Andere bestemming voor Weeshuis
aan de Hooglandse Kerkgracht?
Niemeijer
Dr. P. C. Zwaan onderzoekt paarlen
en edelstenen op hun echtheid
Na bijna vier eeuwen
Goede huisvesting voor Museum
van Geologie en Mineralogie
half zware shag
in moderne plastic-verpakking
Handig rollen
Heerlijk roken!
96ste Jaargang
Vrijdag 9 augustus 1957
Tweede blad no. 29208
Onderhandelingen zouden reeds gaande zijn
Naar wij uit zeer goede bron vernemen moet er rekening mede worden
gehouden, dat het niet is uitgesloten, dat over enige tijd het sinds 1583
aan de Hooglandse Kerkgracht gevestigde Weeshuis, welk gebouw voor
komt op de voorlopige lijst van Rijksmonumentenzorg, gaat verdwijnen en
een andere bestemming krijgt. Het zou een geschikte huisvesting zijn voor
het thans aan de Garenmarkt gevestigde Rijksmuseum van Geologie en
Mineralogie, dat, zoals bekend, reeds jaren met een permanent ruimtetekort
te worstelen heeft. Plannen tot uitbreiding van dit museum in de richting
van het Van der Werfpark, waarvan de grond weliswaar eigendom van het
Rijk is, zijn zeer moeilijk voor verwezenlijking vatbaar, omdat de gemeente
om begrijpelijke redenen zich verzet om dit park een laatste stukje recrea
tie in de binnenstad ten offer te doen vallen aan een dergelijke uitbrei
ding. Hoewel de bestedingsbeperking de plannen tot aankoop en restauratie
van het gebouw kan vertragen, worden er met grote kans op succes
in deze richting onderhandelingen gevoerd.
Zijn wij goed ingelicht, dan zou het
College van Regenten zich niet verzet
ten tegen verkoop van het gebouw waar
in thans nog maar een klein aantal
personen is ondergebracht.
Doen wij een greep uit de rijke histo
rie van dit met de Leidse geschiedenis
zo nauw verweven weeshuis, waarvoor
wij een dankbaar gebruik maakten van
de gegevens van de geschiedschrijvers
Orlers en Van Mieris en de beschrijving
van mej. Chr. Ligtenberg in haar ver
handeling „De armenzorg te Leiden tot
het einde aan de 16de eeuw", dan zien
wij dat in het begin der 14e eeuw (13161
in Leiden reeds sprake was van een
„Heilige Geest- of Armenwees- en Kin
derhuis". Zo had in de eerste jaren van
de 14e eeuw te Leiden de parochie van
Sint Pieter (de enige die er toenmaals
was) haar armeverzorging onder de
naam van „de heiligegeest". Hoewel de
werkzaamheid van de „heiligegeest" van
deze parochie in het eerst wel zal be
paald zijn gebleven tot uitdelingen van
allerlei aard, toch moet als vaststaand
worden aangenomen, dat haar bemoeiin
gen zich allengs hebben uitgebreid tot
de zorg voor zieken, kraamvrouwen,
vondelingen en wezen. De zieken en
kraamvrouwen werden aan huis bezocht
en bedeeld, terwijl men voor de hulpe
loze kinderen onderdak en verzorging
vond bij bepaalde vrouwen, die er haar
werk van maakten ze in huis op te
nemen. Zo kende men in die tijd de
z.g.n. „houvrouwen", die zich tegen een
wekelijkse vergoeding belastten met het
„houden" (onderhouden en verzorgen)
van b.v. onechte kinderen, of zich deden
gelden als betaalde verzorgsters van
zuigelingen.
OP BREESTRAAT 18 BEVOND ZICH
EERSTE „HEILIGEGEESTHUIS".
Een blik in de geschiedenis van het
midden der 15de eeuw, doet ons zien,
dat de „Leidse Heiligegeest" in die tijd
reeds in het bezit was van een eigen
gebouw. De Heilige Geestmeesters had
den het in 1450 kunnen kopen; het
stond op de Breestraat 18, waar zich
in vroeger jaren het Museum van Oud
heden en thans het belastingkantoor
bevindt. Ofschoon voor een wees- en
vondelingenhuis oorspronkelijk niet be
stemd, is het „Heiligegeesthuis" aan de
Breestraat als vanzelf een „Heilige-
geestweeshuis" geworden.
Velerlei bijzonderheden zouden van
dit middeleeuws gesticht zijn te ver
melden, wy willen echter volstaan
met mede te delen, dat de verpleegde
kinderen reeds in 1466 gekleed gin
gen in de stadskleuren: rood en wit,
waarbjj veelal gele kousen werden ge
dragen. De huismoeder en de dienst
bode zorgden in die tijd voor het
huishouden en de stal en kregen
assistentie voor het grove werk als
mest kruien, hout kloven, turf dragen,
koren malen en weiden van de koeien.
Voorts blijkt, dat van de 177 vonde
lingen, die in een bepaalde periode in
dit „heiligegeesthuis" waren opgenomen,
er 35 in de Pieterskerk werden gevon
den (waarvan o.a. 15 op of bij altaren,
6 in biechtstoelen, één onder de preek
stoel en één onder de vrouwenbanken)
dag van het „uitgaan" (het ontslag) der
meerderjarige verpleegden het glas met
het randschrift „Het groeyen en bloeijen
van Flora". Wanneer er aan de jongens
en meisjes eens in het jaar nieuwe bo-
venkleren werden uitgedeeld, schijnt het
bestuur ook al een maaltijd te hebben
gehouden; op twee verschillende boka
len ziet men een jongen met een broek
en een meisje met een rok in de hand.
Wanneer de echtgenote van een der
aanwezigen in „blijde verwachting was,
werd er op „Hansjen in den kelder"
gedronken; het glas met dit rand
schrift vertoont aan de ene zijde een
deftige dame in hoogst vreugdevolle
omstandigheden met een bloemtak in
de hand; aan de andere zijde een
roeibootje met een roeier en een
vrouw, die eveneens een bloem om
hoog houdt.
Wat deze afbeelding betreft weet
de geschiedschrijver te melden, dat
men indertijd in Amsterdam „om een
kind te halen" naar de Volewijk roeide;
elders spreekt men van „popp's roeien".
Ten slotte wijst het randschrift van
enkele fraaie exemplaren erop, dat het
slot van alle bijeenkomsten wel gevierd
zal zijn met „Een glaasie van Vriend
schap".
Behalve prachtige tinnen Flapkannen,
bierflessen en koelvaten, bezat het Wees
huis in vroeger jaren ook een rijk ser
vies van bont gekleurd porselein waar
van helaas nog maar enkele stuks zijn
bewaard gebleven.
IN 17DE EEUW HAD WEESHUIS
BEVOLKING VAN 700—900 PER
SONEN
Letten wij op de sterkte der bevolking
ln de loop der eeuwen, dan was volgens
Orlers het getal wezen, dat deze „in
richting" bezocht tot aan het einde der
16de. eeuw allengs gestegen tot 350,
om in het jaar 1640 plotseling op te
lopen tot rond 700, een getal, dat door
mr. Van Leeuwen in zijn „Besgrijving
van Leiden" nog met 200 werd aange
vuld. Sedert het midden der 19e eeuw
geven de jaarlijks uitgebrachte versla
gen meer houvast. Bij een gemiddelde
van 350 wezen in de eerste helft dier
eeuw, wijst het jaar 1855 een getal van
458 aan. Geleidelijk treedt dan, door
allerlei gunstige invloeden, een sterke
daling in, met het gevolg, dat in 1905
nog slechts 151 verpleegden in het
Weeshuis waren opgenomen. Vijf jaren
later was dit aantal reeds geslonken tot
Dame door tram
aangereden
Gistermiddag om 4 uur heeft op de
Hoge woerd een ernstige aanrijding plaats
gehad, waarbij een 67-jarige dame zeer
ernstig is gewond.
De dame kwam op haar fiets uit de
Veerstraat en reeds linksaf de Plantage
op in de richting Hoge Rijndijk. Te
zelfder tijd naderde uit de richting Ho-
gewoerd een stadstram. De bestuurder
van de tram trachtte door krachtig te
remmen een aanrijding te voorkomen,
doch tevergeefs. De dame werd door de
tram gegrepen en tegen de grond ge
slingerd. Zij werd met een schedelbasis-
fractuur, een linkerbeenbreuk en in
wendige verwondingen door de E.H.D.
naar het Academisch Ziekenhuis ver
voerd. Gisteravond was er nog levens
gevaar, doch hedenmorgen liet de toe
stand zich iets gunstiger aanzien.
Eerder op de middag, te 1.30 uur, had
op de Zijlsingel een ongeval plaats, dat
gelukkig veel minder ernstig is afgelo
pen. Een 7-jarig jongetje speelde op het
troittoir een partijtje badminton. Toen
het pluimpje een keer op de rijweg werd
geslagen liep de jongen, die in de De
Ruyterstraat woont, de rijweg op. Hij
botste daarbij tegen een wielrijder op.
Het jongetje liep een gecompliceerde
beenbreuk op.
97, terwijl de huidige bezetting rond de
25 ligt.
Uit de aard der zaak zijn in de loop
der jaren tal van verbeteringen inge
voerd, waarvan als één der belang
rijkste zeker moet worden genoemd
de afschaffing van het „uniform" in
1933, hetgeen maar al te zeer de we
zen in de maatschappij een afzonder
lijke groep deed vormen. Daarnaast
hebben opeenvolgende Colleges van
Regenten maar al te zeer begrepen,
dat ook aan de verstandelijke ont
wikkeling der aan hun zorgen toever
trouwde pupillen de nodige aandacht
moest worden besteed. Zo staan thans
alle mogelijke inrichtingen van on
derwijs voor hen open.
Doch niet alleen aan de verstandelijke
ontwikkeling wordt grote zorg besteed,
ook aan de noodzakelijke ontspanning,
waartoe vele wegen openstaan, wordt
gedacht, terwijl ten slotte de sfeer in
huis een belangrijk, zo niet het belang
rijkste, woordje medespreekt.
Ondanks het feit, dat aan het gebouw
vermoedelijk binnenkort een andere
bestemming zal worden gegeven, is
het „Weeshuis aan de Kerkgracht", in
een ver-verleden gebouwd en in de
loop der eeuwen geschraagd door de
liefde van velen, een sprekend bewijs
van het boven de poortingang in steen
uitgehouwen opschrift: „Godt is der
weesen helper".
de shag droogt
niet uit en blijft
altijd soepel en
vers
Het in Leiden opgerichte instituut voorziet
in een grote behoefte
Het exterieur van het Weeshuis
aan de Hooglandse Kerkgracht.
(Foto L.D./Van Vliet)
25 in de Hooglandse kerk, 24 in de
Vrouwenkerk, 9 in kloosters en hofjes
en 11 in gasthuizen.
SEDERT 1583 OP DE
HOOGLANDSE KERKGRACHT
Dat het hoog tijd werd de wezen een
ander onderdak te verschaffen blijkt uit
een mededeling van het gerecht, waarin
verhaald wordt, dat men bedsteden had
moeten uitbreken om de wandluizen te
verwijderen. In 1583 was het eindelijk
zover en kregen de verpleegden een on
derdak in het Vrouwengasthuis aan de
St. Pancras- of Hooglandse Kerkgracht,
dat nadien nog gedeeltelijk is vernieuwd
waarvan ook het jaartal 1607 boven de
huidige ingang van het Weeshuis ge
tuigt.
Van oudsher zijn de verpleegden op
verschillende dagen van het jaar op
de een of andere wijze onthaald, t.w.
mét Pasen, op Vastenavond, op room,
met wittebrood, een vleesmaaltijd in de
kermistijd etc. etc. Slechts twee oude
instellingen van deze aard zijn ook nu
nog van kracht: de uitreiking van Mei-
bollen en het Evenaersmaal. Zij spro
ten voort uit de volgende bepalingen;
„Omtrent den jare 1648 vermaakte ze
kere Isaak Jansz de Mey aan de Huis-
zittenarmen zijn gantsche nalaten
schap, mits alle jaren uijt te rijken aan
elk kint in het weeshuijs een tarwe
tuytbol", terwijl Pieter Evenaer, markt
schipper op Amsterdam, in 1725 een
testamentaire beschikking deed, uit
welker rente jaarlijks in Februari „alle
de kindere soo meysjes als jongens op
gebrade vleesch zullen moeten worden
onthaald". Op de 1ste mei en op een
zondag in februari is, met de beper
kingen of uitbreidingen, die de verschil
lende tijden en omstandigheden nodig
maakten of veroorloofden, aan deze be
schikkingen tot heden voldaan.
MEN DRONK O.A. OP „HANSJEN
IN DEN KELDER"
Ofschoon wij ons in het geheel niet
willen aanmatigen „volledig te zijn"
wij kunnen uit de interessante geschie
denis van het Weeshuis slechts hier en
daar een greep doen moeten wij U
toch ook nog iets vertellen van het
sierlijke glaswerk, met name de -gesne
den en gestipte- bekers, bokalen, wijn
kelken en wijnglazen, welke nog heden
ten dage uitgestald staan in de pronk-
kast van de zulk een bijzondere
sfeer ademende regentenkamer en die
in verleden tijd bij bijzondere gebeurte
nissen de ronde deden. Men kan zich,
bij de wapenschilden, de voorstellingen
en de opschriften, welke deze bekers en
glazen te zien en te lezen geven, de heil
dronken en „condities" voor de geest
brengen, die er, aan de maaltijden en
op de gedenkfeesten der „Heren Regen
ten" in de oude tijd mee werden inge
steld en uitgebracht. Bij de slacht (in
oude notulenboeken wordt gesproken van
Osjesmaal) kwam het glas met de woor
den ,,'t Groeyen en bloeijen van ossen
en koeijen" ter tafel; op de le mei, da<
Voor het in het Rijksmuseum van
Geologie en Mineralogie onlangs ge
vestigde Instituut voor Wetenschap
pelijk Onderzoek van edelstenen en
paarlen is een verantwoordelijke taak
weggelegd. In navolking van het bui
tenland zal dit instituut zich gaan
bezig houden met het onderzoek van
edelstenen, synthetische stenen en
paarlen. Uitgemaakt zal worden, welke
echte steen, welk synthetisch produkt
of welke imitatie ter identificatie werd
aangeboden. Na onderzoek wordt dan
een certificaat verstrekt.
Zoals bekend is dit instituut tot stand
gekomen door samenwerking van het
Ministerie van Onderwijs, K. en W.
enerzijds en de Federatie Goud en Zilver
anderzijds. Het is maar niet toevallig,
dat dit instituut, dat geen commerciële
inslag heeft, juist is ondergebracht in
't Rijksmuseum van Geologie en Mine
ralogie aan de Garenmarkt. Dit
museum, sinds 1820 in Leiden gevestigd,
geldt immers als de centrale weten
schappelijke instelling voor geheel Ne
derland op het terrein der geologische
wetenschappen
Naar verwacht mag worden zal het
instituut, dat juist dezer dagen is be
gonnen met het onderzoek van edel
stenen en niet doorboorde parels
de voor doorboorde parels benodigde
röntgen-apparatuur is nog niet aan
gekomen in een grote behoefte
voorzien. Waren juweliers en particu
lieren in het verleden voor een der
gelijk onderzoek aangewezen op Parijs
of Londen, thans kan dit in Leiden
geschieden, hetgeen een enorme kos
tenbesparing betekent en het risico
van diefstal tijdens het transport doet
verminderen. Het aantal stenen, dat
jaarlijks ter identificatie wordt aan
geboden, is groot. Alleen reeds in
Londen werden in 1955 in totaal
138.484 stenen en parels onderzocht.
Dr. P. C. Zwaan, directeur van het
instituut en sinds 1951 conservator voor
de afdeling kristallografie en mineralo
gie, die voorlopig nog alle onderzoekin
gen zelfstandig ter hand neemt, beoor
deelt het ter identificatie aangeboden
materiaal niet alleen op zijn hardheid,
doch speciaal ook op zijn optische en
fysische eigenschappen. In vele gevallen
duurt het onderzoek van een syntheti
sche produkt of een imitatie laftger, dan
dit het geval is met echte edelstenen.
Vordert een onderzoek in sommige ge
vallen slechts enkele minuten, het komt
ook wel voor, dat dr. Zwaan een dag
nodig heeft aleer hij alle kwaliteiten
van een steen of parel heeft vastgesteld.
Een identificatie wordt echter bevorderd
indien de steen los wordt aangeboden. Is
een onderzoek gereed, dan wordt iedere
steen echt of onecht ingeschreven
in de registers van het Instituut en een
certificaat afgegeven.
„VINGERAFDRUK" VAN
KOSTBARE STENEN
In het instituut is ook de mogelijkheid
aanwezig om van iedere steen een z.g.
„vingerafdruk" te maken, hetgeen in
geval van diefstal zeer belangrijk kan
zijn. Uiteraard wordt dit alleen maar
toegepast bij zeer kostbare stenen.
WAT KOST EEN ONDERZOEK
Hoewel, zoals gezegd, geen winstbejag
wordt nagestreefd, zijn aan een dergelijk
onderzoek, dat uitsluitend in het weten
schappelijke vlak ligt: de waarde van
een steen of parel wordt dan ook nim
mer opgegeven, kosten verbonden. Kos
ten, welke afhankelijk zijn van de aard
en het gewicht van de steen. Zo kost
om maar eens een voorbeeld te noemen,
het onderzoek van een diamant, robijn,
saffier en smaragd van een gram
(2\'z karaats) f. 5.voor overige edel
stenen en voor doorboorde parels van
1/4 gram (5 grein) bestaat een minimum
tarief van f. 2.50, terwijl dit voor niet-
doorboorde parels f. 5.bedraagt.
Voor dr. Zwaan, die met grote ambitie
dit wetenschappelijk onderdeel verricht,
is in zijn nieuwe functie een mooie en
verantwoordelijke taak weggelegd. Echt
of imitatie? Dr. Zwaan zal het U zeg
gen!
N.V. MACHINEFABRIEK
DEN HOLDER
Met het doel de fabricage van en de
handel in machines, apparaten, con
structiewerken, werktuigen, gereedschap
pen, motoren, onderdelen enz. is opge
richt de Machinefabriek Den Holder
N.V. alhier. Het maatschappelijk kapi
taal bedraagt f 1.000.000,— verdeeld in
12 prioriteits- en 988 gewone aandelen,
alle groot f 1.000.Geplaatst zijn alle
prioriteits- en 200 gewone aandelen, die
worden volgestort door inbreng van het
vroegere gelijknamige bedrijf en van
contanten. Directeur is de heer L. den
Holder, commissaris de heer J. C. Halm
mans de Jongh.
„KNIKKEBEEN" VERTROKKEN
Het kindercircus „Knikkebeen" heeft
vanmiddag zijn reeks voorstellingen
voor de Leidse jeugd afgesloten. Giste
ren werd met even groot succes als tij
dens de première de laatste avondvoor
stelling gegeven en vandaag de kaatste
middag. Sinds de vorige week maandag-
traden de jonge artiestjes niet minder
dan twintig keer op en wel voor onge
veer 4000 kinderen en ruim 600 volwas
senen. De grote tent aan de Du Rieu-
straat, die haar diensten goed bewezen
heeft, zal zo spoedig mogelijk worden
afgebroken.
Onze stadgenoot, de heer A. Dietz,
is geslaagd voor de akte NJ3. (timme
ren).
Benoemingen
Leidse Universiteit
Bij beschikking van de minister van
Onderwijs, K. en W. zijn benoemd: aan
de Leidse Universiteit voor het jaar
1957: tot wetenschappelijk hoofdambte
naar bij de inwendige geneeskunde L.
Kuenen, arts, thans wetenschappelijk
ambtenaar 1ste klasse; tot wetenschap
pelijk ambtenaar 1ste klasse: bij de
inwendige geneeskunde mej. J. C. Lor-
rier; bij de pathologische anatomie H.
C. M. van der Sloot, thans wetenschap
pelijke ambtenares; bij de theoretische
organische scheikunde J. H. Lupinski;
bij de algemene zoölogie P. J. van
Mullem, thans hoofdassistenten; tot
wetenschappelijk ambtenaar bij de heel
kunde B. E. de Groot, thans assistent.
Gerekend van 1 januari 1957 tot we
tenschappelijk hoofdambtenaar in vaste
'dienst bij de parasitologie dr. J. J. Laar
man, thans wetenschappelijk ambtenaar
lste klasse in tijdelijke dienst; tot
wetenschappelijk hoofdambtenaar A in
t ijdelijke dienst bij de inwendige ge
neeskunde, voor het tijdvak van 1 mei
1957 tot en met 30 april 1958, jhr. dr. J.
de Graeff, thans wetenschappelijk
hoofdambtenaar; tot wetenschappelijk
hoofdambtenaar A in tijdelijke dienst
bij de thoraxchirurgie, voor het tijdvak
van 1 juli 1957 tot en met 30 juni 1958,
dr. J. Nauta, thans wetenschappelijk
hoofdambtenaar.
Met ingang van 1 september 1957 is
benoemd tot wetenschappelijk hoofd
ambtenaar in vaste dienst bij de genetica
mej. dr. J. C. Sobels, onder toekenning
van gelijktijdig ontslag als wetenschap
pelijk ambtenaar lste klasse bij de al
gemene plantkunde aan de Rijksuniver
siteit te Utrecht.
Voor het tijdvak van 1 juli 1957 tot
en met 30 juni 1958 zijn benoemd: tot
wetenschappelijk ambtenaar lste klasse
bij de faculteit der godgeleerdheid dr.
K. H. Roessingh, thans wetenschappelijk
ambtenaar; voor het tijdvak van 1 sep
tember 1957 tot en met 31 augustus 1958
tot wetenschappelijk hoofdambtenaar bij
de faculteit der rechtsgeleerdheid mr.
M. H. van der Valk, bijzonder hoogle
raar vanwege het Leids Universiteits
Fonds; tot wetenschappelijk hoofdamb
tenaar A: bij de pathologie dr. P. van
Duyn; bij de anorganische scheikunde
dr. W. L. Groenebeld; bij de historische
geologie en paleontologie dr. A. Brou
wer, thans wetenschappelijke hoofdamb
tenaren; tot wetenschappelijk hoofd
ambtenaar: bij de cardiologie H. Hart
man; bij het Rijksherbarium dr. R. C.
Bakhuizen van den Brink; bij de orga
nische scheikunde dr. S. J. Roorda; bij
de experimentele dierkunde dr. J. J. A.
van Iersel, thans wetenschappelijke
ambtenaar lste klasse; tot wetenschap
pelijk ambtenaar lste klasse: bij de
keel-, neus- en oorheelkunde A. Spoor;
bij de geologie en mineralogie H.
Koning; bij de bibliotheek: mej. W. A.
Flinterman, thans wetenschappelijke
ambtenaren.
EcM al ImitatieOfc E. CZwaan tijdens het onderzoek.
(Foto WWan Vkefc)
NIEUWE UITGAVEN
Bij de N.V. Uitgevers-Mij. Kluwer te
t Deventer is verschenen het Autotypen-
j boek 1957 samengesteld door Piet Oly-
slager. De aard en indeling zijn zodanig
gekozen dat de belangrijkste gegevens
van de in Nederland en België op de
markt zijnde personenwagens van dit
jaar met één oogopslag gevonden kun
nen worden.
Concertreis familie Engel
bracht f 12.000 op
De concertreis van de muzikale fami
lie Engel uit Reutte in Tirol, ten bate
van de bouw van een Evangelische Kerk
in dit Oosenrijkse dorpje, heeft in totaal
f. 12.000 opgeleverd. Zoals bekend bracht
het in juni in Leiden gegeven concert
netto ruim f. 1500 op.
Voor de predikant van de Evangeli
sche Gemeinde te Reutte, Pf. Gottfried
Fries, betekende de thuisreis echter een
ernstige schaduw op de mooie concert
reis, die ook hij meemaakte. Bij Darm
stadt werd hij n.l. op de Autobahn aan
gereden, waardoor zijn auto volkomen
verloren is gegaan. Hijzelf is er gelukkig
goed afgekomen.
Welk een geweldige handicap het ver
lies van zijn auto voor deze dominé be
tekent laat zich gemakkelijk begrijpen,
als men weet, dat hy een gebied te be
werken heeft tweemaal zo groot als de
provincie Utrecht.