaal 'bloot. Men moet zijn uitspraken daarom J vooral niet te letterlijk nemen. De stomme film vormde oorspronkelijk I voor hem het ideale vertolkingsmiddel. Spreken is niet zyn kracht en de moei- I lykheden, die hij de laatste jaren heeft j ondervonden, komen waarschynlijk l voort uit het feit, dat hy in zyn films j en daarbuiten vaak te veel spreekt. Hij I geeft dit zelf volmondig toe. 1 Chaplin vertelde hoe hij in de oorlog op verzoek van de Amerikaanse rege- ZILVEREN SCHAAL VOOR AFGETREDEN JAARBEURSVOORZITTER Tijdens de gisteravond gehouden ver gadering van de Commissie van Advies met de Raad van Beheer der Koninklyke Nederlandsche Jaarbeurs, is aan de af getreden voorzitter van de Jaarbeurs, mr. H. Fockema Andreae, namens de commissie een uit de hand gedreven zilveren schaal aangeboden. De heer Fockema Andreae ontving dit geschenk als een uiting van dank voor zijn bijzondere verdienste ten behoeve van de deelnemers aan de jaarbeurs. In de schaal zijn de handtekeningen gegraveerd van de leden der onderschei dene Jaarbeurscommissies. (Van onze Haagse redactie) Indertyd heeft mr. E. J. Froeling, gepensioneerd majoor van het voormalige KNIL en hoofdbestuurslid van de Nederlands Indische Officiersvereniging, een proces aanhangig gemaakt tegen de Staat der Nederlanden ter verkryging van zyn achterstallige salaris over de periode van de Japanse bezetting. Hy steunde zyn proces op artikel 2 van de garantiewet militairen KNIL waarby wordt gega randeerd de voldoening van alle rechten en aanspraken welke deze militairen gedurende hun dienst by het voormalige KNIL toekwamen volgens de op 26 dec. 1949 geldende bepalingen. De zaak van majoor Froeling diende voor de rechtbank te Den Haag en de pleidooien werden op 20 februari vorig jaar gehouden. Voor eiser trad mr. K. van Rijckevor- sel op en voor de Staat, der Nederlan den mr. J. J. R. Hoogeweegen Het rechtbankvonnis in deze civiele zaak hield de veroordeling van de Staat in tot betaling van het KNIL-salaris over 1942-1945, zijnde 'n bedrag van f. 19.600 met de rente daarvan, berekend tegen 5 's jaars, als ook de kosten van het geding, een bedrag van f. 671.75. Tegen dit vonnis kwam de Staat der Nederlanden in beroep by het Haags Gerechtshof en gisteren werden de plei dooien gehouden. Allereerst kreeg de vertegenwoordiger van de Staat, ditmaal mr. E. Droogle ver Fortuyn, het woord. In grote trekken werd in het uitvoe rige pleidooi van deze advocaat gezegd, dat uit het feit, dat de bezoldigingsre geling van 1938 niet aangeeft dat de sa larissen tijdens krijgsgevangenschap dienen te worden uitbetaald, niet het recht kan worden ontleend op bezoldi ging over deze periode. Uiteengezet werd, dat bovendien na de Japanse capitulatie door het toen malige Gouvernement van Ned.-Indië Harde wind en hoog water hebben velen op Texel moeilijkheden be zorgd. Een exploitant van strand huisjes zag zijn een deel een prooi den. bezittingen der golven voor wor- werd besloten tot het doen van rehabi litatie-uitkeringen en werd het recht op salaris over de tijd van krijgsgevangen schap niet erkend. Zeer diep ging pleiter in op de achter grond van de Garantiewet KNIL-mili- tairen. Hy zag dit proces als een proefproces voor een groot aantal gevallen, niet al leen gevallen, die betrekking hebben op genoemde garantiewet. Spr. belichtte in zyn relaas ook de motiveringen die de rechtbank tot het vonnis hebben geleid. Voor de heer Froeling trad wederom mr. van Rijckevorsel op. Hij voerde aan, dat in de voor het KNIL geldende be zoldigingsreglement niet wordt vermeld, dat krygsgevangenschap geen recht geeft op bezoldiging. Volgens hem be staat er dus niet de minste twijfel, dat de KNIL-militairen het recht op bezol diging hebben behouden. De weigering tot betaling van de sa larissen van het KNIL-personeel aldus deze pleiter, is in strijd met publiek rechtelijke rechtsvoorschriften en dus onrechtmatig. Voor die onrechtmatige daad is de Staat der Nederlanden aan sprakelijk. evenals voor andere vorde ringen van het KNIL-personeel van voor de soevereiniteitsoverdracht, omdat de Staat de gehele afwikkeling van het KNIL op zich heeft genomen en bij de ministeriële beschikking van 19/20 juli 1950 de handhaving van alle KNIL- dienstvoorwaarden heeft gehandhaafd. Indien de vordering van Froeling, al dus spr.. wordt afgewezen, dan is het, praktisch gezien, volkomen uit met de mogelijkheid, dat de regering nog iets uit zichzelve doet, terwijl de Staten-Ge neraal nog wel wat kan tegensputteren, doch zich daarbij moet neerleggen. Bij financiële wetten ligt nu eenmaal vrij wel altijd het initiatief uitsluitend bij de regering, die het bovendien in de hand "heeft om door onaanvaardbaar verklaring ieder financieel initiatief van de Staten-Generaal uit om de Indische oorlogsslachtoffers meer schadeloosstel ling toe te kennen op niets te doen uit lopen. Als echter deze vordering wordt toe gewezen, komt de zaak daarentegen als rechtspraak veel zuiverder te liggen, zo zei spreker, en ook staatsrechtelijk juis ter. Dan heeft immers de rechter beslist dat het KNIL-personeel recht heeft op salaris of op schadevergoeding wegens gederfd salaris en dat de Staat daar voor, met de overname van het KNIL, de verantwoordelijkheid op zich heeft genomen, ofwel dat recht heeft gega randeerd. De regering kan zich dan niet beper ken tot een voldoening aan dat vonnis en overigens de andere belanghebbenden laten voor wat zij zijn. Zij zal, op eigen initiatief of daartoe genoopt dopr de Staten-Generaal, met een wetsontwerp of een voorstel moeten komen, ofwel ge heel ofwel ten dele aan het gehele KNIL-personeel, dat in krijgsgevangen schap is geweest, het achterstallige sa laris te betalen. De Staten-Generaal zijn dan bevoegd en verplicht te beoor delen of het wetsontwerp al of niet te ver gaat. zo besloot spretker. Hét Hof zal t.z.t. uitspraak doen. ring een massale vergadering tot steun aan de Russische oorlogsinspanning in San Francisco had toegesproken met de aanhef „kameraden". Hij had zich te veel laten gaan en voor een tweede front gepleit. Sindsdien werd het leven hem in Amerika zuur gemaakt. Hij zei, dat het allemaal de schuld is van de Amerikaanse regering, die hem ten slotte tegen zijn wil had laten spreken, Chaplin verzekerde dat hy aller minst anti-Amerikaans is. De afkeu renswaardige dingen in de Verenigde Staten betreffen slechts een minder heid. Hij houdt nog steeds van Ame rika. Het is een land van grote moge lijkheden, zoals hij in zijn film heeft aangetoond, maar hij gaf toe, dat hij, door hetgeen hij tien jaar lang onder vonden had, persoonlijk nog steeds ver bitterd is. Zijn nieuiwe film is niet tegen Ame rika gericht. Er werden dingen in ge hekeld, die overal bestaan. Amerika is sterk en grootmoedig genoeg om mijn satire te aanvaarden, zegt Chaplin. Het centrale thema van de nieuwe film is volgens hem de menselijke geest. De wereld berust op vriendschap en loya liteit. maar gaat ten onder door spione ren en aanbrengen. Amerika zal dank baar zijn voor deze film, zegt Ohaplin. „Ik heb getracht myn kritiek zo mild mogelijk te houdenIk houd er ech ter van de mensen een schok te bezor gen. Dat is nodig om het publiek te boeien". Amusement, geen politiek „Ik ben geen politicus", zegt hij. „Mijn enige taak is amusement te verschaffen met een klein tikkeltje drama er tus sendoor. Een film wordt pas belang wekkend door voldoende conflict". Ohaplin doet het voorkomen alsof in zijn films het hoofddoel alleen maar grapjasserij is en dat zijn vaak zinvolle en heilzame bespotting van een zelfver zekerde maatschappij slechts als bij zaak is te beschouwen. Liefdesgeschie denissen verwerpt hy als onderwerp voor films. „Bent u links gezind?" vraagt iemand. Chaplin houdt Zich wijselijk op de vlakte: „Ik zou drie uur nodig hebben om die vraag te beantwoorden", repli ceert hij. „Maar heb ik nooit gelezen. Ik ben geen communist, ook geen socia list, maar een kapitalist, tenminste voorzover het de verkoop van mijn films betreft En dan na enige aarzeling: „Ik ben non-conformistalsof hij zichzelf en zijn gehoor wil geruststellen Zijn levensfilosofie is simpel: „Ik wil dat iedereen een dalk boven het hoofd heeft en drie maaltijden per dag krygt. De massa bestaat overal ter wereld uit prettige, faitsoenlyke mensen". „Hebt u een trouw beeld van Ame rika gegeven?" „Wat doet het er toe?" antwoordt hij én hij voegt er aan toe: „Ik ga niet ver standelijk te werk, maar instinctief. Ik ben geen geletterd man. Ik heb geen onderwijs gehad. Ik wil de mensen laten lachen en hun aandacht gevangen hou den. Show-bussiness en niets anders is mijn vak", zegt Chaplin en hy glim lacht ondeugend GOUDEN JUBILEUM BOEKVERKOPERSBOND Donderdag 3 oktober is het 50 jaar geleden dat de Nederlandsche Boekver kopersbond werd opgericht. Dit feit zal op feestelijke wijze worden gevier£ in Delft, de stad waar het secretariaat van de bond is gevestigd. Op de ochtend van een synoniem voor de operatie van het haarwassen. Toch heeft Eugène Schüller zo moge lijk, nog diepere sporen achtergelaten ais fabrikant en vooral promotor van de haarverfmiddelen, waarvan hij een palet had samengesteld, dat iedere schilder hem benijden kon en alle kleu ren van de regenboog plus wit en zwart omvatte. Aan hem, monsieur Schüller, hadden de Fran?aises het te danken, dat ze van de ene dag op de andere van een brunette tot een blon dine konden metamorfoseren (zoals je van jurk verandert) en dat de ietwat extravaganter types met elkander moch ten wedijveren met hun knalrode, heide- paarse .goudgele of mosgroene lokken pracht. Toen de grote man, zo'n zeventig jaar geleden, nog maar een klein jon getje was, stond hij eens naast zijn moeder achter de toonbank van de ouderlijke bakkerswinkel in Parijs. Er kwam een dame binnen, die zich wat al te veel en zichtbare moeite had gege ven om op een dame te lijken. „Kijk dat mens nu is", zei mama Schüller in oprechte verontwaardiging tegen haar zoon „ze heeft haar haar geverfd. En toch dacht ik altijd dat ze een nette vrouw was Geen windeieren Later herinnerde de geestelijke vader van Dop zich die moederlijke opmer king uit een tijd, dat alleen een spe ciaal genre vrouwen kunstmatig heur haren van kleur deed veranderen. En hij kon er zich dan op beroemen met zijn gigantische reclame-apparaat te hebben bereikt, dat „vooroordeel" op te heffen, een opheffing waarvan mis schien ook wel eens enig misbruik is gemaakt, maar die hèm in ieder geval geen windeieren zou leggen. Niettemin was Schüller, gelijk zovele grote in dustriëlen en zakenlieden men den- ke aan Ford op zijn manier ook een oprechte idealist. Van de zestien uren, die hij iedere dag achter zyn bureau doorbr cht en van de ontelbare miljoenen, die hy vergaarde placht hy een zeer aanzien- lyk deel te besteden aan de verbreiding van de plannen, die hy had ontworpen tot hervorming van het Franse belas tingstelsel. Maar met zyn ideeën voor een „proportioneel salaris" en een be lastingheffing op de energie, die alle aangiftebiljetten overbodig en alle fraude onmogelyk moesten maken, heeft monsieur Dop helaas minder succes geboekt dan met zyn vele haar- produkten. Het is biykbaar gemakkely- ker een Fran$aise ervan te overtuigen dat zwart of grys*of groen of paars of geel haar véél beter staat dan de haar kleur waarmee ze werd geboren, dan een minister van financiën van het niettemin bezwaariyk te ontkennen feit, dat het Franse belastingstelsel toch heus wel voor een lichte verbete ring vatbaar is de jubileumdag zal een tentoonstelling redden zijn worden geopend in het Sted. Museum j Keith Kress -en mr. Ailan Solloway Nieuwe bedreigingen voor de volksgezondheid TAKEN VOOR HET GROENE KRUIS. Mr. A. Kleijn, voorzitter van de alge mene Nederlandse vereniging „Het Groene Kruis", heeft vanmiddag op de Groene Kruisdag 1957 te Kruinin- gen de Kruisverenigingen opgeroepen by voortduring de eigen organisatie vorm op de hoogte te houden van de nieuwe verschynselcn van deze tyd en zich aan te passen aan de nieuwe taken, die hen wachten. Spreker noemde in dit verband de bejaardenzorg en de in hun definitieve gevolgen nog nauwelijks te benaderen nieuwe bedreigingen voor de volksge zondheid. De radio-actieve besmetting van de atmosfeer door atoombomontploffin gen. Het roken als waarschijnlijke ver wekker van longkanker. Het gebruik op grote schaal van insecticiden, dat zowel het natuurlijk levensmilieu aantast als, door wat er van deze vergiften in het menselijk voedsel terecht komt, direct van invloed kan zijn op het menselijk organisme. Dan is er de vraag hoe het menselijk organisme op den duur zal reageren op het toenemend gebruik van antibiotica, ook buiten de sfeer van ge neesmiddelen toegepast. Vervolgens noemde hij het verkeer en zijn invloed op onze samenleving, het verkeer als de grote doder en verminker, maar ook als bron van steeds groter onrust en steeds toenemend lawaai. Dan is er de nog voortdurend toenemende ge compliceerdheid van onze maatschappij met de daaruit voor haar leiders voort vloeiende overbelasting en steeds toe nemende spanningen, resulterend in wat men de managerziekte is gaan noe men. Na deze inleiding hield de secretaris- generaad. de heer G. H. Ch. Cath, een lezing over zijn reisindrukken uit Ame rika. speciaal in verband met de ver betering van de gezondheidstoestand. „Zeven Provinciën" nam Engels jacht o.i sleeptouw OPVARENDEN AAN BOORD GENOMEN De kruiser Hr. Ms. Zeven Provinciën heeft gisteravond het Engelse zeil- jachtje Mayfly, dat op de Noordzee ten westen van IJmuiden in m< eilykheden verkeerde en reeds twee dagen stuur loos ronddreef, op sleeptouw genomen. De bemanning van het jacht, bestaan de uit twee heren en een dame, zyn aan boord van de Zeven Provinciën gegaan. Het jachtje was, als gevolg van het ruwe weer, beschadigd. De kruiser manoeuvreerde, ondanks het ruwe weer langszij het jachtje en slaagde er in de opvarenden veilig aan boord te krygen. De namen van de ge- miss Jane Blackler, mr. „Het Prinsenhof", waarna een feestver- gadering wordt gehouden in stads Doe len te Delft. De Zeven Provinciën werd vandaag in Den Helder verwacht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 5