Trainen en nog eens trainen
R
ZATERDAG 31 AUGUSTUS
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 4
Het circusleven is niet roman
tisch en vol schittering, maar
nuchter en reëel.
Artiesten en alle anderen vor
men een absolute eenheid, tij
moeten op elkaar kunnen reke
nen.
Dht is een ijteren wetI
De vermaarde dresseur Otto Schumann traint in de piste
Een eensgezinde maatschappij op zichzelf
(Van een onzer redacteuren)
pARDOES staat een circus midden op het Schuttersveld.
Even pardoes is het weer verdwenen.
Een circus is als een rondvliegende ster: nu fonkelt zij hier, dan daar.
Ditmaal zal ik 't over die uiterlijke schittering met U niet hebben, wel
over het circus in de grauwe morgen.
Gesloten staan er de wagens rond de klapperende tent. De bewoners,
allen artiesten in hun métier, slapen nog na de vermoeiende avond.
Ook directeur Jos. Mullens.
Hij hield, met het oog op de loeiende storm, de ganse nacht een oog in
het zeil.
De verantwoordelijkheid drukte hem zwaar
die hfj onder handen heeft, kykt hem
zó vertrouwelijk aan, alsof het zyn
beste vriend is. Waarschijnlijk is hij
dat ook wel, want Strassburger is een
voorzichtig friseur.
„Vinden ze dat optreden nu pret
tig?" vraag ik.
De poedel, die 's avonds zo vernuftig
en koddig het hekje open- en dicht
doet, zit er rustig en begrijpend bij:
het is alsof hij weet, dat we het over
hem hebben en zeggen wil: „Vanavond
is het weer bal!"
NN ga ik de tent in.
Een vreemd gezicht, zo zonder
publiek en muziek, vaal in het
morgenlicht.
Het is er stil en rustig.
Zestien Jonge kerels pauzeren even.
Iedere morgen maken ze de tent
schoon. Elke vier heeft een vak en
ze onderhouden het keurig. Bovendien
heeft elke man een aparte fufnctie als
helper der artiesten.
Wie staat er in de piste, zo
's morgens al om 10 uur?
Het is de bejaarde, nog immer
vitale Otto Schumann, met het
paard vergroeid.
Zijn naam is ruim een halve
eeuw een begrip. Hippoloog en
dresseur zonder weerga, interna
tionaal beroemd.
Honderden heeft hij in het vak
opgeleid, ook Mullens' beide zonen,
Hchry en Willy. Heeft zijn relaties
onder duizenden paardenliefheb-
EERST heerst nog een vreemde
stilte rond de wagens
Maar langzamerhand komt daarin
beweging.
Iedere wagen is een wereldje op
zichzelf, allen tezamen vormend een
afzonderlijke gemeenschap in ver
trouwde eenheid midden tussen de
grote, verdeelde maatschappij.
Alle leden ervan kennen elkaar, ver
trouwen elkaar, bouwen op elkaar,
zonder afgunst, vijandschap, roddel
Geen mens acht zich hoger dan de
ander.
Dat kan niet anders in een wereld
als deze. Een wereld van dagelijks
gevaar.
De één moet op de ander kunnen
rekenen
Niemand onttrekt zich aan die
ijzeren wet.
WIE denken mocht dat het cir
cusleven een luilekkerleventje
is, vergist zich.
Hard en veeleisend is het: de ro
mantische schittering van de avond
duurt niet lang.
Het korte nummer „optreden" eist
dagelijks urenlange training, onthou
ding van velerlei geneugten, die de
gewone mens wél incasseren kan.
Er is bovendien de dagelijkse zorg
voor de dieren.
Als vrienden worden zij behandeld
onder het controlerend oog van chef
stalmeester Karei Roberti (75).
De staljongens zijn al vroeg uit de
veren. Zij verzorgen het toilet van
paarden en poney's, zij borstelen en
poetsen. Tot ieder dier er glanzend
uitziet.
Een werk. dat uren duurt.
OBERTI is een ouwe circusrot,
maar nog steeds by de pinken:
en óf!
Een pur sang paardendresseur, die
tot 1942 in Duitsland (de tegenwoor
dige Oostzone) zUn eigen troep had.
„Zonder de lucht van paardemest
deugt het leven niet", zegt hy en hy
streelt zyn lievelingspaard Besso. „Alle
paarden zyn myn lievelingen, maar
Besso.
„Besso, lach eens tegen Pappa" en
Besso lacht.
Het geluid is tussen hinniken en
menselyk lachen in. Besso ként het
grapje: er zit immers een klontje aan
vast?.
„Zie je" zegt Roberti, „dieren voelen
en begrypen alles. Ze zyn als mensen.
Behandel je ze goed en vriendelyk, dan
zyn ook zy goed en vriendelyk. Na-
tuuriyk moeten ze ontzag voor je heb
ben. Daarom valt er misschien wel
eens een hard woord, maar slaan
nooit. Dan worden ze schuchter of ve
nijnig. Ik word duivels, als het mocht
gebeuren."
Paarden en Poney's: allen kennen
Roberti als hun vriend.
Dat merk je onmiddeliyk als Je met
hem door de stallen gaat.
Ook het ezeltje Napoleon, dat
's avonds zoveel opschudding verwekt,
staat er nu rustig by en weet, wat-ie
aan Roberti heeft.
IN dit circus is gelukkig! geen
plaats meer voor wilde dieren.
Er zyn wel andere dieren. De En
gelse poedels byv. Wie ze zag, herin
nert zich hun menselyke gedragingen.
Strassburger, Mullens' schoonzoon
staat ze juist te scheren. De poedel,
Strassburger scheert een van zijn intelligente poedels
„Ze hebben er het dolste plezier in,
zyn van te voren al opgewonden en
horen precies aan de muziek wan
neer hun beurt komt. Dan zyn ze
byna niet te houden!"
Herinnert u zich hun voetbalwed-
stryd en hoe enthousiast ze daarby te
keer gingen?! Nu. dat doen geen hon
den, die zich miserabel voelen.
De Sottas tijdens kun inspannende ochtendrepetrtia
Q* pony's worden in de stallen geborsteld.
bers en -kenners, zo ook Prins
Bernhard.
Elke morgen staat Schumann in
de piste. Nu zonder frak of hoge
hoed, maar in een eenvoudig ge
blokt shirt.
Een schimmel draaft in het
rond.
„Het komt er op aan", zegt hij,
het paard in voortdurend gelijk
matige, rustige galop te houden.
Alleen dan is het de jongleur mo
gelijk zijn evenwicht te bewaren".
Alleen als je héél jong met de
paarden begint, valt er iets met
hen te bereiken. Hij werkt iedere
morgen anderhalf uur met hen,
ook de jonge volbloedjes moeten
hun beweging hebben.
„Bij hogeschooldressuur berust
alles op heup- en benenwerk, bo
vendien reageert het paard op elk
rukje aan de teugel.
Het paard is uiterst intelligent
en weet, na genoegzaam oefenen,
precies wat men van hem verlangt.
„Mijn nu 11-jarige dansende
schimmel voelt bij de eerste secon
de al wat er aan de beurt is: de
wals, de tango, de samba, de pol
ka of de rock and roll. Maar
de studie duurt lang, om 't ver te
brengen
Schumann kent ieder paard en
iedere kruising op z'n duimpje.
Nog altijd zit deze „toneelrijder"
kaarsrecht in het zadel.
Hij bereisde met z'n paarden de
ganse wereld, woonde 11 jaar in
Engeland en héél lang in Honga
rije, waar hij paarden voor de
toentertijd nog rijke Hongaren uit
zocht. Sinds 25 jaar woont hij in
Amsterdam, maar Holland kent
zijn fenomenale dressuur al meer
dan vijftig jaren.
Ook hij kan zonder paard niet
leven.
IK bof, want nu Schumann ophoudt,
komen er anderen aan de beurt.
Het lykt wel de toren van Babel:
allerlei talen hoort ge door elkaar.
Terzyde repeteren de Castors, de
fameuze Indianengroep.
Ze laten in tollende vaart met hun
benen, in feilloze precisie fantastisch
beschilderde houtblokken in het rond
draaien, werpen ze omhoog, waarna ze
deze plotseling op één voet laten stil
staan.
Ook dat kost eindeloze voorbereiding.
Vandaar dat de 11- en 14-jarige
zoontjes er deze morgen weer onder
vaders toezicht yverig mee bezig zyn.
Ook de vliegende trapézewerkers, de
Saltas, zyn in de weer. Het net wordt
opgehangen, een ogenblik later repe
teren ook zy.
De meisjes moeten de lange broek
van de man tydens de salto-mortale
bliksemsnel beetpakken en uittrekken.
Het circus eist altyd nieuwe en
levensgevaarlyke sensatie. De Saltas
zyr. er dan ook lang niet altyd zonder
kleerscheuren afgekomen!
De jongste der vyf d'Angoly's komt
binnen, U weet wel, die ongeëvenaarde
Braziliaanse tempo-jongleurs. Zy tre
den, als „hoogtepunt" volgens oeroude
circustraditie, vlak voor de pauze op.
Pas 15 jaar, maakt hy een oudere
indruk. Na 6 jaar studie kwam hij enkele
weken geleden in Middelburg voor het
eerst „op de planken". Een briljant
succes, zowel door zyn kundigheid als
mimiek.
„We hebben van vreugde over zijn
succes met z'n allen eenvoudig staan
huilen", zegt administrateur Willy
Klys.
Ook dat tekent de eendracht!
Even spreek ik nog Carara, de man
die op de maat van de muziek 20 por-
celeinen bordjes op stokjes laat rond
vliegen en by de laatste bekkentik op
de kop af daarmee uitkomt.
De goochelaar zegt „géén dubbele
bodem", Carara zegt „géén gaatjes in
de bordjes, alleen maar trainen en nog
eens trainen".
Geen bordje is er tussen zyn handen
ooit stuk gevallen Welke huisvrouw
wil hem als assistent voor de vaat?
LANG niet allen zyn op deze mor
gen al in actie.
Maar 's middags en 's avonds zie
ik „achter de schermen" de circusmen
sen één voor één naar hun „nummer"
toegaan, in volstrekte rust en orde.
Ieder kent de minutem van het
„grote ogenblik", doet daarvóór wat
hem in de zin valt, tenminste wan
neer hy niet voor ander werk is opge
roepen.
's Middags schildert een van de leden
der beroemde Holly woo dse ,,Lehr"-
familie. die by Hollywood een reusach
tige farm bezit en altyd klaar staat
om minder bevoorrechten te helpen,
rustig zyn motorfiets rood.
Een ander is bezig met de was. De
revolvers worden schoon- en klaarge
maakt.
Alles verloopt veel minder opwin
dend en veel nuchterder dan ge zoudt
denken. Er heerst de grootste regel
maat, zakelyk en reëel gaat het toe.
En de beide Mullens-zonen, Willy en
Henry, de laatste jongleur met bran
dende fakkels op het ongezadelde
paard, die deze kunst in de korte tyd
van anderhalf jaar leerde en er ook
in het Paryse „Cirque d'Hiver" het
grootste succes mee had, gaan met de
anderen amicaal om, helpen zelfs in de
pauze met de verkoop der consumpties,
zoals trouwens iedereen meehelpt als
er, op wélk niveau ook, te helpen valt.
NOG één Mullens ontmoet ik.
Het is de heer A. Mullens, broer
van directeur Jos. Mullens, één
maal vermaard jongleur op het een-
wielige rywiel, waarmee hy in 1932 op
de rand van het dak van het hoge
Leidse V. en D.-gebouw zyn hals
brekende toeren verrichtte.
Op de duur waren zyn zenuwen
daartegen echter niet opgewassen.
Hij moest zyn geliefd vak vaarwel
zeggen.
Maar zoals vroeger Jarenlang cir
cusartiest, is hij dat nu op het gebied
van de kook- bak- en braadkunst in
zyn snackbar.
„Ja, het bloed kruipt waar het niet
gaan kan, daarom ben ik hier", zegt
hy. „Ik wil er nog altijd „by" zyn",
vooral om die storm, je kunt nooit
weten".
Hij is er by geweest, want voelde
.,het" aankomen. Ook teken van eircus-
'bloed?
Enfin: de storm is gekomen!
Ze was niet voor de poes, zeker niet
voor een circustent. En het heeft ge
spannen, dat verzeker ik u. Zó erg, dat
er gestopt moest worden, voor de boel
de lucht in vloog!
Dan verlaat ik deze circuswereld,
dit warmlevende geheel in een kil
le maatschappij.
Waarin de circuskinderen een
uitstekende opvoeding krijgen -
denk maar niet dat er één zonder
de ouders de stad in mag trekken!
- waar meermalen 's zondagsmor
gen de mis wordt opgedragen - in
België reist er een speciaal kerkge-
bouwtje mee! - en waar tijdens
het inspannende werk, ook wan
neer er in het hoogste tempo wordt
afgebroken omdat een nieuwe stad
weer wacht, altijd de een de ander
steunt en, als 't er op aankomt,
niemand zijn medemens in de
steek zal laten.
Een voorbeeld voor daarbuiten!
Een der jeugdige
Castors tijdens
zijn grondige op
leiding.