Lucy B. en C. W. van der Hoogt-prijs voor prof. dr. Jacob Presser Het Toonkunstkoor zong werken van Carissimi, Bach en Bruckner Boekeniveekgesclienk 1957 De nacht der Girondijnenopnieuw onderscheiden Enthousiast musiceren ondanks een snikhete temperatuur Bewogen vertolking Mis in D hoogtepunt ?8ste jaargang Maandag 8 juli 1957 Tweede blad no. 29180 Maatschappij der Nederlandse Letterkunde B. Bittremieux kreeg Dr. Wijnaendts Francken-prijs Overeenkomstig het voorstel heeft de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in haar zaterdag in het Leidse Academiegebouw gehouden ver gadering de Lucy B. en C. W. van der Hoogtprijs toegekend aan prof. dr. Jacob Presser voor zijn novelle ,,De nacht der Girondijnen", die verschenen is als boekenweekgeschenk 1957. De Wijnaendts Franckenprijs werd toegekend aan de Vlaamse schrijver C. Bittremieux voor zijn boek ,,De dichter Jan van Nijlen". Zinvolle aanmoediging na laat debuut LUCY B. EN C. W. VAN DER HOOGT-PRIJS De Commissie voor Schone Letteren stelde voor dit jaar de Van der Hoogt prijs toe te kennen aan prof. dr. Jacob Presser voor zijn novelle „De nacht der Girondijnen". Van Jacob Presser, die in 1899 werd geboren, verscheen in 1941 een boek over „De tachtigjarige oorlog", waartoe dr. B W. Schaper zijn naam leende. In 1942 debuteerde Presser als dichter met „Exo dus", dat clandestien, als stencil, van hand tot hand ging. In 1943 volgde in dezelfde vorm „Orpheus"; in 1945 ver scheen, nu in het openbaar, onder het pseudoniem J. van Wageningen „Orpheus en Ahdsverus", een aangrijpend In Me- moriam voor een niet uit de Duitse kampen teruggekeerde Joodse vrouw Sedertdien heeft Presser een aantal wer ken op het gebied van de geschiedenis gepubliceerd, o.a. het in 1946 verschenen „Napoleon, historie en legende", dat be kroond werd met de Wijnaendts- Francken-prijs. In 1949 volgde „Amerika, van kolonie tot wereldmacht", in 1956 een bloemlezing uit de poëzie van Hein- rich Heine „Ich weiss nicht was soil es bedeuten". De novelle „De nacht der Girondij nen" verscheen als Boekenweekgeschenk 1957. Hoewel dit werk dus betrekkelijk kort geleden reeds een onderscheiding verwierf, was de Commissie eenstemmig van oordeel, dat zulks, gezien de hoge literaire kwaliteiten van deze novelle, geen belemmering mocht vox-men haar voor een bekroning met de Van der Hoogt-prijs aan te bevelen. Na de let terkundige produktie van de afgelopen twee jaren te hebben overzien en na daarover uitvoerig van gedachten te heb ben gewisseld, kwam zij eenparig tot de conclusie, dat geen ander letterkundig werk in proza uit die periode haar zo diep had getroffen, geen ander zo beel dend is geschreven en zoveel mensen kennis verraadt. De schrijver heeft de afschuwelijke gebeurtenissen, die hij be handelt, zóveel afstand weten te geven, dat men waarlijk gegrepen wordt door hetgeen hij uitbeeldt. En in alle ellende, die hij ons voor de geest roept, blijft het geloof leven dat de menselijke ziel het vermogen bezit om zich boven slechtheid en zinneloosheid te verheffen. De Commissie achtte zich, gelet op de grote bekendheid die deze novelle heeft verworven, ontslagen van de taak uit voerig mededeling te doen over het gegeven dat dit verhaal tot onderwerp heeft. Zij achtte het welhaast overbodig op te merken, dat niet dit op zichzelf zo tragische gegeven, het Jodendrama van Westerbork, maar uitsluitend een letterkundige waardebepaling haar dit werk heeft doen uitverkiezen. Voorts overwegende dat deze novelle het eer ste creatieve proza van Presser is, achtte zü een prijs van aanmoediging ten volle gerechtvaardigd, daarbij haar overtuiging uitsprekende, dat aanmoe diging van een schrijver die op gevor derde leeftijd debuteert, zeker even zinvol Is te achten als die van een jong auteur. DR. WIJNAENDTS FRANCKEN PRIJS Voor een bekroning in de afdeling essay en literaire kritiek kwamen naar het oordeel van de Commissie ver scheidene werken in aanmerking, het geen uiteraard geleid heeft tot uitvoe rige discussies. Als resultaat hiervan stelde de Commissie voor, de prijs toe te kennen aan de Vlaamse essayist en criticus C. Bittremieux, voor zijn boek getiteld: De dichter Jan van Nijlen (G. A. van Oorschot, Amsterdam 1956). De Commissie waardeerde dit boek als een indringende ontleding en fijnzinnige karakterisering van een dichterschap, dat temidden van de Vlaamse letteren een geheel eigen aard van inkeer en zelfbeheersing bezit, en daardoor een tot het wezen gaande verkenning van na ture bemoeilijkt. Niettemin is de heer Bittremieux erin geslaagd zowel het werk als ook via het werk de mens Van Nijlen van-binnen-uit te benaderen. Voorzien van een volledige kennis inzake de gepubliceerde teksten, ook voorzover ze niet in de Verzamelde Gedichten zjjn opgenomen, heeft de schrijver de inner lijke ontplooiing van het door hem be wonderde dichterschap nagespeurd, en het in even gevoelige als zakelijke aandui dingen beschreven. Bijzonder verdienste lijk zijn de rake, nuchtere maar tegelijk zinvolle typeringen, waarin Bittremieux zijn analyses samenvat, zoals „Er gaat een dakloze door deze verzen". Hij ka rakteriseert Van Nijlen als de dichter van het heimwee, maar in de loop van zijn betoog krijgt dit woord „heimwee" een telkens wisselende, in diepzinnig heid toenemende betekenis: zonder het algemeen-romantische van dit begrip te miskennen, geeft Bittremieux er een in terpretatie van, die persoonlijk is en uit sluitend op de dichter Van Nijlen toe passelijk. Hij belicht door vergelijking van teksten een groeiproces, dat zowel dichterlijke als menselijke aspecten heeft: een rijping van het inspirerende verlangen, en tegelijk een stijging tot volmaakte beheersing van woord en versbouw. Het meest bewonderenswaar dig is wel, dat de schrijver zijn commen taar heeft weten vrij te houden van iedere kritische hovaardigheid of eigen zinnigheid, en zich een zelfbeheersing heeft opgelegd, verwant aan die welke Jan van Nijlen kenmerkt. Men mag dan ook zeggen, dat dit belangrijke boek over een belangrijk dichterschap z'n wezen lijke kwaliteiten te danken heeft aan een innerlijke verwantschap tussen de schrijver en de door hem beschreven kunstenaar. Geen andere bekommering dan begrip voor de poëzie schijnt hem te hebben gestuwd) geen andere taak heeft hij nagestreefd, dan dit begrip zo helder, zo eenvoudig en zo volledig mo gelijk tot uiting te brengen. Het boek van Bittremieux is in de volste zin van het woord een essay: het is een persoonlijke poging om Van Nolens dichterschap tot in de kern te verstaan. De onvermijdelijke kennis van allerlei biografische en bibliogra fische détails is als een vanzelfspre kendheid in dit werk aanwezig, maar heeft nergens een schoolse, studieuze trek tengevolge gehad. Het is een boek zonder voetnoten, de documentatie heeft zich beperkt tot de voorberei ding, zonder zich te doen gelden in de uitvoering. Bittremieux heeft ten aan zien van Jan van Nijlens poëzie blijk gegeven van een even meesterlijke als speelse beheersing van de moeilijke stof. Mede door z'n evenwichtige bouw en z'n fraai verzorgde stijl mag dit boek gelden als één der belangrijkste essays, die er in jaren in ons taalge bied zijn geschreven. Verkiezingen Na een voordracht door dr. A. L. F. Verheyden over „De raad van beroerte" werden de volgende bestuursleden geko zen de heren G. Kamphuis, dr. G. J. Bomhoff, dr. A. C. Bouman en dr. J. J. Mak. In de Commissie voor Taal- en Letterkunde werden benoemd dr. G. I. Lieftinck en dr. A. C. Bouman, in de Commissie voor Geschied- en Oudheid kunde dr. H. A. Enno van Gelder en dr. Th. J. C. Locher en in de Commissie voor Schone Letteren dr. J. C. Brandts Corstius en J. Engelman. Prof. dr. H. Kraemer bij „Kerk en Wereld" Onze oud-stadgenoot, prof. dr. H. Kraemer, die onlangs uit de Verenigde Staten in ons land is teruggekeerd, na dat hij daar een jaar gastcolleges heeft gegeven, zal zich per 1 oktober a.s. in Driebergen vestigen. Prof. Kraemer, die vroeger hoogleraar was aan de Leidse Universiteit en na de oorlog een aantal jaren directeur is ge weest van het Oecumenisch Instituut van de Wereldraad van Kerken te Bossey (Zwitserland, heeft de wens te kennen gegeven in het werk van „Kerk en Wereld" te Driebergen te worden ingeschakeld. Daar zal hij om te begin nen in oktober een cursus geven voor hoofdtrainers van het N.V.V. over het onderwerp: „Marxisme, humanisme en christendom". In augustus a.s. maakt prof. Kraemer nog een reis naar het Verre Oosten, waar hy in die maand cursussen zal geven o.a. in Singapore. DIPLOMA DAMES- EN HERENKAPPEN Bij de in Den Haag gehouden examens ter verkrijging van het bedienden-diplo ma voor het kappersvak, zijn voor het damesvak geslaagd de dames: W. v. d. Bol, Noordwijk; I. de Bruijn, Alphen a. d. Rijn; A. Hakkaart, M. Humme, M. Nauta te Leiden; W. Peursum, E. Peur- sum—van Gugten te Rijnsburg; H. Schmidt, Leiden; A. v. 't Wout, Noord- wijk en de heer G. van Staveren te Oude-Wetering. Voor het heren vak de heren: A. Devl- lee, Leiden; P. Groot, Woubrugge; J. Lagerberg, Leiden; J. v. Voorn, Nieuw koop; P. v. d. Weijden, Noordwijk. CHR. LYCEUM. Voor het eindexamen, afd. gymna sium B, is aan het Chr. Lyceum ge slaagd A. van Rijn. Inset Leidse Holland-Festival Leiden mag er trots op zijn, dat deze stad sinds enige jaren haar daadwerkelijk aandeel heeft in het Holland Festival en zjj uitverkoren werd aan het succes ervan bjj te dragen. Niet in het minst danken wjj het aan de Toonkunstdirigent Iskar Aribo, dat het koorconcert steeds tot een krachtig succes uitgroeit. Het trekt ook buiten Leiden de aandacht en mag langzamerhand ongetwijfeld op een zekere vermaardheid bogen. Het was zaterdagavond snikheet: in de Stadsgehoorzaal hebben wij het nog nooit zo warm meegemaakt. Het was er bepaald loodzwaar drukkend. Desondanks heeft het Toonkunstkoor gezongen en het Residentie-Orkest ge speeld op een enthousiaste wijze, vol overgave. Na de pauze vond dit zijn schitterende climax in de reproductie van Bruckner's betrekkelijk compact gecomponeerde Mis in D (van 1864), waarin hij zich niet alleen een groot symfonicus betoont, maar tevens een grandioos kenner van de koorzang, waarvoor hij met een begenadigde inspiratie en een benijdenswaardige hoeveelheid hem rechtstreeks toegevloeide ingevingen wist te schrijven. Deze Mis werd dan ook tot een hoogtepunt van de avond, met een Toonkunst koor in de volle kracht van een stralend kunnen, een solistenkwartet, dat aan de hoogste eisen voldeed, een Residentie-Orkest, dat zich al evenzeer op hoog niveau onderscheidde en.een dirigent, die het geheel beheerste en de ganse uitvoering een doorleefd en bewogen karakter wist te geven. Begonnen werd met een interessante introductie, waarover men in ons blad reeds heeft kunnen lezen: Carissimi's oratorium Jephte. waarin deze Ita liaanse meester uit de 17e eeuw stre vend naar de ontwikkeling van de reci tatiefstijl. terwijl hij ook wezenlijke vernieuwingen gaf aan de instrumen tale begeleiding, ons een werk heeft ge schonken. dat ook nu nog weet te boeien, mede door de duidelijke ver staanbaarheid van het woord. Er is tevens bij hem een dramatische kracht en een vloeiend, melodieus Italiaans bel-canto aanwezig, dat zowel de ko ren als de solisten alle gelegenheid biedt een treffend accent te leggen op de gevoelsinhoud. Carissimi's zg. „monodische" stijl leg de een vruchtbare voedingsbodem voor het oratorium zoals wij dat tegenwoor dig kennen en de opera; reeds bij hem is. zo in de samenspraken tussen Jephte en zijn dochter, die zich door de be lofte aan God zal moeten opofferen, daarvan het duidelijk bewijs, waardoor nog veelal gegrepen wordt. Doch voor al ook het „woord" krijgt hier de vol ledige betekenis. Aribo en zijn koor. waarbij vooral aan de sopranen zon belangrijke rol was toebedeeld, wisten aan Jephte een treffende, uitdrukkingsvolle interpreta tie te schenken, waarbij toch wel het voornaamste aandeel berustte bij de solisten. Van hen noemen wij in de eerste plaats de verrassing van deze avond, de Weense zanger George Maran. Met zijn mannelijk, baritonaal getimbreerde tenorstem, gedragen door een eminente techniek, maakte hij hier een impone rende entrèe: wie herinnert zich niet de klagende inzet „Heu. heu mihi filia me" („Wee. wee. mijn dochter"), waar mee hij onmiddellijk de aandacht trok en deze aanspraak tot een onvergete lijke maakte? Onmiddellijk plaatste hij ons midden in het noodlottig gebeu ren. Doch ook de sonore bas David Holle- stelle. de aanvankelijk minder gunstig gedisponeerde alt Annie Hermes en de jonge, buitengewoon veel belovende Op de boulevard in Scheveningen werd zaterdagmiddag het jaarlijkse KNAC-concours van koetswerken gehouden. Deze heel oude Spijker probeerde het ook nog eens opA te nemen tegen de moderne gestroom lijnde carrosserieën. Een verfrissen de dronk kwam goed te pas in de schroeiende zonwelke dit festijn bescheen soepele sopraan Elly Ameling pasten zich zuiver aan en wisten deze aan grijpende geschiedenis met relief te tekenen. Het Residentie-Orkest, ofschoon hier nog niet zo geïnspireerd spelend als later in Bruckner, verplaatste zich eveneens in de vereiste sfeer. Vooral de medewerking van de twee harpisten in deze bewerking van Vittorio Gui. zorg de voor menige effectvolle passage. Ook voor de pauze bracht Aribo de „dubbelkantate" no. 147 „Herz und Mund und That und Leben" van Joh. Seb. Bach, eveneens voor koor en vier solisten, waarvan de muzikale waarde niet steeds op hetzelfde niveau staat, doch waarin Bach's genialiteit zich toch menigmaal zó sterk uit, dat een introductie ervan volkomen gerecht vaardigd mag heten. De luchtige inzet der sopranen in heldere profilering, de machtige om speling der trompetten, de betekenis volle recitatieven en aria's vormen tel kens het hoogste genot voor het oor. Het was speciaal ook hier de tenor, die in zijn veeleisende aria, „Hilf, Jesu, hilf", welhaast voortdurend mezza voce gezongen, wederom stalen leverde van het hoogst denkbare technische kunnen, zich parend aan een voortreffelijke voordrachtskunst. Tweemaal zingt het koor het door Myra Hess zo bekend geworden koraal „Jesu, joy of men's desire", dat Aribo echter in een merkwaardig traag tempo hield, welk inzicht wij persoonlijk geenszins kunnen delen. Hoewel glans en sonoriteit van het Toonkunstkoor ook in Bach zich reeds deden gelden, tot volle ontplooiing kwamen deze. gelijk reeds gezegd, in Bruckner, waarin Aribo het tot wel haast ongeloofwaardige climaxen, wist op te voeren. Eerst hier bleek ten volle naar elke enorme prestaties de diri gent zijn koor kan stuwen, zonder de egaliteit en de kleur geweld aan te doen. Machtig was de klankpracht. in dringend het vermogen tot overbren ging van Bruckner's bedoelingen. Zó ,in deze vorm gehoord, behoort dit koor toch zeker tot de beste van ons land! Daarbij is het steeds opnieuw een wonder te ervaren, tot welk een sterke zeggingskracht deze nietige, bescheiden mens in staat was. ten volle opgaand in de „glorie van God den Vader", waarin hij zo'n diep geloof had. En door deze machtige uitvoering, waarin Aribo zich met zijn ganse bezieling gaf, is dat grote geloof tot alle aanwezigen rechtstreeks ingedrongen, waartoe voor een niet gering gedeelte ook de solis ten het hunne bijdroegen, gegrepen als ook zij waren door Brucknërs muzikale taal. van grootse en orinele vondsten vervuld. Ook talrijke andere solisten droe gen bij deze inzet van het Leidse Holland Festival tot een gelukkige te maken: wij noemen Louis Sons, wiens effectrijk doch stylistisch niet steeds verantwoord vioolspel Elly Amelings zang in Bach omlijstte, de trompetist Theo Laanen, de hoboïsten Gijs Reyns en Tjerk Timme, de klave- cimbaliste Cath. Gris Ritsema, wier Inzicht en kunnen een ieder bekend Is en de organist Piet v. d. Kerkhof, al even betrouwbaar en kundig op het pijporgel van de firma van Leeu wen uit. Leiderdorp, waarvan de klank, schoon niet ideaal, toch een verrijking voor de Stadszaal zou be tekenen, zo tot de definitieve aan schaffing besloten zou kunnen wo - den. Het Leidse Holland Festival is waar dig geopend! Het was daarbij een wonder, dat, ondanks de formidabele warmte, nog zó veel energie en lief devolle musiceerdrang kon opgebracht worden. Daarvoor allen onze oprechte hulde! H. LEIDSCHE SPAARBANK In de maand juni werd er bij de Leid- sche Spaarbank ingelegd f 1.131.287,54 en terugbetaald f 1.056.429.63. Het aantal nieuwe boekjes bedroeg 341 en het aantal afbetaalde boekjes 187. Op 6.345 rekeningen van deelnemers aan de Afhaaldienst werd f 143.368, bijgeschreven. Er werden 576 spaarbusjes ter lediging aangeboden met een gezamenlijke in houd van f16.872.45. Het tegoed der 39.627 inleggers be droeg aan het eiade der maand £28.192.256.90. Verkrijgbaar bij de Horeca-bedrijven en Uw wijnhondetaoh Leidse Bond van Huis- en Grondeigenaren GERINGE CONTRIBUTIEVERHOGING. Voor de in „Het Gulden Vlies" ge houden vergadering van de Leidse Bond van Huis- en Grondeigenaren, waarin gesproken werd over de a.s. huurverho ging, bestond zeer grote belangstelling. De voorzitter, de heer J. van Iterson, opende deze buitengewone vergadering met een woord van waardering tot de aanwezigen, die, ondanks de drukkende hitte, blijk van belangstelling gaven voor een bespreking, die elke huiseigenaar ter harte gaat. Spreker verwelkomde in het bijzonder de spreker van deze avond, de heer S. J. Mook, voorzitter van de Ned. Bond van Huis- en Grondeigenaren te Den Haag. Zoals in een vorige vergadering reeds was aangekondigd zou bij de nu ko mende huurverhoging ook een geringe contributieverhoging worden voorgesteld, omdat ook de kosten voor de Leidse Bond steeds in stijgende lijn zijn ge gaan. Deze contributieverhoging werd zonder commentaar door de vergadering aanvaard. Hierna belichtte de heer Mook de ver schillende facetten, die aan de komende huurverhoging inhaeren't zijn. Spreker schetste de strijd, die de Ned. Bond heeft moeten voeren om de tot socialisatie voerende huurbelasting on gedaan te maken. De huurbelasting zou een onrechtvaardige ingreep in het pri vate eigendom zijn geweest. Ook de blokkering grijpt in op het zelfstandig beheren van het privaat bezit. Er is echter een verschil in het resultaat. Bij een huurbelasting zou van deze belasting 100% naar de Staat zijn ge gaan. Bij de blokkering worden de gel den ook in de Staatskas gestort, doch de eigenaar krijgt deze gelden na langere op kortere 'tijd terug. Vervolgens behandelde de heer Mook de administratieve zyde van de huur- blokkering. Hij eindigde met een drin gend beroep op alle nog niet aange sloten huiseigenaren te doen om zich onder de hoede van de plaatselijke ver enigingen te scharen. Na de pauze werden vele vragen op deskundige wijze beantwoord. Na een dankwoord van de voorzitter werd deze zeer geanimeerde vergadering gesloten. Vakantiefeest voor bijna 1500 kinderen COLLECTE LEIDSE VAKANTIE KINDERFEEST BRACHT f. 1682 OP Nu ongeveer 800 Leidse schoolkinderen uit de zesde klassen groepsgewijze ge durende vier dagen genoten hebben van de heerlijke natuur op de Veluwe, zullen tot besluit van de V.K.F.-uitzendingen 650 vyfdeklassers in twee groepen hun ééndaags feest vieren. De eerste groep vertrekt morgenoch tend kwart vóór acht van de Beesten markt. Vrijdagochtend 12 juli vertrekt de tweede groep van de Papengracht. De bussen zullen de kinderen door de Stichtse Lustwarande naar de Leer- sumse heide brengen, waar zij naar hartelust kunnen spelen; daarna gaat het naar Arnhem, tevens het beginpunt van de instructieve boottocht over de Rijn naar Doorwerth. In het golfslagbad zullen de waterratten onder hen volop kunnen genieten, terwijl de niet-zwem- mers zich op het speelveld zullen ver maken. Na dit „rustpunt" volgt weer een prachtige rit naar de Goudsberg te Lunteren, waar hen een verrassing wacht. Indien het pechduiveltje geen roet in het eten gooit, zullen de bussen tussen acht uur en half negen 's avonds op het Stadhuisplein arriveren. Donderdag 11 juli zullen de leerlingen van de Mytylschool, onder auspiciën van het Leids V.K.F. een uitstapje naar Noord-Brabant maken. Totaal zullen dan in 1957 ongeveer 1500 schoolkinderen n of meer onver getelijke dagen in hun schoolleven be leefd hebben. Deze uitzendingen konden slechts tot stand komen, dank zij de spaarzin van de kinderen en de daad werkelijke hulp van hun ouders, burgerij, onderwijs-autoriteiten en onderwijzend- personeel. De vorige week gehouden huis-aan- huis-collecte voor het Leids Vakantie kinderfeest heeft f. 1682 opgebracht. De commissie dankt alle gevers (geefsters) en medewerkers(sters) hartelijk. ERGERLIJK VANDALISME Gistermiddag werden in de Witte Singel een moeder-eend en haar jongen bekogeld met stenen door een paar militairen. Een jonge eend werd getrof fen en gedood. De M.P. heeft de militai ren in verzekerde bewaring gesteld. BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN GEBOREN Jacob Gerrit, zn. van. B. van der Woude en L. Nagtegaal; Erik. zn. van C. H. du Chatinier en M. M. Lansdorp; Yvonne Maria, dr. van B. W. Piket en M. A. de Boer; Everardus Fredericus, zn. van H. T. Veldkamp en M. C. Montanus; Fredericus Hendrikua, zn. van H. T. Veldkamp en M. C. Montanus; Wilhelmina Henrlëtte Margo, dr. van J. H. BeiJ en G. M. Anmefj; Elizabeth Constance, dr. van H. J. Brug man en G. Meijer; Frans. zn. van F. H. Schroder en E. Pronk; Willemina Agatha, dr. van A. C. Erades en A. Grlekspoor; Wil helmina Cornelia Theresla, dr. van IJ. Noorlander en D. C. T. de Rooy; Marytje, dr. van C. Verhoek en T. Snapper; Ro- bertus Anthonius, zn. van A. RIjsbergen en T. de Jong. GEHUWD J. C. van der Tas en M. P. Kiihler. OVERLEDEN D. van den Oever, 9 maanden, zn. Leidse Jeugd Actie reikt diploma's uit Stichting doet prachtig werk In de grote zaal van het Leidsche Volkshuis vond zaterdagavond de diplo ma-uitreiking plaats aan de deelnemers aan de cursus „Handenarbeid in vrije expressie A" van de Leidse Jeugd Actie, die 1 juli hun examen in dit vak ge daan hadden. Tevens ontvingen 42 deel nemers van de cursussen „Sport in 't Jeugdwerk". „Toneel", „Vrije Drama tiek" en „Geleide expressie in woord en gebaar" het getuigschrift, als bewijs dat zij de desbetreffende cursus regelmatig en met goed gevolg hebben doorlopen. De voorzitter, dr P. L. Schoonheim, sprak een woord van welkom en wenste allen geluk met het behaalde succes. Daarna gaf de heer G. Steinbach. adj. secrtaris-penningmeester van de Stich ting een toelichting op deze avond, waarin hij o.a. er aan herinnerde dat het diploma „Handenarbeid" erkend is door het ministerie van O. K. en W. en ook geldt voor „kinderbescherming". Hierna reikte de voorzitter de diplo ma's en getuigschriften uit aan de ge slaagden. De docent van de cursus toneel, de heer H. J. Bartelmans. gaf een korte explicatie van het onderwijs in „Gelei de expressie in woord en gebaar". De deelnemers aan deze cursus ont vingen uit de zaal de opdracht „Een weekeinde aan de Noordpool", ten to nele te brengen. Zij speelden een aan trekkelijk spel waarin tot uiting kwam. dat de cursisten het geleerde goed onder de knie hebben. Ook de tentoonstelling, welke was ge maakt van de werkstukken en examen stukken van de leerlingen die het di ploma „Handenarbeid" hebben behaald, bewezen dat de Stichting L.JA. als over koepelend orgaan van het plaatselijke jeugdwerk uitstekend werk verricht. De verzameling bestond uit voorwerpen die bijna allemaal van waardeloos afval ge maakt waren. Vooral het groepswerk „Een oud sprookje in een nieuw gewaad", trok te recht aller belangstelling. Tot besluit van deze interessante avond, werd de kinderbeschermingsfilrn „De parapluie" door Kees Brusse. de zoon van de schrijver van het bekende boek „Boefje" vertoond. De film werd ingeleid door de heer H. van Duyne, directeur van het Leidsche Volkshuis. Onder de aanwezigen waren om. de heer B. Swanenburg. Gem. Onderwijs- ir.specteur en pater De Ponti O.F M., di recteur van het S.F.L. GESLAAGDEN Geslaagde kandidaten voor het exa men Handenarbeid in vrije expressie A- gedeelte: H. K. Molenaar. G. G. Brinks, pater S. W. J. van Beurden O.S.C.. Zoe- terwoude. A. Labordus. mej. A. M. van Tienen mej. A. M. Monteba. Oegstgeest, mej. E. v. d. Linden, mej. W. J. van 't Oosten mevr. M. F. Harteveld-Van Evert mej. E. Wijtsma. mej. E. J. M. Buis, mej. M. J. G, Buis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 3