Huidige verzetsstrijd in Eire is
slechts een surrogaat van vroeger
Do, ut des
Een Zoeklicht
WEERZIEN MET IERLAND (III)
Publiek keurt de bloedige acties af en toch
is de sympathie altijd bij de gehangene
Terroristen op thee-visite Wi"horen erbii
(ik geef, opdat gij geeft)
^OP DE BOEKENMARKT
J
5# Jaargang hö« 10
Zaterdag 9 maart 1957
Dat is het materiaal: eert sub-machinegeweer, Molotof-cocktails, explosieven, munitie
In Noord-Ierland achtergelaten door IR A-raiders, toen zij moesten vluchten.
Wie znn deze terrori?
(Van onze reisredacteur)
Van de twee mannen die mijn hotelkamer in Dublin binnentraden,
was een een jonge fat, die keek als de priester van een hoogst
modieuze secte. Hij zei plechtig „goededag", sloeg een asje van zijn
revers en wierp zich vervolgens ruggelings op mijn bed. In die
merkwaardige positie zei hij eerst: „Ik ben zeer vermoeid" en bleef
toen een half uur zonder ophouden doorpraten over de doelstellingen
van de „vrijheidsstrijd in Ulster".
Een vreemde jongeman, maar vreemder nog was zijn metgezel,
een lange, losjes geklede kerel, het zwarte haar iets te laag ingeplant,
die zich met de gemakkelijke gereedheid van een tijger in een fauteuil
neerliet. Hij vroeg nadrukkelijk om een asbak en wierp toen even
nadrukkelijk zijn as op de grond, een gewoonte, die hij gedurende
het gehele gesprek zou aanhouden. Maar het opvallendste aan hem
waren zijn kille grijze ogen. Er liep een bleekrood litteken onder het
linker, dat blijkbaar beschadigd was, want het draaide trager dan
het rechteroog, zodat hij soms scheel keek en soms niet. Deze man.
die achterdochtig mijn paspoort met mijn perskaart zat te vergelijken,
om te zien of ik soms een Brits geheim agent was, had zijn naam
verzwegen. Nodeloos, want dat trage linkeroog is het hoofdbestand
deel van het signalement van Joe Maccrystle, souvenir van een raid
met zijn eigen groep van Ierse terroristen, die militaire en politie
posten in Ulster opblazen en, als het zo uitkomt, een politieman van
de Royal Ulster Constabulary in zijn rug schieten terwille van het
heilig doel van een verenigd Ierland
Kleine groepjes plegen overvallen
Omdat de leiders van de „Ierse Republikeinse Armee", de grootste van de
drie. overigens met elkaar concurrerende, terreur-organisaties, zo langzamer
hand allemaal in Dublins Mount joy-ge vangen is straffen van een paar maanden
uitzitten, kon ik de IRA-opperbevelhebber, Tomas Maccurtain, zoon van een
door de Britten om hals gebrachte burgemeester van Cork, niet ontmoeten en
moest ik genoegen nemen met deze vreemde thee-visite.
Wie zijn deze terroristen en hun
supporters? Mijn bezoekers waren net
de uiterste polen. Aan de ene kant
dweepzieke, verbitterde of ambitieuze
nationalisten, aan de andere kant de
harde vak-terroristen. Daartussen ligt
een heel gamma van oudere, mislukte
TOEN enige weken geleden de
discussie over een op te rich
ten centrale voetbalpool in
volle gang was, liet het Moderamen
van de Generale Synode der Ned.
Herv. Kerk als spelbreker
weten, dat het reeds in 1951 aan
de toenmalige Minister van Justi
tie zijn principiële bezwaren tegen
invoering van een voetbaltotalisa-
tor had kenbaar gemaakt en dat
er geen reden is dit standpunt te
herzien. De Synode heeft onlangs
aan de Raad voor de zaken van
Kerk en samenleving verzocht over
dit vraagstuk een rapport uit te
brengen.
Met belangstelling zien wij dit
rapport tegemoet. We vertrouwen,
dat de sportbonden, die zo ontzag
gelijk veel goeds hebben gedaan
voor de lichamelijke en morele ge
zondheid van ons volk. straks met
aandacht zullen luisteren, als er
voor bedreiging van de geestelijke
volksgezondheid wordt gewaar
schuwd. Wij willen op dit rapport
niet vooruitlopen.
In bovengenoemd bericht van de
Generale Synode kwam echter ook
dit zinnetje voor: ..Het moderamen
wijst hierbij o.a. op het euvel van
loterijen, kansspelen, rebus-acties
e.d. voor liefdadige doeleinden,
waardoor de bereidheid tot spon
tane en belangeloze hulpverlening
ernstig wordt geschaad".
Dat euvel neemt tegenwoordig
verontrustende vormen aan. Er
zijn maar weinig belangen meer,
waarvoor men een spontaan be
roep op de offervaardigheid van
ons volk durft te doen. Het Rode
Kruis, de hulpactie voor Hongarije
e.d. kunnen zich nog de weelde
veroorloven om zonder loterij een
inzameling te houden. Maar voor
tehuizen voor gebrekkige kinderen.
WOORD
VAN
BEZINNING
sanatoria, op te richten jeugdge-
bouwen en te restaureren kerken
moeten andere maatregelen geno
men worden. Het schijnt, dat hier
voor alleen nog maar advertenties
met rebussen kans van slagen heb
ben. Als men de oplossing van die
rebus (een prestatie, die een kind
van zes jaar al verrichten kan) op
een briefkaart, beplakt met een be
drag van tenminste 57 cent aan
postzegels, inzendt, dingt men mee
naar één van de vele prijzen: een
landhuis, een auto, enz.
Velen, die graag hun geld in de
zak houden, die dikwijls op straat
geen speldje voor een goed doel
willen kopen, doen aan deze actie
mee, want er is immers kans. dat
je bijv. een televisietoestel wint.
Waar gaat het op deze wijze naar
toe met de liefdadigheidszin van
ons volk? Zal men straks alleen
nog maar voor sociale en culturele
doeleinden willen geven, als er
kans op een prijsje is?
In vele religies berust het offer
op het principe: do, ut des, d.w.z.
de mens brengt een offer, in de
hoop. dat de goden des te meer
terug zullen geven. Wij plakken
vijftig cent extra op een briefkaart,
in de hoop, dat het Toeval of het
Noodlot (of hoe men het noemen
wil) ons een landhuisje cadeau zal
doen. Dat is een spierinkje uitwer
pen om een kabeljauw te vangen.
Zouden er werkelijk in Nederland
niet meer voldoende mensen ge
vonden worden, die belangeloos,
zonder hoop op een prijs, gebrek
kige kinderen aan speelgoed en
t.b.c.-patiënten aan een recreatie
zaal willen helpen?
Onlangs heeft het Gezinsbegro-
tingsinstituut te Rotterdam een
kasboek uitgegeven, dat de gebrui
kers kan vertellen, waar him geld
gebleven is. In de inleiding staat
de wijze raad: „Geef met verstand
het geld uit, tast diep in de beurs
voor hen, die uw financiële hulp
nodig hebben en gooi af en toe ook
eens iets over de balk". Deze drie
raadgevingen moeten in de juiste
volgorde in praktijk gebracht wor
den. Wie met het over de balk
gooien begint, brengt van het ver
standig uitgeven en van de liefda
digheid ook niets terecht.
Ik geloof, dat wij alleen maar
voor de eerste raad, het verstandig
uitgeven, het kasboek moeten ge
bruiken. Voor de tweede en de
derde raadgeving is het beter, dat
„de linkerhand niet weet, wat de
rechter doet". Als Jezus in Mat-
theus 25 de Zijnen prijst, omdat
zij hongerigen te eten hebben ge
geven, zieken hebben bezocht en
vreemdelingen hebben gehuisvest,
dan weten de geprezenen het zelf
niet eens meer, dat zij dit gedaan
hebben. Zij hebben het blijkbaar
in hun kasboek niet aangetekend.
En de gedachte dat zij bij die
hulpverlening nog een landhuisje
zouden winnen, is helemaal niet in
hun hoofd opgekomen.
Het „do, ut des" komt in het
Evangelie niet voor.
D. J. VOSSERS.
Herv. predikant.
De ijzerharde Joe, een echte ras
terrorist, wars van iedere politiek,
omdat die het genot van het knal
len kan verstoren en zijn politieke
adviseur, een weke kwasi-intellec-
tueel, die, terwijl hij met zijn
schoenen op mijn sprei lag, een
verhandeling hied over de mystiek
van de nieuwe Ierse vrijheidsstrijd,
die talloze jongeren een nieuw doel
in het leven heeft gegeven. Of een
nieuw doel in het doden, want Joe
maakte duidelijk dat het slechts
toeval is dat er pas vier doden hij
de huidige campagne zijn gevallen,
dat dit niet zo zou hlijven en dat
er voorts net zo lang aanvallen op
politieposten, kazernes, bruggen en
telefoonlijnen zouden worden ge
daan, net zo lang terreur zou wor
den gezaaidtot ieder normaal be
stuur in Ulster onmogeijk zou zijn
geworden
Gezien het handjevol gebrekkig ge
organiseerde acties, dat tot nu toe is
uitgevoerd, hoeft deze verklaring voor
alsnog geen paniek te wekken. Joe s
aanvankelijk geponeerde stelling, dat
de rooms-katholieken in Ulster in op
stand zouden zijn gekomen tegen de
Britse onderdrukking, hield trouwens
ook niet lang stand.
Hij gaf tenslotte wel toe. dat de hui
dige campagne bestaat uit raids van
kleine groepjes afkomstig uit de Ierse
republiek, af en toe gesteund door
IRA-leden uit Ulster zelf.
Dat zijn de tegenstanders: de politie van Ulster probeert het net
dicht te trekken om een groepje terroristen.
politici, fatsoenlijke jongens, verbit
terd door het verlies van een vader in
de echte Ierste vrijheidsstrijd en op
avontuur belusten. Zij zijn prod uk ten
van een te lang volgehouden verzets-
geest en een zwaar verouderde reli-
Dat is het resultaatde beschadigde gevel van een politiepost na een bomaanslag.
gieus-nationalistische mystiek, van ge-
erfde anti-Britse bitterheid en zware
frustatie. In de illegale organisaties
met him geheime discipline, de IRA.
Maccrystle's groep of Saor Uladh (de
helden van Ulster), van Liam Kelly,
nota bene lid van de Ierse Senaat, vin
den zij het gevoel van „wij horen
erbij".
l)e jongens van 20. 21 jaar die het
harde werk moeten doen. hebben de
obstinate moed, die past bij het tra
ditionele beeld van de „wild, fighting
Irish". Niet alleen als zij wegens „mis
drijven tegen de staat" voor de recht
banken in de republiek van een tot zes
maanden krijgen, maar ook wanneer
de rechter in Ulster hen voor 15 jaar
of langer de cel instuurt, weigeren zij
Engels te spreken, zeggen slechts in
..ttaelic" (de Ierse, Keltische taal) dat
zyide rechtbank niet erkennen. Maar
één ding missen zij, het elan in grote
stijl, waarmee de bloem van het Ierse
Volk. de werkelijke Ierse vrijheids
strijd tegen de Britten uitvocht. Het
huidige doel is slechts een armzalig
surrogaat, de leiders zijn burgerlijke
fanatici, er is geen intellectueel onder
te bekennen.
Collectes in kerken
Toch kunnen zij op een zekere steun
rekenen. De gelden voor hun actie ko
men goeddeels uit Amerika, waar de
clan „Na Gael" (kinderen van Ier
land). een organisatie van Iers-Ame
rikanen. de twintig gulden winst op ie
der ticket-boekje van de Ierse sweep
stake aan de IRA heeft af te dragen.
Het Ierse episcopaat veroordeelde de
terreur in scherpe bewoordingen, maar
(was het toeval?) deed dat niet op een
synodale bijeenkomst. „Dat betekent"
zei de leider van Saor Uladh mij. „dal
het doodzonde zou zijn deze verkla
ring zonder ampel gewetensonderzoek
te negeren. Maar na ampel gewetens
onderzoek
Hoe het zij, vele lagere geestelijken
steunen de IRA heimelijk, er wordt in
„Salka Valka" (Zuid-Hollandsche
uitgeversmij. Den Haag) is een in 1936
voor het eerst verschenen roman van
de Scandinavische schrijver Halldor
Kei jan Laxness, die in 1955 de Nobel
prijs ontvangen heeft. Van letterkun
dig standpunt bekeken, is dit weder
om een van die onbegrijpelijke bekro
ningen, die aan deze formidabele be
loning inherent schijnen te zijn.
„Salka Valka'- is een zeer leesbare
roman, die op IJsland speelt, iets for
ser van taal dan wij gewoonlijk in de
noordelijke literatuur gewend zijn.
Walter Breedvelds „Meneer Severejj-
nen" (De Fontein Utrecht) is het ver
haal van een hoofd van een school in
het Land van Maas en Waal, die als
modern, verlicht mens een zware
strijd te voeren heeft tegen de bigotte
huichelachtige dorpsbewoners, die
eventueel voor doodslag niet terug
deinzen als het er op aankomt hun
misdadige achterlijkheid te verdedi
gen. Wij verheugen ons over de zege
van Meneer Severeijnen. maar vrezen,
dat het in het werkelijke leven wei
eens andersom afloopt
Camara Laye „Kind van Afrika"
(De Wereldbibliotheek Amsterdam) is
een negerknaap uit Frans Guinea, die
na een middelbare technische school
in Konakry bezocht te hebben, een
beurs krijgt om zijn studie in Frank
rijk te voltooien. Hij heeft op simpele
wijze de kroniek van zijn jeugd ge
schreven.
Engelands' beroemde filosoof, Ber-
trant Russell, heeft op tachtigjarige
leeftijd op een onbewaakt ogenblik de
paden van de zuivere rede verlaten en
enige hoogst originele kolderverhalen
van respectabele lengte geschreven. De
Zuid-Hollandsche uitgeversmij. in Den
vele kerken gecollecteerd. De politieke
arm van de IRA. Sinn Fein (wij zelf),
het mager overblijfsel van de oude or
ganisatie van Griffith en De Valera,
maakt geen geheim van haar steun. Ik
woonde een verkiezingsbijeenkomst
van Sinn Fein in Dublin bij. Het re
gende flink: dikke druppels uit de
hemel, nationalistische blah-blah uit
de luidsprekers en shillings in de col
lectebusjes. die door lieve Ierse meis
jes werden rondgedragen. „Voor de
jongens
De regering heeft gepoogd de terro
risten aan te pakken, maar zij moest
een rechter overplaatsen, die in beslag
genomen wapens aan de beklaagden
terug gaf. En nu is zij ten val ge
bracht door Sean Macbride. oud-mi
nister. maar ook oud-stafchef van de
IRA. die na de tweede wereldoorlog de
IRA in staat stelde zich te reorganise
ren en zelfs in het openbaar gewapend
te exerceren. En in talloze gemeentera
den zijn sympathiebetuigingen met de
„vrijheidsstrijders" aangenomen.
Geen verraders
Het staat vast, dat de meeste Ieren
beredeneerd de overtuiging hebben,
dat de huidige terreur-acties verkeerd
zijn. Maar velen willen niet voor ver
rader van de nationale zaak worden
uitgekreten en voelen bovendien een
heimelijk kriebeltje van meegevoel.
„Na zoveel eeuwen van illegaliteit is
onze sympathie altijd bij de gehan
gene", zei een Ierse vriend van mij. En
zijn ogen begonnen te glinsteren, toen
hij mij het verhaal deed van de stu
dent O'Boyle, die in Belfast op een ge
maskerd studentenfeest verscheen met
een zwart ding op zijn rug, waar
..atoombom" op stond. Een grapje?
Nee, het was een echte landmijn en hij
was er bij die gelegenheid bijna in ge
slaagd het ding in het Noordierse par
lementsgebouw te plaatsen
Haag heeft ze in het Nederlands laten
verschijnen onder de titel „Satan in do
Buitenwijk". Deze griezelige geschie
denissen bieden in hun logische strak
heid amusante lectuur.
H. Schade. „Een Engel ging Naast
Mij" (Zuid-Hollandsche uitgeversmij.
Den Haag) geeft het rustige en onop
gesmukte relaas van een Poolse jon
geman. die diverse concentratiekam
pen overleefd heeft en na de bevrij
ding zijn weg vindt naar Israël.
Menno ter Braak heeft naast zijn
essayistische werk, twee romans ge
publiceerd „Hampton Court" en „Dr.
Dumay verliest"Men zou deze
boeken kunnen beschouwen als een
poging van de filosoof over de mens
heid. om onder te duiken in de mens
heid en zich te verliezen in de bekri
tiseerde massa. Als zodanig is Dr.
Dumay's tragi-comedie op het gebied
van verloving en huwelijk stellig ge
slaagd. De roman is wat mager, maar
een roman is het zonder twijfel en
lang geen slechte.
Het is goed dat Jack Londons we
reldberoemde „Als de Natuur Roept"
(ABC-reeks. de Arbeiderspers Am
sterdam) niet in de vergeetkast gezet
wordt. Dit levendige en natuurlijke
avonturenverhaal met zijn harde ro
mantiek van sneeuw- en goudvelden,
is en blijft de moeite waard.
Dat 8. Greup Roldanus' „De humeu
ren in de Straat der Weduwen", her
drukt diende te worden, zal niemand
verwonderen. Deze charmante acht
tiende eeuwse roman is een zachtmoe
dig ironisch beeld van vrouwenleven
in Middelburg anno 1720 en heeft als
debuut mevrouw Greup Roldanus*
naam als romanschrijfster met één
slag gevestigd.
„Het Dodenschip" (Arbeiderspers
Amsterdam) van de geheimzinnige
auteur B. Traven is in het land van
herkomst, Duitsland, zeer bekend ge
worden. Het is het relaas van een
zeeman, die omdat hij zijn papieren
is kwijtgeraakt, dienst moet nemen
op smokkelschepen en op oude kasten
die „weggebracht" worden om derwill®
van de verzekeringsgelden.
„Het Begeren" van de zeer bekend®
Vlaamse schrijver Piet van Aken
(Arbeiderspers Amsterdam) is een
goede boerenroman met de sociale
strijd aan het begin van deze eeuw als
achtergrond.
Twee detectiveverhalen van de hand
van wijlen W. H. van Eemlandt (Het
Wereld venster-Baarn) zullen hun
lezers wel vinden. Het eerste heet
„Afrikaanse Venus" en speelt in
Luxemburg en in Noord-Afrika. Op
gravingen. moord, karavanen, een ge
raffineerd bedrog en een sjeik, die met
oosterse omzichtigheid het beoogde
doel bereikt en daarbij het leven van
de Europese advocaat en zijn vrouw,
die op onderzoek uit waren, weet te
redden.
In „Zwarte Kunst" is het weer de
pientere commissaris Van Houten, die
het ingewikkelde probleem van Am
sterdamse antiquairs, een Amerikaan
se deserteur, teruggevonden kostbare
schilderijen en aandelen in mijnen in
Centraal Afrika tot een oplossing
brengt.
Van A. den Doolaards „De Grote
Verwildering" (Querido Amsterdam),
historische roman van de Mont Blanc,
Alexandre Dumas en de berggids
Jacques Balmat. even bekend als ge
liefd, is hiermede de vierde druk ver
schenen.
OLARA EGGINK.