IN KAMER EN TUIN Van een eenvoudig prinsesje naar heerseres over Russische Rijk De akkerleeuwerik, een zomervogel ZATERDAG 17 AUGUSTUS WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Bewogen Leven Met de glans van uitverkorene Toekomstige bruigom vond zij een griezel Kijkjes in de Natuur IN DE MOESTUIN De vorst zélf is er geprikkeld van. Hij houdt niet van drukte, hij voelt weinig voor dit plan en het steekt hem dat alleen zijn vrouw is uitgenodigd de reis mee te maken naar Rusland, naar het onmetelijke Rijk, door Peter de Grote tot enig aanzien gekomen, doch nog altijd, in de ogen der Westerlingen, het land der Barbaren. Zijn vrouw is buiten zichzelf van blijdschap. Zij denkt er niet aan wat die reis wel zal kosten. Zij denkt in het geheel niet. Zij praat maar wat, over japonnendie ze niet heeft en over de nieuwste mode van Parijs. Nee, de vorst zelf ziet alleen maar moeilijkheden. En hij ziet geen weg om aan genoeg geld te komen voor een dergelijke kostbare reis. Zyn pas geërfd vorstendom brengt hem weinig op. Zijn onderdanen zyn arm. Vroeger steunde Keizerin Elisabeth hem nog wel eens op zo min mogelijk stotende wijze. Maar nu hy zijn kind als bruid af moet staan aan haar opvolger een nietsnut trou wens kan hij toch geen financiële steun aanvaarden uit de kas van het land waar zijn dochter hoe is het mogelijk! eens mee zal regeren Nee, voor vorst Christiaan is deze eerste dag van het Nieuwe Jaar geen goede. Hij houdt niet van Rusland en wel van zijn dochter. Eerst hield hij ook niet van zijn kind, omdat het een meisje was. Dit is gaandeweg beter geworden. Vooral toen bleek dat ze een meisje was dat een jongen had kunnen zijn. Zij is niet knap, Friederika, de blonde prinses, maar ze heeft hersens en, wat de Fransen noemen: „esprit". De vorst ergert zich aan het lawaai om hem en hij verbiedt zijn gemalin met iemand over de toekomstige reis te spreken. De mensen drommen om het paleis tezamen. Alsof zy niet zouden voelen dat er iets heel bijzonders op til is. Een nieuwe renbode is het stadje binnengekomen, regel recht van de Koning van Pruisen. Zal er weer oorlog zijn? Het is nog altijd oorlog! De toestand in Europa op politiek terrein was in deze tyd zeer verward. Het was een tijd waarin trouw breuk en het grofste eigen belang hoogtij vierden. Enige jaren geleden was Karei VI, Keizer van de Oos tenrijkse Erflanden gestorven. Vlak voor zijn dood had den vele vorsten hem toegezegd zijn dochter als opvolg ster te erkennen. Doch toen de „zwakke vrouw" aan de regering kwam, waren velen de belofte vergeten. Frank rijk, de oude erfvijand van Oostenrijk hitste vele Duitste staten tegen haar op, en begon zelf de oorlog zonder oorlogsverklaring. Pruisen zag zijn kans schoon om Maria Theresia Siliezië af te kapen. Nu, op deze Nieuwjaarsdag, is de eerste Silezische oorlog achter de rug en staat de tweede voor de deur. Want Frederik II die in deze jaren zijn hoge idealen ook over boord heeft gezet, ziet ipet een bezorgd hart dat Maria Theresia spoedig weer de baas zal zijn in eigen huis. Voor zy tot macht komt zal hij Silezië stevig in handen moeten hebben. Hy kan Silezië slechts behouden als hy, met behulp van bondgenoten, die macht groten deels vernielt. Hoe komt hij echter aan bondgenoten? Tijdens de eerste oorlog heeft hy zfjn vrienden smadelijk in de steek gelaten. Zoals gezegd, de tyd waarover wij schrijven Is een tyd van verwarring, chaos, trouwbreuk van vele zijden. Ieder is bereid en in staat zijn bondgenoten te verra den. Engeland is verplicht Maria Theresia te helpen, doch Engeland is lauw. De Nederlanden zyn bereid haar wat geld te zenden, doch de Hongaren raken, als zij, de „koning" van Hongarije, gekroond met de heilige Stefanuskroon, haar zoon, nog een zuigeling, op de arm, voor hen verschijnt, een stralend schone en jonge verschijning, vol vuur en op haar hartstochtelijk sme ken om hulp maken zestienduizend Hongaarse ridders zich op om voor haar te winnen of te sterven. En het prinsesje? Hoe reageert zij op dit alles? Zij staat nu te luisteren aan de deur. Zo even heeft haar moeder haar in enthousiaste bewoordingen verteld wat er gaande is. Nu luistert zij hoe haar ouders er over spre ken zonder haar. Haar vader: „Je moet het kind niet opzetten. Zij kan zich alleen maar handhaven door zich niet in te laten met staatszaken". Haar moeder: „Peter Ulrich is een idioot. Als ze hem bekoort, regeert ze Rusland". „Dat is een gevaarlijke theorie. Ken jy Peter Ulrich? Ken jij Rusland? Het is een gevaarlijk land. Men is er alleen betrekkelijk veilig als men er helemaal niets te vertellen heeft of alles. Je moet het kind niet opzetten, dat is levensgevaarlijk. Je weet hoe Elisabeth zelf aan de macht gekomen is". „We hebben geld voor de reis nodig, Christiaan. De tienduizend roebel van de Koning uit Berlyn is niet vol doende. We kunnen niet aan het Hof verschijnen als tweede rangsmensen!" „Geld! Het is er niet" Daar staat ze en luistert. Een slanke gestalte, niet al te groot, met golvend blond haar. Nu meent ze een verdacht geluid te horen. Daarom wendt ze haar gezicht in onze richting. Kunstenaars hebben haar schoonheid niet bejubeld. Men vindt haar niet knap. Maar haar ogen zijn sprekend en donkerder dan men by haar blonde haren verwachten zou. Nu zij daar staat te luisteren, gespannen, omdat het zo belangryk is dat ze ieder woord verstaat, is ze toch schoon. Schoon is ze in het ontwaken. In de scheme rige gang lykt ze twee jaar ouder. Een jonge vrouw is ze opeens, op wier gezicht de glans is van de uitver korene. Hoe eenzaam, saai, was tot nog toe haar leven. Toen ze zeven jaar was had men haar haar poppen afge nomen, omdat men bang was dat ze anders niet volwassen genoeg zou worden. Zij sprak met haar poppen en men vond dat een Prinses zo iets niet doen moest. Men had haar nauwelijks een middel gelaten tot fantasie. Haar enige afleiding was het kyken naar het drillen van de rekruten op het kazerneterrein. De fantasie zelf kortwiekt men niet. Friederika stu deerde met goedvinden van haar ouders en bij haar boe ken leefde zij zich voorlopig uit. In haar boeken las ze over mannen en vrouwen, hoe ze met elkaar omgingen, hoe vrouwen iets van mannen gedaan konden krygen. Door haar boeken verloor ze de houterigheid die haar eens gekenmerkt had. Door haar boeken groeide ze boven haar omgeving uit en leerde ze de mensen op de juiste wijze taxeren. Die avond, toen ze in bed lag. In het donker van de Nieuwjaarsavond ging er een nieuwe wereld voor haar open. zy ging naar Rusland, spoedig, naar het onmetelijke Ryk met zyn onbegrensde mogelijkheden en zyn half-beschaafde bewoners. Rusland strekte zich uit tot China. Er was maar een kleine groep, die in het grote Rijk de lakens uitdeelde. Aan het hoofd daarvan stond de Keizerin. Eens was ze door een staatsgreep aan de macht gekomen, toen haar tegenstandster zwak was. De Koning van Pruisen, voor wie Friederika veel respect had, omdat hy behalve Koning, ook dichter, schrijver, musicus was, was Maria Theresia te lyf gegaan toen die van alle kanten werd aangevallen en had haar Silezië ontnomen. Dit was in stryd met de hoge idealen die de Koning in zyn geschriften verkondigd had, doch de omstandigheden noopten hem ertoe. Eens zal zy, tezamen met haar gemaal, heerseres over Rusland zyn. Zij zal veel nieuwe dingen invoeren. Zy zal in het voetspoor lopen van Peter de Grote, voor wie ze een heilig respect heeft. Maar boven al zal ze zorgen dat ze niet zwak wordt. Want een zwak vorst met uitmuntende ideeën is geen dubbeltje waard. Hy wordt weggeblazen mèt zyn ideeën en door de ontstane verwarring heeft hy zyn volk meer kwaad gedaan dan goed.Zy wil later van niemand afhankelijk zyn. Haar eigen weg gaan. Zichzelf vertrouwen. Rusland, welk een machtig land kan het worden als men het regeert in het voetspoor van Peter de Grote. Dan heeft het geen bondgenoten nodig. Bondgenoten zyn in goede tijden vaak een blok aan het been en in slechte tyden trouweloos. Weldra zal ze gehuwd zyn. Dan zal ze dat andere, dat nieuwe ook kennen, waarover ze gelezen heeft. Nu voelt ze zich opeens triest worden. Haar toe komstige bruidegom heeft ze eenmaal ontmoet. Ze vindt hem een griezel. REIN BROUWER. Nieuwjaar 1944. Sneeuw in Midden-Europa en vorst. Ma ar de zon schijnt en in het stadje Zerbst zijn de nauwe straten vol Nieuwjaarsdrukte. Er wordt geschoten, gedronken, luid gelachen. En ieder wenst ieder „Prosit Neujahr!" In het deftige doch eenvoudige huis van de vorst van Anhalt-Zerbst heerst een eigenaardige spanning, want zojuist is er een koerier uit Rusland aangekomen met een brandbrief van de Keizerin. ....Men wil de dochter van vorst Christiaan aan het Russische Hof zien. Men wil, dat is de vorst en vorstin wel duidelijk, de veertienjarige prinses Sophia Augusta Frie derika laten huwen met grootvorst Peter, de erfgenaam van de kroon. TOT de vogels, die by de mensen een haast spreekwoordelyke be kendheid genieten, behoort de leeuwerik, zyn reputatie is echter niet zo groot als die van onze nachtegaal. Immers, het kleinste kind. wie men onze mooie oude verhalen niet heeft onthouden, kent toch wel de geschie denis van de nachtegaal en die goede Chinese keizer. Ook tegen de koekoek moet de leeuwerik het afleggen, want dat is nu eenmaal een onverwoestbare figuur in ons Nederlands volksbestaan, dank zy de oeroude rympjes, de liedjes en de vele zegswyzen, waarin zyn naam voorkomt. Toch wat de leeuwerik betreft, be hoeven we maar even in onze vader landse poëzie te zoeken om te kunnen begrypen, welke plaats deze zomer vogel heeft in de gedachtenwereld van velen, die zich tot de natuur voelen aangetrokken. Het waren zeker niet de minsten onder de dichters en schryvers van binnen en buiten onze grenzen, die aandacht gaven aan de kleine grys- bruine vogel van akker- en weideland, die nietige stip, ryzend en dalend iri het eindeloze blauw van een Hollandse zomerlucht. Die wil weten, wat die schryvende mensen in die kleine zangvogel nu juist zo aantrok, kan niet beter doen dan in zijn eentje eens te gaan zitten op een plek, waar hy een onbelemmerd uitzicht heeft op een korenveld of een weiland, of waar hy vanaf een dyk kan uitzien over de uiterwaarden van een rivier. Het duurt niet lang of er gaat een kleine vogel hevig zingend en met snelle vleugelslag de lucht in, het kopje in de wind, de snavel loodrecht omhoog. Regelrecht de zon tegemoet. En maar zingen aan één stuk, onver moeibaar zingen, een eindeloos getril en getierelier, net zolang, tot het hoe kige figuurtje tot een stip is geworden en het geluid temidden van de vele zomergeluiden niet meer is te onder scheiden. Waarin schuilt nu onze sympathie voor deze kleine zangvogel? Komt het doordat zyn naam onverbrekelyk is verbonden met zomer, met warmte, met bloeiend gewas op de akker of in het wild geurend langs de landwegge tjes, die we gaan? Of is het omdat wy zwaar aan de aarde gebonden, zien, hoe dat lichte dotje veren zich zo maar van die aarde losmaakt, moeiteloos zyn spiralen trekt tot waar onze ogen zyn onbegrensde vlucht niet meer kunnen volgen? HET volgen van het leeuweriklied vind ik altyd een lastige opgave. Als je oppervlakkig luistert, kryg je de indruk van alleen maar wat verward getril en gerepeteer, maar by scherp opletten blijken er in dat ge zang toch allerlei bekende klanken te zitten, al worden die vaak herhaald. Dat dit zingen niet slechts een uiting is van levensvreugde of bedoeld zou zyn als een soort loflied op de na tuur. daarover zyn wij. moderne men sen, het nu wel eens, dacht ik Wat de dichters er in willen zien en horen, is hun goed recht en als zij ons dat ver tellen in prachtig Nederlands, zoveel te beter. Meermalen heb ik er al op gewezen, dat ook het kweken van groenten in eigen tuin een prettig werkje is; er gaat niets boven verse groenten, die dagelyks uit eigen tuin geoogst kunnen worden. Augustus pleegt men ook wel eens de tweede groei- maand te noemen en dat geldt dus ook voor de moestuin. De komkommers zetten nu pas goed dooi en mag ik u er eens op wyzen, dat het zo verkeerd is indien er op de lange ranken wordt getrapt: de vruchten worden er bitter door en u krijgt dan ziekten in het gewas. Leg liever wat oud rijshout op de grond: de lange ranken kunnen er dan ge zellig overheen klimmen en liggen niet meer in de modder te slingeren. Uw tomaten rijpen nu, doch er zitten ook nog heel wat kleine vruchten, die nog maar met moeite rijp te krygen zyn. Als er te veel blad aan uw tomatenplanten zit kan men wel enkele wegnemen en dan bij voorkeur die voor de vruchttros hangen: die komt dan beter in de zon en uw vruchten zul len sneller rijpen. Overigens kan het, indien de groei te wensen overlaat, geen kwaad nu nog eens een lichte overbemesting toe te dienen. Luis in uw groenten? Er is nu een goed middel, dat in kleine flesjes verkrijgbaar is: poliflor zomer en wanneer j hiervan een oplossing wordt gemaakt van twee en een half procent en er wordt later na tien dagen nog eens gespoten zult u ze radicaal opruimen. U moet wel de voorschriften in acht nemen, die op de verpakking staan aangegeven want helemaal onschuldig is het in geen geval. Het is ook niet goed indien groenten besproeid worden die men binnen twee weken moet eten: dan maar liever niet meer sproeien en zien of u iets met een sterke straal water kunt bereiken; op die manier kunnen er ook heel wat luizen opgeruimd worden. Die boontjes doen het nu maar best en pluk ze zo voorzichtig mogelijk; dat wil zeggen: met beide handen; dat voorkomt het lostrekken van boontjes die nog niet helemaal volgroeid zyn. Sla is een kostelyke groente en hiervan kunnen nu nog jonge plantjes gepoot worden, en hoe staat het nu met uw winterandijvie? Ik neem maar aan, dat u die zelf gezaaid hebt en indien het niet zo is: nu kunnen nog jonge planten gekocht worden, hetzy bij de tuinders, hetzy op de markt en indien de bladeren te lang zyn uitgegroeid is het wel nuttig als ze tot op de helft worden ingekort; ze kunnen dan minder vocht verdampen en zullen sneller doorgroeien en dat kan alleen het vormen van zware kroppen maar ten goede komen. G. KROMDIJK. (Foto's Turkenburg) Maar een leeuwerik die boven een akker opstygt, heeft daar ergens goed verborgen zyn nest, met eieren tgroen- grys en bestipt) of met 4 a 5 jongen. Dit terrein is zyn territorium en luid keels zingend maakt hy dat duidelyk aan ieder, die het maar horen wil, speciaal aan andere leeuwerikmannen, die, ook zingend, hetzelfde doen voor hun broedgebied. Die heertjes kunnen onder elkaar lekker bekvechten over die grondgebieden, vooral in het voor jaar, maar er vloeit geen bloed. Tegen de broedtijd hebben zy zo'n hele akker of uiterwaard netjes onder elkaar ver kaveld en dan zitten de wijfjes goed verscholen door de uitstekende schut kleur van hun grys-bruin gevlekt bovendek, op de eieren. Wie op zyn uitkykpost zo rustig een leeuwerik zit te bestuderen en onderwyl geniet van de omgeving, zal opmerken, dat de zin gende vogel, die hy uit het oog had verloren, plotseling weer op ooghoogte is gedaald, zingend en wel. Dan ver stomt het gezang en plof, als een steen valt de vogel in het gras of het koren veld en uit is het. Doet u geen moeite hem te zoeken, want als een echte grondvogel sluipt hy eerst nog een heel eind verder voor hy bij zyn nest komt. tDNGE leeuweriken, pas uit het el, I zyn zeer hulpbehoevende, kale din- J gen, die evenwel snel groeiend. Na 9 dagen zyn hun poten in ontwikkeling de overige lichaamsdelen al ver vooruit en na 2% 3 weken zyn ze reeds vliegvlug en kunnen ze zelfstandig voedsel pikken. Deze snelle ontwik keling is noodzakelyk voor alle dieren, voor wie de grondnestperiode eigeniyk de gevaarlykste tijd is in hun leven. Een rat, een wezel, een egel, die tij dens een speurtocht op zo'ii viertal onbeschermde dingetjes stuit, maakt er korte metten mee. Dan zijn er de mieren, ware vernielers, van alles, wat niet weerbaar is. Ook aanhoudende regen en plotseling wassend water, al deze omstandigheden zijn funest voor vele grondbroedsels, en niet alleen voor leeuweriken. Beleven ze echter een gunstige zomer dan verlaten ze snel het nest en zitten verspreid, waar door de kans op vernietiging aanmer kelijk wordt verminderd. Ook de on derlinge onverdraagzaamheid, die onder de jongen van hetzelfde nest al gauw optreedt moeten we zien als wys beleid van de natuur, die haar kinderen zo snel mogeiyk op eigen benen wil zien. Daarbij zyn zy toegerust met de aan geboren eigenschap, steeds beschutting te zoeken onder struikgewas of andere dekking, van waaruit zij door kleine kreetjes de aandacht van hun waak zame ouders op zich gevestigd houden. Want niet van de grond alleen, maar vooral uit de lucht dreigt het gevaar. De sperwer b.v. is een geduchte leeuwerikvanger. Ook de boomvalk die als een bliksemflits de stygènde leeuwerik overvalt. Van oorsprong een steppenvogel, voelt de leeuwerik zich het meest thuis op vlak terrein en daar hy bos en moeras vermijdt, is de cultuurgrond van de mens zyn woongebied geworden. Daar dient hy de mens door zyn grote nut voor de landbouw. Maar niet alleen terwille van de nuttigheid maakt hy aanspraak op onze sym pathie. De veldleeuwerik hoort bij "het Nederlandse landschap, we kunnen ons het vlakke bloeiende land niet meer indenken zonder het vreugdebren- gende geluid van de kleine vogel, waar van gezegd wordt dat hy „langs zyn eigen lied naar boven klimt". SJOUKE VAN DER ZEE In Frankrijk is een grote groep die Oostenrijk vernie tigen wil met behulp van Polen, Saksen, Beieren, Pruisen. In Frankrijk is ook al een kleine groep die met angst in het hart de macht van Pruisen ziet groeien Het is een verwarde toestand in Europa en Frederik II, korte tyd geleden met eer overladen uit Silezië terugge keerd, ziet nu de toekomst duister in. Hy weet dat Maria Theresia niet kan berusten in het verlies van Silezië. Zo gauw ze zich sterk genoeg voelt zal ze hem te lyf gaan. Hij kan haar beter voor zyn. Opnieuw Silezië binnen vallen, zonder oorlogsverklaring. Frankryk heeft de oor log ook nog niet aan Oostenryk verklaard en vecht al enige jaren Achter Oostenryk ligt Rusland. Pruisen moet Rusland te vriend houden. Dat zal niet meevallen, want het Oostenrijkse goud vloeit in de zakken van voorname Russische hofdignitarissen. Omkopery is in Rusland aan de orde van de dag. Frederik II heeft Keizerin Elisabeth laten verzekeren dat Rusland en Oostenrijk natuurlijke vyanden zyn, terwijl Pruisen de natuurlyke vriend van Rusland is. In de ogen van Elisabeth, de dochter van Peter de Grote, is Oostenryk, met zyn oude glans en glorie, nog altijd veel belangryker en sterker dan het kleine en arme Pruisen. Voor het staatkundig evenwicht in Centraal en Oost- Europa zou het goed zijn wanneer zy zich met Pruisen verbond. Zij begrijpt dat Pruisen de eerste jaren een goed bondgenoot zal zyn. Frederik II weet te bewerken dat de dochter van een zyner generaals: prinses Sophia Augusta Friederika van Anhalt Zerbst, zo jong als ze is gemalin van de Rus sische troonopvolger zal worden. Het is bekend dat grootvorst Peter geen hersens heeft. Friederika heeft ze voor hen samen. Zy zal eens een prachtig tegenwicht vormen voor het Oostenrijkse goud Op deze gedenkwaardige Nieuwjaarsmorgen rijdt er een renbode van de Koning van Pruisen het be sneeuwde stadje binnen. De mensen zyn eensklaps ongerust geworden. Zal er weldra weer oorlog zyn? Hun vorst is generaal! De renbode spoedt zich spoorslags naar het paleis en overhandigt de vorstin een briefDe Koning zegt dat ze met haar dochter naar Rusland moet gaanover BerlynTienduizend roebel aan reisgeld ligt voor haar klaar In momenten als deze hebben de muren werkelyk oren. Ofschoon de Koning hen op het hart drukt met niemand hierover te spreken, weet weldra heel Zerbst welk een grote eer haar te beurt is gevallen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 12