In Palembang verloor Soekarno eerste slag tegen autonomisten Bedenkelijke ontwikkeling van Nederlandse handelsbalans de Door Djakarta bevolen rebellie veroorzaakte bijna burgeroorlog Besparing ging achteruit; onvoldoende bestedingsbeperking 96ste jaargang Zaterdag 27 april 1957 Derde blad no. 29122 Indonesië in de kentering (Van onze reisredacteur) haastig wapens en voorraden te zenden naar Talang .Betofitoe, Barlian. werd ongerust en stuurde patrouilles naar het vliegveld. Djoehartono werd bang en vroeg versterkingen, die prompt kwa men: 400 parachutisten en commando's, ex-Westerling-mannen met gretige vin gers aan de trekker. Barlian werd be nauwd, begon Sumatraanse veteranen op te roepen en te bewapenen, en riep Ahmed Hoessein's hulp in, die prompt Palembang, aprfl.-De honden van Palembang blaften, die vreemde, ]2Qo Bante eteraneh toezegde- lauwe zaterdagnacht als razenden. Want zij roken, hoorden or zagen aïjrï wiern daaron nami datgene waarvan de mensen noch in het oosters gekrioel van de hut- j ten- en botenstad aan de modderige Moesi-rivier, noch in de serene rust van de Europese wijk, noch in de zilverglanzende olieraffinade-J rijen van Pladjoe, zelfs de volgende vrije zondagochtend maar enig idee hadden. Dat hondegeblaf in de tropennacht van 30 op 31 maart beduidde, dat Indonesië op het randje van een burgeroorlog wankelde! Dat wisten die honden niet. Zij sloegen slechts aan, omdat onder de mantel van het donker een paar honderd soldaten blootsvoets door tuinen en achterstraatjes de stad uitslopen. Waarheen? Naar Palem- bangs vliegveld Talang Bekoetoe, waar zij zich gingen voegen bij de jonge Javaanse majoor Djoehartono, die daar knarsentandend het mis lukken van zijn rebellie tegen zijn commandant, de overste Barlian, bevelhebber van het militaire territorium Zuid-Sumatra, zat te over wegen. Een muiterij dus? Inderdaad, maar een muiterij met goedkeu ring van het hoogste gezag in Djakarta, dat van de president der Indonesische Republiek en opperbevelhebber der Indonesische strijd krachten, Soekarno. De eerste ronde in de strijd tussen Djakarta en de lastige buitengewesten was door de hoofdstad verloren. Wat was het spel, wie waren de spe lers? Djakarta's scenario was niet slecht bedacht. Het doel was uitschakeling van de man, die de sleutelpositie bezet in de strijd van de buitengewesten tegen Dja karta, „Panglima" Barlian, bevelhebber van Zuid-Sumatra. Ten eerste is „Su matra Selatan" met zijn olieraffina derijen van BPM en Stanvac Indone- sie's grootste deviezenpot, drijfkurk van 's lands economie. Ten tweede bestond meer dan de helft van Barlians troepen uit Javanen en in de Lampongs aan Zuid- Sumatra's zuidpunt zitten tussen de Javaanse transmigranten duizenden en duizenden oud-guerilla's, zorgvuldig ge selecteerd voor de dag waarop Java zijn in het centraal gezag belichaamde hege monie nog eens Sumatra op zou moeten leggen. Die twee factoren hadden Barlian, een stille, studieuze, jonge Sumatraan, al genoopt om met zijn wensen en zijn campagne voor Zuid-Sumatra's autono mie veel minder ver te gaan dan de andere kolonels en overstes, Simbolon, Ahmad Hoessein, Ventje Soemoeal, Has san Basri. Overste Barlian bleef nauw keurig binnen de grenzen van de wet. Geen achterhouden van deviezen, geen smokkeltransacties, geen naar afschei ding riekende proclamaties. Wel had ook hij zijn „dewan", zijn autonomistische raad die meer geld uit Djakarta vroeg voor de opbouw, wel nam hy ook per- soonlyk de leiding by die opbouw. Maar onder de staat van oorlog en beleg droeg hy verantwoordelijkheid voor orde en veiligheid en die kon ook hij niet ga randeren, wanneer er niet enigszins aan de wensen van de plaatseiyke bevolking werd tegemoet gekomen. Barlians legaliteit deerde Djakarta geenszins. Het wenste Zuid-Sumatra terug in zyn greep om economische redenen en omdat Zuid-Sumatra de perfecte uitvalsbasis zou zyn tegen Midden-Sumatra's overste Ahmed Hoessein, die Djakarta het openlykst kan tarten, omdat hy zyn gehele ge bied in gesloten front achter zich weet. Zo beraamde in Djakarta wat men „Het comité van 36" noemt (de lei ding van luchtmacht en vloot en een aantal Javaanse top-officieren van de landmacht, dat militairement het ge zag van de centrale regering wil her stellen) met medeweten en instem ming van president Soekarno het strijdplan, dat op vrijdag 29 maart door een speciale koerier in Palem bang werd overhandigd aan majoor Djoehartono, die de „coup" moest uit voeren. Dat plan bevatte een lijst van meer dan 40 namen, waarvan de dragers ge arresteerd moesten worden. Boven aan de lyst: overste Barlian en zyn Suma traanse top-officieren. Nog een kandi daat voor arrestatie de waarnemend gouverneur Hoesein. Djoehartono's troe pen zouden zaterdagnacht de woningen van deze mensen omsingelen, de ook al weer goeddeels Javaanse „Poelisi Mili- ter" zou de arrestaties verrichten. De AURI (Luchtmacht) op Talang Betoe- toe was ook in het spel. Welnu, het meesterplan faalde. Want de stille Barlian had zo zyn eigen in formatiebronnen en toen de Poelisi Mi- liter uit wilde rukken, ontmoette zij be leefd zwijgende. maar goed gewapende Sumatraanse troepen. Dat stond niet in het scenario en de wit-behelmde mi litaire politiemannen verklaarden zich schielyk en verlegen lachend neutraal in het conflict. Geen arrestaties dus. Razend probeerde Djoehartono vanuit zyn geheime actiekwartier contact te krijgen met zyn Javaanse regiment bui ten Palembang. De verbinding was ver broken. De Menadonese commandant van de Lampongs, overste Worang. die door zyn Javaanse officieren en troepen gedwongen was steun aan de „coup" toe te zeggen, zag een fraaie kans zich toen ook tot afzijdige te proclameren. En zo moest Djoehartono als een haas vluch ten naar het vliegveld, waar de AURI hem wel asiel verleende, maar daarna voor alle zekerheid ook maar een neu- traliteitsverklaring aflegde. Daarom blaften de honden, toen Djoehartono's mannen als dieven in de nacht de stad uit moesten sluipen. Zo begon ook de vreemdste rebellie, die ik ooit heb meegemaakt. Een si tuatie waarin alle explosieve materia len voor een burgeroorlog lagen opge sloten, maar die uitgespeeld werd als een schaakspel, waarin geen schot werd gelost. De ene knal, die men op zaterdagavond nog voor een geweer schot had willen verslyten, bleek na derhand door een gesprongen jeep band te zijn veroorzaakt! Dat schaakspel dan: Barlian som meerde Djoehartono zich zondagochtend binnen drie uur over te geven en naar Palembang te komen. Djoehartono wei gerde. Barlians staf maakte zich razend, zei: „desertie en muiterij. Wy gaan hem halen". Op dat moment was een gewa pend conflict, dat zich over geheel In donesië verspreid zou hebben, vlakbij. Maar de stille Barlian wenste tot iedere prys voorkoming van een schietpartij met onoverzienbare consequenties en wachtte rustig de komst af van de ohef- staf van het leger, Nasoetion, een merk waardige figuur, die verbindingsman moet zyn tussen twee onverzoenlijke partyen, Soekarno en de officieren in de buitengewesten. Nasoetion was niet in het komplot betrokken, hy kondigde een status quo af en begon een typisch Indonesisch compromis te zoeken. Djoe hartono en zyn tweede man, majoor Sjoekoer, zouden naar Djakarta worden gebracht, in ruil daarvoor zouden enige van Barlians officieren ook worden over geplaatst. Remise? Nee, Djakarta begon De AURI wierp daarop pamfletten uit, waarin de bevolking werd opge roepen het gezag van Barlian niet lan ger te erkennen. Afgezien van de vele gewapende militairen in de straten was dat het eerste wat de bevolking van Palembang van de opstand merkte. Want dat was het vreemdste van deze vreemde rebellie: terwyl een burger oorlog om het hoekje van de deur stond, ging iedereen gewoon zyn gang. de Indonesiërs omdat zy het dagelijks bestaan echt niet door zulke probleem pjes willen laten doorkruisen, de Ne derlanders en het handjevol Ameri kanen niet, omdat zy zich principieel nooit inlaten met de Indonesische po litiek. Zo schaakte men binnenskamers de revolutie uit. Toen Djakarta's stelling zo zwak stond, dat verder spelen het for ceren van een burgerloorlog zou beteke nen, opperde men een compromis: Djoe hartono naar Djakarta, de Paratroepen ook, Barlians veteranen ontwapend en Barlians gezag ongeschokt. Barlian ac cepteerde, maar hield een oogje in het zeil. Terecht, want nauwelijks waren een by het vertrek uit Palembang als een kind huilende Djoehartono en Sjoekoer in de hoofdstad teruggekeerd, of zy werden per kerende post naar de Lam pongs geëxpedieerd om daar de Javaan se oud-guerilla's in het geweer te roe pen. Toen is de stille Barlian zo ver- scshrikkelijk kwaad geworden, heeft met zulke drastische repressailles gedreigd, dat Djakarta zich van schrik verslikte en de partij opgaf. flIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIN Indonesië drijft langzaam maar zeker naar een crisis, die over 's lands voortbestaan als staat zal beslissen. Climax van die crisis wordt de onvermijdelijke kracht meting tussen een verziekt natio nalisme en de krachten van ge zond verstand en werkelyk patriot tisme, die in de Archipel altijd veel sterker zijn dan men in het buiten land èn in Djakarta wel aan neemt. Die tegenstelling uit zich in de eerste plaats in het conflict tussen Djakarta's holle centralisme en de buitengewesten, die leuzen en „concepten" beu zyn en die op bouw wensen. Tot persoonlijkheden herleid wordt dit conflict beli chaamd in twee mannen, die ééns Indonesië's symbolische twee-een heid vormden: de president Soe karno en de staatsburger Moham med Hatta. Onze reisredacteur W. L. Brug- sma, zo juist teruggekeerd van een reis van vijf weken door Java, Su matra en Celebes, opent vandaag zijn Indonesische reportage met een exclusief verslag van een ge beuren, dat de eerste ronde van die stryd vormde: de door Djakarta op touw gezette rebellie in Palem bang, die ten doel had Sumatra's autonomistisch streven te breken. Het jammerlijk falen van die po ging heeft men door een dicht gor dijn van censuur goeddeels aan het oog van de wereld onttrokken. Onze reisredacteur was de enige buiten landse correspondent, die ten tijde van deze rebellie in Palembang was. ÏIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM Toen ook kon ik eindelijk, na een week transpirerend als denksportre dacteur te hebben gefungeerd, Palem bang, dat al die tyd van verbindingen verstoken was geweest, verlaten. Aan zienlijk wijzer over de methode, waar op men in Indonesië een compromis in conflicten zoekt. Vervuld van enige bewondering ook vjor de overste Bar lian. die kracht en tact zo doseerde, dat hy Djakarta versloeg en een ramp zalig conflict vermeed. Hy zal die kracht en tact nodig hebben in de ko mende maanden, want het spel is nog niet helemaal uit. Er ligt nog een ulti matum van Nasoetion aan Barlian om voor het einde van de maand zyn ve teranen te ontwapenen. In de strijd tussen Djakarta en de buitengewesten blijft Zuid-Sumatra het sleutelgebied. Uiterste waakzaamheid geboden (Van onze financiële medewerker) Er is een opvallende tegenstelling tussen de recente berichtgeving over het Nederlandse bedrijfsleven en het sombere beeld, dat de President van de Ned. Bank in zijn jaarverslag van onze economische en financiële toestand heeft getekend. Van vele ondernemingen, die thans hun jaarverslag over 1956 publi ceren. is de winst groter geweest dan in 1955 en een groot aantal heeft het dividend kunnen verhogen, hetgeen voor de betrokken aandelen dan ook meren deels tot een koersstijging heeft geleid. Maar de ongunstige indruk, welke het verslag van de Ned. Bank heeft gemaakt, is deze week ook op de effecten beurs blijven domineren en hoewel de grondtoon beter kan worden genoemd, is toch van een belangrijke verlevendiging op de aandelenmarkt geen sprake. De effectenbeurs is doorgaans geneigd meer met de toekomst dan met het ver leden rekening te houden en op grond van de scherpe analyse van de President van de Ned. Bank kan men vooreerst op die toekomst niet gerust zijn. Op tal van punten is er aan het eind van 1956 in vergelijking met 1955 een achteruitgang te bespeuren, althans een aanmerke lijke vertraging van de vooruitgang, welke in verband met de toeneming van de bevolking noodzakelijk is om het in de laatste jaren verkregen welvaartspeil te handhaven. Ook in 1956 is het natio naal inkomen gestegen, n l. met 7% tot f. 28.6 miljoen, maar van het grotere nationaal inkomen is niet minder dan 90% aan de loon- en salaristrekkenden toegevallen, welke deze inkomstenstij ging blijkbaar goeddeels hebben ver teerd. want de besparingen zijn niet minder dan f. 400 miljoen bij die van 1955 ten achter gebleven, zodat ze slechts 16% van het nationaal inkomen uitmaken tegen ca. 19% in 1955. Dit is de Achilleshiel van onze natio nale economie. Dr. Drees jr., die nog onlangs de besparingen voor 1956 op 18 8% raamde en hiermee dus aan de te hoge kant was. heeft het noodzakelijke besparingspercentage op 20 gesteld; we zijn dus in het afgelopen jaar niet on belangrijk beneden het hier gestelde minimum gebleven. Het particulier verbruik is met 10%, dat van de overheid met 12'/2% geste gen. terwijl de netto-investeringen, ine. de woningbouw. 25groter waren dan in 1955, met het resultaat dat de be sparingen 8% zijn achteruitgegaan De netto-investeringen ad f. 5 1 4 miljard overtroffen de besparingen met rond f. 600 miljoen en in zover is het dus begrijpelijk, dat de regering haar beste dingsbeperking ook op de investeringen wil toepassen. Het spreekt vanzelf dat men ook wat de investeringen betreft, niet verder kan springen dan de pols lang is, maar het is tevens duidelijk dat een in dat op zicht te grote styeing minder funest is dan een onevenredige stijging van het particulier verbruik. Want de investe ringen zijn voor een groot deel produk- tief en dragen dus na verloop van tijd weer tot de volkswelvaart bij, hetgeen van een stijging van het particulier ver bruik niet kan worden gezegd. Deze laatste kan alleen een gevolg van grotere welvaart zijn en als ze dat niet is, be tekent ze een mtering op het nationaal vermogen Het is dan ook geen wonder dat de Nederlandse betalingsbalans in 1956 een ongunstig verloop heeft gehad in tegenstelling met 1955. Toen nog een voordelig saldo van f. 302 miljoen op de lopende rekening, ditmaal een na delig saldo van f. 608 miljoen, dat grotendeels door een teruggang van de goud- en deviezenvoorraad by do Nederlandsche Bank moest worden gedekt. Hoe bedenkelijk dit verschijnsel ls. blijkt uit het commentaar van de Pre sident, volgens welke de goud- en de viezenvoorraad gelijke tred moet hou den met de toeneming van het buiten lands betalingsverkeer. Bij een stijging van de nationale produktie met ca. 3'A% per jaar en een grotere stijging van de buitenlandse handel moet de tredma- tige aanwas van de goud- en deviezen voorraad ten minste f. 150 miljoen per jaar bedragen en alvorens in het raam van het nationaal inkomen en de be stedingen van een surplus kan worden gesproken, moet er op de betalings balans een overschot zijn van oa. f. 600 miljoen per jaar. Daar 1956 een tekort van eenzelfde bedrag liet, is er voor dat jaar der halve een gaping van niet minder dan f. 1.2 miljard en dat een dergelijk proces tenslotte de nationale welvaart moet aantasten, behoeft geen betoog. De achteruitgang van de betalings balans met ca. f. 900 miljoen is nagenoeg geheel het gevolg van het teleurstellend verloop van de Nederlandse handels balans. welke van de betalingsbalans de voornaamste component is. De goede renimport maakte in 1955 ca. 87% van de totale uitgaven uit, de goederen export 70% van de totale ontvangsten, waaruit blijkt dat het vooral de handels balans is. waaraan in deze tijd volle aandacht moet worden geschonken. Het was trouwens ook de gunstige ontwikke ling van de handelsbalans, welke in de jaren 1953—1955 tot het voordelig saldo van de betalingsbalans en derhalve tot de stijging van de nationale welvaart heeft bijgedragen. In 1953 bedroeg het nadelig saldo op de handelsbalans nog slechts f. 846 miljoen, in 1954 en 1955 steeg het tot resp. f. 1688 en f. 1978 mil- Burgemeester jhr mr. C. A de Ranitz van Utrecht heeft gisteren de mobiele legertentoonstellino Paraat '57 geopend. Tijdens de rondgang liet hij zich ook even vastbinden in een schietstoel van een straaljager. Ue burgemeester trekt de bescher ming over zijn gezicht, die de piloten gebruiken wanneer zij zich bij moeilijkheden uit hun vliegtuig laten schieten. Wetsontwerp Nationale Raad is gereed HATTA WAARSCHUWT De minister van Justitie, Maengkom, heeft vandaag bekendgemaakt, dat zijn ministerie gereed is gekomen met het opstellen van een wetsontwerp tot in stelling van een Nationale Raad. zoals president Soekarno in zyn „conceptie" had voorzien. In een vandaag in verschillende dag bladen in Djakarta opgenomen artikel van Hatta verklaarde deze dat de raad van het „centralisme" en dientengevol ge ook de bureaucratie zou bevorderen. Hatta stelde voor uitgebreide autonomie toe te kennen aan de buitengewesten, om de democratie in Indonesië te ver stevigen. Hoessein in Djakarta De militaire commandant van Mid den-Sumatra, luitenant-kolonel Ahmad Hoessein, is vandaag in Djakarta aan gekomen om de conferentie van mili taire commandanten en gouverneurs bij te wonen. Ook zal hij een ontmoeting hebben met oud-vice-president Hatta. Dit is het eerste bezoek van Hoessein aan Djakarta, sinds hij in december als voorzitter van de revolutionaire Ban- tengraad in Midden-Sumatra het be stuur in handen nam. Bij zijn aan komst op het vliegveld werd hy toege juicht door honderden van Midden-Su matra afkomstige inwoners van de hoofdstad. Inmiddels werd vandaag uit Midden- Sumatra gemeld, dat premier Djoeanda tydens zijn bezoek aan dit gebied, ver klaard heeft bereid te zijn zijn man daat aan president Soekarno terug te geven, indien hij mocht falen in zijn pogingen om de belangen van de bui tengewesten te dienen. Generaal De Gaulle heeft een plan voor Algerije Generaal Charles de Gaulle heeft een plan voor Algerije, maar hij blijft van mening dat het huidige regime het Al gerijnse vraagstuk niet kan oplossen, zo meldt het Franse blad ..Paris Presse". Volgens De Gaulle zou de Franse poli tiek verkeerd zijn. omdat zij ervan uit gaat dat er in Algerije 1.200 000 Fransen tegenover een blok van acht miljoen Mohammedanen staan. De Gaulle meent echter, dat er in Algerije niet één enkele Mohammedaanse gemeenschap bestaat, doch verscheidene, zoals een Berberse. een Kabylische en een M'zabitische. Al deze gemeenschappen. Frans of inheems, zouden een eigen statuut moeten krij gen. min of meer onafhankelijkheid van het centrale bestuur, doch geen der ge meenschappen zou zich los mogen ma ken uit het Franse geheel. Overigens zou De Gaulle menen, dat het Algerijnse vraagstuk niet apart op gelost kan worden. De gehele Franse Unie moet op revolutionaire wijze her zien worden, aldus de opvatting van De Gaulle. De afgelopen 24 uur is er in Algerije een zekere opleving te bespeuren in de activiteit van de opstandelingen. Vooral in het gebied van Oran zijn vele aansla gen gepleegd. Een tiental mensen kwam om het leven. In het zuiden van Oran stuitte een Franse patrouille op een zwaar gewapende groep opstandelingen. Acht militairen en negen opstandelingen sneuvelden In de streek van Batna sneuvelden 100 opstandelingen bij gevechten met Franse troepen, die een grote hoeveelheid wa pens buitmaakten. joen, in 1956 was er echter een import overschot van niet minder dan f. 3230 miljoen, dat voor een te groot deel in de consumptie is opgegaan. Vooral het tweede halfjaar heeft een zeer ongunstig verloop gehad. Terwyl de invoer met ruim f. 1 miljard steeg, nam de uitvoer met slechts f 100 miljoen toe en men kan dus zeggen, dat de overbesteding de han del met het buitenland in beide rich tingen ongunstig heeft beïnvloed. Uit het feit dat de invoer van onze be langrijke afnemerslanden veel sterker en de wereldhandel over het geheel eveneens sterker is toegenomen dan onze uitvoer blykt bovendien dat het aandeel van Nederlandse produkten op buitenlandse markten in het afge lopen jaar ls afgenomen. Onze uitvoer gign in 1956 slechts met 7 vooruit, dat is 3 minder dan het gemiddeld percentage voor alle OD.E.C. landen. West-Duitsland zag zyn uitvoer zelfs met 20 stygen en spant verre weg de kroon, maar ook Italië, België, Luxemburg en Engeland liggen met hun percentage boven Nederland, terwijl de VS. hun export in 1956 met 19 heb ben zien stygen. Welk een belangrijke plaats de VS. in de wereldhandel en ook ten aanzien van ons land innemen blijkt uit het feit. dat het nadelig saldo van de Nederlandse handelsbalans ad f 3% miljard voor weinig minder dan f 2 miljard op rekening van genoemd land komt, terw-ijl West-Duitsland in dat tekort voor ca. f miljard een aandeel heeft. Opvallend is ook dat het invoerover- schot op de handelsbalans met België en Luxemburg in 1956 tot f 1.1 miljard is gestegen, doordat de invoer uit die landen in veel sterkere mate toenam dan de uitvoer. Men herinnert zich dat de Belgische handel destijds ach en wee heeft geroepen over de totstandkoming van de Benelux-overeenkomst, omdat men op grond van de lagere levens standaard ten onzent daarvan een sterke stijging van de Nederlandse ex port naar België vreesde De werkelijk heid blijkt nu juist omgekeerd te zijn, mede doordat sinds medio 1955 lonen en salarissen in ons land in sterkere mate zijn gestegen dan in België. Waar uit weer blijkt, dat het betrekkelijk kleine verschillen zijn, die de balans kunen doen omslaan. Ook gedurende de eerste twee maan den van het nieuwe jaar is de import uit België/Luxemburg meer gestegen dan de export naar die landen. Ten op zichte van West-Duitsland ziet men een zelfde verschijnsel: een stijging van de export met f. 50 miljoen van de import met f 100 miljoen. Voor de eerste drie maanden van 1957 toont de Neder landse handelsbalans in haar geheel dan ook een ivoersaldo van niet minder dan f 1.2 miljard, weinig minder dan het dubbele van dat in het eerste kwar taal van 1956, hetgeen onverbiddelijk tot een verdere achteruigang van de be talingsbalans moet leiden. De conclusie van dr. Holtrop dat het progTam van de bestedingsbeperking, door de regering opgesteld, onvol doende zal blijken om de financie ringsspanningen te doen verdwijnen. Is dan ook alleszins begrijpelijk en zal de regering by haar financieel beleid tot de grootst raogelyke waakzaam- i held moeten nopen. kdorwm het... we. Vuuüian to-i dikt - beste. Pasen. ftu. kijken. we. waar naar. van. könkujtmvextüxj LsucU sckool voetbal toaoKiiJol was weet Spannend (én exy tlxuk) jtt vela. Aameanlevi waren, kuine. pudein derfjei arij artiej vtian tipboe wal texjan dab rakets" - - - Vandaag slaan.leèdse jSkuteiljas voorde kk- vïsk.. aUartioul Wij i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 9