DE GEELHALS-PICATH ARTES VOOR HET EERST GEVANGEN EN GEÏMPORTEERD WIJ WAREN begonnen met onze jachtexpeditie in het noorden van Sierra Leone, dicht bij de grens van Frans-Guinea. Ons hotel letje stond op een kilometer of drie afstand van het belangrijkste dorp in het gebied. Zodra wij onze bedden en klamboes hadden opgesteld, gingen we langs een nauw pad door de wildernis, naar het dorp. Ik worstelde- mij door een bosje olifantsgras en toen ik dit verliet, stond daar op een paar meter van mij af een reusachtige Afrikaanse krijger. HU draaide zich snel om en keek mij ietwat verschrikt aan. Toen bracht hij een reusachtig geweer aan zijn schouder. Een oorverdovende ex plosie volgde. Nog vóór ik de tijd had om te zien, wie van mijn tochtge noten dood of gewond ter aaarde lag, klonk er uit het dorp een schot ten antwoord. En meteen hoorde ik ook trommels en zingen. ZATERDAG 27 JULI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Nest op rotsblokbewoond door gevaarlijke duivel Kikkers, kikkers en nog eens kikkers David Atfcenborough ver telt in dit artikel een aantal amusante en be langwekkende dingen over een onbloedige dieren- jacht in de oerwouden van Sierra Leone. De jacht werd een groot succes! Ik was bezig om Afrikaanse muziek vast te leggen in een dorpje in het hoge noorden van Sierra Leone. Ik herinner mij nog goed, hoe ik dacht, dat die Afrikaanse muziek precies zo klonk als ik mij' had voorgesteld. Maar het oerbos rondom het dorp leek hele maal niet op het oerbos mijner verbeel ding! Ik zag geen apen in de bomen, geen krokodillen of nijlpaarden in de rivieren. Ja, de wildernis scheen geheel gespeehd te zijn van leven. Dat was niet bemoedigend, vooral niet, omdat het doel onze expe ditie was, dieren te vangen voor de Londense Dierentuin. Heel spoedig leerde ik echter, dat je nooit dieren vangt, als je zo maar door de wildernis trekt. De enige verstandige manier is de inheemse Afrikaanse jagers om raad en steun te vragen. Zij zijn het, die je kunnen vertellen, waar en wanneer je een dier, welk ook, kunt gade slaan en eventueel vangen. Daarom was het eerste wat we deden, telkens als we in een district aankwamen, een praatje te maken met het plaatselijk opperhoofd en hem dan om hulp te verzoeken. PATRONEN IN TREK! Veel begreep ik van dit alles niet. Bovendien was ik niet erg op mijn gemak. Doch nog vóór ik besloten had wat te doen, kwam de zwarte muske tier naar mij toe en zei hij snel iets in gebroken Engels. De enige woor den, die ik verstond, waren „Uwe Ex cellentie". Wel tien, twaalf maal her haalde hij deze twee kreten. Toen be gon het te dagen in mijn brein. Men had ons in het dorp gehouden voor het gezelschap van de gouverneur, die een rondreis maakte door het protec toraat. WU keken allemaal wat ver bouwereerd. Doch gehandeld moest er worden, want reeds naderde een plech tige optocht uit het dorp. Voorop liep het Opperhoofd. Tamboers en zangers volgden hem. Ik haastte mij, de zwarte musketier duidelijk te maken, dat wij niet het officiële gezelschap van de gouverneur waren. Ga zei ik en maak dit bekend aan uw Opperhoofd! De man snelde heen. Wij volgden langzaam, zo waardig mogelijk. Ge makkelijk was dit niet, want de brug naar het dorp was gevlochten van lianen en schommelde bedenkelijk. K HAD GEHOOPT, dat er aan hei [zingen, trommelen en dansen eei einde zou zijn gekomen, toen wi in het dorp aankwamen. Maar het i; blijkbaar gemakkelijker om zo'n ont vangst te ontketenen dan hem tt stoppen. Zo gebeurde het, dat ik ge noodzaakt was om in een hels lawaai het Opperhoofd uit te lggen, hoe de vork aan de steel zat. „WU bedroefd zUn groot", zei ik in gebroken En gels. .maar grote heer hü nog niet is gekoom, wij zijn man klein. WU komen lang, lang pad om te zien U. Wy willen niet maken palaver, nee. WU U breng mooi versiering, ook pa tronen heel veel. Maar wU terugkom, want wU weet, dat vandaag U groot palaver heeft met gouverneur. WU terugkom om U patroon te geef." Het opperhoofd zag mU aan zonder een spier te vertrekken en zonder enige uitdrukking op zijn gezicht. Het lawaai hield op ten teken van eerbied voor de op handen zUnde vorstelijke uitspraak. Na vele seconden zei hy: „Neen. Ik ga neem patronen nou". En we waren zo goed niet of we overhandigde hem onze geschenken Wij gevoelden ons wel een beetje voor de gek gehouden. Maar ja, patronen zijn in de wildernis zeer gevraagd! DIEREN KOMEN. TOEN we een aantal van deze be zoeken aan opperhoofden hadden gebracht begonnen de dieren binnen te stromen. Eekhoorntjes, ka meleons, een jonge chimpansee, vogels en vele andere viervoetige of geve derde wildernisbewoners Er waren echter ook soorten, die de Afrikanen niet voor ons vingen. Aan slangen heb ben zij blUkbaar een hekel. Ik ook. Gelukkig was Jaca Lester (de leider van onze expeditie) een slangendes- kundige, want hU is curator van het reptielenhuis in de Londense Dieren tuin. Al spoedig had hU zowel by de Afrikanen als bU ons de reputatie van een tovenaar te zyn, zo behendig was hU, als het er om ging, slangen, ook zeer giftige, te vangen. WU verlieten tenslotte het noorden van Sierra Leone na een mooi afscheidsfeest. Op onze vrachtauto bevonden zich, behalve onze bagage, manden vol kronkelende slangen, dozen vol hagedissen, blikken met kikkers en vissen, kooien vol vo gels en bovendien een jonge chimpan see, die naast de chauffeur op mUn schoot zat. We gingen naar het zuidwesten. Daar hoopten we het grote doel van onze tocht, de vangst van een Geel- hals-Picathartes, te verwezenlijken. Deze vogel is heel zeldzaam en bo vendien geheimzinnig. Slechts een Het hoofddoel van dt geneie expeditie: een jong. kaalhoofdig exemplaar van de Geelhals- picathartes. HET DUIVELSNEST. WLJ GINGEN DUS naar de streek, w^ar Jack de vogel had waargenomen. Iedere Afri kaanse jager, die we tegenkwamen, toonden wij een tekening van de picathartes. Na veel zoeken en vragen Ons eerste bezoek gold het opperhoofd teneinde zijn medewerking in het wild te roepen voor het opsporen van Met geschenken en goede woorden slaagden wy er ten slotte toch in, voldoende mannen bijeen te krijgen om met ons naar het „duivelsnest" te gaan. De tocht was verre van gemakke- lUk. Uren lang trokken wU door een welhaast ondoordringbare wildernis tegen een heuvel op. Er waren plan ten met bladeren zo scherp als scheer messen en stekels zo scherp als naal den. En toen we eindelijk de nestel plaats bereikten, was het décor zo dramatisch als ik maar kon wensen. Het rotsblok was hoger dan 20 meter en reikte tot boven de boomtoppen. Tegen een der hellingen vonden we drie nesten. Twee hiervan waren leeg, doch in het derde lagen twee warme eieren. Wy maakten een schuilplaats. Zes weken lang betrokken wU die schuilplaats zo nu dan om de vogels gade te slaan en te filmen. TOEN ik, vóór wy Engeland ver lieten, de tekeningen van de vogel had bekeken, vond ik hem echt lelUk. Ja, ik vroeg mU af, of zo'n kost bare en moeizame expeditie niet een te hoge prUs was voor zo'n vogel? Doch toen ik het dier in de wildernis zag, oordeelde ik anders. De geelhals- picathartes is ongeveer zo groot als een kraai. De rug is lei-grUs. De buik is crême-kleurig. De staart is lang en zwart. Het meest opvallende deel van de vogel echter is zijn kale kop. Denkt U echter niet, dat die kaalheid on prettig aandoet, zoals bU een gier. De kop is namelijk citroen-geel van kleur. Boven op de kop bevindt zich een zwarte „lap", die beide oren bedekt. De vergelijking met een oude dame met een badmuts op het hoofd drong zich onwillekeurig aan mU op, toen ik de vogel voor het eerst gadesloeg! De poten van het zeldzame dier zUn lang, hetgeen hem op de grond te stade komt. KIKKERS, KIKKERS! p J IJ volgden met grote aandacht \J\/ de ontwikkeling der jonge vo gels, nadat de eieren waren uit gekomen. En toen zU eenmaal geheel het kuiken aan. In een ommezien verdween het kikkertje in de vogel maag. Toen gingen we op de kikker jacht. Na en half uur haJdden we er twintig gevangen en ons kuiken vrat ze allemaal op. De oplossing van het raadsel was gevonden! Vier maaltijden per dag en twintig jonge kikkers per maaltyd, dat was de op lossing. De kikkerjacht hield enige leden van onze expeditie de gehele dag bezig. Na een week was de kikkerbevolking in de buurt aanmerkelijk uitgedund. Reeds werden er plannen gemaakt om nieuwe kikkerjachtgronden ten be hoeve van onze picathartes op te zoe ken, toen het Alf Woods, de hoofdop passer van het vogelhuis in de Lon dense Dierentuin, gelukte om de kik kermaniak te bewegen, een paar meel- wormen en wat fyn gehakt vlees te verorberen. Geleidelijk aan vervingen we toen de kikkers door andere spij zen. Toen we aan boord gingen, had onze kostbare vogel zijn vroegere hartstocht voor kikkervlees geheel ver geten. En thans woont hij, met vele andere wildernissen, die wy vingen, vredig en wel in de Londense Dieren tuin. Onze Picathartes met de gele hals is de eerste van zijn soort, die ooit door blanke handen werd gevangen. (Nivano - Nadruk verboden) VARIA In het gebouw van de B.B.C. stapelen zich de pakjes met gebroken glazen nog steeds op. Oorzaak? Een expe riment van de T.V.-afdeling dat niet helemaal is geslaagd. De aperazan- geres Victoria Elliot zou proberen vier drinkglazen aan diggelen te zingen door een bijzonder hoge noot. Zij deed heel erg haar best. maar de glazen in d estudio gaven geen rkimp. Echter wel die in de diverse huiskamers in den lande. Vandaar die pakjes, veelal vergezeld van boze brieven. In de dichte oerwouden van West-Afrika leeft een geheim zinnige vogel. Slechts zes blan ken hadden hem ooit gezien. Dat wisten we. Toen besloten wy om een exemplaar voor de Londense Dierentuin te be machtigen. ontdekten we ene man, die ons ver telde, niet alleen te weten, waar de vogel te zien was, doch tevens, waar hij nestelde. We hadden reeds een voorstelling van zo'n nestplaats, om dat een neefje, de Grauwhals-Pica- thartes, in 1948 door Cecil Webb in Kamerroen was gevangen. Het nest van de grauwhals was gemaakt van leem, dus zoals een zwaluwnest, en was een voet lang. Zo'n nest werd als het ware vastgekleefd tegen een der reusachtige granietblokken, die half overwoekerd door de plantengroei, verzonken liggen in de wildernis. Onze Afrikaanse jager vertelde ons, dat ook de Geelhals-picathartes zo nestelde. Maar hjj had helemaal geen lust om ons de weg te wyzen of met ons mee te gaan. Na enige praten kwam het hoge woord er uit: de granietblokken, waaraan de nesten zyn vastgehecht, worden bewoond door eenogige, eenbenige, lange, dikke duivels, die uiterst gevaarlijk zijn (menen de Afrikanen). In de veren zaten en op het punt stonden om uit te vliegen, vingen wij er een. Toen bleek ons, dat de ont dekking der vogels en het vangen van het kuiken by verre het gemakke lijkste deel van onze expeditie waren geweest. Na de vangst hadden wij namelyk de interessante, maar uiterst moeilijke taak om het dier te leren eten in gevangenschap, anders gezegd: om het te wennen aan het voedsel, dat in Londen en vooral ook tijdens de zeereis beschikbaar zou zijn. Wy pro beren het met alles met sprinkha nen en krekels, met stukjes vlees, rne't vruchten maar het dier vrat niet en werd met de dag zwakker. Ja, het kwam zover, dat we op een goede dag vreesden, dat het diertje de volgende ochtend niet zou halen. Maar des an deren daags leefde het nog. Toen we Jack Letter en ik wat rond- kuierden, zag Jack een kleine kikker, ter grootte van een kwartje. Zou ons kuiken dat kikkertje eten? Jack ving de kwaker en bood hem Bruggen in het oerwoud zijn niet zo gemakkelijk be gaanbaar als in de stad half dozyn Europeanen had de vo gel gezien in de wildernis en nooit nog had een Europeaan zyn nest gevonden. Toch hadden wy goede hoop op succes, omdat Jack Lester de vogel had gezien, toen hy enige jaren geleden in Sierra Leone ver toefde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 14