„Après-ski"
ONS MENU
„Je kunt zoveel meer dan je denkt"
.OPGERUIMD STAAT NETJES
N1
ZATERDAG 12 JANUARI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
OOK VOOR DE THUISBLIJVERS
VAN DE WEEK
Mevrouw J. Geursen-Borst vertelt
over Holland en Australië
V>
Ook geschikt voor Hollandse klimaat
Er is een winterperiode, die in beperkte kring veel aftrek vindt
en die zó aardig, zó flatteus en zó comfortabel is dat ze veel grotere
aanhang verdiende. En dat is: de après-ski mode, de mode voor na
het skiën. Het ski-tenue zelf is weinig of niet aan mode onderhevig:
het is een sportkostuum dat aan bepaalde, scherpe eisen moet vol
doen en dat vóór alles comfortabel en praktisch, doelmatig moet zijn.
Wat echter na het skiën wordt gedragen, in de blokhut, in het hotel, is
aan alle mogelijke fantasie onderhevig, ook al is en blijft het in
principe sportief en (quasi) nonchalant. Het après-ski tenue bestaat
voornamelijk uit separates - rokken, pantalons, truitjes, jakken etc. En
uit die zo flatteuze modellen, die speciaal voor het luieren in de
sneeuwwereld worden gecrëeerd, kunnen ook de thuisblijvers, de
niet-skiërs putten, want in de Hollandse winter, voor de Hollandse
haard en in het Hollandse sneeuwlandschap zijn vele van die creaties
evengoed op hun plaats als hoog in de bergen. Daarom hebben we
dan ook uit die zo speciale mode een keus gedaan en leggen we U
hierbij enkele modieuze, vlotte modellen voor, die ook in Uw thuis
blijvers-garderobe zeker geen luxe zijn.
I. V.
1). Rok van zwart en witte visgraat-
tweed; truitje van zwarte wol; drie
hoeksjaal van visgraat tweed en effen
rode wol.
De ruime, slechts even gerende rok
is om de taille ineengerimpeldde
tailleband en het entree van de verti
caal geplaatste steekzakken zijn ge
breid van zwarte wol. De driehoeksjaal
die met vuurrode, wollen flanel ge
voerd is en op beide kanten kan wor
den gedragen, is gegarneerd met
zwarte wolfranje. Rood schoeisel
(pumps of sportieve slippers) vormen
bij ddt géheel een aardige accessoire.
2). Rok van astrakanstof; witte wol
len trui; vuurrode slippers; en zwarte
balerina's (of omgekeerd).
De rok van zwarte astrakanstof is
niet bijzonder wijd en staat glad uit,
hij heeft een hoog opgesneden taille
band, waaromheen een smal, rood ribs-
lint is gelegd. De witte trui heeft een
aangebreide capuchon, die, omlaag ge
schoven, defunctie van een kraag ver
vult.
3). Jak van vuurrode ratiné; witte
popeline of flanellen blouse, zwarte
gabardine pantalons; zwarte of rode
pa n tof f el schoenen
Het jak van dit ensemble heeft een
brede, schuine overslag met knoopslui-
ting; de voorkant is aan de zoom in
een punt gewerkt. Twee steekzakjes
garneren de voorkant, de mouwen zijn
driekwart. Het jak wordt over een
klassieke overhemdblouse met lange
mouwen gedragen. De pantalon heeft
naar moderne trant nauwe pijpen, die
net boven de enkel ophouden.
4). Trui van zwarte en witte wol;
pantalon van fijne zwart en witte
tweed of lamé tweed.
De trui is lang en getailleerd, ter
hoogte van de schouders is een witte
rand met een rooemotiefje in roze en
groen ingebreid. De pantalon heeft
nauwe pijpen die tot de enkels reiken.
5). Rok van donkere Schotse stof,
klassiek vestje in blauw of zwart, vuur
rode fantasieschoentjes.
De wijde rok, die om de taille heel
even ineengerimpeld is. heeft aan de
voorkant een ingezet stuk, waarin de
stof schuin genomen wordt. Langs de
kant is dit stuk met zwarte of don
kerblauwe wolfranje afgewerkt. Het
wollen vestje (of een truitje) is in de
kleur van de wolfranje. Andere kleu
rencombinaties zijn natuurlijk moge
lijk, en hangen af van de tinten van
de Schotse stof.
6). Blouse van zwarte jersey; rok
van lichtblauwe tweed.
Het eenvoudige truitje heeft een
klein decolleté en driekwart mouwen.
De rok, die heel even geert, is om de
taille ineengerimpeld. De zoom is af
gewerkt met een boordsel van zwarte
grosgain en van dit laatste materiaal
is ook de brede ceintuur met doorge
regen veter. Bij dit ensemble kunnen
even goed nette zwarte pumps en
nylons als zwarte balerina's met ge
breide wollen kousen worden gedragen.
Zondags geven we om de feestelijkheid te verhogen graag eens een warm
voorgerecht. Zo'n warm hapje mag niet te verzadigend zijn. De eetlust voor de
hoofdschotel en het dessert moet er eerder door opgewekt dan weggenomen
worden. Kaas is pittig, maar bezwaart niet en is daarom zo bij uitstek geschikt
als bestanddeel van zo'n warm voorgerecht.
Het sneetje Salamander, dat U in dit weekmenu vindt, is bijzonder gemak
kelijk en vlug te bereiden. Sneetjes oud brood zonder korst worden geroosterd
of in de kockepan met wat boter gebakken en belegd met een dikke plak niet
te oude kaas, die men in de oven (met bovenwarmte) wat uit Iaat smelten en
een bruin kleurtje geeft. Voor het opdoen wordt het sneetje met wat paprika
poeder bestrooid.
Sneetje salamander, ribstuk, doperwten, aardappelen,
gevulde sinaasappelen.
Goulash (van resten vlees), rode kool. aardappelpuree,
wentelteefjes.
Hete bliksem met spek, yoghurtvla.
Witte kool met kaasragout en aardappelen, appelmoes.
Gebakken niertjes, rijst, witlofsla, chocoladevla.
Visragout, rijstkoekjes, bieten, kamemelksepap met
rozijnen.
Uiensoep, appelkoekjes.
ZONDAG
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRUDAG
ZATERDAG
Recept: Hete bliksem.
V/z kg zure appelen of 3 4 kg
zure appelen en 3 4 kg zoete ap
pelen. l/2 a 2 kg aardappelen.
300 gr. spek. zout. boter.
Het spek met warm water afwassen
en opzetten met een bodempje kokend
water en zout. De aardappelen schil
len, wassen en in vieren, snijden en
aan het spek toevoegen. De appelen
schillen, in vieren snijden, van de
klokhuizen ontdoen, wassen en bij de
stamppot doen. Er voor zorgen dat het
stukje spek tussen de aardappelen en
de appelen komt te liggen. De stamp
pot in ongeveer 30 minuten gaarkoken.
Het. spek uit de pan nemen en afzon
derlijk opdienen. De massa vlug door
een stampen en op smaak afmaken
met wat boter.
De broodmaaltijd in Nederland
„Zet je schouders eronder!"
„Allemensenzeg ik onthutst als ik de heren van het L. D. in
onze hut vind zitten - waaraan danken we die eer
„Ach ja, zeggen ze, al vergeet U ons, daarom vergeten wij U zo
maar niet".
„Vergeten, zeg ik, vergeten, dat is het helemaal niet. Ik dacht
eerlijk, dat Leiden ons in die vijf, zes jaar al lang en breed vergeten
had en daarom kwam ik nooit meer tot een brief in het L. D. Maar ik
vind het erg leuk weer eens wat voor U te schrijven.".
En aan dat gesprekje dankt U deze brief.
Ja. daar kwamen we dan in Rotter
dam aan. na 52 dagen op de wilde
wateren gedobberd te hebben. Of wild.
dat waren ze helemaal niet.
Het was zo kalm, dat je een thee
kopje op de reeling kon zétten.
Het was een meer dan heerlijke reis,
die we ons leven niet zullen vergeten.
Van Sydney tot Soerabaja waren we
met nog 2 heren de enige passagiers.
We hadden een verrukkelijke hut in de
„villawijk" - en Juliaantje sliep in een
kneuterig klein bedje naast me. Ze
was het enige kind aan boord - deed
's morgens aan de hand van de kapi
tein de ronde over het schip - zocht,
als ze haar moeder niet kon vinden
troost tegen de dikke buik van Ome
Karei, de barkeeper, hield lange ge
sprekken met de roerganger, die ze on
veranderlijk boerganger noemde en
danste met de stuurman.
We bleven 4 dagen in Soerabaja - en
toen ik daar te gast was in de pasto
rie. die mijn man vroeger bewoond had
- een kerkdienst meemaakte, waarin
hij preekte en vele vroegere gemeente
leden aanwezig waren, was het me als
of ik die twee jaren, die hij alleen in
Indië doorgebracht had. eindelijk „in
haalde".
ZINTUIGEN TE KORT
De rest van de dagen waren we bij
vrienden op een rubber- en koffieon-
dememing - ik begin er niet eens aan
U te beschrijven hoe geweldig dat al
lemaal was - ik had veel meer zintui
gen willen hebben om dat alles op te
nemen en te bewaren.
Het waren wel spannende dagen.
Hoe zou het gaan in de wereld? Als er
een wereldbrand komt, dan moeten we
terug naar Australië. Terug naar de
kinderen. Dan nemen we in Kaapstad
een schip terug. Elke nacht om drie
uur zit manlief bij de marconist naar
het laatste nieuws te luisteren.
God zij dank - de brand breekt nog
niet uit.
We zien Kaapstad bij avond en
nacht en varen dan langs Afrika naar
de Canarische eilanden. Las Palmas...
niemand verstaat ons. We proberen
Frans, Duits. Engels, mis. Dan lachen
we maar tegen elkaar en spreken met
handen en voeten. We begrijpen me
kaar best en ze bedanken me met
fonkelende ogen en een stroom van
welluidende klanken als ik een paar
zakdoekjes koop met hun onvergelijke
lijk mooi kantwerk.
En dan houden we op Rotterdam
aan - en die lange reis van 52 dagen
is voorbij en alleen nog maar herin
nering. Maar wèt een herinnering. M n
kindskinderen zal Ik er nog van ver
tellen".
Ja. en daar zijn we dan weer in Ne
derland. Iedereen zegt: „Jullie zijn
niks veranderd. En wat spreken jullie
nog goed Nederlands". Ik geloof dat
vooral onze jongere familieleden en
vrienden daar een beetje teleurgesteld
over zijn. Ze hadden het veel leuker
gevonden als we met een grote cow
boyhoed op en een kangeroevel om dc
schouders een beetje onverstaanbaar
Nederlands geknauwd hadden.
Jullie zijn helemaal niet „buiten
lands". zegt een nichtje teleurgesteld
HOLLANDSE SFEER
Nee. we zijn nog puur Hollands. Nog
zó Hollands, dat ik een paar dagen na
aankomst op een stralende wintermor
gen met een raar gevoel over het stille
Voorhout in Den Haag loop. Ach -
wat is dat mooi. Die statige herenhui
zen - die sfeer - dat heb ik toch wel
erg gemist in Australië.
En dan ontdek ik hoe langer hoe
meer dingen die ik gemist heb - wat
heerlijk is het in een grote, volle kerk
te zitten - met een echt orgel. Wat
verrukkelijk om met Kerstmis een lan
ge wandeling over de Veluwe te ma
ken in de pittige vrieskou. En elke
avond weer geniet ik kinderlijk van de
„open vensters", van al die woonhui
zen die licht en warmte uitstralen. Bij
ons is alles potdicht. Stel je voor dat
een voorbijganger je zag zitten!
En ik loop weer eens door het goede
oude Leiden. Ik moet even zoeken
naar de Marekerk. nu de Mare ge
dempt is. En ik kijk langs het Rapen
burg - en het Stadhuis begint ook al
weer groen te worden - en ik kom op
de Zoeterwoudse Singel - alsof ik zo
maar even boodschappen gedaan heb
en nu thuiskom. Een paar jongetjes
spelen voor ..mijn" deur. Als ik nou
hard „Jan" roep. roept het jongetje
misschien terug: „Ha, die Moeder".
BRIEVEN VAN „THUIS"
Maar van m ij n Jan kreeg ik net
een brief. Hij zit 300 km van Melbour
ne vandaan op een boerderij. Daar
gaat hij in de kerstvakantie die 7 we
ken duurt, werken - voor de kost en
één pond per week. Hij schrijft trots
dat hij nu alleen op de tractor rijdt -
en met „Uncle Peter" 94 koeien melkt.
Elke morgen om vier uur springt hij
met een ouwe hoed van zijn Vader op
zijn blonde kop, op z'n paard en drijft
alle koeien naar de melker ij. Hij steekt
een eind boven me uit - is breed in
zijn schouders en heeft eelt op zijn
knuisten. Van de foto kijkt hij me
vastberaden aan. of hij wil zeggen
„We redden het best. die 5'/2 maand.
Moeder".
En Gabriël - hij werkt ook op de
farm. Maar alléén voor de kost. want
hij is een jaar jonger en een kop klei
ner dan zijn broer.
Onze Lieve Heer heeft hem met vijf
of zes kruinen begiftigd, zodat zijn
haar vrolijk naar alle kanten piekt -
én met een kostelijk gevoel voor hu
mor. Dat straalt door zijn brieven
heen - ik zie hem altijd in gedachten
met zijn piekhoofd aan die brieven
zitten zwoegen. Alléén wat met dieren
te maken heeft interesseert hem. Hij
spaart me geen enkel griezelig detail
over het kalf dat „verkeerd" lag en dat
hij met de boer vakkundig ..gekeerd'
heeft. Ik veronderstel dat dit de Ne
derlandse vaktermen zijn. want hij
schrijft in het Engels. Hollands schrij
ven. dat vinden ze te bar. Al erg ge
noeg dat Mam in het Hollands schrijft,
dat leest Gabriël lang niet zo vlug als
het Engels.
En Rietje haar brieven gaan alleen
maar over de poesen en hondjes, die
er blijkbaar elke brief weer opnieuw
geboren worden.
Het moet zo langzamerhand wel een
heel heirleger zijn. En natuurlijk
schrijft ze over haar paard - elke
morsen als ze wakker wordt roept ze
..George" en dan draaft hij naar haar
slaapkamerraam en steekt zijn hoofd
naar binnen. Ze springt over hinder
nissen als een volleerde amazone en
ze vindt het leven zo rijk en goed dat
ze haar Vader en Moeder niet eens erg
mist Gelukkig maar.
We moeten lachen als we die brie
ven van de kinderen samen lezen.
„Moeder, schrijft Jan. ik dacht eerst
dat ik het nooit zou kunnen, alleen op
die tractor Het is niet zo eenvoudig
als het lijkt. Maar daarna vond ik het
fijn".
Hij wou maai- zeggen, die zoon van
mij, „het is zo fijn als je ontdekt dat
dat Je veel meer kan dan je denkt".
En ik vind dat Jan precies de spij
ker op zijn kop slaat.
Want dat is een van de grote char
mes van het leven in Australië. Als ze
me zes jaar geleden verteld hadden
wat er vastzat aan het haantje van
moeder-, huis- en domineesvrouw in
Melbourne, zou ik vast en zeker ge
zegd hebben: „Maar dat kan ik niet"
Nee. ik kon het ook niet. Maar
Australië leerde het me wel.
ik denk aan al die Hollandse huis
moeders met wie ik straks weer naar
Australië vaar. Ik moet zc elke dag een
beetje Engels bij zien te brengen en
vertellen hoe ze de slager straks dui
delijk moeten maken dat ze „lekkere
vette runderlapjes" willen hebben.
Misschien gaan ze wel net als ik zes
jaar geleden, met een loodzwaar hart.
Ik kan ze niet zeggen „Mensen, het is
allemaal rozegeur en maneschijn hoor.
je komt in het beloofde land".
Ik kan ze wel zeggen: ..Zet je schou
ders eronder. Het zal je een enorme
vreugde en voldoening geven als je
ontdekt dat je zoveel méér kunt dan
jc denkt. En als het je soms teveel
wordt die eerste tijd: kijk naar je kin
deren. Want zij zijn gelukkig in dit
nieuwe land".
J. GEURSEN—BORST
Het Voorlichtingsbureau voor de
Voeding meldt:
Enige maanden geleden kwam van
de pers het rapport van de Ned. Stich
ting voor Statistiek betreffende het
broodverbruik. Dit rapport verschaft
niet alleen de opdrachtgever, de Ne
derlandse Vereniging van Meelfabri
kanten. vele waardevolle gegevens,
maar ook degenen, die betrokken zijn
bij de voorlichting omtrent de voeding.
Zo leren wij bijvoorbeeld dat het
broodverbruik per persoon door de
week gemiddeld 290 gram per dag is en
gemiddeld 15 cent kost.
Dc invloed van landstreek, gemeente
grootte en welstand is zeer gering en
bedraagt in het uiterste geval 60 gram
ofwel ongeveer 1!4 a 2 boterhammen.
In verreweg de meeste gevallen wor
den twee broodmaaltijden gebruikt, een
enkele maal (bij 9 wordt gevon
den dat „tussendoor" of 's avonds voor
het naar bed gaan brood wordt ge
geten. Of men bruin of witbrood of
beide soorten eet. maakt wat gebruikte
hoeveelheden betreft vrijwel geen ver
schil.
Wat de broodsoorten betreft vinden
we regionaal wel verschillen (zo wordt
de combinatie wit en rogge beduidend
meer gevohden in het noorden van ons
land dan in de overige streken en de
combinatie wit en bruin verreweg het
meest in het westen). De ouderen on
der de geënquêteerden zijn iets betere
afnemers van bruin- en roggebrood
dan de jongeren. Zo neemt van de
huisvrouwen beneden 30 jaar 52 Te op
de werkdagen uitsluitend witbrood,
terwijl dit percentage onder de huis
vrouwen van 4049 en van 50 en ou
der resp. 33 en 34 bedraagt. Opmerke
lijk is dat van de huisvrouwen in de
hoogste welstandsklasse 22 even
eens op de werkdagen uitsluitend
bruinbrood of bruin- en roggebrood
eet, 34 uitsluitend wit en 44 T wit-
en bruin- en of roggebrood eet. terwijl
deze getallen voor de laagste wel
standsklasse resp. 11. 47 en 42 bedra
gen. Opmerkelijk is verder, dat door
velen voor de weekeinden meer voor
keur aan witbrood cn luxebrood wordt
gegeven Uit de antwoorden op de
vraag welke broodsoorten men voedza
mer vindt, wit of bruin, blijkt, dat
11 wit. 58 bruin voedzamer vindt,
terwijl 15 G beide gelijk acht en het
hoge percentage van 16 T> geen oordeel
uitspreekt. Gevraagd naar de grond
van deze uitspraak geeft men de vol
gende op:
Waarom vindt U bruinbrood voedza
mer dan wit?
zit meer in. betere samen
stelling. minder uitgemalen
zitten meer vitaminen in
ondervinding (eet er minder
van)
beter voor maag of spijs
vertering
van horen zeggen, gelezen
dc dokter zegt het
is vaster, steviger
overige antwoorden
weet niet
totaal
vinden bruin niet
zamer dan wit
Waarom vindt U witbrood voedzamer
dan bruin?
betere samenstelling, beter
meel
er zit meer in
ondervinding (eet er minder
van)
er zit melk in
overige antwoorden
weet niet
totaal
vinden wit niet voedzamer
dan tarwe
Wat degenen eten die menen, dat
het gebruik van brood nadelen heeft,
wordt niet opgegeven. Het zijn overi
gens maar 4 Te van de ondervraag
den. Zij vinden deels (plm. 1 Tc), dat
men van brood dik wordt en (plm.
1 T) dat er te weinig vitaminen in
voorkomen.
Over de samenstelling van de brood
maaltijd. cn in de eerste plaats over
het ontbijt, leert de publikatie ons
jammer genoeg niets over de brood-
beleggingen. Alleen ei wordt genoemd,
dat 'slechts in een enkel geval bij de
boterham gegeten wordt, In verreweg
de meeste gevallen wordt uitsluitend 1
belegd brood met een of andere drank
gebruikt (door 80 van de onder
vraagden; slechts 4 Te eet brood en
pap. slechts één procent brood en
fruit). In de gezinnen met kinderen
komt vaker pap op tafel. Toch wordt
gebruik van pap in niet meer dan 1 6
van deze gevallen genoemd. (Opge
merkt zij hierbij dat het niet alleen
gezinnen met kleine kinderen betreft,
doch dat ook die met alleen oudere en
zelfs volwassen inwonende kinderen
zijn meegeteld). 70 Te der volwassenen
drinkt alleen thee bij de eerste maal
tijd. 5 alleen melk en 6 melk en'
of een andere drank Van de kinderen
drinkt 1 4 alleen melk. iets minder
dan de helft alleen thee. en plm. 1/7
melk en/of een andere drank.
Bij de tweede broodmaaitijd ligt de
zaak iets anders en wordt opgegeven
door 20 Te van de gezinnen: uitsluitend
melk. 51 t, geen melk of alleen melk
in de koffie. 19 melk en/of thee of
koffie.
Tot zover enkele belangrijke gege
vens uit het rapport.
Het komt ons voor dat er aanleiding
bestaat bij de voorlichting aan de
11 huisvrouwen speciale aandacht te vra
gen voor het gebruik van een melk-
89 drank of melkgerecht bij de brood -
maaltijden teneinde de tarwe-eiwitten
100 Te aan te vullen met melkeiwitten.
21
2
10
5
7
Te
3
Te
2
1
58
Tc
42
100
AFWASSEN is 't verschrik
kelijkste, dat er bestaat.
Iedere dag „de vaat doen",
zoals het heet, is een der pijn
lijkste opgaven .voor de huis
vrouw. Vandaar dat zij graag
een remplagant zoekt. Wie kan
dat beter doen dan de eigen
man? Niet dat hij er op gebrand
is, maar de nood van de tijd
dwingt hem er toe".
In duizenden keukentjes staan
ze, de schorten om, de mouwen
opgestroopt, het nuttigheidsef
fect tot de bodem toe uitputtend.
Niemand had vroeger ooit ge
dacht. dat de man zó ,,laag" zou
zinken en tegelijkertijd zó hoog
zou stijgen in de achting van de
vrouw.
raadschappelijker elkaar de
moeiten en zorgen uit handen te
nemen en gezamenlijk en liefst
in sneltreinvaart door de bor
den, lepels, vorken en kroezen
heen te jagen?
TC
dagelijkse omwassen. zowel
voor de man als de vrouw
een onding is.
Wanneer één ontdekker de
wereld gelukkig kan maken, zou
het de man (of de vrouw) zijn,
die een tovermiddel uitdacht,
waardoor de hele santekraam in
een bliksemflits in de kast lag.
Het zou de innerlijke vrede
van tallozen bevorderen, het zou
een wereld scheppen, waarin het
optimisme het van het pessi
misme winnen zou, het zou een
dagelijks weerkerende „loden-
last" uit de wereld helpen. Ik
weet héél zeker, dat er ook man
nen zijn, voor wie afwassen op
ideële motieven een ware „heer
lijkheid" is en de zoen ter belo
ning „het hoogste geluksmo
ment" van de dag betekent zü
tekenen dan ook tegen het bo
venstaande het scherpste pro
test aan! maar niemand zal
ontkennen, dat de „afwas" een
uitwas" der samenleving is, die
er eigenlijk niet in thuis hoort.
„Opgeruimd staat netjes",
zegt een gevleugeld woord.
B\j dat opruimen moest de
afwas zelf ook horen! Dan zou
de boel pas goed aan kant zijn!
FANTASIO
U moet U beslist niet den
ken, dat dit werkje van
harte gaat! Er zijn na
tuurlijk uitzonderingen, voor wie
het géén offer is en die zich dooi
de bewondering en de dank
baarheid van hun vrouw dage
lijks „als op vleugelen" gedragen
weten, maar voor de meesten is
het een misselijk makend gedoe,
dat tot de vele levensbeproevin
gen behoort. Zodra de boel
schoon is en ze de kans schoon
zien, schuiven ze in hun pantof
fels en kruipen achter hun
krantje, om 't leven bij de warme
kachel weer wat zonniger in te
zien. Voeg daarbij de radio, de
televisie of een mooi boek en de
avond is. na de schoonmaak
gemaakt".
VERDIENEN al deze zich
verdienstelijk makende
bordenwassers die er voor
zorgen dat hun zicli uitslovende
huisvrouwtjes nog bijtijds van
een rustige avond kunnen pro
fiteren niet een compliment?
Het mag wel eens gezegd, dat
zo zij er niet waren, de ega,
vooral zij met véél kinderen, tot
héél laat in touw zou moeten
zijn en er voor haar geen rustig
uur meer op overschieten zou.
In dat opzicht is de wereld er
sterk op vooruit gegaan! Denkt
U de tijden, toen de vrouw niet
meer was dan de nederige die
naresse of voetveeg? van
het huis, die van 's morgens
vToeg tot 's avonds in touw was,
om haar „heer gemaal" naar de
ogen te zien. Is het niet on
eindig veel sportiever en kame-
Foto: Will Eiselin, Rijswijk.