Lucy B. en C. W. van der Hoogt-prijs
voor prof. dr. Jacob Presser
Het Toonkunstkoor zong werken van
Carissimi, Bach en Bruckner
Boekeniveekgesclienk 1957 De nacht der
Girondijnenopnieuw onderscheiden
Enthousiast musiceren ondanks
een snikhete temperatuur
Bewogen vertolking Mis in D hoogtepunt
?8ste jaargang
Maandag 8 juli 1957
Tweede blad no. 29180
Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
B. Bittremieux kreeg Dr. Wijnaendts
Francken-prijs
Overeenkomstig het voorstel heeft de Maatschappij der Nederlandse
Letterkunde in haar zaterdag in het Leidse Academiegebouw gehouden ver
gadering de Lucy B. en C. W. van der Hoogtprijs toegekend aan prof. dr.
Jacob Presser voor zijn novelle ,,De nacht der Girondijnen", die verschenen
is als boekenweekgeschenk 1957. De Wijnaendts Franckenprijs werd toegekend
aan de Vlaamse schrijver C. Bittremieux voor zijn boek ,,De dichter Jan van
Nijlen".
Zinvolle aanmoediging
na laat debuut
LUCY B. EN C. W. VAN DER
HOOGT-PRIJS
De Commissie voor Schone Letteren
stelde voor dit jaar de Van der Hoogt
prijs toe te kennen aan prof. dr. Jacob
Presser voor zijn novelle „De nacht der
Girondijnen".
Van Jacob Presser, die in 1899 werd
geboren, verscheen in 1941 een boek over
„De tachtigjarige oorlog", waartoe dr. B
W. Schaper zijn naam leende. In 1942
debuteerde Presser als dichter met „Exo
dus", dat clandestien, als stencil, van
hand tot hand ging. In 1943 volgde in
dezelfde vorm „Orpheus"; in 1945 ver
scheen, nu in het openbaar, onder het
pseudoniem J. van Wageningen „Orpheus
en Ahdsverus", een aangrijpend In Me-
moriam voor een niet uit de Duitse
kampen teruggekeerde Joodse vrouw
Sedertdien heeft Presser een aantal wer
ken op het gebied van de geschiedenis
gepubliceerd, o.a. het in 1946 verschenen
„Napoleon, historie en legende", dat be
kroond werd met de Wijnaendts-
Francken-prijs. In 1949 volgde „Amerika,
van kolonie tot wereldmacht", in 1956
een bloemlezing uit de poëzie van Hein-
rich Heine „Ich weiss nicht was soil es
bedeuten".
De novelle „De nacht der Girondij
nen" verscheen als Boekenweekgeschenk
1957. Hoewel dit werk dus betrekkelijk
kort geleden reeds een onderscheiding
verwierf, was de Commissie eenstemmig
van oordeel, dat zulks, gezien de hoge
literaire kwaliteiten van deze novelle,
geen belemmering mocht vox-men haar
voor een bekroning met de Van der
Hoogt-prijs aan te bevelen. Na de let
terkundige produktie van de afgelopen
twee jaren te hebben overzien en na
daarover uitvoerig van gedachten te heb
ben gewisseld, kwam zij eenparig tot de
conclusie, dat geen ander letterkundig
werk in proza uit die periode haar zo
diep had getroffen, geen ander zo beel
dend is geschreven en zoveel mensen
kennis verraadt. De schrijver heeft de
afschuwelijke gebeurtenissen, die hij be
handelt, zóveel afstand weten te geven,
dat men waarlijk gegrepen wordt door
hetgeen hij uitbeeldt. En in alle ellende,
die hij ons voor de geest roept, blijft het
geloof leven dat de menselijke ziel het
vermogen bezit om zich boven slechtheid
en zinneloosheid te verheffen.
De Commissie achtte zich, gelet op de
grote bekendheid die deze novelle heeft
verworven, ontslagen van de taak uit
voerig mededeling te doen over het
gegeven dat dit verhaal tot onderwerp
heeft. Zij achtte het welhaast overbodig
op te merken, dat niet dit op zichzelf
zo tragische gegeven, het Jodendrama
van Westerbork, maar uitsluitend een
letterkundige waardebepaling haar dit
werk heeft doen uitverkiezen. Voorts
overwegende dat deze novelle het eer
ste creatieve proza van Presser is, achtte
zü een prijs van aanmoediging ten
volle gerechtvaardigd, daarbij haar
overtuiging uitsprekende, dat aanmoe
diging van een schrijver die op gevor
derde leeftijd debuteert, zeker even
zinvol Is te achten als die van een
jong auteur.
DR. WIJNAENDTS FRANCKEN
PRIJS
Voor een bekroning in de afdeling
essay en literaire kritiek kwamen naar
het oordeel van de Commissie ver
scheidene werken in aanmerking, het
geen uiteraard geleid heeft tot uitvoe
rige discussies. Als resultaat hiervan
stelde de Commissie voor, de prijs toe
te kennen aan de Vlaamse essayist en
criticus C. Bittremieux, voor zijn boek
getiteld: De dichter Jan van Nijlen
(G. A. van Oorschot, Amsterdam 1956).
De Commissie waardeerde dit boek als
een indringende ontleding en fijnzinnige
karakterisering van een dichterschap,
dat temidden van de Vlaamse letteren
een geheel eigen aard van inkeer en
zelfbeheersing bezit, en daardoor een tot
het wezen gaande verkenning van na
ture bemoeilijkt. Niettemin is de heer
Bittremieux erin geslaagd zowel het
werk als ook via het werk de mens Van
Nijlen van-binnen-uit te benaderen.
Voorzien van een volledige kennis inzake
de gepubliceerde teksten, ook voorzover
ze niet in de Verzamelde Gedichten zjjn
opgenomen, heeft de schrijver de inner
lijke ontplooiing van het door hem be
wonderde dichterschap nagespeurd, en
het in even gevoelige als zakelijke aandui
dingen beschreven. Bijzonder verdienste
lijk zijn de rake, nuchtere maar tegelijk
zinvolle typeringen, waarin Bittremieux
zijn analyses samenvat, zoals „Er gaat
een dakloze door deze verzen". Hij ka
rakteriseert Van Nijlen als de dichter
van het heimwee, maar in de loop van
zijn betoog krijgt dit woord „heimwee"
een telkens wisselende, in diepzinnig
heid toenemende betekenis: zonder het
algemeen-romantische van dit begrip te
miskennen, geeft Bittremieux er een in
terpretatie van, die persoonlijk is en uit
sluitend op de dichter Van Nijlen toe
passelijk. Hij belicht door vergelijking
van teksten een groeiproces, dat zowel
dichterlijke als menselijke aspecten
heeft: een rijping van het inspirerende
verlangen, en tegelijk een stijging tot
volmaakte beheersing van woord en
versbouw. Het meest bewonderenswaar
dig is wel, dat de schrijver zijn commen
taar heeft weten vrij te houden van
iedere kritische hovaardigheid of eigen
zinnigheid, en zich een zelfbeheersing
heeft opgelegd, verwant aan die welke
Jan van Nijlen kenmerkt. Men mag dan
ook zeggen, dat dit belangrijke boek over
een belangrijk dichterschap z'n wezen
lijke kwaliteiten te danken heeft aan
een innerlijke verwantschap tussen de
schrijver en de door hem beschreven
kunstenaar. Geen andere bekommering
dan begrip voor de poëzie schijnt hem
te hebben gestuwd) geen andere taak
heeft hij nagestreefd, dan dit begrip zo
helder, zo eenvoudig en zo volledig mo
gelijk tot uiting te brengen.
Het boek van Bittremieux is in de
volste zin van het woord een essay:
het is een persoonlijke poging om Van
Nolens dichterschap tot in de kern te
verstaan. De onvermijdelijke kennis
van allerlei biografische en bibliogra
fische détails is als een vanzelfspre
kendheid in dit werk aanwezig, maar
heeft nergens een schoolse, studieuze
trek tengevolge gehad. Het is een boek
zonder voetnoten, de documentatie
heeft zich beperkt tot de voorberei
ding, zonder zich te doen gelden in de
uitvoering. Bittremieux heeft ten aan
zien van Jan van Nijlens poëzie blijk
gegeven van een even meesterlijke als
speelse beheersing van de moeilijke
stof. Mede door z'n evenwichtige bouw
en z'n fraai verzorgde stijl mag dit
boek gelden als één der belangrijkste
essays, die er in jaren in ons taalge
bied zijn geschreven.
Verkiezingen
Na een voordracht door dr. A. L. F.
Verheyden over „De raad van beroerte"
werden de volgende bestuursleden geko
zen de heren G. Kamphuis, dr. G. J.
Bomhoff, dr. A. C. Bouman en dr. J. J.
Mak. In de Commissie voor Taal- en
Letterkunde werden benoemd dr. G. I.
Lieftinck en dr. A. C. Bouman, in de
Commissie voor Geschied- en Oudheid
kunde dr. H. A. Enno van Gelder en dr.
Th. J. C. Locher en in de Commissie
voor Schone Letteren dr. J. C. Brandts
Corstius en J. Engelman.
Prof. dr. H. Kraemer bij
„Kerk en Wereld"
Onze oud-stadgenoot, prof. dr. H.
Kraemer, die onlangs uit de Verenigde
Staten in ons land is teruggekeerd, na
dat hij daar een jaar gastcolleges heeft
gegeven, zal zich per 1 oktober a.s. in
Driebergen vestigen.
Prof. Kraemer, die vroeger hoogleraar
was aan de Leidse Universiteit en na de
oorlog een aantal jaren directeur is ge
weest van het Oecumenisch Instituut
van de Wereldraad van Kerken te
Bossey (Zwitserland, heeft de wens te
kennen gegeven in het werk van „Kerk
en Wereld" te Driebergen te worden
ingeschakeld. Daar zal hij om te begin
nen in oktober een cursus geven voor
hoofdtrainers van het N.V.V. over het
onderwerp: „Marxisme, humanisme en
christendom".
In augustus a.s. maakt prof. Kraemer
nog een reis naar het Verre Oosten,
waar hy in die maand cursussen zal
geven o.a. in Singapore.
DIPLOMA DAMES- EN
HERENKAPPEN
Bij de in Den Haag gehouden examens
ter verkrijging van het bedienden-diplo
ma voor het kappersvak, zijn voor het
damesvak geslaagd de dames: W. v. d.
Bol, Noordwijk; I. de Bruijn, Alphen a.
d. Rijn; A. Hakkaart, M. Humme, M.
Nauta te Leiden; W. Peursum, E. Peur-
sum—van Gugten te Rijnsburg; H.
Schmidt, Leiden; A. v. 't Wout, Noord-
wijk en de heer G. van Staveren te
Oude-Wetering.
Voor het heren vak de heren: A. Devl-
lee, Leiden; P. Groot, Woubrugge; J.
Lagerberg, Leiden; J. v. Voorn, Nieuw
koop; P. v. d. Weijden, Noordwijk.
CHR. LYCEUM.
Voor het eindexamen, afd. gymna
sium B, is aan het Chr. Lyceum ge
slaagd A. van Rijn.
Inset Leidse Holland-Festival
Leiden mag er trots op zijn, dat deze stad sinds enige jaren haar daadwerkelijk
aandeel heeft in het Holland Festival en zjj uitverkoren werd aan het succes
ervan bjj te dragen. Niet in het minst danken wjj het aan de Toonkunstdirigent
Iskar Aribo, dat het koorconcert steeds tot een krachtig succes uitgroeit. Het
trekt ook buiten Leiden de aandacht en mag langzamerhand ongetwijfeld op een
zekere vermaardheid bogen.
Het was zaterdagavond snikheet: in de Stadsgehoorzaal hebben wij het nog
nooit zo warm meegemaakt. Het was er bepaald loodzwaar drukkend.
Desondanks heeft het Toonkunstkoor gezongen en het Residentie-Orkest ge
speeld op een enthousiaste wijze, vol overgave.
Na de pauze vond dit zijn schitterende climax in de reproductie van Bruckner's
betrekkelijk compact gecomponeerde Mis in D (van 1864), waarin hij zich niet
alleen een groot symfonicus betoont, maar tevens een grandioos kenner van de
koorzang, waarvoor hij met een begenadigde inspiratie en een benijdenswaardige
hoeveelheid hem rechtstreeks toegevloeide ingevingen wist te schrijven.
Deze Mis werd dan ook tot een hoogtepunt van de avond, met een Toonkunst
koor in de volle kracht van een stralend kunnen, een solistenkwartet, dat aan
de hoogste eisen voldeed, een Residentie-Orkest, dat zich al evenzeer op hoog
niveau onderscheidde en.een dirigent, die het geheel beheerste en de ganse
uitvoering een doorleefd en bewogen karakter wist te geven.
Begonnen werd met een interessante
introductie, waarover men in ons blad
reeds heeft kunnen lezen: Carissimi's
oratorium Jephte. waarin deze Ita
liaanse meester uit de 17e eeuw stre
vend naar de ontwikkeling van de reci
tatiefstijl. terwijl hij ook wezenlijke
vernieuwingen gaf aan de instrumen
tale begeleiding, ons een werk heeft ge
schonken. dat ook nu nog weet te
boeien, mede door de duidelijke ver
staanbaarheid van het woord. Er is
tevens bij hem een dramatische kracht
en een vloeiend, melodieus Italiaans
bel-canto aanwezig, dat zowel de ko
ren als de solisten alle gelegenheid
biedt een treffend accent te leggen op
de gevoelsinhoud.
Carissimi's zg. „monodische" stijl leg
de een vruchtbare voedingsbodem voor
het oratorium zoals wij dat tegenwoor
dig kennen en de opera; reeds bij hem
is. zo in de samenspraken tussen Jephte
en zijn dochter, die zich door de be
lofte aan God zal moeten opofferen,
daarvan het duidelijk bewijs, waardoor
nog veelal gegrepen wordt. Doch voor
al ook het „woord" krijgt hier de vol
ledige betekenis.
Aribo en zijn koor. waarbij vooral
aan de sopranen zon belangrijke rol
was toebedeeld, wisten aan Jephte een
treffende, uitdrukkingsvolle interpreta
tie te schenken, waarbij toch wel het
voornaamste aandeel berustte bij de
solisten.
Van hen noemen wij in de eerste
plaats de verrassing van deze avond,
de Weense zanger George Maran. Met
zijn mannelijk, baritonaal getimbreerde
tenorstem, gedragen door een eminente
techniek, maakte hij hier een impone
rende entrèe: wie herinnert zich niet
de klagende inzet „Heu. heu mihi filia
me" („Wee. wee. mijn dochter"), waar
mee hij onmiddellijk de aandacht trok
en deze aanspraak tot een onvergete
lijke maakte? Onmiddellijk plaatste hij
ons midden in het noodlottig gebeu
ren.
Doch ook de sonore bas David Holle-
stelle. de aanvankelijk minder gunstig
gedisponeerde alt Annie Hermes en de
jonge, buitengewoon veel belovende
Op de boulevard in Scheveningen
werd zaterdagmiddag het jaarlijkse
KNAC-concours van koetswerken
gehouden. Deze heel oude Spijker
probeerde het ook nog eens opA te
nemen tegen de moderne gestroom
lijnde carrosserieën. Een verfrissen
de dronk kwam goed te pas in de
schroeiende zonwelke dit festijn
bescheen
soepele sopraan Elly Ameling pasten
zich zuiver aan en wisten deze aan
grijpende geschiedenis met relief te
tekenen.
Het Residentie-Orkest, ofschoon hier
nog niet zo geïnspireerd spelend als
later in Bruckner, verplaatste zich
eveneens in de vereiste sfeer. Vooral de
medewerking van de twee harpisten in
deze bewerking van Vittorio Gui. zorg
de voor menige effectvolle passage.
Ook voor de pauze bracht Aribo de
„dubbelkantate" no. 147 „Herz und
Mund und That und Leben" van Joh.
Seb. Bach, eveneens voor koor en vier
solisten, waarvan de muzikale waarde
niet steeds op hetzelfde niveau staat,
doch waarin Bach's genialiteit zich
toch menigmaal zó sterk uit, dat een
introductie ervan volkomen gerecht
vaardigd mag heten.
De luchtige inzet der sopranen in
heldere profilering, de machtige om
speling der trompetten, de betekenis
volle recitatieven en aria's vormen tel
kens het hoogste genot voor het oor.
Het was speciaal ook hier de tenor, die
in zijn veeleisende aria, „Hilf, Jesu,
hilf", welhaast voortdurend mezza voce
gezongen, wederom stalen leverde van
het hoogst denkbare technische kunnen,
zich parend aan een voortreffelijke
voordrachtskunst.
Tweemaal zingt het koor het door
Myra Hess zo bekend geworden koraal
„Jesu, joy of men's desire", dat Aribo
echter in een merkwaardig traag tempo
hield, welk inzicht wij persoonlijk
geenszins kunnen delen.
Hoewel glans en sonoriteit van het
Toonkunstkoor ook in Bach zich reeds
deden gelden, tot volle ontplooiing
kwamen deze. gelijk reeds gezegd, in
Bruckner, waarin Aribo het tot wel
haast ongeloofwaardige climaxen, wist
op te voeren. Eerst hier bleek ten volle
naar elke enorme prestaties de diri
gent zijn koor kan stuwen, zonder de
egaliteit en de kleur geweld aan te
doen. Machtig was de klankpracht. in
dringend het vermogen tot overbren
ging van Bruckner's bedoelingen.
Zó ,in deze vorm gehoord, behoort
dit koor toch zeker tot de beste van ons
land!
Daarbij is het steeds opnieuw een
wonder te ervaren, tot welk een sterke
zeggingskracht deze nietige, bescheiden
mens in staat was. ten volle opgaand
in de „glorie van God den Vader",
waarin hij zo'n diep geloof had. En
door deze machtige uitvoering, waarin
Aribo zich met zijn ganse bezieling gaf,
is dat grote geloof tot alle aanwezigen
rechtstreeks ingedrongen, waartoe voor
een niet gering gedeelte ook de solis
ten het hunne bijdroegen, gegrepen als
ook zij waren door Brucknërs muzikale
taal. van grootse en orinele vondsten
vervuld.
Ook talrijke andere solisten droe
gen bij deze inzet van het Leidse
Holland Festival tot een gelukkige te
maken: wij noemen Louis Sons, wiens
effectrijk doch stylistisch niet steeds
verantwoord vioolspel Elly Amelings
zang in Bach omlijstte, de trompetist
Theo Laanen, de hoboïsten Gijs
Reyns en Tjerk Timme, de klave-
cimbaliste Cath. Gris Ritsema, wier
Inzicht en kunnen een ieder bekend
Is en de organist Piet v. d. Kerkhof,
al even betrouwbaar en kundig op
het pijporgel van de firma van Leeu
wen uit. Leiderdorp, waarvan de
klank, schoon niet ideaal, toch een
verrijking voor de Stadszaal zou be
tekenen, zo tot de definitieve aan
schaffing besloten zou kunnen wo -
den.
Het Leidse Holland Festival is waar
dig geopend! Het was daarbij een
wonder, dat, ondanks de formidabele
warmte, nog zó veel energie en lief
devolle musiceerdrang kon opgebracht
worden.
Daarvoor allen onze oprechte hulde!
H.
LEIDSCHE SPAARBANK
In de maand juni werd er bij de Leid-
sche Spaarbank ingelegd f 1.131.287,54 en
terugbetaald f 1.056.429.63.
Het aantal nieuwe boekjes bedroeg
341 en het aantal afbetaalde boekjes 187.
Op 6.345 rekeningen van deelnemers
aan de Afhaaldienst werd f 143.368,
bijgeschreven.
Er werden 576 spaarbusjes ter lediging
aangeboden met een gezamenlijke in
houd van f16.872.45.
Het tegoed der 39.627 inleggers be
droeg aan het eiade der maand
£28.192.256.90.
Verkrijgbaar bij de Horeca-bedrijven
en Uw wijnhondetaoh
Leidse Bond van
Huis- en Grondeigenaren
GERINGE
CONTRIBUTIEVERHOGING.
Voor de in „Het Gulden Vlies" ge
houden vergadering van de Leidse Bond
van Huis- en Grondeigenaren, waarin
gesproken werd over de a.s. huurverho
ging, bestond zeer grote belangstelling.
De voorzitter, de heer J. van Iterson,
opende deze buitengewone vergadering
met een woord van waardering tot de
aanwezigen, die, ondanks de drukkende
hitte, blijk van belangstelling gaven voor
een bespreking, die elke huiseigenaar ter
harte gaat. Spreker verwelkomde in het
bijzonder de spreker van deze avond, de
heer S. J. Mook, voorzitter van de Ned.
Bond van Huis- en Grondeigenaren te
Den Haag.
Zoals in een vorige vergadering reeds
was aangekondigd zou bij de nu ko
mende huurverhoging ook een geringe
contributieverhoging worden voorgesteld,
omdat ook de kosten voor de Leidse
Bond steeds in stijgende lijn zijn ge
gaan. Deze contributieverhoging werd
zonder commentaar door de vergadering
aanvaard.
Hierna belichtte de heer Mook de ver
schillende facetten, die aan de komende
huurverhoging inhaeren't zijn.
Spreker schetste de strijd, die de Ned.
Bond heeft moeten voeren om de tot
socialisatie voerende huurbelasting on
gedaan te maken. De huurbelasting zou
een onrechtvaardige ingreep in het pri
vate eigendom zijn geweest.
Ook de blokkering grijpt in op het
zelfstandig beheren van het privaat
bezit. Er is echter een verschil in het
resultaat.
Bij een huurbelasting zou van deze
belasting 100% naar de Staat zijn ge
gaan. Bij de blokkering worden de gel
den ook in de Staatskas gestort, doch de
eigenaar krijgt deze gelden na langere
op kortere 'tijd terug.
Vervolgens behandelde de heer Mook
de administratieve zyde van de huur-
blokkering. Hij eindigde met een drin
gend beroep op alle nog niet aange
sloten huiseigenaren te doen om zich
onder de hoede van de plaatselijke ver
enigingen te scharen.
Na de pauze werden vele vragen op
deskundige wijze beantwoord.
Na een dankwoord van de voorzitter
werd deze zeer geanimeerde vergadering
gesloten.
Vakantiefeest voor bijna
1500 kinderen
COLLECTE LEIDSE VAKANTIE
KINDERFEEST BRACHT f. 1682 OP
Nu ongeveer 800 Leidse schoolkinderen
uit de zesde klassen groepsgewijze ge
durende vier dagen genoten hebben van
de heerlijke natuur op de Veluwe, zullen
tot besluit van de V.K.F.-uitzendingen
650 vyfdeklassers in twee groepen hun
ééndaags feest vieren.
De eerste groep vertrekt morgenoch
tend kwart vóór acht van de Beesten
markt.
Vrijdagochtend 12 juli vertrekt de
tweede groep van de Papengracht.
De bussen zullen de kinderen door de
Stichtse Lustwarande naar de Leer-
sumse heide brengen, waar zij naar
hartelust kunnen spelen; daarna gaat
het naar Arnhem, tevens het beginpunt
van de instructieve boottocht over de
Rijn naar Doorwerth. In het golfslagbad
zullen de waterratten onder hen volop
kunnen genieten, terwijl de niet-zwem-
mers zich op het speelveld zullen ver
maken.
Na dit „rustpunt" volgt weer een
prachtige rit naar de Goudsberg te
Lunteren, waar hen een verrassing
wacht. Indien het pechduiveltje geen
roet in het eten gooit, zullen de bussen
tussen acht uur en half negen 's avonds
op het Stadhuisplein arriveren.
Donderdag 11 juli zullen de leerlingen
van de Mytylschool, onder auspiciën van
het Leids V.K.F. een uitstapje naar
Noord-Brabant maken.
Totaal zullen dan in 1957 ongeveer
1500 schoolkinderen n of meer onver
getelijke dagen in hun schoolleven be
leefd hebben. Deze uitzendingen konden
slechts tot stand komen, dank zij de
spaarzin van de kinderen en de daad
werkelijke hulp van hun ouders, burgerij,
onderwijs-autoriteiten en onderwijzend-
personeel.
De vorige week gehouden huis-aan-
huis-collecte voor het Leids Vakantie
kinderfeest heeft f. 1682 opgebracht. De
commissie dankt alle gevers (geefsters)
en medewerkers(sters) hartelijk.
ERGERLIJK VANDALISME
Gistermiddag werden in de Witte
Singel een moeder-eend en haar jongen
bekogeld met stenen door een paar
militairen. Een jonge eend werd getrof
fen en gedood. De M.P. heeft de militai
ren in verzekerde bewaring gesteld.
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
GEBOREN
Jacob Gerrit, zn. van. B. van der Woude
en L. Nagtegaal; Erik. zn. van C. H. du
Chatinier en M. M. Lansdorp; Yvonne
Maria, dr. van B. W. Piket en M. A. de
Boer; Everardus Fredericus, zn. van H. T.
Veldkamp en M. C. Montanus; Fredericus
Hendrikua, zn. van H. T. Veldkamp en
M. C. Montanus; Wilhelmina Henrlëtte
Margo, dr. van J. H. BeiJ en G. M. Anmefj;
Elizabeth Constance, dr. van H. J. Brug
man en G. Meijer; Frans. zn. van F. H.
Schroder en E. Pronk; Willemina Agatha,
dr. van A. C. Erades en A. Grlekspoor; Wil
helmina Cornelia Theresla, dr. van IJ.
Noorlander en D. C. T. de Rooy; Marytje,
dr. van C. Verhoek en T. Snapper; Ro-
bertus Anthonius, zn. van A. RIjsbergen
en T. de Jong.
GEHUWD
J. C. van der Tas en M. P. Kiihler.
OVERLEDEN
D. van den Oever, 9 maanden, zn.
Leidse Jeugd Actie reikt diploma's uit
Stichting doet prachtig werk
In de grote zaal van het Leidsche
Volkshuis vond zaterdagavond de diplo
ma-uitreiking plaats aan de deelnemers
aan de cursus „Handenarbeid in vrije
expressie A" van de Leidse Jeugd Actie,
die 1 juli hun examen in dit vak ge
daan hadden. Tevens ontvingen 42 deel
nemers van de cursussen „Sport in 't
Jeugdwerk". „Toneel", „Vrije Drama
tiek" en „Geleide expressie in woord en
gebaar" het getuigschrift, als bewijs dat
zij de desbetreffende cursus regelmatig
en met goed gevolg hebben doorlopen.
De voorzitter, dr P. L. Schoonheim,
sprak een woord van welkom en wenste
allen geluk met het behaalde succes.
Daarna gaf de heer G. Steinbach. adj.
secrtaris-penningmeester van de Stich
ting een toelichting op deze avond,
waarin hij o.a. er aan herinnerde dat
het diploma „Handenarbeid" erkend is
door het ministerie van O. K. en W. en
ook geldt voor „kinderbescherming".
Hierna reikte de voorzitter de diplo
ma's en getuigschriften uit aan de ge
slaagden.
De docent van de cursus toneel, de
heer H. J. Bartelmans. gaf een korte
explicatie van het onderwijs in „Gelei
de expressie in woord en gebaar".
De deelnemers aan deze cursus ont
vingen uit de zaal de opdracht „Een
weekeinde aan de Noordpool", ten to
nele te brengen. Zij speelden een aan
trekkelijk spel waarin tot uiting kwam.
dat de cursisten het geleerde goed onder
de knie hebben.
Ook de tentoonstelling, welke was ge
maakt van de werkstukken en examen
stukken van de leerlingen die het di
ploma „Handenarbeid" hebben behaald,
bewezen dat de Stichting L.JA. als over
koepelend orgaan van het plaatselijke
jeugdwerk uitstekend werk verricht. De
verzameling bestond uit voorwerpen die
bijna allemaal van waardeloos afval ge
maakt waren.
Vooral het groepswerk „Een oud
sprookje in een nieuw gewaad", trok te
recht aller belangstelling.
Tot besluit van deze interessante
avond, werd de kinderbeschermingsfilrn
„De parapluie" door Kees Brusse. de
zoon van de schrijver van het bekende
boek „Boefje" vertoond. De film werd
ingeleid door de heer H. van Duyne,
directeur van het Leidsche Volkshuis.
Onder de aanwezigen waren om. de
heer B. Swanenburg. Gem. Onderwijs-
ir.specteur en pater De Ponti O.F M., di
recteur van het S.F.L.
GESLAAGDEN
Geslaagde kandidaten voor het exa
men Handenarbeid in vrije expressie A-
gedeelte: H. K. Molenaar. G. G. Brinks,
pater S. W. J. van Beurden O.S.C.. Zoe-
terwoude. A. Labordus. mej. A. M. van
Tienen mej. A. M. Monteba. Oegstgeest,
mej. E. v. d. Linden, mej. W. J. van 't
Oosten mevr. M. F. Harteveld-Van Evert
mej. E. Wijtsma. mej. E. J. M. Buis,
mej. M. J. G, Buis.