IN KAMER EN TUIN Leonardo:de „ontwaakte" op de grens van twee werelden Waar onze steltlopers de winter doorbrengen ZATERDAG 12 JANUARI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Bewogen Leven Hij peilde de diepste diepten ELKE TIJD HEEFT ZIJN EIGEN ZIEL Kijkjes in de Natuur De Jidcactus; het zorgenkindje van de huisvrouw Wij, moderne mensen, spreken graag van de „duistere Middeleeuwen" en bedoelen daar dan mee dat de mensen van toen nog hoogst naief waren en zich lieten leiden door verkeerde gedachten, die wantoestanden schiepen in de samenleving. Wanneer wij Middeleeuwse lieder en lezen, of typisch middeleeuwse schilderijen bestuderen, kunnen wij ons niet ontworstelen aan de idee dat de Middeleeuwer kinder lijk dacht en kinderlijk voelde. Of hij daardoor minder gelukkig was? De kinderlijke mens kan grote vreugde voelen, evenals het kind èn grote angst. In de Middeleeuwen zongen de Engelen boven de aarde en zat Heintje Pik bij de Kruis weg. Ontegenzeggelijk was het bewuste leven van de Middeleeuwer anders dan het onze. Maar, nooit is door iemand te zeggen in welke tijd de mens het gelukkigst heeft geleefd. Aan kinderlijke mensen worden dingen geopenbaard die voor wijzen en verstandigen verborgen worden. Er is echter een „voortgaan" in de tijd. Wie nü nog gelooft aan heksen en spoken is een dwaas. Wanneer wij met ónze gedachten en gevoelens in de Middeleeuwen hadden moeten leven, zouden we geen leven gehad heb ben. Ons leven zou kort geweest zijn. Had een Middel eeuwer met zijn gedachten en gevoelens in onze tijd moeten leven, dan was hij door ons opgeborgen in een gekkenhuis. ZIJN geest, die telkens voedsel zooht, had nooit rust. Opdrachten, hem verstrekt, door geestelijke en wereldlijke heren, kwamen praktisch nooit af. Bekend is het verhaal over het ..Laatste Avondmaal" dat naar de zin van de abt. van het St. Maria klooster ook lang niet vlug genoeg af kwam. Toen zij. die hem de opdracht tot dit grootse werk hadden gegeven, hem hierover onderhielden, zei hii fijntjes: „Het wachten is op een goede Judaskop. Diè kan ik maar niet vinden. Als de abt model wil zijn. is het stuk weldra voltooid" Ja, naast uitvinder en onderzoeker was hij scheppend kunstenaar-. Zo voelde hij het. En dat het nageslacht in hem alleen maar de schilder ziet. ligt, aan de omstan digheden. Ook in zijn kunst experimenteerde hij. Zocht hij naar nieuwe methoden, nieuwe effecten, nieuwe procedees. Van deze experimenteerwoede is menig stuk de dupe geworden. gespleten door de onbarmhartige Afrikaanse zon. Maar zo ver willen we niet gaan, we willen terug naar de rivier zelf, naai het langzaam stromende water van de Nijl. Want daar, vlak aan het water er in het water en op de modderoever. daar vallen ze by tientallen uit de lucht na hun lange en gevaarvolle reit over landen, bergen en zeeën. Daar zijn ze: onze kieviten, onze grutto's kemphaantjes en tureluurtjes en no® vele oude bekenden uit ons polderland van onze drassige weiden, veenplasse: en Noordzeestranden. Of het precies dezelfde zyn, daa:( durf ik niet op zweren. Er wandelt eet enkel exemplaar tussen, dat aan eer poot een ring draagt. Die ring zou na-j tuurlyk uitsluitsel kunnen' geven[ Europa echter is groot en Afrika <k nog groter, er zijn zovele plaatsen»? waar onze zomervogels een geschikt winterverblijf kunnen vinden. Als hej maar een plekje is met open water, een' veilige en rustige voedselplaats. Ja. ja. van veilig gesproken! En dia krokodil dan? En daar nog een, en non een. overal duiken de donkere ruggen van die allerverschrikkelijkste draken op uit het water. Tergend langzaam voetje voor voetje, en dan maar lu liggen, wel een uur lang zonder eei enkele beweging. Kan dat maar zo vlak bij die grote griezels? Leonardo da Vinci's Mona Lisa. ELKE tijd heeft zijn eigen ziel. En er zijn mensen, wij hebben dit al eerder gezegd, die hun tijd vooruit zijn. die de grote wegbereiders zijn voor de Nieuwe Tijd. Zo iemand was Leonardo da Vinei. In deze Middeleeuwer stond een Nieuwe Wereld op. Zijn gedachten en gevoelens zijn voor ons. die vier eeuwen na hem leven en langer, nog volkomen nieuw De Middeleeuwse Godsvoorstelling had hij in zichzelf overwonnen. Hij werd een zoeker naar ren nieuwe waar heid. Hij schudde de „slaap" van de Middeleeuwen uit zijn leden en v/erd klaar wakker. Wélk een denker werd deze figuur, op de grens van twee werelden. Als jonge man van twintig jaren had hij zich in Florence reeds een naam verworven. Een naam als wat? Leonardo was een totaal mens. die al zijn gaven van geest en gemoed in dienst stelde van liet nieuwe. Hij werd als schilder wereldberoemd. Wie kent niet ziin ..Laatste Avondmaal", zijn „Mona Lisa". Talrijke schet sen van hem zijn bewaard waarop studies van -beelden en beeldengroepen. Bovendien was hij bouwmeester, in genieurdichter (zo zegt men). In hem leefde dus de Nieuwe Tijd. Hij dacht zoals wij denken. Hij geloofde niet in een God Die op ren wolkie zit en naar beneden ziet naar de mensheid. Hij geloofde wel in de God. Die Zich door wetten manifesteert. Welk een reus onder de mensen was deze Leonardo! Het kind. dat men de vrucht noemt van een vluchtige liefde. Maar bii alles wat hij deed. voelde hij zich, ondanks zijn stralende persoonlijkheid, ook toch uit geworpen. Dat is duidelijk in zijn zelfportretten te lezen. Zijn zelfportretten zijn werelden. Portretten van een tragische triomf. Hij had op nieuwe wijze, vanuit een andere hoek. achter de dingen gekeken en gezien, dat alles „anders was". Al zijn werk is er de belijdenis van. Maar het gezicht van deze wetende is vol rimpels. Hij heeft geen lachende kinderogen, want hij heeft de diepste diepten gepeild. t - IJ is in de éérste plaats de grote onderzoeker. Hij Ionderzoekt planten door middel van een vergroot- J- -L glas en wekt in zijn tekeningen de indruk dat. hij de microscoop reeds kent. Zodoende werd hij de vader van de plantenanatomie. Hij snijdt de mens uit elkaar omdat hij weten wil, wetenmoet, hoe dit apparaat mens werkt en als zodanig is hij de vader ook van de anatomie van de mens. Welke een zegen is hij daardoor voor de mensheid geworden! Hij sneed ook het paard uit elkaar, omdat hij ruiter standbeelden wilde maken. Zijn tekeningen van paarden zijn dan ook anatomisch verantwoord. Zijn heldere, kritische geest verlichtte opnieuw het leven. Wie iets van zijn geest, in zich kreeg behoefde in het donker niet meer bang te zijn. Want die zou wetenschappelijk onderzoeken wat hem bevreemdde en daarmee zou „het spooksel" verdwenen zijn. Naast onderzoeker, was hij uitvinder. Zijn rusteloze geest zocht voortdurend naar nieuwe dingen. Een vogel kan vliegen. Waarom zou de mens het niet kunnen, door middel van het intellect? Tekeningen van zijn vliegende mensen bestaan nóg. Zijn zucht tot vinden openbaarde zich op elk terrein. Ook op dat van de oorlog dus. En daardoor kreeg hij „grote waarde". Koningen vochten om zijn gunst! Wanneer wij eens in ons om laten gaan wat deze mens gedacht heeft en gevoeld, dan kunnen wij ons onmogelijk voorstellen, dat hij rust kon hebben bij het maken van een schilderij. .u— Zygocactus truncatus of de lidcactus pleegt men ook wel eens het zorgen kindje van de huisvrouw te noemen. Een zeer bijzondere cactus, die nu in volle bloei kan staan, doch die er vreemde nukken op nahoudt. Het komt nogal eens voor, dat ze vrij plot seling alle bloemknoppen en soms wel open bloemen laat vallen en dat is jammer, doch kan grotendeels voor komen worden. De lidcactus heeft er een hekel aan, indien ze tegen of tij dens de bloei verplaatst wordt en U moet haar dus zoveel mogelijk met rust laten. Het is zelfs verkeerd haar ten opzichte van het zonlicht te draaien: hoe goed dat voor vele ka merplanten ook is. We spreken dus af, dat U haar volgend jaar tegen de bloei niet hindert: na half oktober mag ze eigenlijk niet meer verzet worden. Nu gaan we eens kijken wat we straks na de bloei moeten doen: ze heeft dan op nieuw wat rust nodig en dat moet U haar maar gunnen. Zes weken zal ze wat bij moeten komen en in die tijd is het niet wenselijk om te bemesten, en veel water heeft ze dan ook niet nodig. Na die tijd zal er verpot moeten wor den en daarvoor gebruikt U de be kende voedzame, doch vooral luchtige bloemistengrond. Deze lidcactus stelt namelijk heel andere eisen dan de- meeste andere cactussen. De lidcactus kan 's zomers ook niet best tegen de felle zon en het is nuttig haar een beetje te beschermen. Overi gens vormt ze nog een uitzondering: ze houdt van een vochtige atmosfeer en dat onderscheidt haar ook al van haar meeste soortgenoten. Het is dus goed haar in een normaal verwarmde kamer regelmatig te besproeien en dat doet men dan met lauw water, doch in geen geval als de plant in volle bloei staat, "s Zomers kan ze ook best met pot en al in de tuin worden ingegra ven, doch dan liefst op een licht scha duwplekje en haal haar dan begin oktober binnen. Een normaal ver warmde kamer is wel een beetje te veel van het goede; een matig verwarmd vertrek is voor haar de goede stand plaats. In de zomermaanden mag men haar ook wel bemesten; de bekende kamerplantenkunstmest kan men voor dit doel heel goed gebruiken. Weet U wat zo aardig is bij dit plantje? Het kan op zo eenvoudige wijze voortge- kweekt worden door middel van stek-*" ken en U kunt dat binnenshuis ook heel goed doen. Elk lid kan voor dit doel gebruikt worden, doch doe dat nu niet, doch wacht tot na de bloei en dan liefst tegen het voorjaar. In een potje met zanderige grond zal het stekje spoedig wortels vormen. Plan ten. die geënt zijn. bloeien over het algemeen veel gemakkelijker en ook rijker. G. KROMDIJK. De lidcactus in volle bloeL DE vogels geven zelf al het ant woord. Daar staat een kievit, ee rank diertje, het zwarte rugcel groenviolet overglansd. en maakt om standig toilet. De korte rechte snavc glijdt over rug en borst en poetst e: strijkt, dan flodderen de vlerken in he water, dat spat en spettert en met blic kende parels van de veren rolt. No even schudden en strekken om beu; ten van de vlerken en poten en me neertje is klaar voor de vele werkzaam heden, die hier aan de Nijloever s even belangrijk zijn als bij ons aa: beek en heideplas. Twee meter achter de vogel ligt d krokodil. De loerende dood, die voo deze nietigheid evenwel geen a an da cl: heeft. Deze riviermonsters zijn o; gans andere prooi uit: een onvoorzich tige neger, die zich te ver buiten zij houtvlot buigt, een argeloos dorst: rund, dat de hals naar het lokkend water strekt, wee hun, als zij de la ren de kleine ogen even boven het wi tervlak niet bemerken. Maar onze stel: lopers maken zich niet de minste zo: om de gepantserde geweldenaren. I trippelen op hun hoge dunne stelte rond. ze prikken met. hun lange snav3 in de weke modder, ze rennen op AfiF kaanse bodem achter de muggen as niet dezelfde weergaloze snelheid, m dezelfde drift, als waarmee zij de ron; hippende „zandvlooien" achterna zi ten op ons Noordzeestrand. Een blauwe reiger staat zich te plu zen, onbevreesd voor de wydopf muil van een slapende krokodil die: bij hem. Pleviertjes rennen als op wie tjes langs de oeverlijn, een paar gru to's komen zwijgend aanwieken e strijken neer naast een voedselzoeker kemphaantje, dat even in de afweet houding schiet. Al deze waadvogels hebben h voedsel in overvloed, dat zij vinden: de gaten en kreken en geulen, d ieder jaar vollopen, wanneer het Ni.' water na zware regens in de bronnet gebieden buiten de oevers is getrede Insecten en visjes, kikvorsen, veler; is de aard van het voedsel, dat 1» gretige snavel overal weet te grijpe DAAR bewegen zich twee krokoc len. In het ondiepe water stro: pelen ze over elkaar heen. open bekken tonen rijen tanden in roze kaken. Voor de vogels is dit net iets te vff Daar gaan ze, kieviten, snippen, eex den en plevieren, roetsj! de lucht i De onrust slaat plotseling over op ve der gelegen oevers en daar wolkt bruist het van duizenden van tiende zenden vleugels, witte eri roze, brut en zwarte. Een lawine van tuimelende sneeuf vlokken. Van sneeuw gesprokendaar te ik meteen weer in ons winterland terug. 6J. VAN DER ZI DE tekening van vandaag zal men waarschijnlijk wel met enige be vreemding bekijken, want men heeft niet dadelijk door welk verband er bestaat tussen een paar ranke stelt- Iopertjes en een monster van een kro kodil. Wel herinnert men zich die mooie strandvogeltjes heel goed uit de dagen, doorgebracht aan de Noordzee kust, maar een krokodil is men op de eilanden of in de buurt van Egmond of bü Cadzand nooit tegengekomen. De zaak is echter heel eenvoudig en mijn tekening is beslist geen wilde fantasie. Een dezer dagen, toen ik in het avonddonker een troep trekvogels hoog boven me hoorde overkomen, maakte ik zonder moeite de gedachte sprong van het stadsplein, waar een gure wind wervelend om een oude to ren veegde, naar de zonnige stranden ergens aan de Middellandse zee, waarheen de snelwiekende reizigers doelbewust hun koers richtten. DIT lijkt een stoute sprong. Maar wie en wat belet ons, die aan de hardbevroren koude aarde zijn ge bonden, naar eigen verkiezing eens op onze gevleugelde gedachten met die vo gels mee te trekken. Waarom zouden wij ook niet eens zweven boven die Mid dellandse Zee en rondcirkelen boven Corsica, toe maar.... we zijn er nu tochdan nemen we meteen maar de laars van Italië erbij, welen daar ligt dan al gauw Kreta recht be neden ons. een langgerekte donkere vlek met witte schuimranden van de branding. Zo moeten onze kraanvogels, onze lepelaars, zwaluwtjes en kieviten de landkaart onder zich zien. al vliegen zy onbewust, en worden zij niet be roerd door een schoonheid, die ons van verrukking de adem beneemt. WE zyn al weer verder we koer sen zuidelijk, we trekken over een onmetelijk watervlak, dat geen begin en geen einde heeft, een grenzeloos Mauw, waarin een stoom schip witte lijnen kerft. Maar mensen- gedaohten overspannen' wereldzeeën als waren het slechts rietomzoomde veen- plassen. Daar zyn de pyramid en al, daar is ook reeds het verblindend schitterende lint, slingerend tussen donkere oevers. Het is een rivier, het is de oude trage Nijl met zijn modder- banken en zandige oevers, zijn bossen van hoog gras, het papyrusgras, dat in onafzienbare hoeveelheden de oevers omsluit. Daarachter is het land, een aaneen schakeling van moerassen, van meren, rietbossen en modderpoelen, en uitge strekte vlakten, gedroogd, gebarsten en LEONARDO heeft vele heren gediend. Dat kon in zijn tijd moeilijk anders Italië was een verdeeld land. Andere landen, met name Frankrijk, probeerden er vaste voet te krijgen. Zo ooit tot iemand, dan is tot Leonardo wei doorgedrongen wat het zeggen wil. dat ook begrippen als vaderland, heer, trouw, beperkt zijn. Hij moest zich als onderzoeker, uitvinder, kunste naar, uitleven en stond daarom wezenlijk boven het politieke rumoer van zijn tijd. Enige jaren voor zijn dood is hij nog met Frans I van Frankrijk mee naar Parijs gegaan. De jonge Franse Koning was zeer op hem gesteld. Leonardo organiseerde feesten aan zijn hof en niemand kon dat beter, want dat was voor hem in Italië eens dagelijks werk geweest. Leonardo dacht aan zijn plannen, hij werkte aan de vele plannen, die hij nog vaste vorm wilde geven. Maar de dood kan niet eeuwig wachten. Eenmaal komt de tijd. en zo werd dan op Paasdag van het jaar 1519 het leven van Leonardo weggemaaid Maar, kon hy zichzélf veranderen? In zijn tijd lette men bij de schilderkunst speciaal op vorm en kleur. Hij ontdekte het spel van licht en schaduw. En intro duceerde het in zyn kunst. Rembrandt zou later dit spel vervolmaken. De wetten van perspectief, van licht en schaduw gaven aan zijn schilderyen een aparte bekoring. Zijn mensen werden „wetenden". Hij schil derde niet meer de vrome, kinderlijke Middeleeuwer. Om de lippen van La Gioconda, ook genaamd de „Mona Lisa", speelt nu nog een raadselachtige glimlach. De glimlach van de vrouw die het leven kent Wie in Parijs komt moet niet verzuimen het origineel te gaan zien. Het hangt in het Louvre. De gids vertelt U wel op welke raadselachtige wijze het stuk eens is ver dwenen en later weer teruggebracht. Zo heeft dus de Mona Lisa reeds haar eigen geschiedenis. Raadselachtig, zoals ze zelf is. En andere geschiedenis dan die van onze Nachtwacht, die eens bijna „gevallen was'- onder het mes van een dronken matroos. Leonardo heeft weinig schilderijen voltooid. Tekenen, schetsen, was hem een hartelust. Zyn caricaturen zijn wereldberoemd. Vaak liep hij lelijkerds na op straat, soms had hij zelfs enige oerlelijke mensen bij zich thuis genodigd. Hij liet ze lekker eten, bovenal heerlijk drin ken. Daarna vertelde hij hun de koddigste verhalen en als ze luid lachten met wijd-open mond, bestudeerde hij ze en grifte hun trekken in zijn geheugen. Men zegt dat hij uren achtereen kon kijken naar een plekje van een beschimmelde muur. waarop een zonne straal viel. Men weet. dat hij insecten bestudeerde met zijn vergrootglas en uit hun onderdelen de griezeligste monsters schiep. ZIJN laatste woorden kennen we niet,. Hij was te wijs geworden om te zeggen wat Grotius gezegd heeft: véél ben ik begonnen, weinig heb ik volbracht. De brokstukken van zijn werk lagen overal verspreid. Maai er was genoeg af en er waren tekeningen te over om het nageslacht te vertellen dat een reus was heengegaan. „Slaap." zei de Antwoordman van de radio onlangs, „is de natuurlijke toestand van de mens". Leonardo was de ontwaakte, op de grens tussen twee werelden. Als hij nog even méér ontwaakt geweest, zou zijn, had hij min der chaos nagelaten en meer dat volledig af was AlsWij gewone stervelingen hebben het recht niet hem dit verwijt te maken. Hij had. behalve zijn reuzen taak, ook zijn eigen deel op de schouders. Slapen! Waken! Aan het eind van dit artikel bedenk ik dat het toch goed is. dat niet iedereen „zo vreselijk wakker geworden is". Vreselijk wakkere mensen slaan anderen, die ook zo vreselijk wakker zijn dwars door de ruiten. Een wereld vol ontwaakte genieën zou weldra in vlammen opgaan. Ik voor mU houd mij aan het woord van Baptist uit de film: „Les enfants du Paradis": Laat de mens „ge woon" gaan doen. En als hy op een goed moment denkt dat hij iets „groots moet verrichten, laat hij dan maar wachten tot hij wakker móet worden. Wie te vroeg wakker wordt vergaat vóór hij zijn taak heeft volbracht. Hij is als een jonge meeuw, die sneuvelt in de winter kou. Wie te laat wakker wordt, bereikt het beloofde land niet meer. Maar tussen volledig wakker zijn en volledig slapen ligt een oneindige afstand, de afstand waarin de kleine mens „zichzelf" kan zijn, dus natuurlijk is. REIN BROUWER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 12