Seizoens wisseling Een Zoeklicht ONS MENU VAKANTIE: KALMPJES AAN! M" D ZATERDAG 15 JUNI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Spiegeltjespiegeltje aan de wand in de grote-maat-garderobe v OP DE BOEKENMARKT VAN DE WEEK VARIA Parijs, juni 1957. Grote maten.ze horen bij elke leeftijd en zijn heus niet het privilege of het ongemak van de ouderen. Twintig jarigen kennen het probleem en jonge vrouwen van over de dertig eveneens. Voor ieder doet zich dat probleem iets anders voor, want de een is zwaar, de andere drie maal boven de maat, de een is mollig over de gehele linie, de ander slechts hier of daar, en de een wil haar wat omvangrijke figuur in vlotte, jeugdige jurkjes hullen, terwijl de ander naar een wat minder jeugdig genre uitkijkt. Maar of ge nu naar jongemeisjesgoed in grote maat zoekt of naar kleding voor de rijpere vrouw, in het ene zowel als het andere geval kunt ge u aan enkele algemene stelregels houden, die in uw voordeel werken, en waarvan sommige vooral in verband met het jeugdige genre, door enkele uitzonderingen worden bevestigd. onder geen enkele voorwaarde een be drukte stof met groot patroon of met opvallend kleurcontrast. Houdt u aan de kleine dessins en de gedekte kleu ren 1 Zie, wanneer ge stof kiest, het be lang van de kleur (of kleuren) niet over het hoofd. Ook die kunnen u, zon der dieet, helpen enkele ponden te verliezen. Vooral zwart heeft die eigen schap, en ook marineblauw, en antra- cietgrys hangt die slankmakende hoe danigheid aan. Deins voor dit drietal weldoeners niet terug, want gecom bineerd met wit, zijn ze altijd elegant, altijd modieus en beslist niet ouwelijk of oudmakend. Ge voelt er echter niets voor, vooral nu het zomer wordt? Be denk dan één ding wanneer ge u aan lichtere, zomerse tinten waagt: bepaalt u tot de gedekte tinten, zoals onder andere beige, staalblauw, zacht-bruin. Felle kleuren, opdringerige kleuren ko men geen enkele zwaar figuur ten goede, integendeel. DETAILS Wijde rokken zijn taboe voor al wie zwaar is, maar Juist de Jongeren wil- STOFFEN Daar zijn allereerst de stoffen, uit gangspunt van elk tenue. Ze zijn van uiterst veel belang voor wie enkele overtollige ponden tracht te camoufle ren. Daartoe immers komen alleen de gladde, soepele stoffen (worsted, dunne jersey, wollen crêpe, surah, shantung, twill en andere dunne natuurzijde en soepele, zijdeachtige katoen) in aan merking. Weefsels met zwaar reliëf, harige stoffen, grove tweeds, losgewe- ven rustieke stoffen zijn volkomen mis, aangezien ze „dik maken". Imprimé's, of in het algemeen ge patroneerde stoffen, kunnen een tweede struikelblok zijn, waarover inderdaad nog maar al te vaak gestruikeld wordt. Behoort ge tot de niet meer heel jeug digen, of tot de meer dan zware vrou wen, vermijdt ze dan zoveel mogelijk of geheel. Wilt ge de zomer echter niet beleven zonder een gezellig imprimeetje, doe dan in de eerste plaats uw voor deel met fijne streepjes (die in de lengte en nooit horizontaal worden verwerkt!) en waarin de streep niet breed en het kleurcontrast gering is. Kunt ge van een fantasiepatroontje niet afblijven, kijk dan allereerst naar die moderne, enigszins vlekkerige im primé's met „all over" dessin, en kies Albert van der Hoogte. „Huis in de Nacht". Contact. Am sterdam 1956. Voor de tweede maal is er een ro man over Indonesië verschenen van Albert van der Hoogte. Zijn eerste, genaamd ..Het Laatste Uur", was het dagboek van de Officier van Justitie Opzomer, die ontredderd uit een Japans kamp teruggekeerd, een ontredderd land aantreft en deson danks zijn gerechtelijk beroep moet uitoefenen. Ik heb indertijd tegen deze om zijn onderwerp stellig inte ressante roman het bezwaar gemaakt, dat de auteur niet voldoende afstand van dat onderwerp had genomen waardoor, een voortdurende onder toon van wrok en verontwaardiging het geheel had gemaakt tot ^en per soonlijke aanklacht. Van' der Hoogte heeft in deze twee de roman hetzelfde thema gekozen cn wederom worden we geconfronteerd met de aan het waanzinnige grenzen de situatie in het voormalige Indië van na vijf en veertig. Een jonge arts, Justus Wenzel en een jonge meester in de rechten. Caspar Duwaer, arriveren in Batavia in het kader van de weder opbouw. Maar aangezien er onder de ambtenaren niet anders heerst dan een eindeloze verwarring, hangen de jonge mensen gedesoeuvreerd in Bata via rond totdat beiden naar Madoera gezonden worden: de arts om een ver meende pokkenepidemie te gaan be strijden en Duwaer als ambtenaar O.M. Daar worden zij ingekwartierd bij Marcus Sybrandy, een oude In disch man wiens vrouw in een kamp is gestorven en wiens fabriek verwoest In Sybrandy's huis, dat wonderlijk ge noeg is blijven staan, omdat de hond het met poot en tand verdedigd heeft, leven de drie mannen in een naar geestige. onheilspellende windstilte, die. de angst voor de rampokkende Madoerezen tot kern heeft. Zij krijgen gezelschap van een va riété-artieste, die om een wat on waarschijnlijke reden enige tijd bij de mannen blijft rondhangen. Men be grijpt wat er van komt; drie ontmoe digde mannen en één vrouw. Maar aangezien wij met Hollanders te ma ken hebben, blijft het bij kijven en bekvechten tot de juffrouw op een goede dag verdwijnt zoals ze gekomen is. AltemaaJ geen zaken om zo diep tragisch over te doen als Van der Hoogte noodzakelijk acht. De ware tragiek echter ligt in de figuur van de oude Sybrandy. Deze verlaten man op de grens van het le ven is uitzonderlijk goed getekend. Hij heeft niets meer over dan de herinne ring aan wat geweest is en in dit laatste stuk bestaan, dat eigenlijk niet anders meer is dan ademhalen, begint ook dit verleden geluk te stremmen door de twijfel. Een verwoest land. een vernietigd bestaan. De dood ont fermt zich terecht over deze oude man en over zijn oude hond. Een even merkwaardige als verheu gende verrassing biedt het afzonder lijke tweede gedeelte van deze roman. Het staat eigenlijk los van het eerste en zou een novelle op zichzelf kunnen zijn. Een troepje soldaten, die voor een zuiveringsactie op Madoera geland zijn, vinden het huis met de dode man en de dode hond. Dit gedeelte is voortreffelijk van strakheid en inge houden sentiment. Het heeft de so- Op 21 juni begint de zomer, wat we in dit weekmenu willen vieren met enkele echte zomergerechten: nienwe haring, aardbeien, slaatjes. Maar deze dag be tekent nog iets! Het is nJ. de laatste dag waarop asperges gestoken worden, wat dus betekent, dat het aan 't eind van deze maand alweer afgelopen is met deze bijzonder fijne voorjaarsgroente. Vandaar dat asperges ook deze week nog eenmaal op het menu verschijnen! ZONDAG toost met nieuwe haring, hard gekookte eieren, asperges, kaassaus, aardappelen, aardbeien met slagroom. MAANDAG i aspergesoep, gehakt, spitskool, aardappelpurée. DINSDAG t kaasbeignets, peulen en worteltjes, pommes frites, fruit. WOENSDAG t stamppot rauwe andijvie, spek, gefruite uitjes, rabarber. DONDERDAG saucijsjes, bloemkool au gratin, aardappelen, aardbeien muesli. VRIJDAG bloemkoolsoep, gebakken visfilets, gemengde sla, rijst, kerrie- ZATERDAG sla bohemiènne, rijstkoekjes. kunt ge een geslaagde variatie maken op het eeuwig verticale,en de gekruiste overslag van een japonlijfje of schuin geplaatste steekzakken (A) zijn voor grote maten geschikt. Taalt ge naar rok en blouse, ver vang deze dan door een deux-pièces, waarin het kleurcontrast nul is. Houdt uw ceintuurs, die uiteraard altijd smal zijn (A, B) in de kleur van de japon. Draag uw rokken liever iets te lang dan iets te kort. Vermijdt opvallende en contrastrijke garneringen: alleen knopen, alhoewel simpel, mogen groot zijn (C). Adopteer eens en vooral rechte, aansluitende mouwen en stap er nooit meer van af totdat uw gewicht normaal geworden is; ge kunt naar moderne trant vijfzesde of zeven achtste mouwen dragen (A, B) en ze aanvullen met halflange handschoe nen. Wie zwaar is en daarbij dikke polsen en armen heeft, drage nooit i handschoenen, die niet verder dan de I polsknobbel reiken: de halflangehand- j schoen, die juist zo modieus heet, is voor haar het meest geschikt. SCHOEISEL I Het aangewezen schoeisel? Pumps met een hoge of een lage, dunne hak, Platte, brede sportschoenen zijn in het algemeen geen elegante accessoire, juist de vrouw die zich verre van slank weet, staan ze het minst. Over matig grote tassen zijn voor haar al evenmin geschikt, terwijl brede, platte hoeden doorgaans uit den boze zijn. De berheid van een verslag en ook de eenvoudige woordkeus daarvan, maar leder woord is geladen tot het uiterste en eensklaps staat dat huis uit het eerste gedeelte daar duidelijk in zijn tragische stilte en men ondergaat door de hartstochtelijke kernachtigheid van de uitbeelding de reacties van de sol daten. En hoewel het eerste gedeelte ook stellig grote kwaliteiten heeft, die vooral naar voren treden in de figuur van Sybrandy. blijft het toch jammer, dat dè schrijver zich niet ook daarin de dwang heeft weten op te leggen, die het laatste gedeelte zo meesterlijk heeft gemaakt. J. B. Priestley. „Het meisje en het Festival". Heinemann/Ne- derland. 's-Gravenhage z.j. Als de verteller Priestley op zijn praatstoel zit, dan komt er ongeveer geen eind aan. Bijna 500 grote blad zijden zijn er nodig om het stadje Farbridge en zijn aandeel in het Fes tival of Britain te helpen. Tot dit doel heeft Priestley een reeks min of meer uitzonderlijke lieden laten aanrukken, die allemaal hun levenstragi-come- dietje met zich brengen, die onnoe melijk veel gesprekken voeren, talloze niet erg subtiele handelingen, verrich ten "en allen tezamen Farbridge ma ken tot een soort kermis Van gemoe delijke uitbundigheid. Diepgang moet men in een boek als dit niet zoeken, maar voor wie van opgewekt gekeuvel houden, is deze roman een aardig tijd verdrijf. waarbij die keuvellievenden dan nog de voldoening smaken van een joyeus geslaagd festival, van ge liefden die elkaar vinden en van zo veel algemene voldoening, dat de he mel boven Farbridge blauw moet zien van tevredenheid. Jammer dat de vertaling tamelijk zonderling is. Op bijna iedere bladzijde staat of zit wel iemand te grijnzen. „Hij wierp haar een dikke, slome be rouwvolle grijns toe. die ze met een spookachtige grijns beantwoordde". Recept: Cromesquis au fromage. Kaasbeignets. 2 dl. melk, 30 g. roomboter, 30 g. bloem, 200 g. geraspte kaas, 100 g. ham, 1 eidooier, paneermeel. Voor 't beslag: 135 g. bloem, 150 g. lauw water, 75 g. bier, 1 ei dooier, 2 eiwitten, 1 lepel slaolie, iets zout. Van roomboter, bloem en melk een dikke gladde saus maken (zie kaas- croquetten). De kaas, de fijngesneden ham en de eidooier erdoor doen en met wat peper op smaak afmaken. De massa koud wegzetten en er daarna balletjes van vormen, die door paneer meel gewenteld worden. Een beignet- beslag maken, waardoor vlak voor het bakken de 2 stijf geslagen eiwitten ge schept worden. De kaasballetjes door dit beslag halen en in frituurvet bak ken. Opdienen met gebakken peter selie. kleine hoed, eventueel iets naar boven uitgebouwd (B) zal in de meeste ge vallen het beste effect geven, zij het dat uitzonderingen de regel bevestigen. Bijoux en corsages worden het best hoog geplaatst. En waar de zogenaamd zware figuren doorgaans een korte, brede hals hebben, zal het korte, aan sluitende collier zelden of nooit flatteus zijn; de moderne, lange „sautoir" (D) is dat in alle gevallen wel. De V-hals is en blijft het meest geschikte decol leté voor al wie niet slank is; de U-vor- mige halsuitsnijding kan ter variatie dienen, alhoewel er op de klassieke V voldoende variaties te maken zyn, ge tuige de modellen hierbij afgebeeld. t. y. Recept: Sla Bohemiènne. 500 g. gare aardappelen, 200 g. metworst of salami, 200 g. kaas, 2 grote augurken, 1 appel, mayo naise. De aardappelen, worst, kaas, augur ken en appel in kleine stukjes hakken en met mayonaise tot een sla aanmen gen. Deze sla opdoen op een schotel met slabladeren, bedekken met wat mayonaise en garneren met tomaat, hard gekookt ei en augurkjes. Tot slot de sla nog bestrooien met wat fijnge hakte peterselie. Goed voorbeeld doet... Zeker, haar grootmoeder en ook haar moeder gebruikten reeds MAÏZENA DURYEA en zij volg de dat goede voorbeeld. Vandaar haar lekkere groenten, smakelijke soepen en smeuïge sausen. En als haar vriendinnen vragen hoe het komt dat zij zo lekker kan koken, dan zegt zij,,Goed voorbeeld doet goed volgen" en gebruik - zoals ik - MAÏZENA DURYEA voor het binden van groenten, soepen en sausen. Dan zijn mislukkingen b\j voorbaat uitgesloten. Olifanten hebben een harde kop. Dat is weer eens bewezen m Patna (India). Daar liep zo'n beest met zijn voorgevel tegen een trein. Ge volg: een ontspoorde locomotief. len ze zo graag dragen. Laat ze, voor haar eigen bestwil, een klein beetje water in haar wijn doen en zich be palen tot de middelmatig wijde rok. die glad om de heupen valt. Voor al wie de vijfendertig is gepasseerd en haar omvangsmaten boven het normale weet, is de rechte rok de enig gedistin geerde oplossing. Een richtlijn voor allen, jong en oud.- leg het accent steeds op lengtegarne ringen (figuur B), of uw tenue nu al dan niet jeugdig is. Waagt u nooit aan dwarse garneringen zoals naden, pasjes, heupstukken, dwars geplaatste zakken, "stiksels enzovoort. Alleen met schuin rEN gaat op reis. Ontspanning is nodig. Broodnodig. In een tijd als deze. druk tot in het oneindige, ontkomt men daaraan niet. De plannen liggen klaar, sinds lang. Nu is 't zaak niet wéér te gaan overdrijven. Ik kèn ze, de vakantie gangers, die alles zó strak georga niseerd hebben, dat ze nog ver moeider thuis komen dan ze gingen. Van dag tot dag, ja van uur tot uur ligt de reis uitgestippeld. „Morgen halen we stad X, over morgen stad Y, over-overmorgen stad Z" weten ze héél precies en amechtig arriveren ze, bekijken dit en dat: een week lang. twee weken lang, drie weken lang. En als ze terug zijn, zie je een paar uitgeputte, verpieterde lieden, lichamelijk en geestelijk „uitge beend", uiterlijk wel met een laat ste restje „levenslust" omsausd, maar innerlijk eigenlijk gebroken door de duizend-en-één dingen, die ze zien móesten. DAT „zien móeten": wat is t toch voor een idée-fixe, dat zwaar in de lucht hangt en waarmee talloos velen zijn bezwan gerd? O: 't is verdraaid moeilijk Je daaraan te onttrekken, dat weet ik zélf uit bittere ervaring al te goed.. Tóch zou 't juist zijn, 't voor één maal eens wat rustiger aan te doen en zich te realiseren, dat een nieuw werkjaar onmogelijk energiek en opgewekt kan worden ingezet, wan neer 't strenge gareel van dag-op- dag zij 't in óndere zin ook in de vakantie regelmatig wordt voort gezet. x /^-N NTSPANNING" wil zeggen: f ook eens kunnen „luieren", f V J een ochtend stilzitten meteen mooi boek op het terras van uw hotel, om elf uur U een kopje kof fie laten serveren en er onder een warme zon éls die tenminste om de hoek gluurt! extra van genie ten. Ontspanning wil óók zeggen: wat later opstaan dan gewoonlijk en daarop niet onmiddellijk jagen van hot naar her. maar kalmpjes aan de dag beginnen en voortzetten, zonder de zenuwslopende drang van het „en nü nog dit en nü nog dat"waaraan de meesten lij den. Uzult zeggen: „Mooi praten"! Ja zeker: mooi praten, want ik moet zélf nog afwachten, of ik op mijn komende vakantie de strakgespannen koorden van het jachten wat losser maken zal en of ik in staat ben het wat kalmer aan te doen. Men behoeft tegenwoordig heus geen „manager" te zijn, om ook te weten, wat die „manager'-ziekte inhoudt. Of dat nu door overdreven eer zucht of door eenzijdige belangstel ling komt. zoals dezer dagen werd beweerd, kan me geen lor schelen: zij is er nu eenmaal, voortgestuwd als ieder mens tegenwoordig wordt door de massa zaken, die ook de doodgewone sterveling iedere dag heeft af te handelen. MET goede voornemens bezield het nu wat rustiger te bekij ken, trek ik vandaag Alpen- waarts: de bergtoppen mogen roe pen zo hard als ze willen, er zullen dagen bij zyn waarop ze tevergeefs roepen en ik lui in de ligstoel naar boven blijf staren: elk verleidelijk sirenengelonk ten spyt Tenminste: als ik 't kan weer staan, want hoe zwak is de mens! Toch blijve voor ons allen het vakantieparool: kalmpjes aan, dan breekt 't lijntje niet! Neem een voorbeeld aan dit rus tig zittend paartje in de zon onder een eeuwenoude boom: genietend en soezend, zonder sich af te jak keren. terwijl het iets op zich laat inwerken, van wat de eeuwigheid en niet de draaikolk der dagelijkse dingen te zeggen heeft! E afspraak is dus gemaakt. Wóór zal 't op uitlopen? FANTASIO Foto Wil Eiselin, Rijswijk. OLARA EGGftNK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 15