Indische Nederlanders werden tot buitenlanders in „eigen" land Adenauers CDU staat in september voor belangrijke verkiezingen Sprong-in vreemde wereld komt probleem gaat naar ons land VOOR EEN SNEL EN GEZOND ONTBIJT! Daarom ongewone interesse voor zevende partijdag in Hamburg Toneelschrijver Arthur Miller in een moeilijk parket geraakt 96ste Jaargang Woensdag 15 mei 1957 Derde blad no. 29136 Nederlanders in Indonesië (3) Onze regering doet wél veel voor hen (Van onze reisredacteur) Djakarta. In de smalle streep schaduw langs de winkels kwam hij aanschuifelen, een kleine, gebogen donkere man met grijs haar in een sjofele broek en een groen pyjama-jasje. In zijn ene hand droeg hij een dichtgeknoopte doek; de andere stak hij bedelend naar mij uit, toen hij stilhield voor het terrasje waar ik zat. Toen zei hij in een verrassend vlekkeloos Nederlands van omstreeks de eeuwwisseling: „Mijnheer, wel heb ik enige rijst, maar toespijzen heb ik geenszins". Ik gaf hem een paar roepiahs en hij vertrok weer op zijn trage wandeling. Maar mijn blik kon zich niet makkelijk losmaken van zijn magere schouders die voortschoven door de lawaaierige hitte van de oosterse straat, triest beeld van een Indische Nederlander in Djakarta. Het beeld van zijn 36.000 lotgenotenvengenoemde voorstelling van zaken Nog een kijkje in het veelbesproken Adek-kamp. is trouwens zelden opwekkend. In men selijk opzicht is het probleem van deze tienduizenden van gemengd Nederland se en Indische afkomst misschien het meest tragische van de vele. die rezen toen Nederland en Indonesië ieder hun eigen weg gingen. Op dat kruispunt immers werden zij voor een onmoge lijke keuze gesteld, de keuze tussen hun moederland, dat nu Indonesië heette en hun vaderland dat Nederland bleef, de keuze tussen wat werkelijk hun lènd was en een maatschappelijke status, die deze groep in de koloniale tijd al naar boven en beneden vaak moeizaam te verdedigen had gehad. Tienduizend poogden - overigens ook goeddeels te vergeefs - de consequenties van de nieuwe verhouding te trekken en wer den „Warga Negara". Indonesisch staatsburger. De meerderheid probeerde het probleem op te lossen door aan de nationaliteit van het vaderland vast te houden, maar in het moederland te blijven wonen. Verpauperiserende groep Ware de verhouding NederlandIn donesië gegroeid tot hetgeen men ervan had gehoopt, dan zou die keuze wel tot een aanvaardbare situatie hebben ge leid. Nu de laatste banden zijn doorge sneden, bevinden de Indische Neder landers zich eenvoudig in de positie van een geleidelijk verpauperiserende groep vreemdelingen in de Indonesische staat, een nimmer benijdenswaardige positie, die niet rooskleuriger wordt door het feit dat tussen Indonesië en Nederland momenteel zelfs niet de normale vriendschappelijke betrekkingen van twee soevereine staten bestaan. Dat onder deze omstandigheden het leven van de in Indonesië gewortelde Nederlandse staatsburgers met de dag moeilijker wordt, kan een kind begrij pen. Dat zulks in Nederland aanleiding heeft gegeven tot een campagne ten behoeve van deze Nederlanders is op zichzelf een prijzenswaardige zaak. Alleen, deze actie heeft een paar po litieke aspecten, die op zijn zachtst ge zegd onbesuisd en, minder vriendelijk gesteld, niet geheel onverdacht lijken. Een uit begrijpelijke verontwaardiging over het Jungschlager-proces geboren wrok jegens Indonesië lijkt zich hier te hebben gepaard aan een in bepaalde kringen door dik en dun gehanteerde agressieve kritiek op alles wat de Ne derlandse regering doet of nalaat. Of do Indische Nederlanders door de felle actie, juist uit deze hoek, er bij de Indonesische regering beter voor zijn komen te staan, mag men op goede gronden betwijfelen. Zeker is, dat het beeld dat men zich in Nederland om trent hun positie heeft gevormd, in vele gevallen een scheefgetrokken beeld is. Wanneer men noodkreten slaakt als ..duizenden Nederlanders zijn gedwon gen in de kampong te leven temidden van een vijandig gezinde Indonesische bevolking. Zij lijden honger en gebrek en zijn leven en goed niet zeker. De Nederlandse regering doet niets. Wat doet II?" dan doet men in zijn mens lievende ijver de waarheid enig geweld aan. Hoe is de woarheid? Hoe is die waarheid dan wèl? Er leven inderdaad duizenden Neder landse staatsburgers in de kampong. Al leen, zij hebben er sinds jaar en dag gewoond, voelen er zich niet alleen ..se nang'. maar zeker beter thuis dan in het kille Nederlandse pension, dat hun voorland is. Afpersing, mishandeling of vijandelijke bejegening door de Indone sische mede-kampongbewoners? Ja. bij een burenruzie zal het woord „belan- da" (Nederlander) misschien wel eens vallen, vooral wanneer de aldus beje gende zich op zijn nationaliteit heeft laten voorstaan. Voor do rest is do bo niet alleen een aperte onwaarheid maar een onverdiende beschuldiging jegens de Indonesiërs, van wie wij op school niet ten onrechte hebben geleerd, dat zij een zachtmoedig en vriendelijk volk vormen. De werkelijkheid is. dat de Indische Nederlanders die in kam pongs wonen, zó zeer zijn ingeburgerd, zózeer zijn ver-Indonesischt, dat de In donesische buurman zich volstrekt niet van enig verschil bewust is. Bij de ge dachte „Nederlander in een kampong" moet U zich niet meneer Jansen uit Groningen of mevrouw Pietersen uit Rotterdam in een bamboehuisje onder de palmen voorstellen, maar iemand die vaak gebrekkig of helemaal geen Ne derlands spreekt, die U. evenmin als ik. als Nederlander uit de Indonesische massa zou herkennen, wanneer hij niet zijn Nederlandse paspoort toont. Het is veeleer de meer naar Nederlandse aard opgegroeide middenklasse, die vroeger bescheiden maar veilige functies placht te vervullen en bepaald niet in een kampong woont, die het verschil aan de lijve moet voelen, vooral als het op werkgelegenheid aankomt, die hij als buitenlander minder gemakkelijk krijgt dan als Indonesiër. Benard bestaan Lijden de Indische Nederlanders wer kelijk honger en gebrek en doet de Ne derlandse regering niets voor hen? Nu. paaJd niet. «as dat voor de oorlog trou- glorieus is hun materiële positie be- wens ook niet altijd. Zelfs wanneer men bij het afmeten van hun levensstan daard de plaatselijke omstandigheden in aanmerking neemt, die aanzienlijke aftrek gedogen, blijft hun bestaan vaak aan de benarde kant. De implicatie dat de Nederlandse regering daar niets of bjjna niets aan doet is echter onge rechtvaardigd. Zoals men weet heeft de Nederlandse regering haar beleid jegens deze groep, dat voorheen bestond uit financiële steun en maatschappelijke zorg ter plaatse, herzien in dier voege, dat men thans vrijwel de gehele groep naar Ne derland zal doen overkomen, hetgeen aanzienlijke inkrimping van het appa raat van „Mawe" 'liet ministerie van Maatschappelijk Werk) in Indonesië met zich heeft meegebracht Noch thans krijgen 9500 zielen van de groep Indi sche Nederlanders in Indonesië finan ciële bijstand De basissteun is 240 roepiah per maand plus het huurbedrag Dit meisje zal het proces van wennen aan Nederland nog wel lukken. Zij woont nu in het Adek- kamp in Djakarta, een van de op vangcentra voor Indische Nederlan ders. die om een of andre reden hun huisvesting zijn kwijt geraakt. Het kamp is niet florissant, naar Neder landse maatstaven eigenlijk on voldoende, maarach weet U meneer, de zon schijnt en liet is hier zo gezellig". en één maal per drie maanden een kledingtoelage van 100 roepiah per drie maanden per volwassen persoon. Daar naast komen oxtra-tcelagen voor kin deren. Bejaarden krijgen 150 roepiah extra per maand, waardoor zij zich de in vele gevallen onmisbare baboe kun nen permitteren en er zijn gesubsidieer de bejaardentehuizen. Alle Indische Ne derlanders krijgen gratis medische en tandheelkundige hulp. die niet alleen voldoende maar zelfs voortreffelijk is. Men moet hierbij niet uit het oog ver liezen dat dit slechts de minimum-steun Nederlanders in de kampong: i meneer, maar we hoeven ons toch Mientje wil best naar Nederland niet te haasten"?. Advertentie BRINTA is zo gemakkelijk. IJ maakt t aan tafel snel klaar! IIIIIImmM Het wordt waarschijnlijk harde dobber (Van onze correspondent in West-Duitsland) De stad Hamburg staat geheel in het teken van de indrukwekkende partijdag van de CDU, de Christelijk-democratlsche Unie, Adenauers grote politieke partij. Deze partijdag werd gisteren op feestelijke wijze in de met vlaggen en bloemen versierde Opera geopend. Dit congres wordt tot en met morgen-, woensdag ochtend in een groot gebouw van het uitgestrekte tentoonstellingsterrein „Plan ten und Blumen" gehouden. En ditmaal worden de gebeurtenissen en de rede voeringen van de partijdag, de zevende sedert de CDU bestaat, door heel de buitenwereld met nog veel grotere belangstelling gevolgd dan andere jaren het geval Is geweest, omdat ons nog maar vier maanden van de algemene verkiezin gen scheiden, die op de 15de september gehouden worden. Het zal van die verkiezingen afhangen, in welke koers de binnen- en buitenlandse politiek van de Westduitse Bondsrepubliek gedurende de eerstvolgende vier jaren zal varen. Al of geen atoomwapens van beslissende betekenis Men is er in alle kringen in heel het land van overtuigd, dat de CDU deze keer een harde dobber zal hebben om haar machtspositie na acht jaar aan het bewind te zijn iveest, te behouden. Zij zal vooral 'n heftige strijd tegen de socialisten moeten voeren, wier partij zowel in 1949. bij de allereerste verkiezingen, als bij de tweede in 1953, op één na de sterkste partij bleek te zijn. Ditmaal zal de kwestie van het al of niet uitrusten van het Westduitse bondsleger met atoomwapens een buitengewoon belangrijke factor in de verkiezingsstrijd worden. Een groot percentage van de bevolking is er immers tengevolge van politieke en morele overwegingen sterk tegen, dat de Westduitse strijdkrachten van zulke gevaarlijke wapens wor den voorzien. En dat is nu juist één van de voornaamste leuzen van de socialistische partij. Bondskanselier Adenauer schijnt er echter van overtuigd te zijn, dat zijn partij ook deze keer weer de zegepalm zal behalen. Hij heeft dit in de laatste tijd herhaaldelijk in het openbaar redevoeringen verklaard en daarbij op de successen van zijn eigen politiek in het buitenland gewezen. Hij heeft dit thans wederom in zijn openingstoespraak vanaf het toneel van de Hamburgse Opera gezegd. Hij is echter niet het enige partijhoofd, dat er vast op schijnt te rekenen, dat zijn eigen partij de over winning behaalt. Bijna tegelijkertijd verklaarde Erich Ollenhauer, de hoofd aanvoerder van de socialisten, op een socialistische partijdag in Ludwigshafen, dat hij er geen ogenblik aan twijfelt, dat zijn partij het zal winnen. Zijn partij deelde namelijk niet de verkeerde me ning, dat men er de Russen door mid del van krachtpatserij en dreigementen toe kan dwingen, de Oostzone te ontrui men. is een dat de ,.Mawe"-amt)tenaren vol gens zeer ruime normen extra-steun mogen uitkeren om tegemoet te komen aan de sterk verschillende maatschap pelijke eisen in deze zeer gedifferen tieerde groep. Op dit stuk kan van een tekortschie ten in het regeringsbeleid, dat tenslotte met belastinggelden moet worden gefi nancierd. dus bezwaarlijk sprake zijn. Het meest omstreden punt in dit on menselijk moeilijke vraagstuk is mis schien de beslissing om in principe alle Indische Nederlanders naar Ne derland te doen komen. Dat geschiedt door alle reiskosten voor te schieten en in vele gevallen enige zachte overre- dingsdwang toe te passen. In principe alleIn de praktijk zijn er uitzon deringen: bejaarden bijvoorbeeld die geen familie in Nederland hebben, of de eigenlijk Indonesische vrouw die na tuurlijke kinderen van een betjah-be stuurder heeft, maar uit een vroeger huwelijk met een KNIL-soldaat nog steeds een Nederlands paspoort bezit. Toch nog een gelukkig plaatsje De ondernemendsten, de ontwik kelden en vooral vele jongeren zijn al in Nederland. De anderen zullen in de nabije toekomst hun papieren in orde gaan maken, in tegenstel ling met een regeringsverklaring in de Kamer heb ik niets vernomen wat op tegenwerking der Indonesi sche autoriteiten in deze gevallen zou duiden, integendeel, zij zullen worden voorgelicht over het leven in Nederland en sommigen horen daarbij voor het eerst van hun leven wat stokenis. Dan komt de sprong in de vreemde wereld, het tragische moment van het vertrek uit het land waar ondanks alle moeilijkheden voor ieder, altijd wel een gelukkig plaatsje onder de zon was, maar wat hen allicht een vreemde, kille, haast vijandelijke toekomst moet gaan lijken. Met een derde klas kaartje gaan zij aan boord. Het probleem verplaatst zich naar Nederland Lof voor Adenauer Bondskanselier Adenauer verklaarde in Hamburg, dat zijn partij op het sterke fundament van de „christelijke huma- nitas" staat en de leus voor de verkie zingscampagne uit drie woorden moet bestaan: „vrede - vrijheid - gerechtig heid". Zonder vrijheid èn gerechtigheid zou men nooit tot een vrede kunnen komen. De overige sprekers zwaaiden Aden auer veel lof toe. De voorzitter van de fractie in de Bondsdag (Tweede Ka mer) in Bonn, dr. Krone, en de voorzit ter van de Bondsdag. Gerstenmaier, wezen op Adenauers politieke inzichten op zijn beleid. Gerstenmaier herinnerde aan de woorden, die de vorige Ameri kaanse ambassadeur Conant nog maar kort geleden, vlak voor zijn terugkeer naar de Ver. Staten, had gesproken. Hij had in een rede tot Adenauer gezegd: „Het is u gelukt de eer en het aanzien van Duitsland in de wereld te herstel len. Dat alleen reeds is een prestatie van historische betekenis". Wanden te gehorig. Op de vooravond voor de officiële ope ning heeft zich een merkwaardig in cident voorgedaan. Het partijbestuur vergaderde in een gebouw van het ge noemde tentoonstellingsterrein, maar Adenauer brak de zitting plotseling af, omdat de wanden, naar hij zei. te dun waren, zodat men buiten alles moest kunnen horen. Op deze vergadering had men overigens geconstateerd, dat in het gedrukte programma van de partijdag advertenties van de D.G.B. (Deutsche Gewerkschaftsbund), het algemene vak verbond. en van enkele vakorganisaties waren opgenomen, wier leuzen helemaal niet met die van de CDU. strookten! Daarom gaf men onmiddellijk opdracht de programma's uit de circulatie te ne men. Toen de leden van het partijbe stuur de voor ontbonden verklaarde ver gadering tamelijk ontstemd verlieten, waren buiten suppoosten al druk aan de gang die gelaakte programma's in be slag te nemen. Na de oorlog ontstaan De Christelijk Democratische Unie is pas na de oorlog ontstaan. Het is geen uitsluitend r.-k. partij, zoals het „Cen trum" indertijd is geweest, want de C.D.U. heeft ook een vrij sterke protes tantse vleugel. Onder Hitier zijn protes tanten en katholieken in hun taai ver zet tegen het nazi-regime dichter bij elkaar gekomen en het zijn hoofdzake lijk gewezen politieke gevangenen van het nazi-regime geweest, die wat met de mislukte aanslag op het leven van Hitier van 20 juni 1944 hadden uit te staan, die de C.D.U. in Berlijn hebben opge richt. De partij is overigens niet conser vatief, zoals zo vaak wordt aangenomen, maar men kan haar aan de andere kant ook nog niet als liberaal bestempelen. Men verwijt de partij vaak, dat zij een één-man-partij is, d.w.z. dat Adenaver oppermachtig schijnt te zijn, en dat het er veel van weg heeft alsof de partij met hem staat of valt. Het wel en wee, het bloeien en het gedijen van de partij, en eventuele tegenslagen, hingen gro tendeels van het optreden van Konrad Adenauer, van de door hem behaalde successen in het binnen- en buitenland, en van de beslissingen af, die hij nam. En, last but not least, van zijn gezond heidstoestand. De C.D.U. en Adenauer lijken onafscheidelijk met elkaar ver bonden te zijn. Ongerustheid Ongeveer twee jaar geleden heerste niet alleen in de partij zelf, maar ook daarbuiten, in politieke en economische kringen, nogal heftige consternatie, toen het heette, dat de lichamelijke en gees telijke conditie van de bejaarde kanse lier tamelijk veel te wensen overliet. Men zat er werkelijk ernstig mee in, want men had er nog geen flauw idee van, wie zijn opvolger zou kunnen wor den. Enkele namen. o.a. die van de mi nister van Buitenlandse Zaken Von Brentano, werden genoemd Men nam aan, dat het haast onmogelijk zou zijn, alles wat Adenauer had gepresteerd, op de schouders van één enkele man over te laden, en daarom werden verleden jaar op de partijdag in Stuttgart vier mannen aangewezen, die in het bestuur als plaatsvervangers van Adenauer moes ten fungeren. Een ervan is de 56-jarige Carl Arnold, die gedurende een lange reeks van jaren minister-president van het aan ons land grenzende Westduitse Bondsland Noordrijnland-Westfalen is geweest, en die, sedert hij dat ambt niet meer bekleedt, veel meer tijd heeft zich aan de belangen van de partij te wijden. De tweede is de 69-jarige Bondsminister voor vraagstukken, die geheel Duitsland betreffen, Jakob Kaiser, die zich in de laatste tijd echter niet zo heel gezond meer voelt en die daarom al te kennen heeft gegeven, dat hij in een volgende Bondsregering geen ministerszetel meer ambieert. De derde is de pas 44 jaren tel lende min.-pres. van de deelstaat Slees- wijk-Holstein v. Hassel, die niet in Duits land zelf. maar in Tanganjika, het vroe gere Duits-Oost-Afrika, is geboren, en de vierde is de 50-jarige dr. in de theologie Eugen Gerstenmaier, sedert vier en een half jaar voorzitter van de Westduitse Bondsdag (Tweede Kamer). Arnold en Kaiser zijn rooms-katholiek, Von Hassel en Gerstenmaier beiden protestant. Niet minder dan 481 gedelegeerden en ca. 1000 waarnemers uit politieke, kerkelijke, diplomatieke en journalistieke kringen, zijn voor de partijdag naar Hamburg gekomen. Onder hen bevinden zich negen Bondsministers. Kort voor het einde van de bijeenkomst zal Bonds kanselier Adenauer woensdagochtend, doelend op de verkiezingen in septem ber. over „de beslissing van het jaar" spreken. Schatkist verder achteruit Staat weer meer in de schuld Uit de weekstaat van de Ned. Bank per 13 mei komen 2 punten sterk naar voren. Allereerst de verdere achter uitgang van de positie van de schat kist; daarnaast de verbetering van de saldi der banken. De Staat heeft thans f41.1 miljoen (vorige week f22.6 miljoen) aan renteloos voorschot btf de Ned. Bank opgenomen. Vorige week hebben de deviezen geen eisen aan hun kassen gesteld, terwijl er f 51 miljoen bankbiljetten terugkeerden. Door aflossing van f 10.7 miljoen voor schotten is deze rekening gedaald tot f32 miljoen: dit peil kan nagenoeg nor maal worden genoemd. Communistische sympathieën uit vroeger tijd spelen „de man van Marilyn" parten Belangrijke uitspraak van Opperste Gerechtshof (Van onze correspondent) Toen de bekende toneelschrijver Arthur Miller trouwde met Marilyn Monroe, de vrouw die voor velen het summum van aantrekkelijkheid schijnt te zijn. wist hü dat hij voorlopig althans vooral bekend zou zijn als „de man van Marilyn". Het Opperste Gerechtshof van Amerika moet nu bin nenkort een uitspraak doen, waar deze Miller nauw bij betrokken is. Ongeveer vijftien jaar geleden heeft Miller be langstelling gehad voor organisaties waarin communisten actief waren. Mil ler heeft dat nooit ontkend, maar toen hem gevraagd werd anderen te noemen, die hij in deze organisaties had gekend, weigerde hij dat. Miller was, evenals sommige andere Amerikanen, van oordeel, dat hjj geen vrienden of bekenden een slechte naam mocht bezorgen, omdat zij, lang geleden iets te maken hebben gehad met ge noemde. ietwat links-politieke, organi saties. Te minder, omdat deze mensen sinds lang tot anders inzichten zijn ge komen. Miller en anderen beroepen zich op het eerste amendement van de Amerikaanse Grondwet, waarin onder andere de vrijheid van spreken en de vrijheid van vergadering worden ge garandeerd. Op grond van dat amende ment menen zij. dat zij niet verplicht zijn de namen te noemen van deelne mers aan bepaalde vergaderingen enz. Het Opperste Gerechtshof moet nu uitmaken of dergelijke personen zich inderdaad met recht op dat eerste amendement kunnen beroepen. Zou het Hof in dit amendement geen excuus vinden voor hun zwijgen, dan kunnen zij worden veroordeeld tot gevangenis straf wegens „minachting van het Hof". In Amerika trekt deze zaak nog niet de aandacht van de grote massa, maar mocht de uitspraak van het Hof ongun stig uitvallen voor Arthur Miller, dan kan men er verzekerd van zijn, dat het geval toch vrij veel publiciteit zal krij gen. Te meer daar Miller de man is van Marilyn en tevens, omdat die buiten landers, die gaarn kritiek hebben op de Ver. Staten, juist dit geval zullen uitbuiten om te wijzen op wat zij be schouwen als een gebrek aan vrijheid in Amerika.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 5