TEGENOVER KOMENDE PRIJSSTIJGINGEN
ZULLEN GEEN LOONSVERHOGINGEN STAAN
Het
met
HOGERE BELONING VOOR BOER
Nederlandse volk sal solidair
het agrarisch deel moeten zijn
Het levensonderhoud wordt duurder
Blokkering van ruim
miljoen voor hogere grondrente
Het Rijk zal in lopende jaar
200 miljoen moeten bezuinigen
Leids Uiencentrum hield jaarappèl
MAANDAG 18 FEBRUARI 1957
(Van onze parlementaire redacteur)
De maatregelen tot beperking van de bestedingen
zullen een geleidelijke stijging van de kosten van levens
onderhoud ten gevolge hebben. De Sociaal Economi
sche Raad had geadviseerd de maatregelen zó te tref
fen, dat het prijsverhogend effect gemiddeld voor 1957
de helft zou belopen van de uiteindelijke verhoging. De
regering stelt zich voor met de daarbij naar voren
gebrachte gezichtspunten van de SER rekening te hou
den. De aanbevelingen, die de SER had gedaan ten
aanzien van de verschillende prijsverhogende maat
regelen, berusten op de grondslag dat de daaruit
voortvloeiende stijging van het consumptieprijspeil niet
door loonsverhogingen wordt gecompenseerd.
Verdiend hoger loon moet mogelijk blijven
Tezamen met de overige door de SER in aanmerking genomen prijsstijgingen
kwam hij aldus voor 1957 tot een prijspeil dat gemiddeld 3.8 Te hoger zou mogen
liggen dan in 1956. Voor het einde van 1957 betekende dit een stijging met 5.5
In dit percentage is de doorwerking van de huurverhoging begrepen, die zou kun
nen worden gecompenseerd door een loonsverhoging van 2
In de nota aan de Tweede Kamer zegt de regering dat het effect op de kosten
van levensonderhoud nog enigszins boven de cijfers van de SER uitgaat, te weten
4,2 To voor het gemiddelde van 1957 en 6.4 voor het einde van dit jaar.
Vakcentralen hebben
zich bereid getoond
Door de S.E.R. kon echter nog geen
rekening worden gehouden met de
volle omvang der thans door de re
gering genomen beslissingen ten
gunste van ie landbouw.
Het gezamenlijke effect van de
voorgenomen herziening van de
methoden der kost-prijsberekening in
de landbouw en de in het afgelopen
jaar in de landbouio opgetreden
kostprijsstijgingen, voor zover deze
De SER is daarbij uitgegaan van een gemiddelde
verhoging van het prijspeil van de totale consumptie in
1957 ten opzichte van 1956 met I te weten 0,2
voor afschaffing van de consumentensubsidies, 0.6
voor verhoging van tarieven van overheidsbedrijven en
0.2 voor gedeeltelijke doorberekening van de ten
behoeve van de landbouw te treffen maatregelen. Aan
het einde van 1957 zouden deze percentages mogen
zijn gestegen tot 0.4, 1.2 en 0.4%, zodat het totaal
van de niet voor looncompensatie in aanmerking komen
de stijging van het consumptieprijspeil dan 2 zou
mogen bedragen.
Lastenverzwaring
niet afwentelen
(Van onze parlementaire redacteur)
In de nota aan de Tweede Kamer
over de bestedingsbeperking zegt de
regering zich ervan bewust te zijn,
dat met de uitvoering van het pro
gramma op de verschillende secto
ren van onze volkshuishouding
lasten worden gelegd. Die lasten,
zoveel mogelijk naar redelijkheid
verdeeld, blijven evenwel, in het
bijzonder wanneer men de inko-
mensverschulving ten behoeve van
de landbouw buiten beschouwing
laat, voor de particuliere sector als
geheel betrekkelijk bescheiden. De
verzwaringen thans zijn naar het
oordeel der regering noodzakelijk,
opdat ons land uiteindelijk weer
een toestand bereikt van econo
misch evenwicht.
De gunstige uitwerking van het
beperkingsprogramma zou denk
beeldig kunnen worden, indien een
streven aan de dag zou treden de
opgelegde lasten zoveel mogelijk op
andere sectoren af te wentelen. Een
onverantwoorde stijging van zowel
lonen als prijzen zou daaruit voort
vloeien met alle nadelige gevolgen
van dien. Het een zowel als het
ander zal, mede in het kader van
de prijsstabllisatiepolitiek, dienen
te worden voorkomen.
De-regering vertrouwt op de ver
dere. reeds getoonde medewerking,
van de bij de bestedingsbeperking
betrokken groeperingen te kunnen
rekenen. Die medewerking is onmis
baar om de doelstelling van het
regeringsbeleid, bevordering van
een gezonde economische ontwik
keling van ons land, te verwezen
lijken.
'Ullllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllül
voor doorberekening aan de consu
ment in aanmerking komen, zal
daardoor nog iets hoger uitvallen. De
regering meent dat deze geringe
overschrijding van de door de SER
genoemde verhogingen, die een ge
volg is van de door de Nederlandse
bevolking te betrachten solidariteit
met het agrarische volksdeel, moet
worden geaccepteerd.
Een soortgelijke situatie doet zich voor
met betrekking tot de landarbeiders. In
dien, overeenkomstig de door de Tweede
Kamer met zeer grote meerderheid aan
vaarde motie-Roemers, rekening wordt
gehouden met een verhoging van de
landarbeidersionen, dienen ook in dat
geval aan de daaruit voortvloeiende ver
hoging van de kosten van levensonder
houd geen nieuwe looneisen te worden
ontleend. Zouden partijen langs de
daartoe aangewezen weg voorstellen in
dienen om de landarbeiders alsnog te
doen delen in de verhoging der vakan
tiegelden met 2 pet. en de verhoging
van het basisloon met 6 pet. (in plaats
van de in 1956 toegestane 3 pet), dan
zou de regering bereid zijn zulke voor-
stelleri goed te keuren. Het is in dit ver
band verheugend, aldus de nota, dat de
vakcentralen zich reeds schriftelijk be
reid hebben verklaard een extra stijging
van de index van de kosten van levens
onderhoud in 1957 met 0,2 pet. gemid
deld en 0,4 pet. aan het eind van het
jaar te aanvaarden.
Effect geringer
Naar verwacht mag worden, zal het
werkelijke effect van een loonsverhoging
met 5 pet. in de landbouw op de kosten
van levensonderhoud echter geringer
zyn. Dit staat dus tegenover de eerder
gesignaleerde overschrijding van de door
de S.E.R. toelaatbaar geachte stijging
van de kosten van levensondex-houd. De
regering meent daarom, dat er voor de
berekening van de uiteindelijk te aan
vaarden prijsstijging mee zou kunnen
worden volstaan het door de vakcentra
len genoemde pei-centage van 0,4 toe te
voegen aan de door de S.E.R. genoemde
verhoging. Per eind 1957 resulteert dan
een stijging van de kosten van levens
onderhoud met 6,8 pet.
Afgezien van de nuurcompensatie en
de verhoging der landarbeidersionen,
zouden tegenover deze prijsstijging dus
geen verdere loonsverhogingen dienen
te worden gesteld.
Dit behoeft Intussen volgens de re
gering nog geen volledige bevriezing
van de huidige toestand te betekenen,
zo zal het kunnen voorkomen, dat ver
beteringen van loonsystemen niet tot
epn kostprijsverhoging lelden, maar
wel een hoger verdiend loon mogelijk
maken. Ook zal de regering geen aan
leiding zien om gevallen van aperte
onbillijkheid te laten voortduren, In
dien hiervoor een goede oplossing kan
worden gevonden. In het algemeen
meent de regering er echter op te moe
ten kunnen rekenen, dat In elk geval
geen nieuwe looneisen zullen worden
ingediend, zolang geen grotere stijging
van de kosten van levensonderhoud is
opgetreden dan die, welke in het voor
gaande werd aangegeven.
In het Geologisch Instituut in
Amsterdam werd zaterdag de Wa
terschoot Van der Gracht-penning
door dc voorzitter van het Kon.
Ned. Geologisch Mijnbouw kundig
De enige uitzondering
g
Van ome parlementaire redacteur
In de nota aan de Tweede Kamer over de bestedingsbeperking wordt mel
ding gemaakt van het nieuwe prijsbeleid in de landbouw met betrekking tot
de waardering van de lasten, verbonden aan grond en gebouwen, de beloning
van de boer en de landarbeidersionen.
De hogere garantieprijzen vinden, wat betreft de lasten, die verbonden
lijn aan grond en gebouwen, haar motivering in de omstandigheid, dat in het
verleden werd uitgegaan van gegevens, ontleend aan de pachtbedrijven, waar
door onvoldoende rekening werd gehouden met de werkelijke kosten, verbon
den aan de instandhouding van grond en gebouwen. De regering staat op het
standpunt dat het garantiebeleid nimmer mag leiden tot een economisch niet
verantwoorde produktie, terwijl dit beleid het streven naar verbetering van
de landbouwstructuur niet in de weg mag staan.
Programma van
hervormingen
De regering meent, dat aan een
beleid, dat een redelijk bestaan van de
werkers in de landbouw nastreeft door
middel van prijsgaranties, onverbreke
lijk verbonden moet zijn een program
ma, dat gericht is op verbetering van
Uitstel van nieuwe werken-a fschaf fing van
subsidies verhoging van P.T.T.-tarieven
(Van onze parlementaire redacteur)
In het kader van de bestedingsbeperking wil het Rijk over een jaar gerekend
ongeveer f. 200 miljoen minder uitgeven. De gehele rijksbegroting voor 1957 is
daarvoor aan een onderzoek onderworpen. Aandacht is geschonken zowel aan
mogelijke bezuinigingen op het staatsapparaat als aan beperking van bestaan
de voorzieningen, resp. aan het niet uitvoeren van nieuwe maatregelen.
Dit onderzoek heeft er toe geleid dat een beperking van de rijksuitgaven
zou kunnen worden bereikt van ongeveer 197 miljoen gulden. Ten aanzien van
enkele departementen is nog overleg gaande.
In de nota over de bestedingsbeperking aan de Tweede Kamer spreekt de
regering de hoop uit, dat in totaal een beperking van uitgaven tot stand zal
komen van boven de 200 miljoen gulden.
Globaal overzicht
Uitgaven gemeenten 100 miljoen minder
Delen in de belastingverhoging
Extra - uitkering zal gereserveerd worden
(Van onze parlementaire redacteur)
Volgens de plannen van de regering in de nota over de bestedingsbeperking
moeten de gemeenten in totaal ongeveer 100 miljoen gulden minder uitgeven.
Het aandeel daarvan in de consumentenbeperking zal 20 tot 25 miljoen gulden
moeten bedragen. De regering wil dit bereiken door het niet verder verhogen van
het uitkeringspercentage der algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Dit zal
er toe leiden dat de gemeenten de gevolgen van dc salarisverhogingen tot een
bedrag van 20 tot 25 miljoen moeten opvangen door beperking op andere uitga
ven. Aan provincies en waterschappen wordt geen consumptiebeperking dwingend
opgelegd, omdat hun uitgaven van betrekkelijk beperkte omvang zijn.
De regering heeft besloten dat de gemeenten in de hogere belastingopbrengst
als gevolg van de maatregelen in het kader van de bestedingsbeperking zullen
meedelen. Die extra baten dienen echter niet te worden aangewend tot uiteen
zetting van uitgaven, doch zoveel mogelijk te worden gereserveerd. De nodige
wetswijzigingen zullen daarvoor aanhangig worden gemaakt.
Wat de uitkeringen uit het Provinciefonds betreft, zal nader worden over
wogen of maatregelen nodig zijn om te bereiken, dat de provincies het geld niet
in strijd met het streven naar bestedingsbeperking aanwenden.
De investeringen van de gemeenten moeten worden beperkt met in totaal
75 miljoen. In het algemeen zal die beperking moeten worden gevonden door de
werken, naar mate zij minder dringend zijn, naar de toekomst te verschuiven.
De gemeenten kunnen zelf de volgorde van urgentie bepalen van uit te voeren
werken, maar van hogerhand moet goedkeuring worden verleend.
Nagegaan zal worden of het mogelijk is voor de allergrootste gemeenten de
beperking van de investeringen af te stemmen op de investeringen in de afge
lopen jaren.
De vermindering van uitgaven wordt
bei-eikt door de bijdragen ten behoeve
van aanvullende werken om werklozen
aan werk te helpen, te verlagen met 20
miljoen. Ingetrokken wordt de verstrek
king van kraamgelden. Deze uitkering
zal worden overgenomen door de ver
plichte ziekenfondsverzekering. Het Rijk
bespaart daardoor 6 miljoen. De af
schaffing van het consumentensubsidie
op suiker en melk betekent voor het Rijk
'n mindere uitgave van ruim 43 miljoen.
Herstel van oorlogsschade aan gemeenten
en provincies zal 10 miljoen minder kun
nen worden uitgekeerd. Andere lopende
uitgaven kunnen worden verminderd met
ruim 40 miljoen. De investeringen wor
den beperkt met 57 miljoen. In totaal
is dit 177 miljoen.
Daarnaast zal het nadelig' saldo van
de P.T.T.in verband met verhoging van
de tarieven, die op jaarbasis 56 miljoen
oplevert, in 1957 met ongeveeer 20 mil
joen kunnen worden verminderd.
De uiterste beperking zal in acht wor
den genomen bij de aanschaffing van
nieuw meubilair, kantoorbehoeften en
dergelijke. Er zal naar worden gestreefd
zoveel mogelijk alle prijsverhogingen,
bijv. van de benzine en de spoorwegta
rieven, op te vangen binnen de bestaan
de begrotingsposten.
Tegenover de beperking van uitgaven
staan in 1957 te verwachten nieuwe uit
gaven ten bedi-age van 200 miljoen.
Enkele belangrijke posten hiervan
zijn de hogere uitgaven voor hulp aan
minder ontwikkelde gebieden en vluch
telingen, de uitkering van het zoge
naamde Japans smartcgeld, de tege
moetkomingen aan oorlogsslachtoffers
uit het voormalige Ned. Indie en de
verhoging van de sociale uilkeringen.
Er is voor 1957 daarentegen ook een
verlaging van uitgaven te verwachten
van ruim 50 miljoen. Het betreft hier
de agrarische structuur. Voorstellen tot
hervormingen, die ten doel hebben een
aantal knelpunten tot oplossing te
brengen en die uiteindelijk kunnen lei
den tot een verdere opvoering van de
arbeidsprodukliviteit, kunnen worden
tegemoetgezien.
Gedacht wordt daarbij aan het treffen
van voorzieningen met betrekking tot
de minimum bedrijfsgrootte van het so
ciaal qn economisch verantwoorde be
drijf en de geleidelijke opheffing van te
kleine bedrijven, de splitsing van be
drijven, de verbetering van de kre-
dietvoorziemng, de verbetering van de
opleiding van de boeren en landarbei-
ders, terwijl tevens bijzondere aandacht
moet worden geschonken aan het on
derzoek naar nieuwe mogelijkheden van
verwerking en afzet van landbouwpro-
dukten.
Kostprijsberekening
Voor de nieuwe kostprijsberekening
wenst de regering zich te baseren op
een rentepercentage van 3',6 en de door
het Landbouw Economisch Instituut be
rekende algemene vervangingswaarde.
In afwijking van het door het L.E.I.
toegepste systeem van afschrijving bij
gelijkblijvende annuïteiten, meent de
regering dat de voorkeur moet worden
gegeven aan een afschrijvingssysteem op
basis van progressief dalende annuïtei
ten. Daardoor wordt beter tot uitdruk
king gebracht, welke de economische be
tekenis van het gebouw in het produk-
tieproces en wordt de aansluiting ver
kregen aan een pachtbeleid, dat reke
ning houdt met de toestand, waarin de
gebouwen verkeren.
Hiervan uitgaande kunnen voor grond
en polderlasten, onderhoud en verzeke
ring, rente en afschrijvingen per hectare
de volgende eigenaarslasten worden be
rekend
Weidebedrijven 18 ha. f. 129, gemengde
bedrijven 10 ha. f. 129, akkerbouwbedrij
ven: noordelijke zeeklei 50 ha. f.107,
veenkoloniën 25 ha. f.101.
De regering is van oordeel, dat niet
kan worden volstaan met het opnemen
van deze eigenaarslasten als element van
de kostprijs. Zy stelt zich echter op het
standpunt, dat bij het vaststellen van
een minimum-garantie een minimale
grondrente moet worden berekend om te
voorkomen, dat door middel van het ga
rantiebeleid een stijging van de grond
rente en dus van de kostprijs zou op
treden. Op deze basis is de regering be
reid de volgende bedragen voor grond
rente en grond- en gebouwenlasten in
de berekeningen van de garantieprijzen
op te nemen.
Per hectare voor weidebedrijven 18 ha.
f.175 (thans f.135), gemengde bedrijven
10 ha. f.142 (f.102), akkerbouwbedrijven
noordelijke zeeklei 50 ha. f.180 (f.160),
veenkoloniën 25 ha. f.150 (f.140).
Uitbetaling later
Onder de huidige omstandigheden is
het echter niet mogelijk deze verho
ging voor bedrijfsgebouwen in de kost
prijsberekeningen direct te financieren.
De regering heeft daarom de oplossing
gekozen de hier bedoelde bedragen niet
onmiddellijk aan de producenten, dat
wil zeggen aan de gebruikers van de
bedrijfsgebouwen, uit te keren. De
hiermee gemoeide bedragen, in totaal
ongeveer 50 miljoen gulden belopende,
zullen voorlopig worden geblokkeerd
onder meer een vermindering van de
kosten in verband met maatregelen ter
kosten, voortvloeiende uit de Werk
loosheidswet en een verlaging van de
bestrijding van eventuele conjunctu
rele werkloosheid.
door deze in te schrijven op het groot
boek ten name van de eigenaren der
gebouwen.
In het geval, dat het gebouw verpacht
is, hetgeen met ongeveer 25 pet. van
de landbouwbedrijven het geval is, zullen
zowel de eigenaar als de gebruiker van
deze inschrijving mededeling ontvangen.
De gebruiker zal op grond daarvan bij
de betaling van de pacht een gelijk be
drag in mindering mogen brengen.
Niet voor 1959
Met het vrijgeven van de geblokkeerde
gelden kan in geen geval voor 1959 een
aanvang worden gemaakt. Zij zal een
beslissing te dien aanzien stellen van
de algemene financiële toestand na 1
januari 1959, terwijl voorts een uitkering
in termijnen gewenst kan zijn in ver
band met spanningen op de arbeids
markt in de bouwsector.
Nog nader zal worden bezien, welke
voorwaarden bij een eventuele deblokke
ring zullen worden gesteld. De mogelijk
heid bestaat deze blokkering dienstig te
maken aan een meer doelgerichte ver
betering van de bedrijfsgebouwen. Daar
bij is van bijzondere betekenis, dat de
gelden niet worden besteed voor vernieu
wing en verbetering van gebouwen der
bedrijven, die op den duur niet levens
vatbaar zijn.
In de kostprijsberekening zal in het
vervolg worden uitgegaan van een be
loning van de boer voor bedrijfsleiding
en handenarbeid. Voor de prijsvast
stelling van oost 1957 gaat de regering
uit van de volgende bedragen: ge
mengd bedrijf 10 ha. f.6400. weidebe-
drijf 18 ha. f. 7200, akkerbouwbedrijf 50
ha. f.8200.
Met de herziening van het landbouw-
Genootschap, prof. ir. H. de Wijs
(links) uitgereikt aan prof. dr. ir.
H. A. Brouwer (rechts).
Amerikaanse havenstaking
spoedig te einde
In New York werd zondagavond
bekend, dat de vertegenwoordigers van
de havenarbeiders aan de Atlantische
kust met de afgevaardigden van de
wei'kgevers overeenstemming hebben
bereikt over de eisen van de haven-
arbeidei*s. Men gelooft, dat de staking
van 45.000 havenarbeiders aan de Ame
rikaanse oostkust nu spoedig beëein-
digd zal worden.
Stakingsdreiging tegen alle
Ned. bedrijven
De „Sobsi", de door communisten
gedomineerde federatie van vakbon
den, heeft vandaag een algemene sta
king tegen alle Nederlandse bedrijven
in Indonesië aangekondigd, „indien
Nederland volhardt in het behouden
van West-Irlan".
De Sobsi, waarbij zowel vakverenigin
gen van havenpersoneel, als van arbei
ders in de olie-industrie en van onder-
nemingsarbeiders zijn aangesloten, heeft
eveneens een beroep gedaan op de
V.iN. „om een eind te maken aan de
halsstarrige houding van de Hollan-
Tandarts uit Wychen dadelijk
verongelukt
(Speciale berichtgeving)
In de bocht nabij het viadukt over de
Graafse weg te Nijmegen is vanmorgen
een zeer ernstig verkeersongeluk ge
beurd), dat het leven heeft gekost aan
een tandarts uit Wychen, de heer San
ders.
Voorbij gangers vonden vanmorgen om
6 uur de auto van de tandarts in een
diepe greppel achter een gaas-afraste
ring. Vermoed wordt, dat de bestuurder
vlak na de bocht de madht over het
stuur is kwijtgeraakt. Hij moet daarbij
uit de wagen zijn geslingerd, waarna de
uv auto kantelde en op hem terecht kwam.
prijsbeleid is in totaal een bedrag van Toen het ongeluk werd ontdekt, was de
f. 200 miljoen gemoeid. I bestuurder reeds overleden.
Aanvoer overschreed
2 miljoen kg.
Voor het jaarlijks /treffen" van dit
centrum was dit jaar als appèlplaats ge
kozen de kantine van de Coöp. Groen
ten-, Fruit- en Bloemenveilingsvereni
ging „Leiden en Omstreken" G.A.
Ondanks de vergroting van de kantine
was de vergaderruimte tjokvol. Meer
dan honderd maal klonk het „present"
van de mannen, die het gepresteerd
hebben om in het nu bijna afgelopen
seizoen ruim 2 miljoen kg. uien naar
Leiden te zenden, welk kwantum geëx
porteerd werd naar Duitsland, Engeland,
België, West-Indië, Liberia, enz.
De voorzitter, de heer B. van Vliet,
richtte na zijn welkomstwoord vanzelf
sprekend de aandacht van de vergade
ring hierop; er was veel animo geweest
om dit exportprodukt bij uitstek naar
Leiden te zenden. Helaas was de kwali
teit achtergebleven bij vorig jaar. Het
prijspeil was, behoudens de laatste we
ken, behoorlijk geweest.
Hierna besprak de heer J. Koert uit
Middelharnis (Ned. Uien-Federatie) uit
voerig de verschillende ziekten van het
gewas, zoals kiemsohimmel, uienvlleg,
snuitkever, uienmot en valse meeldauw
en de bestrijding daarvan, waarbij hij
ook aandacht vroeg voor de nieuwste
wijze van bestrijding, n.l. door bespuiting
van de percelen vanuit een vliegtuig.
Zeer intens werd d© aandacht van de
kwekers bepaald bij het kunstmatig dro
gen, daar door de vele regen ingrijpen
zeer noodzakelijk was gebleken. Put- en
renbewaring zijn uit de tijd geraakt. Ook
de mechanisatie met een capaciteit van
J/6 h.a. per uur en een „zakkenrooler",
In Algerije tal van
rebellen
gevallen
In Algerije zijn in de afgelopen 24 uur
ongeveer honderdvijftig opstandelingen
gesneuveld, onder wie 45 in een gevecht
in het Aurèsgebergte en 65 bij botsingen
in het westen van het land.
Volgens officiële kringen te Algiers
zijn er sinds 20 januari 156 opstandelin
gen en 176 personen, die geld inzamel
den voor de verzetsbeweging, aange
houden.
Franse veiligheidstroepen hebben
zondag bij Affreville vier Mohammeda
nen gevonden, dde de overval op een
Frans konvooi in dit gebied hadden
overleefd. Van de overige inzittenden
Van de voertuigen, die zaterdag in een
hinderlaag vielen, is friet lot onbekend.
die in staat is 7000 kg. per uur te ver
werken.
Op deze lezing volgde een zeer geani-
meei-de bespi*eking, waarna de Proeftuin
te Naaldwijk voor enige zeer actuele
kleurenfilms zorgde, welke met grote
aandacht gevolgd werden.
In zijn slotwoord dankte de voorzitter
de spreker zeer hartelijk voor zijn be
langwekkende rede en de aanwezigen
voor de grote opkomst.
Dagbladdirecteur hield
proefpreek
In de oude dorpskerk van Ridderkerk
heeft zatex-dagmiddag de directeur van
het Rotterdamsch Nieuwsblad, de heer
D. Broeren als kandidaat in de theo
logie zijn proefpx'eek gehouden onder
voorzitting van prof. dr. S. van der
Linde, hoogleraar aan de Rijksuniver
siteit te Utrecht. Voor deze proefpreek
bestond uitermate veel belangstelling,
ook uit de wereld van de dagbladpers,
zodat het hervormde kerkgebouw nage
noeg geheel gevuld was. Als para-
nymfen traden op de hervormde pi*e-
dikanten J. D. van Hof en C. van den
Boogert. Tot tekst van zijn proefpreek
had de heer Broeren gekozen Mattheus
12 7 „Alle dingen dan, die ge wilt, dat
u de mensen zouden doen, doet gij hun
ook alzo: want dat Is de wet en de
profeten".
Achtereenvolgens belichtte hij de in
houd, de grond en het doen van dit
gebod uit de bergrede van Christus.
Na de kerkdienst hebben tallozen de
heer Broeren geluk gewenst.
Verhoging
specialisten heneraria
VOORLOPIGE REGELING
Tussen de ziekenfondsen en de
specialisten is voor het jaar 1957 een
interimregeling getroffen over een
stijging met 6% van het specialisten-
honorarium. De Ziekenfondsraad moet
deze overeenkomst nog goedkeuren.
Voor het bereiken van een definitieve
regeling wordt al sinds geruime tijd
door economische deskundigen een on
derzoek ingesteld naar de grondslagen
van de specialistenhonox*aria. Dit on-
derzoek is nog niet gci-eed gekomen.
In afwachting van het uit te brengen
rapport hierover, is met de specialisten
genoemde interimregeling getroffen.
Dit in vei-band met de stijgende kosten
voor levensonderhoud en onkostenstij-
ging van de specialistenpraktijk.