„Après-ski" ONS MENU „Je kunt zoveel meer dan je denkt" .OPGERUIMD STAAT NETJES N1 ZATERDAG 12 JANUARI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 OOK VOOR DE THUISBLIJVERS VAN DE WEEK Mevrouw J. Geursen-Borst vertelt over Holland en Australië V> Ook geschikt voor Hollandse klimaat Er is een winterperiode, die in beperkte kring veel aftrek vindt en die zó aardig, zó flatteus en zó comfortabel is dat ze veel grotere aanhang verdiende. En dat is: de après-ski mode, de mode voor na het skiën. Het ski-tenue zelf is weinig of niet aan mode onderhevig: het is een sportkostuum dat aan bepaalde, scherpe eisen moet vol doen en dat vóór alles comfortabel en praktisch, doelmatig moet zijn. Wat echter na het skiën wordt gedragen, in de blokhut, in het hotel, is aan alle mogelijke fantasie onderhevig, ook al is en blijft het in principe sportief en (quasi) nonchalant. Het après-ski tenue bestaat voornamelijk uit separates - rokken, pantalons, truitjes, jakken etc. En uit die zo flatteuze modellen, die speciaal voor het luieren in de sneeuwwereld worden gecrëeerd, kunnen ook de thuisblijvers, de niet-skiërs putten, want in de Hollandse winter, voor de Hollandse haard en in het Hollandse sneeuwlandschap zijn vele van die creaties evengoed op hun plaats als hoog in de bergen. Daarom hebben we dan ook uit die zo speciale mode een keus gedaan en leggen we U hierbij enkele modieuze, vlotte modellen voor, die ook in Uw thuis blijvers-garderobe zeker geen luxe zijn. I. V. 1). Rok van zwart en witte visgraat- tweed; truitje van zwarte wol; drie hoeksjaal van visgraat tweed en effen rode wol. De ruime, slechts even gerende rok is om de taille ineengerimpeldde tailleband en het entree van de verti caal geplaatste steekzakken zijn ge breid van zwarte wol. De driehoeksjaal die met vuurrode, wollen flanel ge voerd is en op beide kanten kan wor den gedragen, is gegarneerd met zwarte wolfranje. Rood schoeisel (pumps of sportieve slippers) vormen bij ddt géheel een aardige accessoire. 2). Rok van astrakanstof; witte wol len trui; vuurrode slippers; en zwarte balerina's (of omgekeerd). De rok van zwarte astrakanstof is niet bijzonder wijd en staat glad uit, hij heeft een hoog opgesneden taille band, waaromheen een smal, rood ribs- lint is gelegd. De witte trui heeft een aangebreide capuchon, die, omlaag ge schoven, defunctie van een kraag ver vult. 3). Jak van vuurrode ratiné; witte popeline of flanellen blouse, zwarte gabardine pantalons; zwarte of rode pa n tof f el schoenen Het jak van dit ensemble heeft een brede, schuine overslag met knoopslui- ting; de voorkant is aan de zoom in een punt gewerkt. Twee steekzakjes garneren de voorkant, de mouwen zijn driekwart. Het jak wordt over een klassieke overhemdblouse met lange mouwen gedragen. De pantalon heeft naar moderne trant nauwe pijpen, die net boven de enkel ophouden. 4). Trui van zwarte en witte wol; pantalon van fijne zwart en witte tweed of lamé tweed. De trui is lang en getailleerd, ter hoogte van de schouders is een witte rand met een rooemotiefje in roze en groen ingebreid. De pantalon heeft nauwe pijpen die tot de enkels reiken. 5). Rok van donkere Schotse stof, klassiek vestje in blauw of zwart, vuur rode fantasieschoentjes. De wijde rok, die om de taille heel even ineengerimpeld is. heeft aan de voorkant een ingezet stuk, waarin de stof schuin genomen wordt. Langs de kant is dit stuk met zwarte of don kerblauwe wolfranje afgewerkt. Het wollen vestje (of een truitje) is in de kleur van de wolfranje. Andere kleu rencombinaties zijn natuurlijk moge lijk, en hangen af van de tinten van de Schotse stof. 6). Blouse van zwarte jersey; rok van lichtblauwe tweed. Het eenvoudige truitje heeft een klein decolleté en driekwart mouwen. De rok, die heel even geert, is om de taille ineengerimpeld. De zoom is af gewerkt met een boordsel van zwarte grosgain en van dit laatste materiaal is ook de brede ceintuur met doorge regen veter. Bij dit ensemble kunnen even goed nette zwarte pumps en nylons als zwarte balerina's met ge breide wollen kousen worden gedragen. Zondags geven we om de feestelijkheid te verhogen graag eens een warm voorgerecht. Zo'n warm hapje mag niet te verzadigend zijn. De eetlust voor de hoofdschotel en het dessert moet er eerder door opgewekt dan weggenomen worden. Kaas is pittig, maar bezwaart niet en is daarom zo bij uitstek geschikt als bestanddeel van zo'n warm voorgerecht. Het sneetje Salamander, dat U in dit weekmenu vindt, is bijzonder gemak kelijk en vlug te bereiden. Sneetjes oud brood zonder korst worden geroosterd of in de kockepan met wat boter gebakken en belegd met een dikke plak niet te oude kaas, die men in de oven (met bovenwarmte) wat uit Iaat smelten en een bruin kleurtje geeft. Voor het opdoen wordt het sneetje met wat paprika poeder bestrooid. Sneetje salamander, ribstuk, doperwten, aardappelen, gevulde sinaasappelen. Goulash (van resten vlees), rode kool. aardappelpuree, wentelteefjes. Hete bliksem met spek, yoghurtvla. Witte kool met kaasragout en aardappelen, appelmoes. Gebakken niertjes, rijst, witlofsla, chocoladevla. Visragout, rijstkoekjes, bieten, kamemelksepap met rozijnen. Uiensoep, appelkoekjes. ZONDAG MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRUDAG ZATERDAG Recept: Hete bliksem. V/z kg zure appelen of 3 4 kg zure appelen en 3 4 kg zoete ap pelen. l/2 a 2 kg aardappelen. 300 gr. spek. zout. boter. Het spek met warm water afwassen en opzetten met een bodempje kokend water en zout. De aardappelen schil len, wassen en in vieren, snijden en aan het spek toevoegen. De appelen schillen, in vieren snijden, van de klokhuizen ontdoen, wassen en bij de stamppot doen. Er voor zorgen dat het stukje spek tussen de aardappelen en de appelen komt te liggen. De stamp pot in ongeveer 30 minuten gaarkoken. Het. spek uit de pan nemen en afzon derlijk opdienen. De massa vlug door een stampen en op smaak afmaken met wat boter. De broodmaaltijd in Nederland „Zet je schouders eronder!" „Allemensenzeg ik onthutst als ik de heren van het L. D. in onze hut vind zitten - waaraan danken we die eer „Ach ja, zeggen ze, al vergeet U ons, daarom vergeten wij U zo maar niet". „Vergeten, zeg ik, vergeten, dat is het helemaal niet. Ik dacht eerlijk, dat Leiden ons in die vijf, zes jaar al lang en breed vergeten had en daarom kwam ik nooit meer tot een brief in het L. D. Maar ik vind het erg leuk weer eens wat voor U te schrijven.". En aan dat gesprekje dankt U deze brief. Ja. daar kwamen we dan in Rotter dam aan. na 52 dagen op de wilde wateren gedobberd te hebben. Of wild. dat waren ze helemaal niet. Het was zo kalm, dat je een thee kopje op de reeling kon zétten. Het was een meer dan heerlijke reis, die we ons leven niet zullen vergeten. Van Sydney tot Soerabaja waren we met nog 2 heren de enige passagiers. We hadden een verrukkelijke hut in de „villawijk" - en Juliaantje sliep in een kneuterig klein bedje naast me. Ze was het enige kind aan boord - deed 's morgens aan de hand van de kapi tein de ronde over het schip - zocht, als ze haar moeder niet kon vinden troost tegen de dikke buik van Ome Karei, de barkeeper, hield lange ge sprekken met de roerganger, die ze on veranderlijk boerganger noemde en danste met de stuurman. We bleven 4 dagen in Soerabaja - en toen ik daar te gast was in de pasto rie. die mijn man vroeger bewoond had - een kerkdienst meemaakte, waarin hij preekte en vele vroegere gemeente leden aanwezig waren, was het me als of ik die twee jaren, die hij alleen in Indië doorgebracht had. eindelijk „in haalde". ZINTUIGEN TE KORT De rest van de dagen waren we bij vrienden op een rubber- en koffieon- dememing - ik begin er niet eens aan U te beschrijven hoe geweldig dat al lemaal was - ik had veel meer zintui gen willen hebben om dat alles op te nemen en te bewaren. Het waren wel spannende dagen. Hoe zou het gaan in de wereld? Als er een wereldbrand komt, dan moeten we terug naar Australië. Terug naar de kinderen. Dan nemen we in Kaapstad een schip terug. Elke nacht om drie uur zit manlief bij de marconist naar het laatste nieuws te luisteren. God zij dank - de brand breekt nog niet uit. We zien Kaapstad bij avond en nacht en varen dan langs Afrika naar de Canarische eilanden. Las Palmas... niemand verstaat ons. We proberen Frans, Duits. Engels, mis. Dan lachen we maar tegen elkaar en spreken met handen en voeten. We begrijpen me kaar best en ze bedanken me met fonkelende ogen en een stroom van welluidende klanken als ik een paar zakdoekjes koop met hun onvergelijke lijk mooi kantwerk. En dan houden we op Rotterdam aan - en die lange reis van 52 dagen is voorbij en alleen nog maar herin nering. Maar wèt een herinnering. M n kindskinderen zal Ik er nog van ver tellen". Ja. en daar zijn we dan weer in Ne derland. Iedereen zegt: „Jullie zijn niks veranderd. En wat spreken jullie nog goed Nederlands". Ik geloof dat vooral onze jongere familieleden en vrienden daar een beetje teleurgesteld over zijn. Ze hadden het veel leuker gevonden als we met een grote cow boyhoed op en een kangeroevel om dc schouders een beetje onverstaanbaar Nederlands geknauwd hadden. Jullie zijn helemaal niet „buiten lands". zegt een nichtje teleurgesteld HOLLANDSE SFEER Nee. we zijn nog puur Hollands. Nog zó Hollands, dat ik een paar dagen na aankomst op een stralende wintermor gen met een raar gevoel over het stille Voorhout in Den Haag loop. Ach - wat is dat mooi. Die statige herenhui zen - die sfeer - dat heb ik toch wel erg gemist in Australië. En dan ontdek ik hoe langer hoe meer dingen die ik gemist heb - wat heerlijk is het in een grote, volle kerk te zitten - met een echt orgel. Wat verrukkelijk om met Kerstmis een lan ge wandeling over de Veluwe te ma ken in de pittige vrieskou. En elke avond weer geniet ik kinderlijk van de „open vensters", van al die woonhui zen die licht en warmte uitstralen. Bij ons is alles potdicht. Stel je voor dat een voorbijganger je zag zitten! En ik loop weer eens door het goede oude Leiden. Ik moet even zoeken naar de Marekerk. nu de Mare ge dempt is. En ik kijk langs het Rapen burg - en het Stadhuis begint ook al weer groen te worden - en ik kom op de Zoeterwoudse Singel - alsof ik zo maar even boodschappen gedaan heb en nu thuiskom. Een paar jongetjes spelen voor ..mijn" deur. Als ik nou hard „Jan" roep. roept het jongetje misschien terug: „Ha, die Moeder". BRIEVEN VAN „THUIS" Maar van m ij n Jan kreeg ik net een brief. Hij zit 300 km van Melbour ne vandaan op een boerderij. Daar gaat hij in de kerstvakantie die 7 we ken duurt, werken - voor de kost en één pond per week. Hij schrijft trots dat hij nu alleen op de tractor rijdt - en met „Uncle Peter" 94 koeien melkt. Elke morgen om vier uur springt hij met een ouwe hoed van zijn Vader op zijn blonde kop, op z'n paard en drijft alle koeien naar de melker ij. Hij steekt een eind boven me uit - is breed in zijn schouders en heeft eelt op zijn knuisten. Van de foto kijkt hij me vastberaden aan. of hij wil zeggen „We redden het best. die 5'/2 maand. Moeder". En Gabriël - hij werkt ook op de farm. Maar alléén voor de kost. want hij is een jaar jonger en een kop klei ner dan zijn broer. Onze Lieve Heer heeft hem met vijf of zes kruinen begiftigd, zodat zijn haar vrolijk naar alle kanten piekt - én met een kostelijk gevoel voor hu mor. Dat straalt door zijn brieven heen - ik zie hem altijd in gedachten met zijn piekhoofd aan die brieven zitten zwoegen. Alléén wat met dieren te maken heeft interesseert hem. Hij spaart me geen enkel griezelig detail over het kalf dat „verkeerd" lag en dat hij met de boer vakkundig ..gekeerd' heeft. Ik veronderstel dat dit de Ne derlandse vaktermen zijn. want hij schrijft in het Engels. Hollands schrij ven. dat vinden ze te bar. Al erg ge noeg dat Mam in het Hollands schrijft, dat leest Gabriël lang niet zo vlug als het Engels. En Rietje haar brieven gaan alleen maar over de poesen en hondjes, die er blijkbaar elke brief weer opnieuw geboren worden. Het moet zo langzamerhand wel een heel heirleger zijn. En natuurlijk schrijft ze over haar paard - elke morsen als ze wakker wordt roept ze ..George" en dan draaft hij naar haar slaapkamerraam en steekt zijn hoofd naar binnen. Ze springt over hinder nissen als een volleerde amazone en ze vindt het leven zo rijk en goed dat ze haar Vader en Moeder niet eens erg mist Gelukkig maar. We moeten lachen als we die brie ven van de kinderen samen lezen. „Moeder, schrijft Jan. ik dacht eerst dat ik het nooit zou kunnen, alleen op die tractor Het is niet zo eenvoudig als het lijkt. Maar daarna vond ik het fijn". Hij wou maai- zeggen, die zoon van mij, „het is zo fijn als je ontdekt dat dat Je veel meer kan dan je denkt". En ik vind dat Jan precies de spij ker op zijn kop slaat. Want dat is een van de grote char mes van het leven in Australië. Als ze me zes jaar geleden verteld hadden wat er vastzat aan het haantje van moeder-, huis- en domineesvrouw in Melbourne, zou ik vast en zeker ge zegd hebben: „Maar dat kan ik niet" Nee. ik kon het ook niet. Maar Australië leerde het me wel. ik denk aan al die Hollandse huis moeders met wie ik straks weer naar Australië vaar. Ik moet zc elke dag een beetje Engels bij zien te brengen en vertellen hoe ze de slager straks dui delijk moeten maken dat ze „lekkere vette runderlapjes" willen hebben. Misschien gaan ze wel net als ik zes jaar geleden, met een loodzwaar hart. Ik kan ze niet zeggen „Mensen, het is allemaal rozegeur en maneschijn hoor. je komt in het beloofde land". Ik kan ze wel zeggen: ..Zet je schou ders eronder. Het zal je een enorme vreugde en voldoening geven als je ontdekt dat je zoveel méér kunt dan jc denkt. En als het je soms teveel wordt die eerste tijd: kijk naar je kin deren. Want zij zijn gelukkig in dit nieuwe land". J. GEURSEN—BORST Het Voorlichtingsbureau voor de Voeding meldt: Enige maanden geleden kwam van de pers het rapport van de Ned. Stich ting voor Statistiek betreffende het broodverbruik. Dit rapport verschaft niet alleen de opdrachtgever, de Ne derlandse Vereniging van Meelfabri kanten. vele waardevolle gegevens, maar ook degenen, die betrokken zijn bij de voorlichting omtrent de voeding. Zo leren wij bijvoorbeeld dat het broodverbruik per persoon door de week gemiddeld 290 gram per dag is en gemiddeld 15 cent kost. Dc invloed van landstreek, gemeente grootte en welstand is zeer gering en bedraagt in het uiterste geval 60 gram ofwel ongeveer 1!4 a 2 boterhammen. In verreweg de meeste gevallen wor den twee broodmaaltijden gebruikt, een enkele maal (bij 9 wordt gevon den dat „tussendoor" of 's avonds voor het naar bed gaan brood wordt ge geten. Of men bruin of witbrood of beide soorten eet. maakt wat gebruikte hoeveelheden betreft vrijwel geen ver schil. Wat de broodsoorten betreft vinden we regionaal wel verschillen (zo wordt de combinatie wit en rogge beduidend meer gevohden in het noorden van ons land dan in de overige streken en de combinatie wit en bruin verreweg het meest in het westen). De ouderen on der de geënquêteerden zijn iets betere afnemers van bruin- en roggebrood dan de jongeren. Zo neemt van de huisvrouwen beneden 30 jaar 52 Te op de werkdagen uitsluitend witbrood, terwijl dit percentage onder de huis vrouwen van 4049 en van 50 en ou der resp. 33 en 34 bedraagt. Opmerke lijk is dat van de huisvrouwen in de hoogste welstandsklasse 22 even eens op de werkdagen uitsluitend bruinbrood of bruin- en roggebrood eet, 34 uitsluitend wit en 44 T wit- en bruin- en of roggebrood eet. terwijl deze getallen voor de laagste wel standsklasse resp. 11. 47 en 42 bedra gen. Opmerkelijk is verder, dat door velen voor de weekeinden meer voor keur aan witbrood cn luxebrood wordt gegeven Uit de antwoorden op de vraag welke broodsoorten men voedza mer vindt, wit of bruin, blijkt, dat 11 wit. 58 bruin voedzamer vindt, terwijl 15 G beide gelijk acht en het hoge percentage van 16 T> geen oordeel uitspreekt. Gevraagd naar de grond van deze uitspraak geeft men de vol gende op: Waarom vindt U bruinbrood voedza mer dan wit? zit meer in. betere samen stelling. minder uitgemalen zitten meer vitaminen in ondervinding (eet er minder van) beter voor maag of spijs vertering van horen zeggen, gelezen dc dokter zegt het is vaster, steviger overige antwoorden weet niet totaal vinden bruin niet zamer dan wit Waarom vindt U witbrood voedzamer dan bruin? betere samenstelling, beter meel er zit meer in ondervinding (eet er minder van) er zit melk in overige antwoorden weet niet totaal vinden wit niet voedzamer dan tarwe Wat degenen eten die menen, dat het gebruik van brood nadelen heeft, wordt niet opgegeven. Het zijn overi gens maar 4 Te van de ondervraag den. Zij vinden deels (plm. 1 Tc), dat men van brood dik wordt en (plm. 1 T) dat er te weinig vitaminen in voorkomen. Over de samenstelling van de brood maaltijd. cn in de eerste plaats over het ontbijt, leert de publikatie ons jammer genoeg niets over de brood- beleggingen. Alleen ei wordt genoemd, dat 'slechts in een enkel geval bij de boterham gegeten wordt, In verreweg de meeste gevallen wordt uitsluitend 1 belegd brood met een of andere drank gebruikt (door 80 van de onder vraagden; slechts 4 Te eet brood en pap. slechts één procent brood en fruit). In de gezinnen met kinderen komt vaker pap op tafel. Toch wordt gebruik van pap in niet meer dan 1 6 van deze gevallen genoemd. (Opge merkt zij hierbij dat het niet alleen gezinnen met kleine kinderen betreft, doch dat ook die met alleen oudere en zelfs volwassen inwonende kinderen zijn meegeteld). 70 Te der volwassenen drinkt alleen thee bij de eerste maal tijd. 5 alleen melk en 6 melk en' of een andere drank Van de kinderen drinkt 1 4 alleen melk. iets minder dan de helft alleen thee. en plm. 1/7 melk en/of een andere drank. Bij de tweede broodmaaitijd ligt de zaak iets anders en wordt opgegeven door 20 Te van de gezinnen: uitsluitend melk. 51 t, geen melk of alleen melk in de koffie. 19 melk en/of thee of koffie. Tot zover enkele belangrijke gege vens uit het rapport. Het komt ons voor dat er aanleiding bestaat bij de voorlichting aan de 11 huisvrouwen speciale aandacht te vra gen voor het gebruik van een melk- 89 drank of melkgerecht bij de brood - maaltijden teneinde de tarwe-eiwitten 100 Te aan te vullen met melkeiwitten. 21 2 10 5 7 Te 3 Te 2 1 58 Tc 42 100 AFWASSEN is 't verschrik kelijkste, dat er bestaat. Iedere dag „de vaat doen", zoals het heet, is een der pijn lijkste opgaven .voor de huis vrouw. Vandaar dat zij graag een remplagant zoekt. Wie kan dat beter doen dan de eigen man? Niet dat hij er op gebrand is, maar de nood van de tijd dwingt hem er toe". In duizenden keukentjes staan ze, de schorten om, de mouwen opgestroopt, het nuttigheidsef fect tot de bodem toe uitputtend. Niemand had vroeger ooit ge dacht. dat de man zó ,,laag" zou zinken en tegelijkertijd zó hoog zou stijgen in de achting van de vrouw. raadschappelijker elkaar de moeiten en zorgen uit handen te nemen en gezamenlijk en liefst in sneltreinvaart door de bor den, lepels, vorken en kroezen heen te jagen? TC dagelijkse omwassen. zowel voor de man als de vrouw een onding is. Wanneer één ontdekker de wereld gelukkig kan maken, zou het de man (of de vrouw) zijn, die een tovermiddel uitdacht, waardoor de hele santekraam in een bliksemflits in de kast lag. Het zou de innerlijke vrede van tallozen bevorderen, het zou een wereld scheppen, waarin het optimisme het van het pessi misme winnen zou, het zou een dagelijks weerkerende „loden- last" uit de wereld helpen. Ik weet héél zeker, dat er ook man nen zijn, voor wie afwassen op ideële motieven een ware „heer lijkheid" is en de zoen ter belo ning „het hoogste geluksmo ment" van de dag betekent zü tekenen dan ook tegen het bo venstaande het scherpste pro test aan! maar niemand zal ontkennen, dat de „afwas" een uitwas" der samenleving is, die er eigenlijk niet in thuis hoort. „Opgeruimd staat netjes", zegt een gevleugeld woord. B\j dat opruimen moest de afwas zelf ook horen! Dan zou de boel pas goed aan kant zijn! FANTASIO U moet U beslist niet den ken, dat dit werkje van harte gaat! Er zijn na tuurlijk uitzonderingen, voor wie het géén offer is en die zich dooi de bewondering en de dank baarheid van hun vrouw dage lijks „als op vleugelen" gedragen weten, maar voor de meesten is het een misselijk makend gedoe, dat tot de vele levensbeproevin gen behoort. Zodra de boel schoon is en ze de kans schoon zien, schuiven ze in hun pantof fels en kruipen achter hun krantje, om 't leven bij de warme kachel weer wat zonniger in te zien. Voeg daarbij de radio, de televisie of een mooi boek en de avond is. na de schoonmaak gemaakt". VERDIENEN al deze zich verdienstelijk makende bordenwassers die er voor zorgen dat hun zicli uitslovende huisvrouwtjes nog bijtijds van een rustige avond kunnen pro fiteren niet een compliment? Het mag wel eens gezegd, dat zo zij er niet waren, de ega, vooral zij met véél kinderen, tot héél laat in touw zou moeten zijn en er voor haar geen rustig uur meer op overschieten zou. In dat opzicht is de wereld er sterk op vooruit gegaan! Denkt U de tijden, toen de vrouw niet meer was dan de nederige die naresse of voetveeg? van het huis, die van 's morgens vToeg tot 's avonds in touw was, om haar „heer gemaal" naar de ogen te zien. Is het niet on eindig veel sportiever en kame- Foto: Will Eiselin, Rijswijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 13