De Koningin Juliana- school te Iselsberg Bizet's Carmen kon niets winnen door uitvoering in de openlucht ZATERDAG 17 AUGUSTUS WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Internaat voor Hongaarse vluchtelingen Muziekfeest in Aix-en-Provence (II) Slechte akoestiekmaar vooral tekortkomingen van het iverk Schitterend uitzicht op Dolomieten (Van onze Weense correspondent) Wie als toerist van het Oostenrijkse plaatsje Lienz in Oost-Tirol uit de Grosglockner optuft, passeert eerst de Iselsberg en ziet daar dan op de gevel van een flinke villa in grote letters de naam geschil derd: „Königin Juliana-Schule". Het is de middelbare school, die door de giften van het Nederlandse volk werd aangekocht, uitgebreid en ingericht voor een kleine tweehonderd gevluchte jongens en meisjes uit Hongarije. Het is particulier terrein, maar alle Nederlandse toe risten, die er voorbij komen, worden er vriendelijk te woord gestaan en kunnen er een kijkje nemen. Onmiddellijk valt het hoofdgebouw op, dat met zijn drie grote bal kons een uitstekende indruk maakt. Deze als kostschool ingerichte villa ligt niet onmiddellijk aan de hoofdweg, doch meer temidden van bossen en bergen, terwijl men naar het zuiden het prachtigste uitzicht heeft op de grillige en fantastische vormen en kartelingen van de Dolomieten. Hier kan men inderdaad rustig studeren en tevens van de natuur genieten. Oorspronkelijk was het gebouw een hotel, dat nu na veel veranderingen tot een internaat is omgetoverd. Ge lijkvloers liggen de eetzaal, de geheel nieuw en modern ingerichte keuken, de bijkeuken, voorraadkamers, een voorlopige kleine recratiezaal en een kantoor. Op de eerste, tweede en derde verdieping vindt men een aantal kamers, waar telkens acht of tien jongens tezamen zijn ondergebracht. Men ziet er een tafel, een paar kasten en dan vier of vijf bedstellen met tel kens twee bedden boven elkaar. Aan de muur hangen wat tekeningen en karikaturen, door de jongens zelf ge tekend. Op een van de tekeningen herkent men eerst enigszins verwonderd het portret van Kadar, maar daar onder staat te lezen „Ik behoef dit gezicht maar te zien, om geen heim wee te krijgen". Tussen de studentenkamers liggen de vertrekken van de directeur en de andere Hongaarse leraren, waarvan enkele hier met vrouw en kinderen zijn ondergebracht. De eetzaal is gezellig, Onder leiding van een der leraren oefent hier een gemengd zangkoor, enkele studenten spelen viool en men beschikt zelfs over een oude vleugel, waarvan de klank echter niet bijster zuiver meer is. Zondags worden hier de religieuze diensten gehouden: eerst voor de Katholieken, die ongeveer 70 pet uitmaken, en dan voor de Pro- tesanten. Een Hongaarse dominee komt hiervoor regelmatig uit Inns- brück over. Wanneer binnenkort nieu we turn werk tuigen worden afgeleverd, zal deze zaal door de week voorname lijk dienst doen als gymnastieklokaal. Ter gelegenheid van de eindexamens was zij in een feestzaal veranderd. Voorop zaten de pater-rector, de professoren, een gecommitteerde van het Oostenrijkse ministerie van On derwijs, enkele leidsters van buiten landse weldadigheidsorganisaties en een vertegenwoordiger van het Neder landse curatorium. Toen de resultaten van het afgelo pen (korte) studiejaar werden be kend gemaakt, bleek dat alle laatste jaars voor het eindexamen waren geslaagd, tezamen 29 jongens en MIDDEL TEGEN HEIMWEE De geest op deze school is goed, be schaafd en typisch Hongaars. Ofschoon het systeem van coeducatie noodge dwongen wordt toegepast, hebben zich op dit gebied geen moeilijkheden of complicaties voorgedaan. Hier in dit prachtige stuk natuur is de gehele atmosfeer gezond. Vooral de jongens zyn echte cavaliers, hoffelijk, ridderlijk en gedienstig, zoals het Hongaren past. Wanneer een ouder persoon binnenkomt, bieden zij hem dadelijk een stoel aan, en wanneer zij de vrouw van de econoom met een mand of een koffer zien sjouwen, nemen zij de last onmiddellijk van haar over. Maar ze zijn ook trots. Op een bevelende toon reageren zij stug, doch wanneer men een bevel van tevoren nader verklaart, zijn ze gewillig en gehoorzaam. Een van de leraressen vertelde mij, dat de meisjes veel praktischer en huiselijker zijn dan haar eigen generatie, zodat ze bijvoorbeeld bijna allen goed kunnen verstellen, naaien en handwerken. Toen er kortgeleden een zending nieu we jurken was aangekomen, konden de meesten met hun aangeboren goede smaak er dadelijk de nodige verande ringen in aanbrengen, zodat de jurken niet alleen pasten, maar ook smaakvol zaten. Alleen twee meisjes konden niet met de naald omgaan, doch daar zij te trots waren om de hulp van de an deren in te roepen, liepen ze in veel te lange en slobberige rokken rond. Om hen nu in haar trots niet aan te tas ten, stonden een paar meisjes met verlof van de lerares 's nachts op om de jurken onder handen te nemen. Na ze ingekort en pasklaar gemaakt te hebben, hingen ze ze weer over de stoel van de slaapsters. De volgende dag pasten de jurken en niemand wist natuurlijk wie het had gedaan. Hoogstens de kaboutertjes Deze jonge en trotse Hongaren zit ten graag in kleine groepjes rond de radio of bij de pick-up om er naar opera's of symphonieën te luisteren, maar hun grote voorliefde gaat uit naar de sport. Zij hebben dan ook twee gymnastiek-lerarende ene, jeugdig en gespierd, zorgt voor de Jongens, de ander is de elegante pro fessor Vecsey, die de meisjes onder zijn hoede heeft. Terwijl de jongens in het zwembad de onwaarschijnlijkste dui kelingen op de springplank uitvoeren en op het grasveld als acrobaten te werk te gaan, houden de meisjes zich meer aan ritmische gymnastiek. Het is begrijpelijk, dat deze scholieren uit een communistisch land beter onder legd zijn in de zogenaamde positieve vakken, zoals meetkunde, chemie en natuurkunde, dan bijv. in talen of let terkunde. Het Latijn laat dan ook wel iets te wensen over en het zal nodig zijn om in het a.s. schooljaar de eisen wat hoger te stellen en ook met Engels te beginnen, maar deze jongens en meisjes willen graag leren en des te liever een andere vreemde taal, daar zij het vroeger verplichte Russisch in Hongarije zozeer hebben gehaat. Op mijn vraag, of zij misschien last van heimwee hadden, kreeg ik vrij wel overal een ontkennend antwoord. Alleen op feestdagen, en vooral in de kersttijd, denken zij met weemoed aan hun vaderland, maar over het algemeen zijn ze gelukkig en tevre den. En er is dan ook niemand, die onder de gegeven omstandigheden weer terug wil. Enkele weken geleden kwam een moeder regelrecht uit Hongarije naar Iselsberg om haar jongen terug te halen. Zij had hiervoor verlof gekre gen van de regering in Boedapest, maar toen zij gezien had, hoe gelukkig haar kind in dit internaat was en hoe goed en vriendelijk daar allen worden behandeld, drong zij er niet verder op aan en ging zij alleen naar Hongarije terug. Misschien hebben de leraren meer last van heimwee, omdat zij hun thuis, een betrekkelijk goede positie, familie en vrienden hebben verlaten, maar een van hen zeide: „Wanneer ik last van heimwee heb, neem ik een nummer van de communistische krant „Nep Szabadsag" en dan ben ik dadeljjk genezen". GROTE REPARATIES Op het ogenblik is het internaat leeg, want alle leerlingen zyn op vakantie. De meesten hebben hun ouders of familie in Oostenrijk opge zocht, die hier eveneens als vluchte lingen leven. Een kleine groep, die geheel op zichzelf is aangewezen, heeft een liefdevol onderdak in een Oosten rijks jeugdkamp gevonden. Al is Isels berg nog zo mooi, de jeugd heeft ver- Bij het internaat behoort een uitgestrekt terrein met bos en weidegrond. In de schaduw van de hoge dennen ligt het nieuwe schoolgebouw op de voorgrond een deel van het zwembad. andering nodig. Intussen wordt er reeds in het internaat druk gehamerd en getimmerd. Het dak moet worden gerepareerd; men is begonnen met de aanbouw van een kleine eetzaal, zodat de vroegere als recreatiezaal kan wor den gebruikt, want daaraan is drin gend behoefte. Verder wacht de cen trale verwarming op een grondige her ziening en zoekt men naar een rijkere bron voor de waterleiding, omdat de druk vooral in de zomer te zwak is. Ook voor deze investeringen heeft Nederland opnieuw een zeer groot bedrag ter beschikking gesteld en men kan er verzekerd van zjjn, dat het Nederlandse curatorium onder het erevoorzitterschap van onze ge zant te Wenen, er voor zorgt dat deze gelden op de doelmatigste wyze worden besteed. Om verschillende redenen, o.a. in verband met de vergunning om de naam van H.M. de Koningin te dra gen, zal het internaat eerst in septem ber officieel en plechtig worden ge opend, waarbij vertegenwoordigers van de Nederlandse en Oostenrijkse rege ring, gedelegeerden van het „Natio naal Comité Hulpverlening Hongaarse volk", bestuursleden van de vereniging „Vrienden van Iselsberg" in Nederland en leiders van internationale hulp organisaties aanwezig zullen zijn. De basis echter is door Nederland gelegd en het voortbestaan is verzekerd door de hulpvaardigheid van ons volk. Daarom staat dit Hongaarse tehuis altijd open voor landgenoten, die er een kijkje willen nemen. Wie hier op de grens tussen Karinthië en Oost- Tirol een tocht maakt, ontdekt aar de gevel van deze vroegere villa de naam van onze Koningin en tussen de Oostenrijkse en Hongaarse vlag gen wappert het vertrouwde rood- wit-blauw. Men kan er zich van overtuigen, dat begaafde en dank bare Hongaarse kinderen, die alles hebben verloren, in deze middelbare school de echte vrijheid van het Westen, ware menselijkheid en voor al liefde hebben gevonden. Aix-en-Provence. Als hoogtepunt of tenminste als voor naamste trekpleister van het tiende jubileumfestival van Aix, had de directie een opvoering ingelast van Bizets opera Carmen in de open lucht. Een jaar geleden mochten wij u van hieruit al berichten over de voorstellingen, die van Gounods „Mireille" werden gegeven temidden van de gigantische rotspartijen van Les Baux. Het expe riment, zo zal een enkele lezer zich misschien nog kunnen herinneren, liet weinig bevredigende indrukken na, doch kon toen desnoods nog worden gerechtvaardigd vanwege de omstandigheid, dat de Pro- ven£aalse dichter Mistral zijn verhaal in deze omgeving had geschre ven en ook gesitueerd. Een soortgelijk argument gaat nu met Bizets Carmen evenwel niet op en het succes mocht daarom nog dubieuzer heten! was ons door de gepatenteerde ont dekker van nieuw stemmenmateriaal, Gabriel Dussurget, de artistieke direc teur van het festival, tevoren al met bijzondere ophef gesproken over de Amerikaanse zangeres Jean Madeira, die wij als „de" Carmen van deze tijd zouden mogen begroeten. daarby zo lamentabel, dat het publiek de tekst wel byna volledig moest ont gaan. Haar mannelijke tegenspeler, de Italiaan Nicolas Filacuridi, zette met zijn steriotiepe gebaren en gelaatsex pressies de confessioneelste Don Jose op de planken, die wij ons herinneren ooit te hebben ontmoet en die vooral in Aix toch eigenlijk niet meer door de beugel kon. De beste krachten wer den zo nog wel door Frankrijk, in de personen van Michel Roux als overtui gende Escamillio, en een goede Re- mendado van Michel Hamel, zélf ge leverd, en voor één keer kon men hier het lichtelijk chauvinistische opera- publiek gelijk geven, dat zich deze avond afvroeg of men voor deze voor stelling van een hyper-Frans werk nu wel beslist een beroep op buitenlandse „import" had moeten doen. Het hoofdgebouw met eetzaal, keuken en voorraadkamers. Op de verdiepingen bevinden zich kamers voor de leraren en jongens. opgetrokken in Tiroolse stijl met zware boerenmeubels en met jachttrofeeën aan de muur. Hier en daar ziet men nog een oude, mooi beschilderde hoe renkast of een antieke kist, maar voor de rest is het meubilair modern en doelmatig. Iets verder tegen de bosrand aan ligt de vroegere dependance van het hotel, een eenvoudig gebouw, waar nu de meisjes-studenten met een paar lera ressen zijn ondergebracht. Ook hier zijn telkens twee bedden boven elkaar gemonteerd en ook hier heerst een opvallende orde, die natuurlijk nog groter is dan bij de jongens-afdeling. Men heeft namelijk op eigen initiatief als regel ingesteld, dat de vuile kar weitjes door de bewoners van die kamer moeten worden opgeknapt, waar de orde enigszins te wensen overlaat! Ofschoon het zware werk (vooral in de keuken) door Oostenrijks personeel worden gedaan, maken de jongens en meisjes zelf hun bedden op, moeten zij hun kamers in orde houden en be dienen de meisjes aan tafel. Volgens Engels systeem staat iedere kamer on der toezicht van een senior, die door de groep zelf wordt gekozen. In samen werking met de econoom, een Oosten rijker, stelt een kleine commissie van leraren en studenten elke week het menu vast. Na aanvankelijke moeilijkheden met de Oostenrijkse keuken, is deze Hon gaarse gemeenschap nu tevreden met de kost, ook al is zij van mening, dat er nog altijd te zuinig met de scherpe paprika wordt omgegaan. Maar nu schijnt het eten goed te smaken, want er worden massa's verslonden. En toen de studenten zelf een eindexamendiner mochten vaststellen, kozen zij allen zonder uitzondering.. Wiener Schnit zel! KAPEL, MUZIEK- en GYMNASTIEKZAAL Het pronkstuk van het internaat is het schoolgebouw, dat geheel nieuw werd opgetrokken en dat voorzien is van de meest moderne meubels en in strumenten. De gouverneur van Ka rinthië noemde dit bijgebouw zelfs de mooiste en modernste school van de gehele provincie. Het ligt in de scha duw van hoge dennebomen. Grote ra men laten licht en lucht binnen. Er zijn meerdere leslokalen, een spreek kamer voor de rector, een tekenzaal, het begin van een chemisch laborato rium en dan de grote zaal, waar in de vrije uren ijverig wordt gemusiceerd. meisjes, die straks naar de universi teit kunnen gaan en die geen finan ciële zorgen zullen hebben, omdat het Hoge Commissariaat voor Vluch telingen van de UNO aan ieder van hen een stipendium van 1000 schil ling per maand heeft toegezegd. Van de 15 meisjes slaagden er vier „met lof", terwijl er van de 14 jongens zelfs zeven waren, die „cum laude" hadden gehaald. Wanneer men be denkt wat deze jonge vluchtelingen nog acht maanden geleden psysiek en psychisch hebben doorgemaakt, moet dit resultaat zeer hoog worden aangeslagen. Natuurlijk heeft men met goedkeu ring van de Oostenrijkse gecommit teerde, dr. Hölzel rekening gehouden met deze bijzondere omstandigheden en dus de eisen niet al te hoog gesteld. Bovendien had men in het begin geen schoolboeken en moesten de leerlingen er een geheel nieuwe en voor hen zeer moeilijke taal bij leren, namelijk Duits. De vakken, waarin schriftelijk en mondeling examen werd gedaan, wa ren: Hongaarse en Duitse taal en let terkunde, wiskunde, latijn, geschiede nis, aardrijkskunde, chemie, natuur kunde en beschrijvende meetkunde. Toen de diploma's waren uitgereikt en de rector, pater Szöke vooral de lagere klassen had aangespoord om het goede voorbeeld van de afgestudeerde te vol gen, hield de student Eugen Fay in uitstekend Duits een zelf opgestelde toespraak, waarin hij de rector en de leraren bedankte, en waarin hij vooral de donateurs in Nederland en het Nederlandse curatorium beloofde, dat alle afgestudeerden goede Europeanen zouden worden, zonder echter op te houden echte Hongaren te zijn. Daar na declameerde W. Vecsey op voor treffelijke wijze een gedicht van Schil ler en tenslotte zong het koor eerst het Oostenrijkse volkslied, daarna heel verdienstelijk en meerstemmig het Wilhelmus en tot slot vol trots en overtuiging het Hongaarse volkslied van Kossuth. Dat deze jonge vluchtelingen ook vrij goed Duits kunnen schrijven, bleek ons uit het examenopstel: „Een dag op de Iselsberg", waarin enkelen op eenvoudige en juist daar om zo ontroerende wijze blijk gaven van hun dankbaarheid „tegenover de hoge Koningin Juliana uit het kleine land, die ons deze school heeft geschonken". Het schijnt dat de festival-directie tot dit experiment gedreven werd uit vrees voor een te geringe opkomst van Parijzenaars en andere meer kapitaal krachtige belangstellenden tengevolge van de benzinecrisis en de algemene malaise, die momenteel in Frankrijk heerst. Dientengevolge was het haar gewenst voorgekomen met een popu laire voorstelling, die zich tot een veel bredere massa richtte, ook de artis tieke bakens ietwat te verzetten. Met die gevreesde terugslag van de prijs verhogingen van de benzine en andere artikelen is het nog wel losgelopen, en bovendien is deze Carmen, die door tienduizend mensen werd bezocht, dan ook nog een onbestreden kasstuk ge worden. Materieel gesproken hebben de organisatoren dus zeker wel een geslaagde zet gedaan, doch artistiek gezien komt het ons voor, dat de tal rijke Paryzenaars, die speciaal naar Aix waren gekomen om hier de Carmen onder de blote Provengaalse hemel bij te wonen, straks bij terugkeer in de hoofdstad geneigd zullen zyn een biljet voor de opera-comique te nemen waar Bizet's meesterwerk, zonder pretenties en zonder speciale licht- en andere effecten en desnoods met de gebrui kelijke schmiere, in zijn oude en ver trouwde milieu, tóch nog altijd maar het beste aan zijn trekken biykt te kunnen komen. Carmen in de open lucht onder de Provengaalse hemel FRANK ONNEN. Bezoek van niet minder dan tienduizend personen Het natuurlyke raam en de omge ving, die als decor moesten dienen, mochten dan al wat minder groots zyn dan in Les Baux, ze waren zeker niet minder suggestief en sprookjesachtig. Het kasteel Thonolet, dat de festival habitués al wel van vorige jaren be kend was, is gelegen in een oud park met torenhoge bomen en geweldige bergpartyen, die met de moderne mid delen der illuminatietechniek op inge nieuze wyze in dienst van de theater suggestie zouden worden gesteld. Van uit die hoge bergen zou men zo straks, in het derde bedrijf, de contrabandieten met hun knipperlichten af zien dalen, en ook het podium van een dikke honderd meter breedte, bood allerlei mogelykheden tot massabewegingen, die overigens maar in bescheiden mate werden geëxploiteerd. Men zag hier de jongetjes, de brigadiers, zigeuners, rui ters, matadors en ateliermeisjes beur telings voorby trekken, elkaar ontmoeten en bevechten. En er was op dit enorme toneel, dat aan een cinerama-projec- tiescherm deed denken, nu ook einde lijk voldoende ruimte voor de danse ressen en voor de terechtstelling in het vierde bedryf, terwyl regisseur Grenier ingenieuze vondsten demonstreerde met zijn zeilen en spandoeken, waarmee onder het oog van de toeschouwers de taverne van Lillas Pastia werd gesug gereerd. Ondanks die troeven, welke vaak kundig werden uitgespeeld, heeft de voorstelling, niet alleen op het mu zikale doch ook op het visuele plan toch geen zeer gelukkige indruk nage laten. Waai'om? Gemis aan klankbodem In tegenstelling met Cassandre's ver rukkelijke openluchttheater in de bin nenhof van de aartsbisschoppelyke abdy, waar ook dit jaar de Mozart- opvoeringen en concerten werden ge geven, bleken in het park van Thonolet ten eerste de akoestische condities uit gesproken slecht te zyn. Het.Paryse Pasdeloup-orkest, dat onder de vaste hand van Pierre Dervaux overigens van een ongekende discipline en van verscheidene andere kwaliteiten blijk gaf, werd duidelijk gehandicapt door een gemis aan ..klankbodem" en alleen de fluit in het voorspel van de derde en de trompetsiganlen in de tweede acte bereikten eigenlyk het oor in vry- wel onbeschadigde staat. En de zangstemmen, waarmee zeker deze opera altyd nog wel staat of valt? Als de nieuwe ontdekking van dit jaar Don Jose (Nicolas Filacuridi) en Carmen (Jean Madeira) Conventionele Don Jose Materieel succes Ongetwyfeld bezit deze zigeunerach tige, donkere, soepele en lange zangeres het voorkomen, dat voor deze rol ge knipt is. Haar spel suggereerde in de aanvang ook wel dat canailleuze tem perament, dat men verwachten mocht, doch de opvatting, die haar voor ogen scheen te staan bleek in de laatste bedryven door inzinkingen maar ge deeltelijk waar te kunnen worden ge maakt. In de middenregisters bezit de stem een warm en bijwijlen brandend timbre, dat goed in overeenstemming met haar over-dramatische visie op de rol verkeerde, maar haar legato-tech- niek was zeer onvoldoende ontwikkeld en haar uitspraak van het Frans bleek Georges Bizet heeft met zyn haba- nera-ritmen, zyn warme orkstrale kleuren en zijn vele melodieën, die in de dramatiek zyn gedrenkt, een mees terwerk geschreven, dat diep gegrift zal blijven staan in het bewustzyn van een ieder, die over enig muzikaal ge voel beschikt. Maar zelden ook werd er een opera gecomponeerd, die met al zijn kunst matigheden en conventionaliteiten zo sterk aan de traditie en aan de be slotenheid van het genre was geklon ken. Door nu juist deze Carmen naar buiten in de vrije lucht te brengen, werd het wel onvermijdelyk, dat die begrenzingen of les qualités de ses défauts nóg zwaarder onderstreept en geaccentueerd moesten worden, waarmee Bizet evenmin als Gounod indertijd zeker geen goede dienst bewezen werd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 14