Hoge Raad wees interessant arrest
LIGA
Belangrijke kwestie voor juristen
en bedrijfsleven
Verplaatsing tram- en bushalte
op Korevaarstraat
Met bebouwing Stationsplein
wordt binnenkort begonnen
95ste jaargang
Dinsdag 15 januari 1957
Tweede blad no. 29036
Men schrijft ons van juridische zijde:
Omstreeks 1925 kwamen, bij slecht weer, twee schepen op de Schelde met
elkander in botsing. Eén van de twee kreeg een scheur in zijn zijwand en moest
aan de grond gezet worden. Men riep een sleepdienst ter hulp en deze haalde
er een scheepswerf bij, die enige lassers met snijbranders zond. Doch nu kwam
men van kwaad tot erger, want by de reparatie ontstond er brand in de lading
en dat alles gaf weer aanleiding tot een proces. In het contract, dat de sleep
dienst met de scheepsreder had aangegaan, was namelijk een zogenaamde
„exoneratie-clausule opgenomen, tevens behelzende een „vrijwaringsgeding".
Zeesleepdiensten moeten zich wel eens in grote gevaren begeven en ingrijpende
maatregelen nemen, die men onder gewone omstandigheden verricht als
roekeloos zou brandmerken. Daarom plegen zij te conditioneren, dat het werk,
dat zy zelf en degenen, die zij bij hun bergingswerk ter hulp roepen, zullen gaan
verrichten, geheel en al voor rekening en risico van de opdrachtgever zal zijn,
zodat alle eventuele schade door de opdrachtgever zal worden gedragen en dat
de opdrachtgever bovendien de bergingsmaatschappij en al degenen, die zy ter
hulp roept, zal vrijwaren.
Voor de niet-ingewijde lezer worde
opgemerkt, dat de partyen, op wier
naam dergelijke processen worden ge
voerd. zich veelal in het geheel niet
voor de afloop interesseren. Zij heb
ben zich namelijk verzekerd. Het pro
ces wordt weliswaar op hun naam ge
voerd, maar financieel daarbij ge
ïnteresseerd zijn veelal uitsluitend de
assuradeuren.
Dergelijke clausules zijn zowel in
Nederland als overal elders ter wereld
zeer gebruikelijk. Onder meer vindt
men ze in het transportwezen. Aller-
wege houdt het bedrijfsleven er reke
ning mede: de condities der gebrui
kelijke handeiscontracten zijn erop
afgestemd en de assuradeuren hebben
ze in hun poliscondities verdiscon
teerd.
Echter, ook de particulier heeft dage
lijks gelegenheid om met exoneratie-
clausules in aanraking te komen. Café-
en restaurantondememers en schouw
burgen conditioneren nogal eens, dat zij
niet aansprakelijk zullen zijn voor man
tels, die niet in de garderobe zijn afge
geven. Hoteliers plegen te bepalen, dat
zij voor diefstal van kostbaarheden en
geld niet aansprakelijk zijn. De Poste
rijen beperken hun aansprakelijkheid
voor diefstal of verlies van brieven tot
f. 25.tenzij men een soort verzeke
ringspremie betaalt in de vorm van een
speciaal tarief voor „aangegeven waar
de", en Gemeentebesturen sluiten hun
aansprakelijkheid voor auto's, die op
parkeerplaatsen aan de door hen aan
gestelde bewakers worden toevertrouwd,
veelal uit.
Ook met de vrywaringsclausule kan
men in het particuliere leven licht te
maken krijgen: Van Gend Loos aan
vaardt „opdrachten tot stallen, verzor
gen. herstellen, berijden enz. van motor
rijtuigen slechts onder uitsluiting van
haar aansprakelijkheid voor tenietgaan,
diefstal, verduistering, verlies, bescha
diging en overige schade, hoe ook ge
naamd, ook al zou de schuld of opzet
harer ondergeschikten worden bewezen,
alsmede onder voorwaarde dat haar
opdrachtgevers haar vrijwaren voor
iedere aansprakelijkheid jegens derden".
Deze formule heeft Van Gend
Loos overgenomen van de Bond van
Automobielbedrijven, die haar reeds
twintig jaar geleden voor zyn leden
verplichtend stelde („BOVAG-clau-
sule").
Toen echter een mijnheer uit Amster
dam, die 's nachts met de Lemmerboot
de Zuiderzee had willen oversteken, bij
een scheepsramp, veroorzaakt door de
fout van een kapitein der Maatschappij,
om het leven was gekomen en zijn
weduwe de Maatschappij aansprak voor
schadevergoeding, werd haar een exone-
ratie-clausule tegengeworpen, volgens
welke de Maatschappij zich niet aan
sprakelijk achtte.
Dergelijke clausules hebben veelvul
dig aanleiding gegeven tot processen.
Vaak heeft men beweerd, dat zij „on
zedelijk" en dus ongeldig zijn. De Hoge
Raad heeft er echter tot dusver niets
onbetamelijks in kunnen ontdekken. Zo
bijvoorbeeld in het hierboven aange
haalde geval van een aanvaring op de
Schelde. Toen dit geval voor de Hoge
Raad kwam, gaf de toenmalige Procu
reur-Generaal, mr. Tak, de Raad het
volgende advies:
„Ik heb mij als mens afgevraagd, of
er iets strijdt met de wet, de openbare
orde of met de goede zeden, wanneer
een firma als L. Smit Co's Sleep
dienst, die onder de moeilijkste omstan
digheden, dikwijls in noodweer, bij hoge
zee en met levensgevaar haar taak ver
vullen moet, haar aansprakelijkheid
wegens onrechtmatige daad. nalatigheid
of onvoorzichtelijkheid uitsluit.
Daarop luidt mijn antwoord zonder
aarzeling ontkennend. Deed zij anders,
dan zou zij gerust kunnen opdoeken,
omdat haar nuttige arbeid economisch
geheel onmogelijk zou zijn. Bijna zou ik
om die reden het omgekeerde willen
beweren en als stelling gaan poneren,
dat een verbod van exoneratie deswege
op de grens van het onzedelijke is en
in strijd met het algemeen belang, en
dus met de openbare orde".
Maar onlangs kreeg het Gerechts
hof te Den Bosch met het in het slot
der BOVAG-clausule vervatte vrijwa-
ringsbeding te maken. En dit Hof
heeft toen de gelegenheid aangegre
pen om in de Nederlandse Recht
spraak een begrip, een denkbeeld te
introduceren, dat in sommige andere
landen, onder andere in Engeland,
Duitsland, Scandinavië, bekend is
onder het adagium „undue influence",
„Ausbeutung einer Notlage", en dat,
sinds wijlen Professor Meyers er in
1934 in het Weekblad voor Privaat
recht zijn artikelen over schreef, ook
in de Nederlandse literatuur is ter
sprake gekomen, maar dat, voorzover
bekend, tot dusver nog nimmer door
oen Nederlandse rechter was toege
past.
'sHofs beslissing kwam ook te enen
male onverwacht. Geen van de beide
procederende partijen had ervan gerept.
„Ambtshalve" besliste het Hof, dat dit
vrijwaringsbeding op de automobilist,
die zijn auto in reparatie geeft, een
onereuze last legt, een nadeel, waar voor
hem aldus het Hof geen adequaat
voordeel tegenoverstaat. Het Hof be
sliste voorts, dat bijna alle automobiel
bedrijven deze cond'tie stellen en con
cludeerde daaruit, dat de automobilist
dus wel gedwongen is, die te accepte
ren. En tenslotte verkondigt het Hof
als zijn oordeel, dat het automobielbe
drijf van deze dwangpositie misbruik
maakt, wanneer het de automobilist
verplicht, om de vrijwaringsclausule in
koop te nemen.
Deze beslissing dreigde niet alleen
het gehele automobielbedrijf, maar
ook het verzekeringswezen te boule-
verseren, en het is dan ook te begrij
pen* dat de zaak in cassatie aan da
Hoge Raad werd voorgelegd. En de
Hoge Raad heeft nu een beslissing
gegeven, die even merkwaardig als be
langrijk is. (Arrest van vrijdag 11
januari 1957 inzake automobielbedrijf
Uijting Smits, eiseres in cassatie,
advocaat mr. W. F. Visser van IJzcn-
doorn, contra Max Mozes, verweerder
in cassatie, advocaat mr. W. Black-
stone).
Enerzijds heeft de Hoge Raad name
lijk het Bossche Hof in het gelijk ge
steld. De Hoge Raad heeft bevestigd,
dat. hoewel de Nederlandse wet hier ge
waagt van zo iets als een ..undue
influence" of een „Ausbeutung einer
Notlage". desniettemin ook krachtens de
Nederlandse wet een beding, dat inge
volge „undue influence" is tot stand
gekomen, nietig kan zijn. De Hoge Raad
is van oordeel, dat men in zulk een ge
val kan spreken van „strijd met de
goede zeden", hetgeen nietigheid met
zich brengt.
Maar anderzijds tikt de Hoge Raad
de appèlrechter te Den Bosch op de
vingers: geenszins aldus de Hoge
Raad had het Hof de clausule mogen
ongeldig verklaren enkel op grond, die
zij meende ambtshalve als vaststaand
te mogen aannemen, dat een automobi
list door de onderhavige vrijwarings-
clausule ernstig wordt benadeeld, dat
een automobilst zich in een dwang
positie bevindt, en wel genoodzaakt is,
de clausule te accepteren en dat een
automobielbedrijf, dat een vrijwarings
beding conditioneert, van een dwang
positie van de automobilist misbruik
gemaakt heeft. Althans had het *Hof
met dergelijke algemene beweringen
niet mogen volstaan, het had moeten
onderzoeken, niet slechts, wat in het
algemeen wellicht geldt, maar wat in
het onderhavige geval zich concreet
heeft voorgedaan.
De Hoge Raad pleegt sober te zijn in
zijn sententies. Het ligt echter voor de
hand, dat de Hoge Raad zich heeft af
gevraagd, of het wel juist is. dat in dat
concrete geval de clausule een onereuze
last legde op Mozes. Gesteld eens. dat
Mozes tegen dergelijke calamiteiten ver
zekerd was. dan interesseert het geval
hem waarschijnlijk niet of nauwelijks.
Trouwens: in beginsel kan niemand van
een ander eisen, dat die te zijnen be
hoeve een gevaarlijk werkje opknapt.
Geef ik een gevaarlijk karweitje (het
ging in het onderhavige geval om het
beproeven van de remmen van een auto)
uit handen, omdat ik mij niet zelf in
gevaar wil begeven, of omdat ik mij tot
zulk soort werk niet capabel acht, en
ik vind mijn naaste bereid, zich voor
mij in dit gevaar te begeven, dan ver
werf ik door die bereidheid een zeer be
langrijk voordeel, zelfs dan. wanneer
mijn naaste bedingt, dat eventuele
financiële gevolgen voor mijn rekening
zullen blijven. Ik kan de sleepbootma
troos begrijpen, die redeneert: „dat ik
voor U het risico wil lopen van een of
ander ernstig lichamelijk letsel en zelfs
mijn leven op het spel zet voor U, is
waarlijk al genoeg. De financiële conse
quenties moeten voor Uw rekening blij
ven". Zou het in nood geraakte schip
op zee geen hulp krijgen, dan zou het
immers deze financiële consequenties
toch ook zelf te dragen hebben! Evenzo
is het met de automobilist, die liever
niet zelf zijn remmen wil controleren,
maar dit gaarne aan een monteur toe
vertrouwt. De reparateur, die het werk
op zich neemt, doch daarbij niet tevens
de financiële gevolgen van een of ander
ongeluk op zich wil nemen, berokkent
daarmede de automobilist nog geenszins
een nadeel.
En hoe staat het met de dwangpositie?
Kan men volhouden, dat men gedwon
gen is, een auto te gebruiken? Is elke
maatschappelijk-economische noodzaak
zomaar gelijk te stellen met wat wij
juridisch een dwangpositie noemen?
Men mag wel oppassen, in deze rich
ting niet te ver te gaan. Anders zal
straks de bedelaar nog verklaren, dat
hij wel gedwongen was een broodje te
stelen.
Tenslotte het misbruik. Daarvan is
toch eerst sprake, wanneer de sleep
dienst, de garagehouder, andermans
dwangpositie uitbuit om zelf een onbe
tamelijk voordeel in de wacht te slepen.
Zo kunnen de Hoge Raad talrijke ge
zichtspunten voor de geest hebben ge
staan. In iedér geval, de Hoge Raad
heeft de zaak terugverwezen naar het
Gerechtshof voor nader onderzoek.
Over deze beslissing zullen nog vele
juristen, vele ondernemers grote en
kleine en vele particulieren na
denken en debatteren. Men zal goed
doen, zich op de hoogte te stellen van
de wijze, waarop in andere landen de
leer van de „undue influence" in prak-
tyk wordt gebracht.
Aan het Hof in Den Bosch komt de
eer toe, een nieuw element in het
Nederlandse recht te hebben geïntro
duceerd. De Hoge Raad heeft dit in
beginsel geaccepteerd, maar meteen
een ernstige waarschuwing laten ho
ren om, met de toepassing ervan, de
nodige voorzichtigheid te betrachten.
(Ingez. Med.-Adv.)
Geen bleekneusjes
maar snaken met
blozende wangen
wantóók lichtver-
teerbaar ijzer voor de
bloedvorming 1,7 mgr.
per stuk) is aanwezig in
Haydns „Harmonie-Messe"
Donderdagavond komt in de Stads-
zaal tot uitvoering de .Harmonie Messe"
van Jos. Haydn, alsmede koorwerken van
Floor Peters en Herman Strateger.
Medewerkenden zijn het Toonkunstkoor
o.l.v. Henk Gennaert en het Ned. Ma
drigaalkoor o.l.v. Willem Mizée en het
Rotterdams Vocaal-kwartet.
Reeds geruime tyd vormen de autobus- en tramhalten in de Korevaarstraat
en de autobushalte in de Breestraat ter hoogte van no. 141 in verschillende
opzichten een ernstige belemmering voor het verkeer. Bovendien hebben de fir
ma's Trossel, Korevaarstraat 5, en Van der Zanden, Breestraat 141, zich hij het
gemeentebestuur er over beklaagd, dat zij veel hinder ondervinden van de zich
voor hun percelen bevindende halteplaa tsen, omdat het wachtende publiek hun
etalages en portieken ontoegankelijk maakt voor het kopende publiek. Pogingen
om hierin verbetering te brengen stuitten echter af op bezwaren van de Rijks
verkeersinspectie en de belanghebbende vervoermaatschappijen.
Ook op Breestraat andere
bushalte
Vorig jaar hebben B. en W. het over
leg terzake heropend, hetgeen er o.m.
toe leidde, dat de directie van de Nzp-
VM heeft doen weten, dat zij er geen
bezwaar meer tegen heeft de tramhalten
in het noordelijke deel van de Kore
vaarstraat te verplaatsen naar het zui
delijke deel van die straat, mits de daar
uit voortvloeiende kosten door de ge
meente voor haar rekening worden ge
nomen.
Lopende het verdere overleg over de
mogelijkheid van het verplaatsen van de
autobushalten in de binnenstad, kwam
het vraagstuk van de halteplaatsen ook
in de raad van 7 november 1955 ter
sprake bij de behandeling van een voor
stel inzake het beschikbaar stellen van
gelden voor het maken van een defini
tieve verkeerslichten-installatie e.a. aan
de Hogewoerdsbrug. De raad besloot
toen een motie van de heer Meester
houdende een voorstel om het College
te verzoeken maatregelen te treffen tot
het verplaatsen van: a. de tramhaltes in
de Korevaarstraat naar het gedeelte
Korevaarstraat tussen Levendaal en Jan
van Houtkade: b. de bushaltes in de
Korevaarstraat naar het Levendaal en
het gedeelte Korevaarstraat tussen Le
vendaal en Jan van Houtkade, in han
den van B. en W. te stellen om pre
advies.
Helaas heeft het overleg met de direc
tie van de vervoermaatschappijen, de
Rijksverkeersinspectie, de Leidse Mid
denstandscentrale. en de gemeentelijke
instanties meer tijd gevergd, dan B. en
W. hadden gehoopt. Hoewel de vervoer
maatschappijen in het algemeen tegen
het oplvfen en verplaatsen van halte
plaatsen bezwaren hadden, is over de
volgende wijzigingen overeenstemming
bereikt:
le. verplaatsing van de tramhalten kt
het noordelijke deel van de Korevaar
straat naar het zuidelijke deel van die
straat,
2e. verplaatsing van de halte voor in
komende autobussen in de Korevaar
straat naar het gedeelte van het Leven
daal. dat gelegen is tussen de St. Joris-
steeg en de Krauwelsteeg;
3e. verplaatsing van de halte voor uit
gaande autobussen in de Korevaarstraat
in zuidelijke richting voor de zijgevel
van de synagoge;
4e. verplaatsing van de autobushalte
ter hoogte van perceel Breestraat no. 141
naar dat gedeelte van de Breestraat, dat
gelegen is tussen de Pieterskerkkoorsteeg
en de Diefsteeg, met dien verstande, dat
aldaar drie halteplaatsen komen.
Met betrekking tot het sub le vermel
de merken B. en W. op, dat de kosten
voor het verplaatsen van de vluchtheu
vels en bijkomende werken f 6500 be
dragen.
De sub 3e bedoelde verplaatsing zal
eerst kunnen worden geëffectueerd,
wanneer de tramhalten zijn verlegd.
Deze autobushalte zouden B. en W. lie
ver ook zien verplaatst naar het Leven
daal, doch hiertegen bestaat bij de on
dernemers ernstig bezwaar. Mede op hun
verzoek zal deze halteplaats bij wijze
van proef nabij de synagoge gevestigd
worden. Aan de hand van de opgedane
ervaring zullen B en W bezien of 'net
noodzakelijk is deze halteplaats alsnog
naar het Levendaal te verplaatsen. Door
de thans te nemen maatregel zullen de
bezwaren van de firma Trossel opgehe
ven worden.
De onder 4e bedoelde verplaatsing
houdt in. dat voor elk der vervoermaat
schappijen een afzonderlijke halteplaats
wordt gemaakt. Hierdoor ontstaat een
grotere ruimte voor het halteren. zodat
minder verkeersbelemmeringen ontstaan
terwijl ook de wachtende reizigers meer
worden gespreid, zodat opeenhoping van
passagiers voor een bepaalde winkel
wordt vermeden
Voorstellen aan Leidse raad
Er komen flatwoningen, kantoorgebouwen
en eafe - restaurant
In verband met de voorgenomen bebouwing van het Stationsplein, gedacht
wordt aan de bouw van flatwoningen, een café-restaurant met bovenzalen,
kantoorgebouwen en eventueel een bioscoop, heeft het „Rotterdams-Bouw-Con-
sortium", gevestigd te Rotterdam, verzocht van de gemeente te mogen kopen de
aan het Stationsplein gelegen percelen bouwterrein. De te koop gevraagde
gronden zijn gelegen in het Wederopbouwplan „Leiden-Stationsplein".
Met adressant is overeenstemming be
reikt omtrent een verkoopprijs van f. 170
per vierk. m., voor wat betreft een per
ceel bouwterrein, groot 1792 vierk. m.,
van een prijs van f50 per vierk. m. voor
wat betreft een gedeelte grond, groot
267 vierk. m., en van een prijs van
f. 125 per vierk. m. voor wat betreft een
perceel bouwterrein, groot 1679 vierk.
meter.
Tegen verkoop van een gedeelte grond
bestaat bezwaar.
B. en W. kunnen zich er echter mede
verenigen, dat ten gunste van deze grond
aan het „Rotterdams-Bouw-Consortium"
het recht wordt verleend een gedeelte,
ter breedte van 5 m. en met een totale
oppervlakte van 54 vierk.m., te over-
bouwen op zodanige wijze, dat een over
dekte poort ontstaat. Dit recht zal hem
in de vorm van een servituut worden
verleend. Voor het verkrijgen van be
doeld recht zal door het genoemde Con
sortium een bedrag ineens worden be
taald. berekend naar f.100 per vierk. m.
overbouwde grond.
Tegen deze verkoop bestaat geen be
zwaar.
Het stemt B. en W. tot voldoening, dat
binnen afzienbare tijd met de bebouwing
van dit gedeelte van de terreinen aan
het Stationsplein een aanvang zal wor
den gemaakt.
EIGENDOMMEN L.D.M.
WORDEN GESLOOPT.
Met het oog op deze bebouwing is
het noodzakelyk. dat de hier gevestigde
eigendommen van de N. V. Leidsche
Duinwater Maatschappij binnenkort
worden gesloopt.
De met deze Maatschappij gevoerde
onderhandelingen tot verplaatsing van
kantoor, werkplaatsen enz. van de Sta
tionsweg e.o. naar het terrein van het
complex van de v.m. C.V. Tieleman en
Dros. hebben thans tot overeenstemming
geleid. De L.D.M. heeft verzocht van de
gemeente te mogen kopen de percelen,
gelegen tussen de Hooigracht en de Mid
delstegracht, in totaal groot 3165
vierk. m., waarvan 1820 vierk. m. open
terrein en 1365 vierk. m. opstallen.
De verkoopprijs zal bedragen f.54 per
vierk. m. voor het gehele terrein, alzo,
behoudens nadere verrekening, in' totaal
een bedrag van f. 171.990, vermeerderd
met een bedrag van f40.000 wegens de
ten laste van dit complex komende kos
ten van aanleg van de langs de noord
zijde van dit complex aan te leggen ver
bindingsstraat tussen de Hooigracht en
de Middelstegracht, met bepaling, dat
het terrein aan die zijde bij de over
dracht van de gronden ontsloten zijn
Het College acht de totstandkoming
van deze transactie voor de gemeente
van belang, mede in verband met de om
standigheid, dat hierdoor de eigendom
men van de L.D.M. aan de Stationsweg
e.o. binnen afzienbare tijd geheel ont
ruimd ter vrije beschikking van de ge-
jaeente komen en er overigens een goede
Instemming wordt gegeven aan een ge
deelte van het v.m. T. en D.-complex.
Zoals bekend, heeft het lid van dc
raad, de heer B. J. Huurman, indertijd
bij de behandeling van het voorstel in
zake het beschikbaarstellen van gelden
voor het dempen van de Middelstegracht
en het maken van een verbindingsweg
tussen deze gracht en de Hooigracht, een
voorstel ingediend om de breedte van de
rijweg niet op zeven, doch op negen me
ter te bepalen.
B. en wijzen er thans op, dat deze
breedte in overeenstemming is met die
van de geprojecteerde verbindingsweg
tussen de Herengracht en de Uiterste
gracht (rijbaan 7 m. met een trottoir ter
breedte van 1,80 m. aan de zuidzijde en
een trottoir ter breedte van 5 m'i.Deze
wegindeling is zo gekozen teneinde een
goede aansluiting met de Oosterkerk
straat te verkrijgen. In het belang van
de verkeersveiligheid is het wenselijk de
rijwegbreedte over de volle lengte van
een straat dezelfde te houden. Mede met
het oog hierop is de rijwegbreedte van
de verbindingsweg tussen de Middelste
gracht en de Hooigracht eveneens op 7
m. bepaald. In dit weggedeelte en verder
waar dit mogelijk en nodig is. zullen
parkeerstroken worden aang?'.-? Het
verkeer zal dus over de volle breedte van
de rijweg kunnen beschikken. Een rijweg
van 7 m. breedte komt B. en W. vol
doende voor. B. en W. stellen de raad
dan ook voor het voorstel-Huurman niet
aan te nemen.
BOUWRIJP MAKEN VAN
VAN TERREINEN.
Voor het bouwrijp maken van terrei
nen, begrepen in het partiële uitbrei
dingsplan Leiden-Zuidwest, wensen B. en
W. een bedrag van f. 1.570.000 beschik
baar te stellen en voorts een bedrag van
f. 1.485.500 voor de aanleg van een ge
deelte van de Churchillaan, inclusief de
kosten van de daarvoor nodige grond,
alsmede voor de aanleg van gedeelten
stamriool
SUBSIDIËRING
JEUGDZORGWERK.
Aangezien B. en W. de tijd thans rijp
achten voor een subsidiestelsel, waarbij
instellingen, die het jeugdzorgwerk be
hartigen, in beginsel een, in procenten
uitgedrukt, gelijk subsidie ontvangen,
leggen zy de raad het volgende voorstel
voor: het subsidie ten behoeve van de
plaatselijke instellingen voor jeugdzorg
voor het jaar 1957 vast te stellen op
25'van de goedgekeurde exploitatie-
uitgaven, met dien verstande, dat het
subsidie in geen geval-lager zal zijn dan
het bedrag, dat de instellingen in 1954
hebben genoten of zoveel minder als
nodig is om korting op het rijkssubsidie
te voorkomen.
LOKAAL VERKEERSONDERWIJS
Een krediet van f. 4.950 wensen B. en
W. beschikbaar te stellen voor de kos
ten van herstel (f. 1.800) en verdere in
richting «f.3.150) van een lokaal voor
het verkeersonderwijs in het gebouw van
de v.m. Volkskredietbank in de Nieuw-
steeg.
Nu aan de wensen van de Hengelaars-
bond. materieel gezien, in belangrijke
mate tegemoet wordt gekomen, zijn B
en W. van mening, dat t.a.v. de verhu
ring van visrecht aan de heren C. D. en
J. Zandvliet, niet in beroep moet wor
den gegaan tegen de beslissing van de
Kamer voor de Binnenvisserij.
Ten behoeve van de bouw van een
tweetal transformatoren-stations in het
uitbreidingsplan „Leiden-Zuidwest" heb
ben de Stedelijke fabrieken van gas en
elektriciteit, alhier, de beschikking nodig
over percelen grond, groot resp. 61,5
vierk. m. en 33,5 vierk. m. De plaat
sen zijn in overleg met de dienst van
gemeentewerken bepaald.
Tegen beschikbaarstelling van bedoel
de gronden voor het beoogde doel be
staat geen bezwaar; daarvoor ware een
prijs van f.30 per vierk. m. (opgehoogd
tot n.a.p.) in rekening te brengen.
BOUW VAN FLATWONINGEN
In verband met de voorgenomen bouw
ter plaatse van flatwoningen heeft de
firma J. H. Holweg en zoon te Utrecht
verzocht van de gemeente te mogen
kopen het perceel bouwterrein, groot plm.
3300 m2, gelegen aan de zuid-oostzijde
van de Burggravenlaan.
De te koop gevraagde grond is vol
gens het partiëel uitbreidingsplan „Lei
denRoomburgerpolder" bestemd voor
de bouw van flatwoningen.
Met adressante is overeenstemming
bereikt omtrent de verkoopprijs van
f. 31.per m2.
Medewerking willen B. en W. verlenen
voor het bouwen van een gymnastiek
lokaal bij de r.-k. school voor g.l.o. aan
de Timorstraat, alhier.
Verder komen in de zitting van as.
maandagmiddag de volgende voorstellen
aan de orde: aan te kopen, in het be
lang van de volkshuisvesting, het he
renhuis met tuin, staande en gelegen
aan de Hooigracht no. 79. alhier, voor
de prijs van f. 63.000,vermeerderd met
de op de aankoop vallende kosten van
f. 3.838.34, derhalve voor een bedrag van
f. 66.838,34 in totaal; het aanbrengen van
een wijziging in de begroting der ge
meente voor het dienstjaar 1956 een de
begroting voor dat dienstjaar van de
Gasfabriek, van de Elektriciteitsfabriek,
van de psychiatrische inrichtingen „En
degeest" ca., van de Reinigingsdienst,
van het Grondbedrijf en van de Dienst
voor Sociale Zaken; het goedkeuren van
Steeds meer gaan de Parijse wa
renhuizen ertoe over televisie toe te
passen bij de strijd tegen winkel
diefstallen. Een winkel-detective
achter zijn apparatuur, waarmee hij
door overschakeling naar vele
opname-camera's. welke in de ver
koopruimten staan opgesteld, een
blik door het gehele warenhuis kan
slaan en eventuele verdachte lieden
volgen kan zonder zelf op te vallen.
Leidse Amateurfotografen
kwamen bijeen
Voor het eerst in 1957 kwamen de
Leidse amateurfotografen bijeen in de
bovenzaal van restaurant „De Doeien".
Na een hartelijk welkomstwoord van
de voorzitter, de heer J. G. Gompelman,
die zijn leden naast een goede gezond
heid vooral ook „goed licht en mooie
opnamen" toewenste, werd overgegaan
tot het bespreken van het eigen werk
van de leden. De opgave was ditmaal
een goede technische foto te vervaar
digen, waarbij het in het bijzonder ging
om de juiste stofuitdrukking. Op pret
tige wijze werd de collectie van 23 foto's
besproken door de heer Gompelman. In
het algemeen stond het werk van de
inzenders op een verheugend goed pijl
en daar waar men bleek in zijn tech
niek te kort geschoten te zijn, werd een
duidelijke uiteenzetting gegeven, hoe dit
te verbeteren.
Na de pauze werd een aantal dia's
vertoond, ingezonden voor de laatste
Bondswedstrijden. Door het uitlokken
van commentaar ontstonden interes
sante discussies, waardoor verschillende
vooraanstaande kleurenwerkers uit de
vereniging aan het woord kwamen met
vele belangwekkende opmerkingen.
Overtuigd een gezellige en leerzame
avond genoten te hebben, ging een ieder
na afloop huiswaarts.
Onduidelijke
verkeersaanduiding
Voor de plaatsvervangend Kanton
rechter. mr. W. de Koning stond giste
ren een automobilist terecht wie ten
laste werd gelegd, dat hij met zijn auto
komende van de Breestraat en rijdende
op de Korevaarstraat, toen hij linksaf
het. Levendaal wilde afslaan, de door
gang had belemmerd aan een uit de
richting van de Lammeschansweg ko
mende wielrijder, waardoor deze werd
aangereden. Uit de verhoren, kwam vast
te staan, dat het gedeelte van de
Korevaarstraat. dat de automobilist be
reed. wèl voorrangsweg is. doch het
deel waar de wielrijder zich bevond,
niet. Zowel het O.M. als de Kanton
rechter achtten geen schuld aanwezig
en laatstgenoemde ontsloeg verdachte
dan ook van rechtsvervolging.
Mr De Koning wees er overigens op,
dat de wijze, waarop dit voorrangsrecht
is aangegeven aan duidelijkheid veel te
wensen overlaat.
de begroting en rekening c.a. van de
Stichting „Burgerij fonds van Leider.
aan te kopen, in het belang van de
volkshuisvesting, de in de Oostvlietpo.-
der onder de gemeente Zoeterwoude ge
legen percelen weiland, met de daarop
staande boerderij c.a. nabij de Vliet, voor
de prijs van f. 62.000.— in totaal, ver
meerderd met een bedrag van f.1 500.
wegens vergoeding aan de verkopers ter
zake van de op de boerderij c.a. aan
wezige landbouwprodukten; ten aanzien
van de bij raadsbesluit van 27 juni 1955
onbewoonbaar verklaarde woningen Wal
deck Pyrmontstraat nrs. 2. 4. 6. 8. 10,
12 en 14 de termijn van ontruiming te
verlengen tot 29 januari 1958: aan Ph.
van den Berg. alhier, wegens kosten van
vervoer van zijn zoon Hendrik naar en
van de bijzondere school voor uitge
breid lager onderwijs te Lisse. uitgaande
van de Vereniging tot het verstrekken
van L.O. op Gereformeerde Grondslag,
aldaar, te rekenen van 1 september 1956
af tot wederopzeggens een bijdrage te
verlenen van f. 1.75 per week: aan het
bestuur van dp Inrichting van Liefda
digheid voor R -K. te Leiden, wegens
exo^itatievergoeding over het tijdvak
1 november tot en met 3J decr»mbor 1955
voor ziin R.-K. school voo>- kinderen met
leer- en ODvoedingsmoeilükheden 47 x
2/12 v f.100.— f 783.33 uit te keren
en het bedrag der voor vergoeding in
aanmerking komende kosten over even
genoemd tijdvak te bepalen op f. 807.84;
het verzoek van J C. de Graaf. Rijns-
burgerweg 115, te Leiden, om medewer
king ten behoeve van hef plaatsen van
pen keef op een terrein aan de k^or-
rtraat of eldprc ip je "pmepntp tg
wijzen. Tenslotte wenst dp burgemeester
aan Ged. Staten van Zuid-Holland mede
te delen, dat de raad van mening is. dat
aan de wethouders een vakantie-uitke
ring behoort to worden toegekend.