Verjongde mensa-zaal in Minerva een feest van kleuren en lijnen Scapino danste in Leiden met succes voor Vakschoolmeisjes Flipse boeide tweemaal een met jongeren gevulde Stadszaal Liefde, hoop en geloof liggen aan gezinsvoogdij ten grondslag Groeiende belangstelling voor Openbare Leeszaal „Reuvens Modern en efficient herboren na brand van 21 oktober 96ste jaargang Donderdag 28 maart 1957 Tweede blad no. 29098 (Ine». Me<L-Adv.) ACADEMISCHE EXAMENS. Geslaagd voor het doet. ex. Rechten In de Vrije Studierichting de heer C. L. Steenbergen (Den Haag); doet. ex. Ned. Recht de heren A. Pronk (Velsen) en P. C. Nieman (Voorburg). PROMOTIE LEIDSE UNIVERSITEIT. Gepromoveerd tot doctor in de God geleerdheid op proefschrift getiteld ..Divinatie. met name bij Rudolf Otto", de heer R. Boeke. geboren te Noordwij kerhout en thans wonende te Hogebein- tum. Strakke lijnen, heldere kleuren en plastic zijn de elementen, waaruit de nieuwe zaal voor de mensa in Sociëteit Minerva is opgebouwd. Sinds 21 okto ber van het vorige jaar, toen een telle brand in een deel van de sociëteit woedde en de mensazaal buiten gebruik stelde, moest de gezamenlijke maal tijd elders onderdak worden gebracht. Gisteren is de vernieuwde zaal zonder veel plechtigheden in gebruik genomen: verruimd, nieuw aangekleed en van een nieuwe bedieningsoutillage voorzien. De vernieuwing van de mensazaal is slechts een indirect gevolg van de brand geweest. Die brand richtte vooral ernstige schade aan in de nachtkroeg en de daarboven gelegen vertrekken, terwijl de mensazaal zelf weinig schade opliep. Organisatorisch was de mensa daardoor echter onmogelijk geworden jin de oude behuizing. Men heeft toen /de periode van restauratie van wat door de brand vernield was aangegre pen om reeds bestaande plannen voor vernieuwing en verruiming van demen- snzaal uit te voeren. Naast de mensazaal op de eerste etage lag vroeger de biljartzaal van de sociëteit. Deze laatste ruimte is thans bij de mensazaal getrokken, waardoor de capaciteit van 120 tot tegen de 200 plaatsen is uitgebreid. Een welkome uitbreiding in verband met de bestaan de belangstelling voor de mensa, maar zeker voor de toekomst wanneer de te verwachten sterke stijging in het aantal studenten gerealiseerd zal worden. De nachtkroeg beneden naast de grote societeitszaal is bij de restauratie aan zienlijk kleiner geworden, in de eerste plaats door het hierin aanbrengen van een liftschacht naar de bedieningsruim te van de mensa, en in de tweede plaats door verlaging van het plafond waar door een tüssenverdieping ontstond die de inrichting van een goede uitreikkeu- ken voor de mensa mogelijk maakte. Het interieur van de mensazaal is zeer modern gehouden in een stijl, die in volkomen tegenstelling is met de sfeer van de andere societeitsvertrekken en zalen. Een bezwaar is dit geenszins, om dat het om vrij gescheiden taken en plaats gaat. Er Is in de zaal met veelkleurig plas tic als bekleding van wanden en pla fond gewerkt, terwijl een heldere mo derne plafondverlichting en merk waardige effecten opleverende veel kleurige gordijnen de sfeer van frisse en heldere moderniteit accentueren. Een bijzonder fraaie zaal. die niet zal nalaten de belangstelling voor de mensa te doen groeien. Het uitreiksysteem is zeer vereen voudigd en thans buitengewoon effi cient. niet alleen voor de deelnemers aan de mensa doch ook voor het be dienend personeel. Verbetering zou nog slechts de toe gang tot de zaal via de achteringang en het achtertrappenhuis behoeven. De on verzorgde sfeer van deze toegangsweg is wel in flagrante tegenstelling met de sfeer die de zaal zelve ademt. Het is niet onmogelijk, dat ook deze verbete ring in de naaste toekomst tot stand komt. Bij de opening van de nieuwe zaal, gistermiddag toen de eerste mensa- gangers hun maaltijd weer in de (on herkenbaar verjongde) oude omgeving nuttigden, waren onder meer de rector- magnificus prof., dr. P. A. H. de Boer, de president curator dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk en enige hoogleraren wuaronder de praeses van het dagelijks bestuur van de Civitas prof. dr. D. J. Kuenen aanwezig. Laatstgenoemde voerde tijdens de maaltijd het woord en wees daarin op de belangrijke aan winst voor de Civitas in de gedaante van deze zaal. die naar hij hoopte iets zou kunnen bijdragen tot verwezenlij king van de idealen zoals die door de Civitas worden gekoesterd. Ons interview met de luitenant-kolo nel b.d. J. H. van Temmen behoeft op één punt een kleine aanvulling. Wij schreven aan het eind dat de overste toegaf wel bang geweest te zijn; dit had moeten luiden, dat de overste toegaf bang geweest te zijn dat de actie zou mislukken. Dit mocht hij natuurlijk niet aan de soldaten laten blijken. Hier was dus geen sprake van persoonlijke angst, zoals men uit ons verslag zou kunnen opmaken. Instructief programma De balletkunst staat bij de meisjes van tien tot tiointig jaar tegenwoor dig wel bijzonder in het centrum van de belangstelling. Geen wonder, dat het bestuur van de Vakschool voor Meisjes te Leiden enige tijd geleden besloten heeft de leerlingen in het kader van de vie ring van het veertigjarig bestaan (Ingez. Med.-Adv.) EEN BLIJVEND JUBILEUMGESCHENK is een horloge of klok van W. BROUWER HORLOGER DIPLOME H4ARLEMMERSTR. 23 - TEL. 22076 Kynologenver. „Rijnland" In 10 jaar van 70 naar 230 leden De Kynologenver. „Rijnland" viert dit jaar haar tweede lustrum en ter gele genheid daarvan heeft de secretaris, de heer G. Smits in de gisteravond in „Zomerzorg" gehouden jaarlijkse leden vergadering een overzicht gegeven van de afgelopen tien jaar. Hij kon daarbij met dankbaarheid constateren, dat de vereniging zich gunstig heeft ontwikkeld en dat het aanvankelijke ledental thans is gestegen tot 230. Zijn jaarverslag werd onder dankzeg ging goedgekeurd evenals dat van de penningmeester, de heer C. Barning. die over 1956 een batig saldo van f. 300 kon presenteren. Mej. Martin en de heren Bakker en Krijgsman werden aangewezen als leden der kascommissie. terwijl de pe riodiek-aftredende bestuursleden, de heren dr. ir. P. C. Lindenbergh en C Barning. respectievelijk voorzitter en penningmeester, bij enkele kandidaat stelling werden herkozen. Besloten werd om het tweede lustrum in het begin van mei a.s. te vieren met een clubrally voor honden in „Duin- rell" te Wassenaar. Na afloop is er in Leiden een gemeenschappelijke, feeste lijke maaltijd. Tenslotte amuseerden de leden zich kostelijk met een nummertje „mast- klimmen'.' BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN GEBOREN EM'sabeth Gamma Maria, dx van N. van Dijk en C. M. van der Wereld!; Amibje Hen- dirlka Cornelia, dr van J. I. de Bruin en J C. Harkes; Frederik Rudolf, zn van W. F Bleijl en C. Hoogeveen; Richard Jacobus Lodewijk. zn van R. Keereweer en E. H. van der Weljden; Cornelia Adriana Maria, di van C. P. van Teylingen en C. E. van der Klugt; Johanna Vail, dr van J. H. Douglas en J. W. Battey; Maria, dir van W. A Vriezen en C. Otbe; Robert Joannes Theodorus, zn van G. Kop en M. Greasie; Erik Pleter, zn van J. Onderwater en G. J. Sjarddn. OVERLEDEN R. Ruiten. 16 jaar, zn; G. Brauntus. 50 jaar. hulsvr. van K. Knol; J. P. Schouten 7! Jaar. huisvr. van J. de Wolf; T. van Ewljk, 59 Jaar, man. Luisterspanning onder Toonkunst-jeugd Wanneer er géén geestdriftige man nen als Eduard Flipse waren, zou dan de muzikale fakkel zó vurig van de ene naar de andere generatie worden over gedragen, als op de jeugdconcerten van Toonkunst het geval is? Ook nu stond hij op ons podium. Hjj sprak tweemaal een stampvolle zaal met „jongelui", zoals Flipse de jongeren graag betitelt toe en liet op zyn woord het orkest „klinken", gelijk men dat on der zijn leiding gewend is: zangrijk, toe- gewijd, vol begrip. Haydn als eerste: diens Oxford-Sym- fonie van 1788, welke in haar vroeg- klassieke orkestbezeting met slechts en kele blazers fluit, twee hobo's, fagot opklonk ter gelegenheid van zijn ere doctorschap in 1792. Een der 104 sym fonieën van deze ontzagwekkend vrucht bare componist. Twee delen uit deze symfonie slechts, die echter de Jeugd uitermate boeiden, gelyk zü de vorige dag dit tweemaal 1400 jongens en meis jes deden in de Rotterdamse Koning- innekerk. Het bijzonder fijnzinnig en innig ge speelde Adagio vormde eigenlijk een in leiding tot de Zes Adagio's van Willem Pijper, de geniale Nederlandse voor vechter, die in deze Adagio's zijn pro gressiviteit liet varen en tot merkwaar dige verootmoediging en vereenvoudi ging kwam. Verleden week speelde Flipse, éénmaal 15 jaar trouw met Pijper te Rotterdam verbonden, deze Adago's op het K. en O.-concert reeds voor en wij hebben ze nadien besproken. 1940 was een belang rijk jaar voor Pijper: zij bracht zijn toe treding tot de Orde der Vrijmetselaren. En zijn vergeseteljjkte levenshouding vindt in deze ontroerend-stemmings voile Adagio's, staande in de toonaard van het Licht (C dur) en getuigend van een aangrijpende devotie, haar weer spiegeling. Ook nu werd het een uitbeel ding, die getuigde van de nauwe ver wantschap Pijper—Flipse. sprekend van het diepe respect van de laatste voor de eerste, die werkelijk een „eerste" is ge weest voor de bevordering van de Ne derlandse Toonkunst. Ook nu weer een opvallend gevoelige vertolking der cello en altsolo. Ten besluite Ravel's balletmuziek „Daphnis et CWoé" (Tweede suite). waarin de volledige moderne orkestratie in een rijk kleurenpalet haar hoogste weergave vindt. Het verhaal van de herdersjongen en het herdersmeisje, voor elkaar bestemd, elkaar verliezend en weer vindend, wordt bekroond door het uitbundige feest der verloving in een virtuose en wild-rit- mische dans als uiting der vreugde, waaraan iedereen deelneemt, dit alles zich afspelend in een zonnig Helleens landschap. Een magnifieke droom van Ravel over het oude Griekenland, overhuifd door een heerlijke fluitmelodie, culminerend in een extatische vervoering, waarvan Ravel het geheim ten volle kende, om haar tot expressie te brengen. Ook Filpse kent dit geheim en zo werd het opnieuw een verrukking ernaar te mo gen luisteren! Het orkest volgde hem voorbeeldig in het „Lever du jour", de „Pantomime" en de „Danse générale". Men weet het: wanneer Flipse zich met de Fransen bezig houdt, zijn zo wel hij als het orkest op hun bést! Zo ook nü! De jeugd betoonde bij al deze wer ken een verheugende luisterspanning. Flipse heeft ook dit seizoen talloze jongens en meisjes nader tot de mu ziek gebracht: dat is immers zijn „roeping", zijn „geloof", zoals het mu siceren zelf dat voor hem is. En de Maatschappij voor Toonkunst doet er dan ook góed aan, hem telken- jare naar Leiden te roepen. Ook in het komend seizoen zal Flipse, wiens programma tot half 1958 nü al weer klaar staat, onze getrouwe gast zijn: dat mogen wij wel ver klappen! H. van deze school een middag aan te bieden, welke geheel aan de dans zou moeten worden gewijd. Het kie zen van een goed gezelschap was niet moeilijk. Het Scapino Ballet uit Amsterdam immers heeft sedert zijn oprichting na afloop van de tweede wereldoorlog naam roeten te maken ongetwijfeld mede in verband met het feit. dat het zich als voornaam ste doel heeft gesteld het Neder landse publiek en in het bijzonder de jeugd dichter bij de danskunst te brengen. Hans Snoek, die het gezelschap heeft opgericht, zwaait nog steeds met veel animo de scepter over haar dansers en danseressen. Gistermid dag konden al de meisjes van de ju bilerende Vakschool in de uitstekend bezette Schouwburg - jammer ge noeg was er juist dezelfde middag jeugdconcert - zien wat bewegings drift vermag. Het programma had een enigszins in structief karakter en werd daardoor des te meer gewaardeerd. Dank zij de toe lichting. die vooraf werd gegeven, kon den de meisjes vernemen, dat de dans reeds zo oud is als de mensheid, dat de Zonnekoning in 1660 de eerste dans- academie oprichtte, waarmede de grond slag was gelegd voor de beroepsdans en het klassieke ballet definitief zijn intre de had gedaan, dat in de negentiende eeuw veel aandacht werd geschonken aan de voetspits. geheel in overeen stemming overigens met het streven van het romantische ballet en dat omstreeks 1910 het Russische ballet onder leiding van de grote Djaghilew stormerderhand het gehele Westeuropese publiek wist te veroveren. Tot slot hoorden de meisjes het een en ander van de verschillende stijlen, die na 1910 ontstonden. Het ei- Op uitnodiging van de Vereniging I door de verschillende kinderwetten die voor Pedagogiek sprak gisteravond I o.a. in 1906 en 1912 ontstaan zijn. mej. van Ouwenaller in „Het Gulden Voor die tijd, was er al een groot Mies" over „Gezinsvoogdij". i streven merkbaar voor de bescherming van het kind, Waren het de mannen van het Reveil niet. die zich verzetten De gezinsvoogdij, aldus mej. van Ouwenaller, is in het leven geroepen genlijke dansfestijn werd geopend met een werkje van de beroemde choreograaf Fokine, die in zijn „Carnaval" vreugde en droefheid scherp tot uiting heeft wil len laten brengen. Van Nederlandse oor sprong is de „Middeleeuwse Ballade", die met grote precisie werd gedanst en waarbij Scapino (Peter Brandsma) - de bekende figuur uit de commedia dell' arte - op treffende wijze voordroeg. Grappig was het „Avontuur met drie flessen" van een der danseressen van het gezelschap en zeer licht verteerbaar de can can van de „Kunstenaars op vi site". Na de pauze dansten de Amster dammers een fantasie op het welbeken de „In Holland staat een huis". Aan de vleugel werden zij begeleid door Luctor Ponse. De kostuums waren van Ans Kummer en gaven aan deze succesvolle voorstelling een fleurig karakter. Na mens het bestuur van de school sprak de voorzitter, mr. M. C. de Graaf, na afloop woorden van dank tot de dansers en danseressen voor de moeite, die zij zich hadden willlen getroosten. De bloemen, die door een der leerlingen werden aan geboden. kwamen uiteindelijk terecht bij balletmeester Jan Rebel, die niet lang daarvoor vader was geworden V) Uitleen steeg met ruim 17% In de gisteravond onder voorzitter schap van mr. W. de Clercq gehouden ledenvergadering van de Openbare Leeszaal en Bibliotheek „Reuvens" is allereerst het overleden erelid, dr. J. E. Kroon herdacht, die gedurende een lange reeks van jaren op voortreffelijke wijze een bestuursfunctie heeft vervuld. De voorzitter deelde voorts mede. dat mede in verband met de bestedingsbe perking van de voorgenomen grootse verbouwing voorshands wel niet veel zal kunnen komen, zodat zal moeten wor den volstaan met de meest noodzake lijke inwendige voorzieningen. Hierbij werd uit de vergadering de wens uitge sproken dat de leeszaal in ieder geval de beschikking krijgt over het aangren zende perceel, dat haar eigendom is. Er zullen daartoe stappen worden onder nomen. Aan het uitvoerige jaarverslag van de secretaris, de heer H. N. van den Berg ontlenen wij. dat het jaar 1956 voor de uitleen een gunstig jaar is geweest. Het aantal uitgeleende boeken nam met ruim 17 toe, het aantal jeugdboeken zelfs met ruim 18'/£ Het an tal leden- lezers in het hoofdgebouw aan de Bree- straat steeg met ongeveer 200, dat in de jeugdbibliotheek aan de Plantage met ruim 600. Deze uitbreiding maakte ook een vergroting van het boekenbezit noodzakelijk; er werden o.a. 800 popu- lairwetenschappelijke werken en ruim 1500 jeugdboeken aangeschaft, waardoor de leeszaal momenteel de beschikking heeft over 16.330 romans, 15.326 popu- lair-wetenschappelijke werken en 6.297 jeugdboeken. Aan volwassenen werden in 1956 114.365 boeken uitgeleend aan de jeugd 72.295. De penningmeester, de heer M. Eek jr.. deelde in zijn jaarverslag mede. dat de ontvangsten, inclusief de contribu ties. leesgelden en subsidies f. 69.568 hebben bedragen, de uitgaven f. 80.411. Vermeldenswaard is voorts, dat op elk uitgeleend boek (186.660 stuks!) een last aan exploitatiekosten rust van vijftig cent, waartegenover per boek aan inkomsten uit contributies en leesgelden een bedrag staat van slechts tien cent. Het verschil moet dus worden gedekt uit de subsidies van Rijk, gemeente en provincie. Beide jaarverslagen werden onder dank aan de samenstellers onveranderd goedgekeurd. Na een geanimeerde gedachten wisse ling werd de vergadering gesloten. tegen de kinderarbeid die, met al zijn verschrikkelijke gevolgen, met de dag toenam? Deze kinderen werden bedreigd door lichamelijke en geestelijke tekortkomin gen maar niemand kon dit tegengaan. Immers men had er geen recht toe. Er kwamen in 1906 enige wettelijke maat regelen. Kinderen die thuis verwaar loosd werden, gingen naar het platte land. ver van hun ouderlijke woning. Om de ouders bekommerde zich niemand meer. Vaak gebeurde het, als de kinderen groter geworden waren, dat ze toch weer de stad opzochten, waar hen dan dub bele tegenslagen 'wachtten, omdat ze zich niet meer bij het stadsmilieu kon den aanpassen. Men ging iets nuchter der denken, vervolgde spreekster, want men zag ook wel dat dit de ideale op lossing niet was. De ouders, die meestal als verschop pelingen beschouwd waren, werden nu naar voren gehaald. Men zag een nieuwe mogelijkheid om door „herop voeding" der ouders zo ook de kinderen weer op de goede weg te krijgen. En dit karakter heeft men steeds vast gehouden. Men stelde een voogd over het gezin die dan tevens toezicht had over de ouders en het kind. Vol enthousiasme is men met dit werk begonnen. Mede hierdoor zijn ook de z.g. kinderrechters gekomen. LIEFDE EN HOOP HAND IN HAND De grondslag voor gezinsvoogdij is wel de liefde, die, samen met de hoop. hand in hand moet gaan. En die liefde mag niet alleen op het kind gericht zijn. maar ook op de ouders. De vraag: wie moet de gezinsvoogd zijn, vond mej. van Ouwenaller een moeilijk probleem. De wetgever wil dit in handen van de particulier leggen, dus het wordt niet opgedragen aan beroeps krachten. Zij dienen alleen als hulp van de gezinsvoogden. Spreekster vond dat de voogd zelf moest beslissen of hij in het geval wat hij voorgelegd krijgt, iets ziet. of hij er iets mee kan bereiken. De voogd moet ook rekening houden met het niveau van het gezin en de mogelijkheden die er Inzitten. Er wordt van hem veel tijd en geduld verwacht. Vaak gebeurt het, als men het kind naar een inrichting sturen moet, wat meestal ten goede komt aan beide partijen, het kind komt in een andere omgeving en de rust keert terug In een gezin, dat de voogd zijn werk als volbracht ziet. Spreekster waarschuwde tegen deze foute veronderstelling. Immers de voozd is een gezinsvoogd, m.a.w. op hem liet de taak ook het contact met de ouders te bewaren. Het zou ook goed zijn als alle ouders over de opvoeding van hun kinderen eens van gedachten wisselden. Spreekster sprak de hoop uit dat men steeds verder zou gaan met dit nood zakelijke werk waaraan liefde en hoop maar ook geloof ten grondslag ligt. Na de pauze werd over dit onderwerp op zeer geanimeerde wijze van gedachten gewisseld. Italië: land van klassieke schoonheid Boelend. afwisselend en van een rijke schoonheid, die de aanwezigen tevens confronteerde met de klassieke oudheid, was de Italiaanse „trip", waarvoor gis teravond zeer velen in de foyer van de Stadsgehoorzaal waren uitgenodigd door het Reisbureau Cebuto. Dr. L. van Egeraat uit Breda, die Italië niet in de eerste plaats bezocht voor zijn Dolo mieten en Rivièra, doch voor zijn vele verborgen hoekjes en zijn hoogtepunten van cultuur, was een uitstekend gids. die het gezelschap liet dwalen door het prachtige Umbrië, de tuin van Italië, door kathedralen en kloosters of door het om zijn schoonheid zo fascinerende Lagune-gebied. Venetië, de glimlach van het water. Florence, een parel in een oesterschaal, een Napels en een Rome. waar volgens spreker het woord van de psalmist: „duizend jaren zijn als één dag" ten volle wordt bewaarheid, ont braken uieraard niet op deze tocht langs de meest karakteristieke plaatsen van het Italiaanse land, dat vooral in zijn gebouwen, pleinen en kerken ergens aan een watertje, duikt wel een kerkje op zulk een rijke schoonheid tentoonspreidt. Een met zeer veel zorg samengestelde muzikale illustratie, gaf een bijzondere bekoring aan de talrijke vertoonde kleurendia's. De directeur van het Haagse bureau van Cebuto. de heer J. Mulder, sprak een kort inlei dend woord, waarin deze uitweidde over het rustige karakter, dat steeds aan de reizen gegeven wordt. Gisteren in gebruik genomen GESLIPT IN TRAMRAILS. Een kijkje in de nieuwe zaal. Op de achtergrond de uitreikloketten waarachter de uitreikkeuken ligt. (Foto LjD./Van VItot) Gistermiddag omstreeks twaalf uur is een 23-jarige Leidse student, wonen de in de Joh. de Wlttstraat. op de Steenstraat met zijn rijwiel in de tram rails geslipt, tengevolge waarvan hij zijn linkeronderbeen heeft gebroken. LT.-KOLONEL J. H. VAN TEMMEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 3