Hoge Raad wees interessant arrest LIGA Belangrijke kwestie voor juristen en bedrijfsleven Verplaatsing tram- en bushalte op Korevaarstraat Met bebouwing Stationsplein wordt binnenkort begonnen 95ste jaargang Dinsdag 15 januari 1957 Tweede blad no. 29036 Men schrijft ons van juridische zijde: Omstreeks 1925 kwamen, bij slecht weer, twee schepen op de Schelde met elkander in botsing. Eén van de twee kreeg een scheur in zijn zijwand en moest aan de grond gezet worden. Men riep een sleepdienst ter hulp en deze haalde er een scheepswerf bij, die enige lassers met snijbranders zond. Doch nu kwam men van kwaad tot erger, want by de reparatie ontstond er brand in de lading en dat alles gaf weer aanleiding tot een proces. In het contract, dat de sleep dienst met de scheepsreder had aangegaan, was namelijk een zogenaamde „exoneratie-clausule opgenomen, tevens behelzende een „vrijwaringsgeding". Zeesleepdiensten moeten zich wel eens in grote gevaren begeven en ingrijpende maatregelen nemen, die men onder gewone omstandigheden verricht als roekeloos zou brandmerken. Daarom plegen zij te conditioneren, dat het werk, dat zy zelf en degenen, die zij bij hun bergingswerk ter hulp roepen, zullen gaan verrichten, geheel en al voor rekening en risico van de opdrachtgever zal zijn, zodat alle eventuele schade door de opdrachtgever zal worden gedragen en dat de opdrachtgever bovendien de bergingsmaatschappij en al degenen, die zy ter hulp roept, zal vrijwaren. Voor de niet-ingewijde lezer worde opgemerkt, dat de partyen, op wier naam dergelijke processen worden ge voerd. zich veelal in het geheel niet voor de afloop interesseren. Zij heb ben zich namelijk verzekerd. Het pro ces wordt weliswaar op hun naam ge voerd, maar financieel daarbij ge ïnteresseerd zijn veelal uitsluitend de assuradeuren. Dergelijke clausules zijn zowel in Nederland als overal elders ter wereld zeer gebruikelijk. Onder meer vindt men ze in het transportwezen. Aller- wege houdt het bedrijfsleven er reke ning mede: de condities der gebrui kelijke handeiscontracten zijn erop afgestemd en de assuradeuren hebben ze in hun poliscondities verdiscon teerd. Echter, ook de particulier heeft dage lijks gelegenheid om met exoneratie- clausules in aanraking te komen. Café- en restaurantondememers en schouw burgen conditioneren nogal eens, dat zij niet aansprakelijk zullen zijn voor man tels, die niet in de garderobe zijn afge geven. Hoteliers plegen te bepalen, dat zij voor diefstal van kostbaarheden en geld niet aansprakelijk zijn. De Poste rijen beperken hun aansprakelijkheid voor diefstal of verlies van brieven tot f. 25.tenzij men een soort verzeke ringspremie betaalt in de vorm van een speciaal tarief voor „aangegeven waar de", en Gemeentebesturen sluiten hun aansprakelijkheid voor auto's, die op parkeerplaatsen aan de door hen aan gestelde bewakers worden toevertrouwd, veelal uit. Ook met de vrywaringsclausule kan men in het particuliere leven licht te maken krijgen: Van Gend Loos aan vaardt „opdrachten tot stallen, verzor gen. herstellen, berijden enz. van motor rijtuigen slechts onder uitsluiting van haar aansprakelijkheid voor tenietgaan, diefstal, verduistering, verlies, bescha diging en overige schade, hoe ook ge naamd, ook al zou de schuld of opzet harer ondergeschikten worden bewezen, alsmede onder voorwaarde dat haar opdrachtgevers haar vrijwaren voor iedere aansprakelijkheid jegens derden". Deze formule heeft Van Gend Loos overgenomen van de Bond van Automobielbedrijven, die haar reeds twintig jaar geleden voor zyn leden verplichtend stelde („BOVAG-clau- sule"). Toen echter een mijnheer uit Amster dam, die 's nachts met de Lemmerboot de Zuiderzee had willen oversteken, bij een scheepsramp, veroorzaakt door de fout van een kapitein der Maatschappij, om het leven was gekomen en zijn weduwe de Maatschappij aansprak voor schadevergoeding, werd haar een exone- ratie-clausule tegengeworpen, volgens welke de Maatschappij zich niet aan sprakelijk achtte. Dergelijke clausules hebben veelvul dig aanleiding gegeven tot processen. Vaak heeft men beweerd, dat zij „on zedelijk" en dus ongeldig zijn. De Hoge Raad heeft er echter tot dusver niets onbetamelijks in kunnen ontdekken. Zo bijvoorbeeld in het hierboven aange haalde geval van een aanvaring op de Schelde. Toen dit geval voor de Hoge Raad kwam, gaf de toenmalige Procu reur-Generaal, mr. Tak, de Raad het volgende advies: „Ik heb mij als mens afgevraagd, of er iets strijdt met de wet, de openbare orde of met de goede zeden, wanneer een firma als L. Smit Co's Sleep dienst, die onder de moeilijkste omstan digheden, dikwijls in noodweer, bij hoge zee en met levensgevaar haar taak ver vullen moet, haar aansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad. nalatigheid of onvoorzichtelijkheid uitsluit. Daarop luidt mijn antwoord zonder aarzeling ontkennend. Deed zij anders, dan zou zij gerust kunnen opdoeken, omdat haar nuttige arbeid economisch geheel onmogelijk zou zijn. Bijna zou ik om die reden het omgekeerde willen beweren en als stelling gaan poneren, dat een verbod van exoneratie deswege op de grens van het onzedelijke is en in strijd met het algemeen belang, en dus met de openbare orde". Maar onlangs kreeg het Gerechts hof te Den Bosch met het in het slot der BOVAG-clausule vervatte vrijwa- ringsbeding te maken. En dit Hof heeft toen de gelegenheid aangegre pen om in de Nederlandse Recht spraak een begrip, een denkbeeld te introduceren, dat in sommige andere landen, onder andere in Engeland, Duitsland, Scandinavië, bekend is onder het adagium „undue influence", „Ausbeutung einer Notlage", en dat, sinds wijlen Professor Meyers er in 1934 in het Weekblad voor Privaat recht zijn artikelen over schreef, ook in de Nederlandse literatuur is ter sprake gekomen, maar dat, voorzover bekend, tot dusver nog nimmer door oen Nederlandse rechter was toege past. 'sHofs beslissing kwam ook te enen male onverwacht. Geen van de beide procederende partijen had ervan gerept. „Ambtshalve" besliste het Hof, dat dit vrijwaringsbeding op de automobilist, die zijn auto in reparatie geeft, een onereuze last legt, een nadeel, waar voor hem aldus het Hof geen adequaat voordeel tegenoverstaat. Het Hof be sliste voorts, dat bijna alle automobiel bedrijven deze cond'tie stellen en con cludeerde daaruit, dat de automobilist dus wel gedwongen is, die te accepte ren. En tenslotte verkondigt het Hof als zijn oordeel, dat het automobielbe drijf van deze dwangpositie misbruik maakt, wanneer het de automobilist verplicht, om de vrijwaringsclausule in koop te nemen. Deze beslissing dreigde niet alleen het gehele automobielbedrijf, maar ook het verzekeringswezen te boule- verseren, en het is dan ook te begrij pen* dat de zaak in cassatie aan da Hoge Raad werd voorgelegd. En de Hoge Raad heeft nu een beslissing gegeven, die even merkwaardig als be langrijk is. (Arrest van vrijdag 11 januari 1957 inzake automobielbedrijf Uijting Smits, eiseres in cassatie, advocaat mr. W. F. Visser van IJzcn- doorn, contra Max Mozes, verweerder in cassatie, advocaat mr. W. Black- stone). Enerzijds heeft de Hoge Raad name lijk het Bossche Hof in het gelijk ge steld. De Hoge Raad heeft bevestigd, dat. hoewel de Nederlandse wet hier ge waagt van zo iets als een ..undue influence" of een „Ausbeutung einer Notlage". desniettemin ook krachtens de Nederlandse wet een beding, dat inge volge „undue influence" is tot stand gekomen, nietig kan zijn. De Hoge Raad is van oordeel, dat men in zulk een ge val kan spreken van „strijd met de goede zeden", hetgeen nietigheid met zich brengt. Maar anderzijds tikt de Hoge Raad de appèlrechter te Den Bosch op de vingers: geenszins aldus de Hoge Raad had het Hof de clausule mogen ongeldig verklaren enkel op grond, die zij meende ambtshalve als vaststaand te mogen aannemen, dat een automobi list door de onderhavige vrijwarings- clausule ernstig wordt benadeeld, dat een automobilst zich in een dwang positie bevindt, en wel genoodzaakt is, de clausule te accepteren en dat een automobielbedrijf, dat een vrijwarings beding conditioneert, van een dwang positie van de automobilist misbruik gemaakt heeft. Althans had het *Hof met dergelijke algemene beweringen niet mogen volstaan, het had moeten onderzoeken, niet slechts, wat in het algemeen wellicht geldt, maar wat in het onderhavige geval zich concreet heeft voorgedaan. De Hoge Raad pleegt sober te zijn in zijn sententies. Het ligt echter voor de hand, dat de Hoge Raad zich heeft af gevraagd, of het wel juist is. dat in dat concrete geval de clausule een onereuze last legde op Mozes. Gesteld eens. dat Mozes tegen dergelijke calamiteiten ver zekerd was. dan interesseert het geval hem waarschijnlijk niet of nauwelijks. Trouwens: in beginsel kan niemand van een ander eisen, dat die te zijnen be hoeve een gevaarlijk werkje opknapt. Geef ik een gevaarlijk karweitje (het ging in het onderhavige geval om het beproeven van de remmen van een auto) uit handen, omdat ik mij niet zelf in gevaar wil begeven, of omdat ik mij tot zulk soort werk niet capabel acht, en ik vind mijn naaste bereid, zich voor mij in dit gevaar te begeven, dan ver werf ik door die bereidheid een zeer be langrijk voordeel, zelfs dan. wanneer mijn naaste bedingt, dat eventuele financiële gevolgen voor mijn rekening zullen blijven. Ik kan de sleepbootma troos begrijpen, die redeneert: „dat ik voor U het risico wil lopen van een of ander ernstig lichamelijk letsel en zelfs mijn leven op het spel zet voor U, is waarlijk al genoeg. De financiële conse quenties moeten voor Uw rekening blij ven". Zou het in nood geraakte schip op zee geen hulp krijgen, dan zou het immers deze financiële consequenties toch ook zelf te dragen hebben! Evenzo is het met de automobilist, die liever niet zelf zijn remmen wil controleren, maar dit gaarne aan een monteur toe vertrouwt. De reparateur, die het werk op zich neemt, doch daarbij niet tevens de financiële gevolgen van een of ander ongeluk op zich wil nemen, berokkent daarmede de automobilist nog geenszins een nadeel. En hoe staat het met de dwangpositie? Kan men volhouden, dat men gedwon gen is, een auto te gebruiken? Is elke maatschappelijk-economische noodzaak zomaar gelijk te stellen met wat wij juridisch een dwangpositie noemen? Men mag wel oppassen, in deze rich ting niet te ver te gaan. Anders zal straks de bedelaar nog verklaren, dat hij wel gedwongen was een broodje te stelen. Tenslotte het misbruik. Daarvan is toch eerst sprake, wanneer de sleep dienst, de garagehouder, andermans dwangpositie uitbuit om zelf een onbe tamelijk voordeel in de wacht te slepen. Zo kunnen de Hoge Raad talrijke ge zichtspunten voor de geest hebben ge staan. In iedér geval, de Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof voor nader onderzoek. Over deze beslissing zullen nog vele juristen, vele ondernemers grote en kleine en vele particulieren na denken en debatteren. Men zal goed doen, zich op de hoogte te stellen van de wijze, waarop in andere landen de leer van de „undue influence" in prak- tyk wordt gebracht. Aan het Hof in Den Bosch komt de eer toe, een nieuw element in het Nederlandse recht te hebben geïntro duceerd. De Hoge Raad heeft dit in beginsel geaccepteerd, maar meteen een ernstige waarschuwing laten ho ren om, met de toepassing ervan, de nodige voorzichtigheid te betrachten. (Ingez. Med.-Adv.) Geen bleekneusjes maar snaken met blozende wangen wantóók lichtver- teerbaar ijzer voor de bloedvorming 1,7 mgr. per stuk) is aanwezig in Haydns „Harmonie-Messe" Donderdagavond komt in de Stads- zaal tot uitvoering de .Harmonie Messe" van Jos. Haydn, alsmede koorwerken van Floor Peters en Herman Strateger. Medewerkenden zijn het Toonkunstkoor o.l.v. Henk Gennaert en het Ned. Ma drigaalkoor o.l.v. Willem Mizée en het Rotterdams Vocaal-kwartet. Reeds geruime tyd vormen de autobus- en tramhalten in de Korevaarstraat en de autobushalte in de Breestraat ter hoogte van no. 141 in verschillende opzichten een ernstige belemmering voor het verkeer. Bovendien hebben de fir ma's Trossel, Korevaarstraat 5, en Van der Zanden, Breestraat 141, zich hij het gemeentebestuur er over beklaagd, dat zij veel hinder ondervinden van de zich voor hun percelen bevindende halteplaa tsen, omdat het wachtende publiek hun etalages en portieken ontoegankelijk maakt voor het kopende publiek. Pogingen om hierin verbetering te brengen stuitten echter af op bezwaren van de Rijks verkeersinspectie en de belanghebbende vervoermaatschappijen. Ook op Breestraat andere bushalte Vorig jaar hebben B. en W. het over leg terzake heropend, hetgeen er o.m. toe leidde, dat de directie van de Nzp- VM heeft doen weten, dat zij er geen bezwaar meer tegen heeft de tramhalten in het noordelijke deel van de Kore vaarstraat te verplaatsen naar het zui delijke deel van die straat, mits de daar uit voortvloeiende kosten door de ge meente voor haar rekening worden ge nomen. Lopende het verdere overleg over de mogelijkheid van het verplaatsen van de autobushalten in de binnenstad, kwam het vraagstuk van de halteplaatsen ook in de raad van 7 november 1955 ter sprake bij de behandeling van een voor stel inzake het beschikbaar stellen van gelden voor het maken van een defini tieve verkeerslichten-installatie e.a. aan de Hogewoerdsbrug. De raad besloot toen een motie van de heer Meester houdende een voorstel om het College te verzoeken maatregelen te treffen tot het verplaatsen van: a. de tramhaltes in de Korevaarstraat naar het gedeelte Korevaarstraat tussen Levendaal en Jan van Houtkade: b. de bushaltes in de Korevaarstraat naar het Levendaal en het gedeelte Korevaarstraat tussen Le vendaal en Jan van Houtkade, in han den van B. en W. te stellen om pre advies. Helaas heeft het overleg met de direc tie van de vervoermaatschappijen, de Rijksverkeersinspectie, de Leidse Mid denstandscentrale. en de gemeentelijke instanties meer tijd gevergd, dan B. en W. hadden gehoopt. Hoewel de vervoer maatschappijen in het algemeen tegen het oplvfen en verplaatsen van halte plaatsen bezwaren hadden, is over de volgende wijzigingen overeenstemming bereikt: le. verplaatsing van de tramhalten kt het noordelijke deel van de Korevaar straat naar het zuidelijke deel van die straat, 2e. verplaatsing van de halte voor in komende autobussen in de Korevaar straat naar het gedeelte van het Leven daal. dat gelegen is tussen de St. Joris- steeg en de Krauwelsteeg; 3e. verplaatsing van de halte voor uit gaande autobussen in de Korevaarstraat in zuidelijke richting voor de zijgevel van de synagoge; 4e. verplaatsing van de autobushalte ter hoogte van perceel Breestraat no. 141 naar dat gedeelte van de Breestraat, dat gelegen is tussen de Pieterskerkkoorsteeg en de Diefsteeg, met dien verstande, dat aldaar drie halteplaatsen komen. Met betrekking tot het sub le vermel de merken B. en W. op, dat de kosten voor het verplaatsen van de vluchtheu vels en bijkomende werken f 6500 be dragen. De sub 3e bedoelde verplaatsing zal eerst kunnen worden geëffectueerd, wanneer de tramhalten zijn verlegd. Deze autobushalte zouden B. en W. lie ver ook zien verplaatst naar het Leven daal, doch hiertegen bestaat bij de on dernemers ernstig bezwaar. Mede op hun verzoek zal deze halteplaats bij wijze van proef nabij de synagoge gevestigd worden. Aan de hand van de opgedane ervaring zullen B en W bezien of 'net noodzakelijk is deze halteplaats alsnog naar het Levendaal te verplaatsen. Door de thans te nemen maatregel zullen de bezwaren van de firma Trossel opgehe ven worden. De onder 4e bedoelde verplaatsing houdt in. dat voor elk der vervoermaat schappijen een afzonderlijke halteplaats wordt gemaakt. Hierdoor ontstaat een grotere ruimte voor het halteren. zodat minder verkeersbelemmeringen ontstaan terwijl ook de wachtende reizigers meer worden gespreid, zodat opeenhoping van passagiers voor een bepaalde winkel wordt vermeden Voorstellen aan Leidse raad Er komen flatwoningen, kantoorgebouwen en eafe - restaurant In verband met de voorgenomen bebouwing van het Stationsplein, gedacht wordt aan de bouw van flatwoningen, een café-restaurant met bovenzalen, kantoorgebouwen en eventueel een bioscoop, heeft het „Rotterdams-Bouw-Con- sortium", gevestigd te Rotterdam, verzocht van de gemeente te mogen kopen de aan het Stationsplein gelegen percelen bouwterrein. De te koop gevraagde gronden zijn gelegen in het Wederopbouwplan „Leiden-Stationsplein". Met adressant is overeenstemming be reikt omtrent een verkoopprijs van f. 170 per vierk. m., voor wat betreft een per ceel bouwterrein, groot 1792 vierk. m., van een prijs van f50 per vierk. m. voor wat betreft een gedeelte grond, groot 267 vierk. m., en van een prijs van f. 125 per vierk. m. voor wat betreft een perceel bouwterrein, groot 1679 vierk. meter. Tegen verkoop van een gedeelte grond bestaat bezwaar. B. en W. kunnen zich er echter mede verenigen, dat ten gunste van deze grond aan het „Rotterdams-Bouw-Consortium" het recht wordt verleend een gedeelte, ter breedte van 5 m. en met een totale oppervlakte van 54 vierk.m., te over- bouwen op zodanige wijze, dat een over dekte poort ontstaat. Dit recht zal hem in de vorm van een servituut worden verleend. Voor het verkrijgen van be doeld recht zal door het genoemde Con sortium een bedrag ineens worden be taald. berekend naar f.100 per vierk. m. overbouwde grond. Tegen deze verkoop bestaat geen be zwaar. Het stemt B. en W. tot voldoening, dat binnen afzienbare tijd met de bebouwing van dit gedeelte van de terreinen aan het Stationsplein een aanvang zal wor den gemaakt. EIGENDOMMEN L.D.M. WORDEN GESLOOPT. Met het oog op deze bebouwing is het noodzakelyk. dat de hier gevestigde eigendommen van de N. V. Leidsche Duinwater Maatschappij binnenkort worden gesloopt. De met deze Maatschappij gevoerde onderhandelingen tot verplaatsing van kantoor, werkplaatsen enz. van de Sta tionsweg e.o. naar het terrein van het complex van de v.m. C.V. Tieleman en Dros. hebben thans tot overeenstemming geleid. De L.D.M. heeft verzocht van de gemeente te mogen kopen de percelen, gelegen tussen de Hooigracht en de Mid delstegracht, in totaal groot 3165 vierk. m., waarvan 1820 vierk. m. open terrein en 1365 vierk. m. opstallen. De verkoopprijs zal bedragen f.54 per vierk. m. voor het gehele terrein, alzo, behoudens nadere verrekening, in' totaal een bedrag van f. 171.990, vermeerderd met een bedrag van f40.000 wegens de ten laste van dit complex komende kos ten van aanleg van de langs de noord zijde van dit complex aan te leggen ver bindingsstraat tussen de Hooigracht en de Middelstegracht, met bepaling, dat het terrein aan die zijde bij de over dracht van de gronden ontsloten zijn Het College acht de totstandkoming van deze transactie voor de gemeente van belang, mede in verband met de om standigheid, dat hierdoor de eigendom men van de L.D.M. aan de Stationsweg e.o. binnen afzienbare tijd geheel ont ruimd ter vrije beschikking van de ge- jaeente komen en er overigens een goede Instemming wordt gegeven aan een ge deelte van het v.m. T. en D.-complex. Zoals bekend, heeft het lid van dc raad, de heer B. J. Huurman, indertijd bij de behandeling van het voorstel in zake het beschikbaarstellen van gelden voor het dempen van de Middelstegracht en het maken van een verbindingsweg tussen deze gracht en de Hooigracht, een voorstel ingediend om de breedte van de rijweg niet op zeven, doch op negen me ter te bepalen. B. en wijzen er thans op, dat deze breedte in overeenstemming is met die van de geprojecteerde verbindingsweg tussen de Herengracht en de Uiterste gracht (rijbaan 7 m. met een trottoir ter breedte van 1,80 m. aan de zuidzijde en een trottoir ter breedte van 5 m'i.Deze wegindeling is zo gekozen teneinde een goede aansluiting met de Oosterkerk straat te verkrijgen. In het belang van de verkeersveiligheid is het wenselijk de rijwegbreedte over de volle lengte van een straat dezelfde te houden. Mede met het oog hierop is de rijwegbreedte van de verbindingsweg tussen de Middelste gracht en de Hooigracht eveneens op 7 m. bepaald. In dit weggedeelte en verder waar dit mogelijk en nodig is. zullen parkeerstroken worden aang?'.-? Het verkeer zal dus over de volle breedte van de rijweg kunnen beschikken. Een rijweg van 7 m. breedte komt B. en W. vol doende voor. B. en W. stellen de raad dan ook voor het voorstel-Huurman niet aan te nemen. BOUWRIJP MAKEN VAN VAN TERREINEN. Voor het bouwrijp maken van terrei nen, begrepen in het partiële uitbrei dingsplan Leiden-Zuidwest, wensen B. en W. een bedrag van f. 1.570.000 beschik baar te stellen en voorts een bedrag van f. 1.485.500 voor de aanleg van een ge deelte van de Churchillaan, inclusief de kosten van de daarvoor nodige grond, alsmede voor de aanleg van gedeelten stamriool SUBSIDIËRING JEUGDZORGWERK. Aangezien B. en W. de tijd thans rijp achten voor een subsidiestelsel, waarbij instellingen, die het jeugdzorgwerk be hartigen, in beginsel een, in procenten uitgedrukt, gelijk subsidie ontvangen, leggen zy de raad het volgende voorstel voor: het subsidie ten behoeve van de plaatselijke instellingen voor jeugdzorg voor het jaar 1957 vast te stellen op 25'van de goedgekeurde exploitatie- uitgaven, met dien verstande, dat het subsidie in geen geval-lager zal zijn dan het bedrag, dat de instellingen in 1954 hebben genoten of zoveel minder als nodig is om korting op het rijkssubsidie te voorkomen. LOKAAL VERKEERSONDERWIJS Een krediet van f. 4.950 wensen B. en W. beschikbaar te stellen voor de kos ten van herstel (f. 1.800) en verdere in richting «f.3.150) van een lokaal voor het verkeersonderwijs in het gebouw van de v.m. Volkskredietbank in de Nieuw- steeg. Nu aan de wensen van de Hengelaars- bond. materieel gezien, in belangrijke mate tegemoet wordt gekomen, zijn B en W. van mening, dat t.a.v. de verhu ring van visrecht aan de heren C. D. en J. Zandvliet, niet in beroep moet wor den gegaan tegen de beslissing van de Kamer voor de Binnenvisserij. Ten behoeve van de bouw van een tweetal transformatoren-stations in het uitbreidingsplan „Leiden-Zuidwest" heb ben de Stedelijke fabrieken van gas en elektriciteit, alhier, de beschikking nodig over percelen grond, groot resp. 61,5 vierk. m. en 33,5 vierk. m. De plaat sen zijn in overleg met de dienst van gemeentewerken bepaald. Tegen beschikbaarstelling van bedoel de gronden voor het beoogde doel be staat geen bezwaar; daarvoor ware een prijs van f.30 per vierk. m. (opgehoogd tot n.a.p.) in rekening te brengen. BOUW VAN FLATWONINGEN In verband met de voorgenomen bouw ter plaatse van flatwoningen heeft de firma J. H. Holweg en zoon te Utrecht verzocht van de gemeente te mogen kopen het perceel bouwterrein, groot plm. 3300 m2, gelegen aan de zuid-oostzijde van de Burggravenlaan. De te koop gevraagde grond is vol gens het partiëel uitbreidingsplan „Lei denRoomburgerpolder" bestemd voor de bouw van flatwoningen. Met adressante is overeenstemming bereikt omtrent de verkoopprijs van f. 31.per m2. Medewerking willen B. en W. verlenen voor het bouwen van een gymnastiek lokaal bij de r.-k. school voor g.l.o. aan de Timorstraat, alhier. Verder komen in de zitting van as. maandagmiddag de volgende voorstellen aan de orde: aan te kopen, in het be lang van de volkshuisvesting, het he renhuis met tuin, staande en gelegen aan de Hooigracht no. 79. alhier, voor de prijs van f. 63.000,vermeerderd met de op de aankoop vallende kosten van f. 3.838.34, derhalve voor een bedrag van f. 66.838,34 in totaal; het aanbrengen van een wijziging in de begroting der ge meente voor het dienstjaar 1956 een de begroting voor dat dienstjaar van de Gasfabriek, van de Elektriciteitsfabriek, van de psychiatrische inrichtingen „En degeest" ca., van de Reinigingsdienst, van het Grondbedrijf en van de Dienst voor Sociale Zaken; het goedkeuren van Steeds meer gaan de Parijse wa renhuizen ertoe over televisie toe te passen bij de strijd tegen winkel diefstallen. Een winkel-detective achter zijn apparatuur, waarmee hij door overschakeling naar vele opname-camera's. welke in de ver koopruimten staan opgesteld, een blik door het gehele warenhuis kan slaan en eventuele verdachte lieden volgen kan zonder zelf op te vallen. Leidse Amateurfotografen kwamen bijeen Voor het eerst in 1957 kwamen de Leidse amateurfotografen bijeen in de bovenzaal van restaurant „De Doeien". Na een hartelijk welkomstwoord van de voorzitter, de heer J. G. Gompelman, die zijn leden naast een goede gezond heid vooral ook „goed licht en mooie opnamen" toewenste, werd overgegaan tot het bespreken van het eigen werk van de leden. De opgave was ditmaal een goede technische foto te vervaar digen, waarbij het in het bijzonder ging om de juiste stofuitdrukking. Op pret tige wijze werd de collectie van 23 foto's besproken door de heer Gompelman. In het algemeen stond het werk van de inzenders op een verheugend goed pijl en daar waar men bleek in zijn tech niek te kort geschoten te zijn, werd een duidelijke uiteenzetting gegeven, hoe dit te verbeteren. Na de pauze werd een aantal dia's vertoond, ingezonden voor de laatste Bondswedstrijden. Door het uitlokken van commentaar ontstonden interes sante discussies, waardoor verschillende vooraanstaande kleurenwerkers uit de vereniging aan het woord kwamen met vele belangwekkende opmerkingen. Overtuigd een gezellige en leerzame avond genoten te hebben, ging een ieder na afloop huiswaarts. Onduidelijke verkeersaanduiding Voor de plaatsvervangend Kanton rechter. mr. W. de Koning stond giste ren een automobilist terecht wie ten laste werd gelegd, dat hij met zijn auto komende van de Breestraat en rijdende op de Korevaarstraat, toen hij linksaf het. Levendaal wilde afslaan, de door gang had belemmerd aan een uit de richting van de Lammeschansweg ko mende wielrijder, waardoor deze werd aangereden. Uit de verhoren, kwam vast te staan, dat het gedeelte van de Korevaarstraat. dat de automobilist be reed. wèl voorrangsweg is. doch het deel waar de wielrijder zich bevond, niet. Zowel het O.M. als de Kanton rechter achtten geen schuld aanwezig en laatstgenoemde ontsloeg verdachte dan ook van rechtsvervolging. Mr De Koning wees er overigens op, dat de wijze, waarop dit voorrangsrecht is aangegeven aan duidelijkheid veel te wensen overlaat. de begroting en rekening c.a. van de Stichting „Burgerij fonds van Leider. aan te kopen, in het belang van de volkshuisvesting, de in de Oostvlietpo.- der onder de gemeente Zoeterwoude ge legen percelen weiland, met de daarop staande boerderij c.a. nabij de Vliet, voor de prijs van f. 62.000.— in totaal, ver meerderd met een bedrag van f.1 500. wegens vergoeding aan de verkopers ter zake van de op de boerderij c.a. aan wezige landbouwprodukten; ten aanzien van de bij raadsbesluit van 27 juni 1955 onbewoonbaar verklaarde woningen Wal deck Pyrmontstraat nrs. 2. 4. 6. 8. 10, 12 en 14 de termijn van ontruiming te verlengen tot 29 januari 1958: aan Ph. van den Berg. alhier, wegens kosten van vervoer van zijn zoon Hendrik naar en van de bijzondere school voor uitge breid lager onderwijs te Lisse. uitgaande van de Vereniging tot het verstrekken van L.O. op Gereformeerde Grondslag, aldaar, te rekenen van 1 september 1956 af tot wederopzeggens een bijdrage te verlenen van f. 1.75 per week: aan het bestuur van dp Inrichting van Liefda digheid voor R -K. te Leiden, wegens exo^itatievergoeding over het tijdvak 1 november tot en met 3J decr»mbor 1955 voor ziin R.-K. school voo>- kinderen met leer- en ODvoedingsmoeilükheden 47 x 2/12 v f.100.— f 783.33 uit te keren en het bedrag der voor vergoeding in aanmerking komende kosten over even genoemd tijdvak te bepalen op f. 807.84; het verzoek van J C. de Graaf. Rijns- burgerweg 115, te Leiden, om medewer king ten behoeve van hef plaatsen van pen keef op een terrein aan de k^or- rtraat of eldprc ip je "pmepntp tg wijzen. Tenslotte wenst dp burgemeester aan Ged. Staten van Zuid-Holland mede te delen, dat de raad van mening is. dat aan de wethouders een vakantie-uitke ring behoort to worden toegekend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 3