TEGENOVER KOMENDE PRIJSSTIJGINGEN ZULLEN GEEN LOONSVERHOGINGEN STAAN Het met HOGERE BELONING VOOR BOER Nederlandse volk sal solidair het agrarisch deel moeten zijn Het levensonderhoud wordt duurder Blokkering van ruim miljoen voor hogere grondrente Het Rijk zal in lopende jaar 200 miljoen moeten bezuinigen Leids Uiencentrum hield jaarappèl MAANDAG 18 FEBRUARI 1957 (Van onze parlementaire redacteur) De maatregelen tot beperking van de bestedingen zullen een geleidelijke stijging van de kosten van levens onderhoud ten gevolge hebben. De Sociaal Economi sche Raad had geadviseerd de maatregelen zó te tref fen, dat het prijsverhogend effect gemiddeld voor 1957 de helft zou belopen van de uiteindelijke verhoging. De regering stelt zich voor met de daarbij naar voren gebrachte gezichtspunten van de SER rekening te hou den. De aanbevelingen, die de SER had gedaan ten aanzien van de verschillende prijsverhogende maat regelen, berusten op de grondslag dat de daaruit voortvloeiende stijging van het consumptieprijspeil niet door loonsverhogingen wordt gecompenseerd. Verdiend hoger loon moet mogelijk blijven Tezamen met de overige door de SER in aanmerking genomen prijsstijgingen kwam hij aldus voor 1957 tot een prijspeil dat gemiddeld 3.8 Te hoger zou mogen liggen dan in 1956. Voor het einde van 1957 betekende dit een stijging met 5.5 In dit percentage is de doorwerking van de huurverhoging begrepen, die zou kun nen worden gecompenseerd door een loonsverhoging van 2 In de nota aan de Tweede Kamer zegt de regering dat het effect op de kosten van levensonderhoud nog enigszins boven de cijfers van de SER uitgaat, te weten 4,2 To voor het gemiddelde van 1957 en 6.4 voor het einde van dit jaar. Vakcentralen hebben zich bereid getoond Door de S.E.R. kon echter nog geen rekening worden gehouden met de volle omvang der thans door de re gering genomen beslissingen ten gunste van ie landbouw. Het gezamenlijke effect van de voorgenomen herziening van de methoden der kost-prijsberekening in de landbouw en de in het afgelopen jaar in de landbouio opgetreden kostprijsstijgingen, voor zover deze De SER is daarbij uitgegaan van een gemiddelde verhoging van het prijspeil van de totale consumptie in 1957 ten opzichte van 1956 met I te weten 0,2 voor afschaffing van de consumentensubsidies, 0.6 voor verhoging van tarieven van overheidsbedrijven en 0.2 voor gedeeltelijke doorberekening van de ten behoeve van de landbouw te treffen maatregelen. Aan het einde van 1957 zouden deze percentages mogen zijn gestegen tot 0.4, 1.2 en 0.4%, zodat het totaal van de niet voor looncompensatie in aanmerking komen de stijging van het consumptieprijspeil dan 2 zou mogen bedragen. Lastenverzwaring niet afwentelen (Van onze parlementaire redacteur) In de nota aan de Tweede Kamer over de bestedingsbeperking zegt de regering zich ervan bewust te zijn, dat met de uitvoering van het pro gramma op de verschillende secto ren van onze volkshuishouding lasten worden gelegd. Die lasten, zoveel mogelijk naar redelijkheid verdeeld, blijven evenwel, in het bijzonder wanneer men de inko- mensverschulving ten behoeve van de landbouw buiten beschouwing laat, voor de particuliere sector als geheel betrekkelijk bescheiden. De verzwaringen thans zijn naar het oordeel der regering noodzakelijk, opdat ons land uiteindelijk weer een toestand bereikt van econo misch evenwicht. De gunstige uitwerking van het beperkingsprogramma zou denk beeldig kunnen worden, indien een streven aan de dag zou treden de opgelegde lasten zoveel mogelijk op andere sectoren af te wentelen. Een onverantwoorde stijging van zowel lonen als prijzen zou daaruit voort vloeien met alle nadelige gevolgen van dien. Het een zowel als het ander zal, mede in het kader van de prijsstabllisatiepolitiek, dienen te worden voorkomen. De-regering vertrouwt op de ver dere. reeds getoonde medewerking, van de bij de bestedingsbeperking betrokken groeperingen te kunnen rekenen. Die medewerking is onmis baar om de doelstelling van het regeringsbeleid, bevordering van een gezonde economische ontwik keling van ons land, te verwezen lijken. 'Ullllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllül voor doorberekening aan de consu ment in aanmerking komen, zal daardoor nog iets hoger uitvallen. De regering meent dat deze geringe overschrijding van de door de SER genoemde verhogingen, die een ge volg is van de door de Nederlandse bevolking te betrachten solidariteit met het agrarische volksdeel, moet worden geaccepteerd. Een soortgelijke situatie doet zich voor met betrekking tot de landarbeiders. In dien, overeenkomstig de door de Tweede Kamer met zeer grote meerderheid aan vaarde motie-Roemers, rekening wordt gehouden met een verhoging van de landarbeidersionen, dienen ook in dat geval aan de daaruit voortvloeiende ver hoging van de kosten van levensonder houd geen nieuwe looneisen te worden ontleend. Zouden partijen langs de daartoe aangewezen weg voorstellen in dienen om de landarbeiders alsnog te doen delen in de verhoging der vakan tiegelden met 2 pet. en de verhoging van het basisloon met 6 pet. (in plaats van de in 1956 toegestane 3 pet), dan zou de regering bereid zijn zulke voor- stelleri goed te keuren. Het is in dit ver band verheugend, aldus de nota, dat de vakcentralen zich reeds schriftelijk be reid hebben verklaard een extra stijging van de index van de kosten van levens onderhoud in 1957 met 0,2 pet. gemid deld en 0,4 pet. aan het eind van het jaar te aanvaarden. Effect geringer Naar verwacht mag worden, zal het werkelijke effect van een loonsverhoging met 5 pet. in de landbouw op de kosten van levensonderhoud echter geringer zyn. Dit staat dus tegenover de eerder gesignaleerde overschrijding van de door de S.E.R. toelaatbaar geachte stijging van de kosten van levensondex-houd. De regering meent daarom, dat er voor de berekening van de uiteindelijk te aan vaarden prijsstijging mee zou kunnen worden volstaan het door de vakcentra len genoemde pei-centage van 0,4 toe te voegen aan de door de S.E.R. genoemde verhoging. Per eind 1957 resulteert dan een stijging van de kosten van levens onderhoud met 6,8 pet. Afgezien van de nuurcompensatie en de verhoging der landarbeidersionen, zouden tegenover deze prijsstijging dus geen verdere loonsverhogingen dienen te worden gesteld. Dit behoeft Intussen volgens de re gering nog geen volledige bevriezing van de huidige toestand te betekenen, zo zal het kunnen voorkomen, dat ver beteringen van loonsystemen niet tot epn kostprijsverhoging lelden, maar wel een hoger verdiend loon mogelijk maken. Ook zal de regering geen aan leiding zien om gevallen van aperte onbillijkheid te laten voortduren, In dien hiervoor een goede oplossing kan worden gevonden. In het algemeen meent de regering er echter op te moe ten kunnen rekenen, dat In elk geval geen nieuwe looneisen zullen worden ingediend, zolang geen grotere stijging van de kosten van levensonderhoud is opgetreden dan die, welke in het voor gaande werd aangegeven. In het Geologisch Instituut in Amsterdam werd zaterdag de Wa terschoot Van der Gracht-penning door dc voorzitter van het Kon. Ned. Geologisch Mijnbouw kundig De enige uitzondering g Van ome parlementaire redacteur In de nota aan de Tweede Kamer over de bestedingsbeperking wordt mel ding gemaakt van het nieuwe prijsbeleid in de landbouw met betrekking tot de waardering van de lasten, verbonden aan grond en gebouwen, de beloning van de boer en de landarbeidersionen. De hogere garantieprijzen vinden, wat betreft de lasten, die verbonden lijn aan grond en gebouwen, haar motivering in de omstandigheid, dat in het verleden werd uitgegaan van gegevens, ontleend aan de pachtbedrijven, waar door onvoldoende rekening werd gehouden met de werkelijke kosten, verbon den aan de instandhouding van grond en gebouwen. De regering staat op het standpunt dat het garantiebeleid nimmer mag leiden tot een economisch niet verantwoorde produktie, terwijl dit beleid het streven naar verbetering van de landbouwstructuur niet in de weg mag staan. Programma van hervormingen De regering meent, dat aan een beleid, dat een redelijk bestaan van de werkers in de landbouw nastreeft door middel van prijsgaranties, onverbreke lijk verbonden moet zijn een program ma, dat gericht is op verbetering van Uitstel van nieuwe werken-a fschaf fing van subsidies verhoging van P.T.T.-tarieven (Van onze parlementaire redacteur) In het kader van de bestedingsbeperking wil het Rijk over een jaar gerekend ongeveer f. 200 miljoen minder uitgeven. De gehele rijksbegroting voor 1957 is daarvoor aan een onderzoek onderworpen. Aandacht is geschonken zowel aan mogelijke bezuinigingen op het staatsapparaat als aan beperking van bestaan de voorzieningen, resp. aan het niet uitvoeren van nieuwe maatregelen. Dit onderzoek heeft er toe geleid dat een beperking van de rijksuitgaven zou kunnen worden bereikt van ongeveer 197 miljoen gulden. Ten aanzien van enkele departementen is nog overleg gaande. In de nota over de bestedingsbeperking aan de Tweede Kamer spreekt de regering de hoop uit, dat in totaal een beperking van uitgaven tot stand zal komen van boven de 200 miljoen gulden. Globaal overzicht Uitgaven gemeenten 100 miljoen minder Delen in de belastingverhoging Extra - uitkering zal gereserveerd worden (Van onze parlementaire redacteur) Volgens de plannen van de regering in de nota over de bestedingsbeperking moeten de gemeenten in totaal ongeveer 100 miljoen gulden minder uitgeven. Het aandeel daarvan in de consumentenbeperking zal 20 tot 25 miljoen gulden moeten bedragen. De regering wil dit bereiken door het niet verder verhogen van het uitkeringspercentage der algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Dit zal er toe leiden dat de gemeenten de gevolgen van dc salarisverhogingen tot een bedrag van 20 tot 25 miljoen moeten opvangen door beperking op andere uitga ven. Aan provincies en waterschappen wordt geen consumptiebeperking dwingend opgelegd, omdat hun uitgaven van betrekkelijk beperkte omvang zijn. De regering heeft besloten dat de gemeenten in de hogere belastingopbrengst als gevolg van de maatregelen in het kader van de bestedingsbeperking zullen meedelen. Die extra baten dienen echter niet te worden aangewend tot uiteen zetting van uitgaven, doch zoveel mogelijk te worden gereserveerd. De nodige wetswijzigingen zullen daarvoor aanhangig worden gemaakt. Wat de uitkeringen uit het Provinciefonds betreft, zal nader worden over wogen of maatregelen nodig zijn om te bereiken, dat de provincies het geld niet in strijd met het streven naar bestedingsbeperking aanwenden. De investeringen van de gemeenten moeten worden beperkt met in totaal 75 miljoen. In het algemeen zal die beperking moeten worden gevonden door de werken, naar mate zij minder dringend zijn, naar de toekomst te verschuiven. De gemeenten kunnen zelf de volgorde van urgentie bepalen van uit te voeren werken, maar van hogerhand moet goedkeuring worden verleend. Nagegaan zal worden of het mogelijk is voor de allergrootste gemeenten de beperking van de investeringen af te stemmen op de investeringen in de afge lopen jaren. De vermindering van uitgaven wordt bei-eikt door de bijdragen ten behoeve van aanvullende werken om werklozen aan werk te helpen, te verlagen met 20 miljoen. Ingetrokken wordt de verstrek king van kraamgelden. Deze uitkering zal worden overgenomen door de ver plichte ziekenfondsverzekering. Het Rijk bespaart daardoor 6 miljoen. De af schaffing van het consumentensubsidie op suiker en melk betekent voor het Rijk 'n mindere uitgave van ruim 43 miljoen. Herstel van oorlogsschade aan gemeenten en provincies zal 10 miljoen minder kun nen worden uitgekeerd. Andere lopende uitgaven kunnen worden verminderd met ruim 40 miljoen. De investeringen wor den beperkt met 57 miljoen. In totaal is dit 177 miljoen. Daarnaast zal het nadelig' saldo van de P.T.T.in verband met verhoging van de tarieven, die op jaarbasis 56 miljoen oplevert, in 1957 met ongeveeer 20 mil joen kunnen worden verminderd. De uiterste beperking zal in acht wor den genomen bij de aanschaffing van nieuw meubilair, kantoorbehoeften en dergelijke. Er zal naar worden gestreefd zoveel mogelijk alle prijsverhogingen, bijv. van de benzine en de spoorwegta rieven, op te vangen binnen de bestaan de begrotingsposten. Tegenover de beperking van uitgaven staan in 1957 te verwachten nieuwe uit gaven ten bedi-age van 200 miljoen. Enkele belangrijke posten hiervan zijn de hogere uitgaven voor hulp aan minder ontwikkelde gebieden en vluch telingen, de uitkering van het zoge naamde Japans smartcgeld, de tege moetkomingen aan oorlogsslachtoffers uit het voormalige Ned. Indie en de verhoging van de sociale uilkeringen. Er is voor 1957 daarentegen ook een verlaging van uitgaven te verwachten van ruim 50 miljoen. Het betreft hier de agrarische structuur. Voorstellen tot hervormingen, die ten doel hebben een aantal knelpunten tot oplossing te brengen en die uiteindelijk kunnen lei den tot een verdere opvoering van de arbeidsprodukliviteit, kunnen worden tegemoetgezien. Gedacht wordt daarbij aan het treffen van voorzieningen met betrekking tot de minimum bedrijfsgrootte van het so ciaal qn economisch verantwoorde be drijf en de geleidelijke opheffing van te kleine bedrijven, de splitsing van be drijven, de verbetering van de kre- dietvoorziemng, de verbetering van de opleiding van de boeren en landarbei- ders, terwijl tevens bijzondere aandacht moet worden geschonken aan het on derzoek naar nieuwe mogelijkheden van verwerking en afzet van landbouwpro- dukten. Kostprijsberekening Voor de nieuwe kostprijsberekening wenst de regering zich te baseren op een rentepercentage van 3',6 en de door het Landbouw Economisch Instituut be rekende algemene vervangingswaarde. In afwijking van het door het L.E.I. toegepste systeem van afschrijving bij gelijkblijvende annuïteiten, meent de regering dat de voorkeur moet worden gegeven aan een afschrijvingssysteem op basis van progressief dalende annuïtei ten. Daardoor wordt beter tot uitdruk king gebracht, welke de economische be tekenis van het gebouw in het produk- tieproces en wordt de aansluiting ver kregen aan een pachtbeleid, dat reke ning houdt met de toestand, waarin de gebouwen verkeren. Hiervan uitgaande kunnen voor grond en polderlasten, onderhoud en verzeke ring, rente en afschrijvingen per hectare de volgende eigenaarslasten worden be rekend Weidebedrijven 18 ha. f. 129, gemengde bedrijven 10 ha. f. 129, akkerbouwbedrij ven: noordelijke zeeklei 50 ha. f.107, veenkoloniën 25 ha. f.101. De regering is van oordeel, dat niet kan worden volstaan met het opnemen van deze eigenaarslasten als element van de kostprijs. Zy stelt zich echter op het standpunt, dat bij het vaststellen van een minimum-garantie een minimale grondrente moet worden berekend om te voorkomen, dat door middel van het ga rantiebeleid een stijging van de grond rente en dus van de kostprijs zou op treden. Op deze basis is de regering be reid de volgende bedragen voor grond rente en grond- en gebouwenlasten in de berekeningen van de garantieprijzen op te nemen. Per hectare voor weidebedrijven 18 ha. f.175 (thans f.135), gemengde bedrijven 10 ha. f.142 (f.102), akkerbouwbedrijven noordelijke zeeklei 50 ha. f.180 (f.160), veenkoloniën 25 ha. f.150 (f.140). Uitbetaling later Onder de huidige omstandigheden is het echter niet mogelijk deze verho ging voor bedrijfsgebouwen in de kost prijsberekeningen direct te financieren. De regering heeft daarom de oplossing gekozen de hier bedoelde bedragen niet onmiddellijk aan de producenten, dat wil zeggen aan de gebruikers van de bedrijfsgebouwen, uit te keren. De hiermee gemoeide bedragen, in totaal ongeveer 50 miljoen gulden belopende, zullen voorlopig worden geblokkeerd onder meer een vermindering van de kosten in verband met maatregelen ter kosten, voortvloeiende uit de Werk loosheidswet en een verlaging van de bestrijding van eventuele conjunctu rele werkloosheid. door deze in te schrijven op het groot boek ten name van de eigenaren der gebouwen. In het geval, dat het gebouw verpacht is, hetgeen met ongeveer 25 pet. van de landbouwbedrijven het geval is, zullen zowel de eigenaar als de gebruiker van deze inschrijving mededeling ontvangen. De gebruiker zal op grond daarvan bij de betaling van de pacht een gelijk be drag in mindering mogen brengen. Niet voor 1959 Met het vrijgeven van de geblokkeerde gelden kan in geen geval voor 1959 een aanvang worden gemaakt. Zij zal een beslissing te dien aanzien stellen van de algemene financiële toestand na 1 januari 1959, terwijl voorts een uitkering in termijnen gewenst kan zijn in ver band met spanningen op de arbeids markt in de bouwsector. Nog nader zal worden bezien, welke voorwaarden bij een eventuele deblokke ring zullen worden gesteld. De mogelijk heid bestaat deze blokkering dienstig te maken aan een meer doelgerichte ver betering van de bedrijfsgebouwen. Daar bij is van bijzondere betekenis, dat de gelden niet worden besteed voor vernieu wing en verbetering van gebouwen der bedrijven, die op den duur niet levens vatbaar zijn. In de kostprijsberekening zal in het vervolg worden uitgegaan van een be loning van de boer voor bedrijfsleiding en handenarbeid. Voor de prijsvast stelling van oost 1957 gaat de regering uit van de volgende bedragen: ge mengd bedrijf 10 ha. f.6400. weidebe- drijf 18 ha. f. 7200, akkerbouwbedrijf 50 ha. f.8200. Met de herziening van het landbouw- Genootschap, prof. ir. H. de Wijs (links) uitgereikt aan prof. dr. ir. H. A. Brouwer (rechts). Amerikaanse havenstaking spoedig te einde In New York werd zondagavond bekend, dat de vertegenwoordigers van de havenarbeiders aan de Atlantische kust met de afgevaardigden van de wei'kgevers overeenstemming hebben bereikt over de eisen van de haven- arbeidei*s. Men gelooft, dat de staking van 45.000 havenarbeiders aan de Ame rikaanse oostkust nu spoedig beëein- digd zal worden. Stakingsdreiging tegen alle Ned. bedrijven De „Sobsi", de door communisten gedomineerde federatie van vakbon den, heeft vandaag een algemene sta king tegen alle Nederlandse bedrijven in Indonesië aangekondigd, „indien Nederland volhardt in het behouden van West-Irlan". De Sobsi, waarbij zowel vakverenigin gen van havenpersoneel, als van arbei ders in de olie-industrie en van onder- nemingsarbeiders zijn aangesloten, heeft eveneens een beroep gedaan op de V.iN. „om een eind te maken aan de halsstarrige houding van de Hollan- Tandarts uit Wychen dadelijk verongelukt (Speciale berichtgeving) In de bocht nabij het viadukt over de Graafse weg te Nijmegen is vanmorgen een zeer ernstig verkeersongeluk ge beurd), dat het leven heeft gekost aan een tandarts uit Wychen, de heer San ders. Voorbij gangers vonden vanmorgen om 6 uur de auto van de tandarts in een diepe greppel achter een gaas-afraste ring. Vermoed wordt, dat de bestuurder vlak na de bocht de madht over het stuur is kwijtgeraakt. Hij moet daarbij uit de wagen zijn geslingerd, waarna de uv auto kantelde en op hem terecht kwam. prijsbeleid is in totaal een bedrag van Toen het ongeluk werd ontdekt, was de f. 200 miljoen gemoeid. I bestuurder reeds overleden. Aanvoer overschreed 2 miljoen kg. Voor het jaarlijks /treffen" van dit centrum was dit jaar als appèlplaats ge kozen de kantine van de Coöp. Groen ten-, Fruit- en Bloemenveilingsvereni ging „Leiden en Omstreken" G.A. Ondanks de vergroting van de kantine was de vergaderruimte tjokvol. Meer dan honderd maal klonk het „present" van de mannen, die het gepresteerd hebben om in het nu bijna afgelopen seizoen ruim 2 miljoen kg. uien naar Leiden te zenden, welk kwantum geëx porteerd werd naar Duitsland, Engeland, België, West-Indië, Liberia, enz. De voorzitter, de heer B. van Vliet, richtte na zijn welkomstwoord vanzelf sprekend de aandacht van de vergade ring hierop; er was veel animo geweest om dit exportprodukt bij uitstek naar Leiden te zenden. Helaas was de kwali teit achtergebleven bij vorig jaar. Het prijspeil was, behoudens de laatste we ken, behoorlijk geweest. Hierna besprak de heer J. Koert uit Middelharnis (Ned. Uien-Federatie) uit voerig de verschillende ziekten van het gewas, zoals kiemsohimmel, uienvlleg, snuitkever, uienmot en valse meeldauw en de bestrijding daarvan, waarbij hij ook aandacht vroeg voor de nieuwste wijze van bestrijding, n.l. door bespuiting van de percelen vanuit een vliegtuig. Zeer intens werd d© aandacht van de kwekers bepaald bij het kunstmatig dro gen, daar door de vele regen ingrijpen zeer noodzakelijk was gebleken. Put- en renbewaring zijn uit de tijd geraakt. Ook de mechanisatie met een capaciteit van J/6 h.a. per uur en een „zakkenrooler", In Algerije tal van rebellen gevallen In Algerije zijn in de afgelopen 24 uur ongeveer honderdvijftig opstandelingen gesneuveld, onder wie 45 in een gevecht in het Aurèsgebergte en 65 bij botsingen in het westen van het land. Volgens officiële kringen te Algiers zijn er sinds 20 januari 156 opstandelin gen en 176 personen, die geld inzamel den voor de verzetsbeweging, aange houden. Franse veiligheidstroepen hebben zondag bij Affreville vier Mohammeda nen gevonden, dde de overval op een Frans konvooi in dit gebied hadden overleefd. Van de overige inzittenden Van de voertuigen, die zaterdag in een hinderlaag vielen, is friet lot onbekend. die in staat is 7000 kg. per uur te ver werken. Op deze lezing volgde een zeer geani- meei-de bespi*eking, waarna de Proeftuin te Naaldwijk voor enige zeer actuele kleurenfilms zorgde, welke met grote aandacht gevolgd werden. In zijn slotwoord dankte de voorzitter de spreker zeer hartelijk voor zijn be langwekkende rede en de aanwezigen voor de grote opkomst. Dagbladdirecteur hield proefpreek In de oude dorpskerk van Ridderkerk heeft zatex-dagmiddag de directeur van het Rotterdamsch Nieuwsblad, de heer D. Broeren als kandidaat in de theo logie zijn proefpx'eek gehouden onder voorzitting van prof. dr. S. van der Linde, hoogleraar aan de Rijksuniver siteit te Utrecht. Voor deze proefpreek bestond uitermate veel belangstelling, ook uit de wereld van de dagbladpers, zodat het hervormde kerkgebouw nage noeg geheel gevuld was. Als para- nymfen traden op de hervormde pi*e- dikanten J. D. van Hof en C. van den Boogert. Tot tekst van zijn proefpreek had de heer Broeren gekozen Mattheus 12 7 „Alle dingen dan, die ge wilt, dat u de mensen zouden doen, doet gij hun ook alzo: want dat Is de wet en de profeten". Achtereenvolgens belichtte hij de in houd, de grond en het doen van dit gebod uit de bergrede van Christus. Na de kerkdienst hebben tallozen de heer Broeren geluk gewenst. Verhoging specialisten heneraria VOORLOPIGE REGELING Tussen de ziekenfondsen en de specialisten is voor het jaar 1957 een interimregeling getroffen over een stijging met 6% van het specialisten- honorarium. De Ziekenfondsraad moet deze overeenkomst nog goedkeuren. Voor het bereiken van een definitieve regeling wordt al sinds geruime tijd door economische deskundigen een on derzoek ingesteld naar de grondslagen van de specialistenhonox*aria. Dit on- derzoek is nog niet gci-eed gekomen. In afwachting van het uit te brengen rapport hierover, is met de specialisten genoemde interimregeling getroffen. Dit in vei-band met de stijgende kosten voor levensonderhoud en onkostenstij- ging van de specialistenpraktijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 4