TUIN
IN KAMER EN
350 Spoorwagens smokkelden „Fokker-
Aeroplanbau in 1919 naar Nederland
HET ZWARTE ROODSTAARTJE
ZATERDAG 20 JULI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2
Zelfportret van een luchtvaartpionier (IV en slot)
Nederlandse vliegtuigfabriek leverde
toestellen aan de gehele wereld
Kijkjes in de Natuur
toen hij op zijn vliegtuig een machine
geweer monteerde, dat syncroon
werkte met de propeller, zodat de ko
gels de propellenbladen niet konden
beschadigen, maar er juist tussendoor
vlogen. Deze vinding was van zo groot
belang voor de oorlogvoering, dat de
Fokker-Aeroplanbau werd overstroomd
met bestellingen. In de Jaren 1914 tot
1918 werden 7600 vliegtuigen aan de
Duitse luchtmacht afgeleverd.
Het gedesorganiseerde, na-oorlogse
Duitsland van 1919 trok Fokker niet
meer aan. Bovendien wenste hjj
terug te keren naar zijn vaderland,
omdat hij zich toch vóór alles Ne
derlander is blijven voelen, ook al
had men hier te lande tot dan toe
nog vrijwel geen belangstelling voor
zijn produkten getoond.
Maar Duitsland wilde hem niet
laten gaan. Op alle mogelijke manie
ren werd zijn vertrek tegengewerkt,
zodat Fokker zijn toevlucht moest
nemen tot een stunt: in 350 her en
der bijeengeschraapte spoorwagons
waarvoor heel wat steekpenningen
moesten vloeien, smokkelde hU zijn
gehele fabriek de grens over, met in
begrip van 120 nagenoeg afgebouwde
D-VII's en rond 400 motoren. Hij
zelf kwam langs andere wegen in
Amsterdam, een deel van zijn ka
pitaal. verzilverd in alle valuta die
hij maar had kunnen vinden, werd
in een koffer aan boord van rijn
eigen jacht overgebracht. Om diplo
matieke redenen is er destijds en
ook later over deze vlucht weinig
gezegd of geschreven.
FOKKER was niet van plan hier
onmiddellijk opnieuw met zaken
te beginnen. Hij had trouwplan
nen en wilde een huwelijksreis om de
Om aan Ie tonen, dat zijn machinegeweer inderdaad juist
tussen de propellerbladen door schoot, monteerde Fokker op
een demonstratietoestel een witte houten schijf. De kogel
gaatjes toonden aan, dat hij de waarheid sprak!
wereld maken. Het is echter anders
gelopen. Albert Plesman bereidde zijn
ELTA (Eerste Luchtverkeers Tentoon
stelling Amsterdam) voor en Fokkers
hart trok te zeer naar de vliegery dan
dat hy daar afzijdig van zou kunnen
blyven. Voor hij het wist zat hij weer
volop in het bedrijf. Hij ging een fusie
aan met de kwijnende vliegtuigenfa-
briek „Trompenburg" en vestigde en
kele maanden later de Nederlandse
Vliegtuigenfabriek Fokker in de leeg
gekomen ELTA-hallen.
De naam Fokker werd in de lucht
vaart een grote naam. Voor vele vluch
ten, die luchtvaartgeschiedenis maak
ten. koos men de Fokker-vliegtuigen.
Het was een Fokker F VII, waarin
de eerste vlucht AmsterdamBatavia
werd volbracht in nov.dec. 1924;
met een Fokker C V (op ski's) werd
generaal Nobile gered na diens mis
lukte Noordpooltocht met het lucht
schip „Italia" in juni 1928; admiraal
Byrd vloog in een driemotorige Fok
ker naar de Noordpool en maakte er
een oceaanvlucht mee van de V.S.
naar Frankryk in 43 uur; het was
een dergelijk Fokkcrtoestel, waar
mee Kingsford-Smith in 1928 zijn
vlucht om de wereld volbracht. De
beroemde „HollandJavalijn" van
de K.L.M. werd tot ver in de der
tiger jaren uitsluitend met Fokkers
gevlogen.
IN december 1939 is Anthonie
Fokker te New York. waar hij toen
al geruime tijd woonde, overleden
In februari 1940 werd hij te Wester-
veld begraven.
Zijn fabriek, inmiddels „Koninklijk"
geworden, bleef bestaan. Haar jongste
produkt, slank en glanzend en in niets
meer vergelijkbaar met die eerste Fok
kers. draagt, door de moderne schroef-
turbines gedreven, de naam van Ne
derlands geniaalste vliegtuigconstruc
teur opnieuw uit over alle werelddelen:
Fokkers Friendship".
Wat een weelde van bloemen in uw
tuin? Zo kan het tenminste zijn. doch
helaas is dit niet altijd het geval. Er
moet zorg aan uw bloemen en planten
besteed worden en u moet steeds zien
verbeteringen aan te brengen. De uit
gebloeide bloemen moeten zo snel mo
gelijk verwijderd worden: ze ontsieren
uw tuin niet alleen, doch ze gaan la
ter zaad vormen en daar heeft u hele
maal niets aan. Dat vergt zo veel van
him kracht, dat ze vergeten nieuwe
bloemknoppen te vormen.
Heeft u veel ruimte in uw tuin? Dan
moet u aanstaande herfst daar eens
een enkele Berenklauw of Heracleum
poten: zo op het eerste gezicht doet
dat enorme bloemscherm wel een beet
je aan het bekende fluitekruid den
ken. doch u ziet toch direct wel. dat
er een aanmerkelijk verschil is: de
bloeiwijze is niet alleen veel mooier,
doch ook veel groter en ook de blade
ren zijn enorm. Als deze plant het
naar haar zin heeft, kan ze gemakke
lijk een hoogte van twee meter berei
ken. In zeer beschutte tuinen kan ze
het wel zonder stok stellen, doch om
alle risico te vermijden verdient het
toch wel aanbeveling haar een beetje
te steunen. Deze plant moet dus over
een flinke ruimte kunnen beschikken.
Wie er voor voelt meer exemplaren
aan te planten, zal ze zeker een onder
linge ruimte van ongeveer èèn meter
moeten geven.
Ook al bloeien uw struikrozen dat
het een lieve lust is; het verdient toch
aanbeveling hun eens een lichte over
bemesting te geven. De bekende roze
tuin- en gazonkorrelmest kan men
voor dit doel heel goed gebruiken. De
rozen gaan nu steeds voort met het
vormen van nieuwe bloemknoppen. Er
mag dus ook van uw kant best eens
iets tegenover staan en dat kunt u dan
doen door middel van die bemesting.
De klimrozen zullen steeds aangebon
den moeten worden: het is verkeerd
dat groene scheuten blijven slingeren:
ze hebben echt uw hulp wel nodig. De
strijd tegen het onkruid moet steeds
voortgezet worden: schoffel bij zonnig
weer zo veel mogelijk ,dan kan er heel
wat onkruid opgeruimd worden. De la
thyrus staat nu in volle bloei en het is
zaak die bloei in stand te houden. Dat
kunt u alleen maar bereiken door zo
veel mogelijk bloemen te snijden; hoe
meer gesneden wordt, des te meer
nieuwe bloemstengels zullen zich vor
men. Zet die lathyrusbloemen vooral
niet te diep in het water; het is al
voldoende indien ze drie centimeter
diep staan .Dit dus geheel in tegen
stelling tot de meeste andere bloem
soorten. die wel graag wat diep in het
water staan.
O. KROMDIJK
De Heracleum of grote beren klauw in volle bloei.
Een Fokker D VIIhet toesteldat tijdens de eerste wereldoorlog werd gebouwd en waar
van er 120 in spoorwagons naar Nederland werden gesmokkeld.
Anthony Fokker zou graag hebben gezien, dat zijn vader mede
firmant van zijn bedrijf was geworden. Dat zou hem nieuw kapitaal
hebben verschaft en daarmee ruimere armslag om zijn niet geringe
plannen te kunnen verwezenlijken. Herhaaldelijk deed hij dan ook
verzoeken in die richting, maar de rentenierende planter in Haarlem
voelde er niets voor.
Op 30 september 1912, toen zoonlief een nieuw verzoek om geld
had gedaan, schreef hij hem een brief, die aan duidelijkheid niets te
wensen liet.
..Waarde Ton,
Het doet me veel genoegen dat het
zoo goed gaat nu in alle opzichten.
Ook dat ge nu eindelijk kunt wijzen
op leerlingen die hun brevet hebben
gehaald. Ik heb je maar niet gewaar
schuwd (want dat sprak vanzelf) dat
ge te zorgen had voor nieuw kapitaal
tegen de tyd dat ge het door mij ge
stelde maximum van f 50.000.— zoudt
verbruikt hebben. Als je begreep wat
het woord maximum beteekende.
Zooals ik verwachtte ben ik vereerd
met een langen brief met de gewone
klacht over te weinig kapitaal en de
mededeeling, dat je weer dadelijk ik
weet niet meer hoeveel duizend Mar
ken moest hebben. Dit laatste liet
me volkomen koud omdat ik. niets
van je zaken ooit vernomen hebbende,
niet kan beoordelen of dit oin orde
wasen omdat er een maximum be
paald is.
Nu krijg ik bericht van de Bank,
dat je beschikt hebt over het maxi
mum. waaruit volgt dat de f 50.000.-
verbruikt zyn en de Bank geen geld
meer verstrekt.
En ik natuurlijk evenmin. Dit be
doelde ik toen ik begon met te bewee-
ren, dat ge 't woord maximum niet
schynt te begrypen. Je naïeve rede
neering dat ik toch gedwongen zou
zijn altijd maar door te fourneren om
het reeds verstrekte te redden is to
taal mis. Herhaaldelijk krijk ik aan
biedingen om in allerlei zaken mee
te doen. Ik wil echter geen zaken meer
doen.
Als je begrip had van zaken, zou je
weten dat alle zaken mis kunnen gaan.
Als ik nu zo dom was jou dóór te
fourneren tot byv. de helft of drie
kwart van mijn vermogen in jouw zaak
stak en jouw zaak ging over den kop.
dan zou ik niet alleen honger kunnen
gaan lijden of een baantje(i) zoeken
op mijn ouden dag. maar ik heb ook
nog een vrouw en dochter, die ook in
den val medegesleept worden. Ik zou
dus misdadig doen als ik hun toe
komst in gevaar stelde voor jouw
plezier.
Als ik nu wil nagaan, hoeveel jouw
zaak waard is. zou ik behalve de
waarde van de inventaris ook moeten
weten, wat er nog meer in die zaak
steekt dan de halve ton die ik ver
strekt heb. Daar komen toch de ver
kochte machines bij (volgens Haller
vyf voor plm. 90.000 Mark), het leer
geld der leerlingen (ik heb geen notie
hoeveel er geweest zijn en hoeveel die
betaald hebben). Als er dus een N.V.
wordt opgericht, is m.i. 100.000 Mark
voor jouw als inbrengsom veel te
weinig, want er is verwerkt pl.m. 90.000
Mark van mij en meer dan 90.000 aan
verkochte vliegtuigen
Daarbij is het risico voor het nu in
een N.V. te steken kapitaal niet te
vergelijken met het risico, dat ik heb
geloopen, altijd in de veronderstelling
dat jij niet meer vliegt, maar laat
vliegen. Er moet een eind komen aan
bravoure-stukjes om de éénige te zijn
die bij ruw weer op durft stijgen, want
dat is allemaal heel mooi voor den
roep der Fokker-eindecker. maar op
een goeden dag breek je er den nek
door en wee dan de aandeelhouders in
jouw N.V.".
TOT zover de bewaard gebleven
correspondentie van Fokker.
Men weet dat hy geen eind
maakte aan de bravourstukjes". die
zijn vader hekelde. Hij bleef doorgaan
met vliegen en experimenteren, zyn
toestellen steeds vervolmakende.
Men weet ook dat zijn rijzende ster
een omhoog-flitsende komeet werd
van ver zijn te herkennen. Bij het
neerstrijken op een hek of op een
paaltje, maar ook bij de geringste be
weging, maakt hun staart een heel
lichte trilling. Zelfs de nestjongen doen
reeds mee aan dat staartgetril.
DEZE zwarte roodstaart nu heeft
een bijzondere voorliefde voor
fabrieksgebouwen. Ik ken in mijn
omgeving verscheidene van die stenen
gevaarten met hun regelmaat van
puntdaken en ramenrijen, waar ik
steevast zijn nietige figuurtje kan vin
den. een klein donker stipje, dat nog
zingt ook. Boven het geraas en geblaas
uit. Mooi is die zang niet. Het is een
onbetekenend liedje, soms zacht flui
tend voorgedragen, maar meestal ein
digend in een hees gebrabbel.
Hoe zou zo'n diertje aan de kost
komen? Wat is daar tussen en boven
al die muren voor eetbaars te vinden?
Blijkbaar valt dat nogal mee, want we
zien het kleine ding telkens in duik
vlucht naar beneden schieten, waar
altijd wel iets ronddwarrelt. Een vlin
dertje. een vliegje en boven de fa-
brieksvijvers de dansende muggen, die
door het rappe ding eventjes uit de
lucht worden geplukt, waarna het vlie
gensvlug zijn verheven zitplaats
staarttrillend weer inneemt.
Jonge roodstaarten zyn alleraardig
ste diertjes, die op een fabriekshek
zwijgzaam en rustig zitten te wachten,
tot hun ouders met wat luisjes of
kleine groene rupjes komen aandra
gen, die ze, joost weet waar. ergens
hebben weggepikt.
In het westen van ons land ls de
zwarte roodstaart een weinig voorko
mende broedvogel. Toch moeten zij. die
daar wonen, eens naar hem uitkijken.
Zijn hese hakkelende geluidje zal U
wel de weg wijzen!
SJ. VAN DER ZEE.
^3\-v>cwwitvee
wonen, in straten waar geen enkele
boom is te bekennen, waar alleen maar
huizen zyn, huizen met ramen en
deuren en daarboven weer ramen,
enige verdiepingen hoog. Straten als
woestijnen van steen, waar ternauwer
nood levensmogelijkheid is voor een
alledaagse mus. Om van de kinderen
ln die straten maar te zwijgen.
Maar, het klinkt misschien wat
vreemd, die vogelarme buurten hebben
soms toch nog wel hun trouwe bewo
ners uit de vogelwereld. Ik denk aan
de merelnesten, die ik heb gezien op
vergeten afvalhoeken van fabriekster
reinen, waar je toch waarlyk geen die
renleven zou verwachten. Ook de huis
zwaluwtjes (blauw wit, met witte stuit-
vlek aan de staart) zijn heus niet zo
kieskeurig in de keuze van een nestel
plaats.
DE afbeelding van vandaag toont U
nog een ander Nederlands vogel
tje, dat een speciale voorkeur
schijnt te hebben voor fabrieksdaken
en schoorstenen. Het is de zwarte
roodstaart, een fijn vogeltje, een in-
sectenetertje, dat in maart van z'n
lange reis terugkeert naar de grauwe
steenmassa's, de blazende, gonzende
fabriekscomplexen van de grote steden,
hoewel het diertje zich natuurlijk ook
wel in oude stille tuinen en boomgaar
den thuis voelt.
De zwarte roodstaart ontleent zijn
naam aan twee bijzonderheden: hij is
in hoofdzaak donker grijs tot zwart
van kleur, waartegen een witte vleugel-
vlek duidelijk afsteekt. Voorts is de
staart roodbruin aan zijn basis, het
geen vooral in de vlucht goed is te
zien.
Alle roodstaarten (er is n.l. ook nog
een gekraagde roodstaart, die over
meer kleuren beschikt) hebben een
eigenschap gemeen, waaraan zij reeds
MENIGEEN, die gewend Is de
vogels uit zijn stad of streek
waar te nemen, zal het wel eens
zijn opgevallen, dat vogels zo honkvast
zyn gedurende hun zomerverblijf.
Ieder voorjaar, iedere zomer ver
schijnen ze op dezelfde plek, waar men
ze het voorafgaande jaar of zelfs enige
jaren tevoren ook al aantrof. Wie daar
op gaat letten zal tot een soortgelijke
ontdekking komen. Wat mjj zelf be
treft, ik ken zoveel plekjes in mijn
omgeving, waar ik altijd en al jaren
achtereen dezelfde soort vogels aan
tref en dat gebeurt met zo'n vaste
regelmaat, dat ik me er niet eens meer
over verbaas. Boven aan de glooiing
van een korenveld, waar enige paden
samenkomen, kan ik iedere zomer
rekenen op een paar stoeiende kwik
staarten, op een hek in een bepaalde
straat zitten steevast jonge roodstaar
ten met hun helder bruine trilstaar-
tjes, de grasmus zal ik steeds in een
kreupelhoutbosje op het draad van
een weidehek vinden, waar zijn kort
krasserig liedje hem al van verre ver
raadt. Een zingende heggemus passeer
ik in de maanden mei en juni dagelijks
en op een vaste tijd (zijn nest is intus
sen door een liefhebbend jongmens
verstoord), de zanglijster heeft zijn
plaats in de top van een vaste boom,
vanwaar hij de mensen met zijn heer
lijk geluid verkwikt en zo kan ik door
gaan, want de rij is nog lang niet ten
einde. Ik zou al die vaste zitplaatsen
van die gezellige zangers wel ln kaart
kunnen brengen, maar ik zal wel wijzer
zijn. Vanwege die liefhebbers!
DEZE gehechtheid van zangvogels
aan een vast broedgebied maakt,
dat ik de dagelijkse plicht van
vier maal een zelfde weg te moeten
fietsen, helemaal geen straf vind. Want
zonder dat je het je bewust maakt,
vang je toch altijd iets op van dat
vogelleven en dat geeft aan die dage
lijkse fietsplicht steeds een beetje
kleur. Nu weet ik wel, dat er mensen
zyn, die nooit iets zien en nooit iets
horen, maar dat ligt dan aan hen zelf.
Een uitzondering moeten we maken
voor degenen, die in een grote stad