HET LEVEN IN FIGUREN] OMNIBUS DANKT ZIJN NAAM AAN GEORGE SHILLIBEER r Fatsoensplankenom dames-enkels aan mannenogen te onttrekken J Een eeuw verschil: rechts een diligence anno 1856. zoals ze tot omstreeks de eeuwwisseling in het Lon' dense stadsbeeld te zien waren; links een moderne bus. Aantal passagiers thans 11.500.000 per dag (Bijzondere medewerking) Londen ware Londen niet meer, als de Theems of de Tower zou den verdwijnen. Londen zou evenzeer een andere stad zijn, als de duizenden rode tweedekker-bussen uit het verkeer werden genomen. Want Londen en zijn bussen vormen een eenheid, zijn met elkaar vergroeid. De band tussen stad en bus is er een van oude datum. En hij is hecht gebleven door alle veranderingen heen, welke de bussen ondergingen in de loop van ruim 125 jaren. In georganiseerd verband begon de bus pas op te treden, toen de General Omnibus Company in 1856 vrijwel alle busbedrijfjes opnam. Ter herinnering aan die concentratie in het buswezen vierde Londen in de zomer van 1956 het „Eeuwfeest van de Bus". Eigenlijk was het een eeuwfeest ter ere van een 127-jarige. Ja, de bus is nog ouder dan 127 jaar, maar ge doopt werd hij pas in 1829. De voorganger van de „bus" was de diligence voor de korte afstand, die in de achttiende eeuw Londen verbond met tal van om liggende dorpen. Er reden toen ook lange-afstand-diligences, doch die waren iets anders gebouwd en veelal groter. Hoog was de snel heid van die korte-afstand-diligence niet. Omstreeks 1800 was er een tiental van die wagens in gebruik om het verkeer tussen Londen en het toenmalige dorp Paddington te onderhouden. De afstand bedroeg nog geen tien kilometer, maar de diligence reed daar drie uur en meer over. De „boy" kortte de tijd van zijn passagiers met vioolspel en het vertellen van verhalen. Nu ja, in de oude tijd had men de tijd! LONDEN dankt Zijn „bus" aan een jong Engelsman. George Shilli- beer geheten. In 1829 begon hij een verbeterde diligence te exploite ren. Bovendien zorgde hij er voor. dat zijn wagens op tijd reden. Hij verlaag de de tarieven en voerde in, dat zijn koetsiers overal langs de route passa giers mochten uitlaten en innemen. Zijn belangrijkste, althans historisch belangrijkste daad was echter, dat hij op zijn voertuigen in duidelijke letters Een bus met een motor van 125 paardekracht schiet tegen woordig in het hart van Londen niet sneller op dan een door twee paarden getrokken bus in 1895. OMNIBUS Voor Allen) schilderde. Die naam sloeg in bij de Londenaren. Al vrij spoedig verkortten zij hem tot „bus", een woord, dat thans een „soortnaam" is geworden, die alom op aarde ingang heeft gevonden. Het denkbeeld van de paarden-om- nibus won terrein. Anderen volgden Shillibeer's voorbeeld. In 1831 versche nen er zelfs enige stoom-omnibussen in Londen's straten. „Stoom-bussen" voor het passagiersvervoer over lange afstand kwamen eveneens in gebruik. In 1840 echter werden alle stoom-bus sen op stal gezet, daar de treinen steeds meer in trek kwamen en (je van die stoombussen geheven tollen zeer hoog waren. Zo kon het paard Lon den's straten ten volle heroveren. Het bleef heer en meester tot het moment, dat het in het begin dezer eeuw plaats moest maken voor de benzinemotor. ANDERE TIJDEN, ANDERE BUSSEN ZESHONDERD van de achthonderd toen „in de vaart zijnde" bussen verwierf de London General Om nibus Company in 1856. In 1906 bezat die maatschappij er 1500. Twee nieuwe concurrenten verschenen (na de ver dwijning van de stoombus) ten tonele: de tram en de ondergrondse. De tram HET la een aardig spel om een levenswijsheid ln figu ren uit te drukken. Ik be doel ln een meetkundige figuur. Iedereen kan daaraan meedoen en toch Is het meer dan een spel, want in een figuur kun je oneindig veel Inleggen. Een voorbeeld: de spreuk van Au- gustinus „Heb God lief en doe wat ge wilt", kan men uitdruk ken met een passer. Eèn been van de passer zet men goed vast en met het andere been kan men elke beweging maken. Niet elke beweging! Want met dat andere been zal men het liefst een cirkel trekken. Zo kan het mensenleven vergeleken worden met een cirkel en één vast middelpunt: God. WOORD VAN BEZINNING heid gaat ten koste öf van de vrouw öf van de man. Als man en vrouw één zijn, dan is öf de man geen man meer öf de vrouw geen vrouw. Daarom is het zo aardig om het huwelijk te zien als een ellips. Zo een ellips is dan het leven, dat man en vrouw ,met elkaar delen". Ieder ziet dit „vanuit zijn eigen hoek". Een verbond, dat op aarde ge sloten wordt, kan vergeleken worden met een driehoek. Een verbond wordt tussen twee in- Het bijbelse teken van het verbond is de regenboog of de halve cirkel. Als na de zond vloed de regenboog in de lucht verschijnt, is dit de belofte: „Na regen komt zonneschijn", aarde en hemel worden opnieuw verbonden. Het leven op aarde mag in het vervolg ononderbro ken doorgaan. Tot slot nog het teken der Christenheid: het kruis. Ook dit is een wiskundige figuur. Het kruis bestaat uit twee balken, die dwars op elkaar staan. Het is een gebroken balk of staf .Nij- hoff ziet zo het kruis in zijn kerstspel „de Ster van Bethle hem". De staf moet gebroken worden om als kruis te dienen. Zo moet ook het leven gebroken Het huwelijk is wel voorge steld door een ellips. Een ellips Is een „langgerekte cirkel met twee middelpunten of brand punten. Als u een touwtje neemt en u zet de uiteinden vast op twee plaatsen, dan kimt U met een potlood een ellips trekken om die twee brandpunten heen. In het huwelijk zijn man en vrouw de twee brandpunten. Het huwelijk mag niet ontaarden in twee cirkels buiten elkaar, het is ook niet voldoende als de twee cirkels ten dele over elkaar heen vallen. Zou het ideale huwelijk niet één cirkel zijn: man en vrouw één? Een schijn-ideaal lijkt het mij. Want deze een stan ties gesloten, b.v. twee vol ken sluiten vrede. Dat kan met één lijn worden voorgesteld. Dan is dit verbond echter „vlak" en '„aards". Die twee volken kun nen de Hemel tot getuige roe pen. Dan zijn er drie instanties: twee op aarde en één in de He mel. Ik geloof, dat overal waar wij een gemeenschap opbouwen en waar wij elkaar trouw be loven. dat daar de eeuwigheid in het geding is. De Hemel is altijd een „stille getuige" ln onze trouw. Daarom is, dacht ik, de driehoek het te ken van het verbond, al zullen de twee lijnen naar de Hemel wel meestal onzichtbaar zijn. worden, niet om het dood te maken, maar om het dienstbaar te maken aan God. Gelukkig het leven, dat van groen hout gemaakt is, en dat niet dor is. (Lucas 23. 31). Het kruis heeft ook een an dere betekenis. Het zijn twee balken, de een horizontaal, de ander vertikaal De horizontale balk verbindt de mensen, de ver- tikale verbindt Hemel en aarde. Dit is, wat wij in ons leven nodig hebben, maar wat zo vaak afwezig is: een echte verbonden heid met onze medemensen en een inspiratie van boven. J. VAN GOUDOEVER Remonstr. predikant te Lelden -f* M M M M -tx M 5e laargang no. 24 Zaterdag 15 juni 1957 Ole Btir, de populaire Londense busjes, die in de eerste wereldoorlog ook frontdiensten vervulden. Men kan zich de binnenstad van Londen een voudig niet zon der bussen voor stellen. Hierboven enige ..tweedekkers" met op de ach tergrond Natio nal Gallery (ge sticht 1832 -'38. uitgebreid in 1860. 1876 en 1887: architect W. W ilk ins). is thans alreeds geschiedenis gewor den, al lopen er in Londen nog een kleine tweeduizend trolley-bussen. De ondergrondse breidde zich uit. Sedert 1948 bevinden zich Londen's bus- en ondergrondse-stelsel in handen van één instantie, de (genationaliseerde) London Transport Executive, zodat er van concurrentie nauwelijks meer sprake is. Het ligt voorts in de bedoe ling om de (elektrische) trolley-bussen zo spoedig mogelijk door gewone bus sen te vervangen. De benzine-motor heeft inmiddels de laatste verdween in 1950 het veld moeten ruimen voor de diesel-motor Op het ogenblik rijden er ongeveer 8000 bussen in Londen. Zij leggen in totaal 550.000.000 km per jaar af en vervoeren dagelijks 11.500.000 passa giers. Niet slechts de tractie, ook de mo dellen der bussen zijn anders gewor den. Hoe een moderne bus er uit ziet, weten wij allen. Doch een bus uit 1856? Toen hadden de bussen een open „bovendek". De passagiers zaten met het gelaat naar de zijkant en de ruggen tegen elkaar op harde over- langse dubbele banken. De passagiers? Dat wil zeggen, alleen de heren. Dames mochten niet „boven" en „open" rijden, tenzij er een „fatsoens plank" was gemaakt om de enkels der vrouwelijke passagiers aan de ogen der mannelijke passagiers te onttrekken. In de jaren vijftig der vorige eeuw- had iedere buslijn een eigen kleur, zo dat men reed met „Lijn Rood", „Lijn Groen". „Lijn Blauw", en andere „Kleur-Lijnen". Het zal stellig geen afbreuk hebben gedaan aan de leven digheid van het stadsbeeld, al dat kleurige bus-gedoe. In 1881 kwam er een nieuw model in gebruik. De overlangse dubbele bank op het bovendek maakte plaats voor zetels, die iets weg hadden van tuin stoelen. De passagiers keken nu voor uit. „Frisse lucht naar alle kanten" riepen de conducteurs in de eerste tijden, dat die nieuwe bussen reden. Weer later kwam „Ole-Bill" om de Londenaren te vervoeren. „Ole-Bill" had een benzinemotor, een open „top" en harde, massieve banden. „Ole Bill" maakte zich in de eerste wereldoorlog verdienstelijk aan het westelijk front, want een duizendtal bussen van dat type reed in Frankrijk en België de Engelse soldaten naar de frontlijn en de loopgraven. Thans zijn de bussen comfortabeler, hygiënischer en beter geveerd dan vroeger. Thans doen de „clippies", de conductrices veel werk, dat vroe ger door mannen werd gedaan. Thans trekken niet twee paarden, doch een motor van 125 paarde- kracht de bus. En is deze thans ook sneller dan voorheen? Op de open weg natuurlijk wel, doch in het hart en andere drukke delen van Londen schieten de moderne bussen even snel op als zestig jaar geleden hun voorgangers in het gekrioel van rij tuigjes en door paarden getrokken vrachtwagens. Dat dit zo is, ligt niet aan de motoren of chauffeurs, doch aan de intensiteit van het moderne verkeer. (Nivano, nadruk verboden)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 13