OPPOSITIE GROEIT EN ZELFS KRAAKT HET IN EIGEN RIJEN Een Zoeklicht ("angst is een slechte raadgever") HET ANDERE SPANJE (III) Bij oucle tegenstanders voegen zich jonge priestersmilitairen en ook falangisten Franco's lange arm reikt ver Dictatuur draaglijk maar volgeus velen is dat niet genoeg WOORD VAN BEZINNING OP DE BOEKENMARKT VAN HET OLIFANTJE DAT VERHUIZEN WOU 5e Jaargang no. Zaterdag 12 januari 1957 (Van onze reisredacteur) Of het de vurige rode wijn was, die onze „calamares en su tinta" (inktvis in de eigen inkt gestoofd) besproeide, weet ik niet, maar de discussie aan onze tafel in het* donkere restaurant in de Spaanse pro vinciestad laaide op als vlammen in een hooiberg. De jonge advocaat, de schilder, de twee studenten, de employé, de arbeider, die ook dich ter was, hadden aanvankelijk hun weerzin tegen het Franco-regiem in voorzichtige reserve gehuld. Een knipoog, een paar berustend opge trokken wenkbrauwen, een klikje met de tong, een „nada hombre" (niets man). Maar toen de schilder de Spaans-sombere woorden van Ortega y Gasset had aangehaald: „Spanje is een stofwolk op de weg, die de plaats markeert waar een grote natie in de geschiedenis ver dween" barstte de discussie los. En wat voor een discussie: ogen fonkelden, er werd geschreeuwd, op tafel geslagen, niemand luisterde, men wachtte slechts ongeduldig om zelf aan het woord te komen. En niemand was het met elkaar eens. Behalve op één punt: iedereen was tegen Franco! Dat men tegen Franco is, liet men stormachtig merken, totdat er een stille man binnenkwam, die aan een naburig tafeltje ging zitten. Toen be daarde de storm. Nog een enkele ruk wind. wat gemopper, wat gefluister en het werd stil. Een toornige stilte ove rigens. want men kende de man. die binnengekomen was. De lange arm van het regiem, dat iedere politieke discussie verbiedt, had zich doen ge voelen De lange arm van het regiem kan overigens geenszins verbergen, dat in Spanje zo langzamerhand iedereen ge noeg heeft van het bewind van gene raal Franco. De oude oppositie is tegen gebleven, al toeven de meeste van haar leiders en getrouwen in ballingschap. De liberalen zjjn tegen en de socialis ten ook. de anarcho-syndicalisten, de ^meerderheid der monarchisten, de se paratisten uit het Baskenland en Ca- talonië eveneens. En nieuwe groepen ontvouwen zich in de waaier van de Spaanse oppositie, die traditioneel de meest uiteenlopende opinies omvat, die, wanneer men haar onder een loep zou bekijken, vermoedelijk dertig miljoen met elkaar van mening verschillende Spanjaarden zou vertonen. Nu ja. dat is overdrijving, zoals het overdrijving is te zeggen, dat iedere Spanjaard onder alle omstandigheden tegen zijn regering is. Toch begint het daar nu op te lijken. Want wéar men komt in Spanje, met wie men praat, men ontmoet misnoe gen en ontevredenheid over „el Cau- dillo" en zijn regiem, dat er niet in geslaagd is Spanje een draaglijke le vensstandaard te verschaffen en dat daarenboven de vrijheid verstikt. Niet dat men Franco botweg met Musso lini kan vergeleken. Zomin als Franco bjj zijn staatsgreep het toenmaals zeer geringe invloed hebbende communisme te lijf wilde, zo min is de generaal fascist. Wat hij bevocht en nóg be vecht is het verruimend liberalisme in de breedste zin van het woord. De generaal is traditionalist, vertegen woordigt in zekere zin het middel eeuwse aspect, dat in de ziel van iedere Spanjaard huist. Het is daarom, dat dit „behoudend" regiem zich nimmer gewaagd heeft aan de wilde, alles omvormende expe rimenten, die Berlijn en Rome decre teerden. Het mag zijn, dat de Falan gisten op sociaal-economisch gebied leentjebuur hebben gespeeld bij Mus solini's corporaties en dat de generaal, die aanvankelijk helemaal niet van- rins was na zijn geslaagde staatsgreep ,aan de macht te blijven, inderhaast '^ijn ideologisch arsenaal bij de buren treeft aangevuld, het essentiële karak ter van zijn regiem draagt heel andere kenmerken. Vergane glorie Het baseert zich veeleer op de onver gankelijke en eenzame glorie van Spanje (in theorie dan», het hanteert in de praktijk - of grijpt zo nodig te rug naar - een aantal wat anachroni- tische middelen om die traditie te handhaven: kerk, leger, censuur, ver bod van politieke activiteit. regering krijgt, haar werkelijk nader tot het volk brengt. Die twijfel komt wat laat. In het „katholieke Spanje" wordt de kerk door een groot deel van de mas sa vereenzelvigd met de machten, die deze massa jarenlang hebben uitgezo gen en wordt zij navenant gehaat. Een groot deel der belijdende Spanjaarden doet dat slechts op formalistische voet. Kerk wordt wakker En nu vaart er door de Spaanse clerus iets van een sociaal geweten. Het verschijnsel van de groep la gere priesters, die in de burger oorlog de republikeinse kant steun de, begint zich te herhalen. In Bilbao protesteerden priesters tijdens de jongste staking ten gun ste van de arbeiders. De aartsbis schop van Saragossa, Casimiro Morcilli, zei onlangs, dat er tussen kerk en arbeiders een kloof gaapte. Hij pleitte voor een eerlijker verde ling van rijkdommen en voor het „herstel van de waardigheid der arbeiders als christenen en Span jaarden". De organisatie van pries ters en leken Opus Dei" begint zich, naar men zegt voornamelijk op tactische gronden, van het re giem af te keren en heeft plannen om tot een christen-democratische partij te komen in studie. Mr. K. P. van der Mandele. de voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel en Fabrie ken, heeft in zijn nieuwjaarsrede, uitvoerig weergegeven door het L.D., een aantal dingen gezegd, die ons allen ter harte gaan. De feiten, die hij heeft geconstateerd, raken ons aller dagelijks bestaan. Er werd ons hier een aantal zaken onder ogen gebracht, die wij reeds wisten, of althans behoorden te weten. Maar wij brengen niet altijd de moed op deze realiteiten onder ogen te zien. Wij wisten wel, dat wij nooit meer op dezelfde wijze als voorheen over de olie van het Midden-Oosten zullen kunnen be schikken. Vele leidinggevende mensen had den ons al jaren geleden duidelijk gemaakt, dat Europa niet langer het centrum van de wereld is. Reeds geruime tijd vóór de oorlog heeft een profetische figuur als professor Kraemer èn in Indonesië èn in Nederland gewezen op het Aziatische ontwaken. Azië. Afrika en het Midden-Oosten zijn bezig eenmaal altijd geleid door gemeng de motieven. Nu steekt altijd angst de kop op als wij ons weer realiseren wat voor geweldige politieke en econo mische aardverschuivingen zich voltrekken. Het einde van het vori ge jaar heeft ons een aantal din gen te zien gegeven, die ons be zorgd en angstig gemaakt hebben. „Waar kunnen we ons bergen, voor dat het onweer losbreekt?'- Een merkwaardig symptoom was ook dat de belangstelling voor emigra tie toenam. Op voorlichtingsavon den zijn er vaak meer mensen dan de zalen bevatten kunnen. Som migen willen naar Canada, ande ren naar Australië. Zij menen, dat het daar veiliger is. onze nationale gemeenschap en van de volkerengemeenschap nieu we mogelijkheden aanboren. En laten we toch alstublieft niet ver geten, dat er nog altijd een enor me reserve van goodwill, waarach tige menselijkheid, en opofferings gezindheid over zijn. Indien wij ons allen tezamen overgeven aan de angst (herinnert U zich maar het hamsteren en denkt U maar aan de gedachten en gesprekken in die dagen toen de wereldvrede aan een zijden draad hing), zakken wij als maar dieper weg in het moeras. Of an ders gezegd: wij dragen door ons denken, handelen, door onze hele (houding mede de brandstof aan voor een nieuwe wereldbrand. Het is beslist niet waar. dat het lot van de wereld afhankelijk is van een stuk of wat leidersfiguren, hoe wij die mensen ook mogen kwalifice ren. Wij zullen zijn verantwoorde lijk. Er is een betere weg. n.l. die van „vertrouwen". Van opofferingsge zindheid, een waarachtig meedra- op eigen wieken te drijven. Ze zeggen tegen elkaar en tot ons: „Wij willen ons eigen lot in han den nemen." Nu is het wel te begrijpen, dat wij mensen in West-Europa dit alles niet zo gemakkelijk en een voudig kunnen en willen aanvaar den. Ik heb bijvoorbeeld heel wat Nederlanders met verdriet en ver bittering horen spreken over de gebeurtenissen in Indonesië. Zij willen geen ogenblik ik citeer nog even mr. Van der Mandele het recht dat elk volk heeft op vol strekte nationale en politieke on afhankelijkheid, onltkennen Maar Zn hadden de gebeurtenissen graag willen kanaliseren. Ze hadden zo gaarne de Indonesische mens voor onheilen willen behoeden. En na tuurlijk sprak ook de bezorgdheid voor het eigen vaderland een krachtig woord mee. Het denken en doen van mensen wordt nu Ik ben bang. dat de angst een ernstig woord meespreekt bij him plannenmakerij. En angst is een slechte raadgever. O, het is lang niet altijd aan de buitenkant zicht baar. dat mensen aan de angst gehoor geven. We zijn er ontzaglijk handig in om onze werkelijke ge voelens te maskeren. We leven in het welgeordende Nederland, en peinzen over een televisie-toestel of dromen van een klein eenvoudig autootje. We willen leven en zo comfortabel mogelijkzo lang er nog maar tijd is! We verdringen onze angst. Er is een betere weg. De voor zitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel gaf al een aantal duidelijke lijnen aan. Hij zei ons, dat wij realistisch naar nieuwe wegen dienen te zoeken. Wij moe ten moedig en praktisch de situa tie onder ogen zien en met een beroep op de beste krachten van zwarte uniformen, blauwe hemden, rode baretten, leden van de weerafdeling van de Falange op wacht voor het hoofdkwartier. Dit brengt overigens met zich mee, dat de Spaanse dictatuur draaglijker is dan de Duitse en Italiaanse en, po litiek althans, de Sovjetrussische. Voornamelijk omdat zij passiever is: zij dwingt niet zozeer bepaalde dingen te doen als wel bepaalde dingen te laten, verbiedt eerder dan zii ge biedt. Wanneer men zich niet met de verboden activiteiten inlaat, heeft men geen kind aan Franco's politie. Draag lijker dan maar draaglijk ge noeg? Ik zei het al, de overgrote meer derheid der Spanjaarden meent van niet. En niet alleen Franco's tradi tionele tegenstanders. De laatste tijd begint het zelfs te kraken in de drie traditionele steunpilaren van het re giem: kerk, Falange (partij) en het leger! In de kerk begint vooral een deel van de lagere en jongere clerus zich af te vragen of de steun, die zij van de Veel verder op die weg is een aantal jonge katholieken, die zonder beden kingen regelrecht de weg van Ade nauer en De Gasperi willen gaan. dro men van een echte r.-k. volkspartij, met een program steunend op religie, democratie en sociale vooruitgang, èn voor aansluiting bij het wordend Eu ropa. De man. die al deze nieuwe ver langens der katholieken zou moeten bundelen, is de oude Gil Robles, eens minister in de republikeinse regering. Vogelverschrikker Het kraakt ook in de Falange. Niet zozeer bij de mannen met de blauwe hemden en de rode baretten, de baan tjesjagers, de vrindjes en degenen, die later aan boord geklommen zijn bij de winnende "partij, maar wel bij een aantal oude getrouwen, die het niet kunnen verkroppen dat Franco de Fa lange gebruikt heeft en haar nu slechts een vogelverschrikkersrol heeft gelaten, dat een groot aantal van de „linkse" ideeën van José Antonio Pri mo de Rivera (zoon van de vroegere dictator en stichter van de beweging) niet zijn verwezenlijkt. Er zijn er die binnen het kader van het regiem ac tie voeren om verder te gaan op de oorspronkelijke weg. Naar men zegt behoort de minister van Arbeid. Ji- ron. die er duidelijk op uit is de sym pathie van de arbeiders te winnen, hiertoe. Er zijn anderen, zoals de dich ter Donisio Ridruejo, die zich vol ver bitterde teleurstelling van Franco heb ben afgewend en geneigd schijnen tot democratischer besef. Schrikbeeld Tenslotte het leger, de enige macht die Franco's positie werkelijk op korte termijn in gevaar zou kunnen brengen en dat derhalve verwend wordt en zich dus wel twee keer zal bedenken eer het eigen voorrechten in gevaar brengt. En toch wordt er gemopperd. Over het voetstoots opgeven van Marokko, de enige plaats waar een officier snel car rière kon maken. Tekenender nog: er worden de laatste tijd weer junta's ge vormd, raden van ontevreden jonge of ficieren en onder-officieren, die voor het eerst ook sociale leuzen in hun vaandel hebben geschreven en die zich aan schijnen te sluiten bij het alge meen onbehagen over gebrek aan brood en vrijheid. En Spanje is ten slotte het land van de militaire „pro gen van het lot van anderen. Als één ding de zon weer kan laten schijnen in onze wereld, dan is het dit. Er is een betere weg dan die van de angst. Wij moeten weer leren Gods wil te doen. Er is geen ver trouwen mogelijk zonder waarach tige gehoorzaamheid. Een boeren man. een profeet uit het oude Israël heeft, ziende op de storm- randen aan de horizonten van zijn tijd. de vinger waarschuwend op geheven en geroepen: „Laat de gerechtigheid stromen als een rivier". De gerechtigheid eist, dat wij tegen ons zelfzuchtige eigen ik ingaan en leren vragen naar het woord van God. Want gerechtig heid is het overeenkomen met Gods bedoelingen. Zoals die tot ons komen in Zijn Woord. M. W. J. GEURSEN. herv. predikant te Melbourne tijdelijk hier te lande. nunciamento's", de verklaringen van officieren, die zo menige staatsgreep ingeleid hebben. Staat er nu een nieuwe „coup d'etat" voor de deur? Ondanks alle on tevredenheid geloof ik daar niet aan en ik zal in een volgend artikel uiteen zetten waarom niet. Maar de voor naamste reden wil ik nu reeds aanstip pen: zelfs in het brein van Franco's onverzoenlljkste tegenstander huivert voortdurend een schrikbeeld van bloed, puin en tranen: de burgeroorlog. ^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininnniiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiillj Er woonde eens een olifant in midden-Afrika. „De kleine Jumbo" was zijn naam en ..Dombo" zijn papa. Hy was al zeven jaren oud toen hij verhuizen wou: Ik vind de zon hier veel te heet, geef mij maar liever kou. Ik wil in IJsland wonen gaan, daar is veel sneeuw en ijs. Ik pak myn koffers by elkaar en ga meteen op reis. Maar eerst moest hy naar heren toe, die zaten bij elkaar met dikke brillen op hun neus een scheiding in het haar. Zy zeiden: Hée hoe heet U wel? En waar wilt U naar toe? En hoeveel zusjes heeft U nog? en hoe heet pa en moe? En is uw tante wel eens ziek. en was U knap op school, en heeft U wel eens griep geha-' en lust U boerenkool? Dat weet ik alles niet zo goed, zei Jubo, wat benauwd. Ik wil alleen naar IJsland toe, daar is het lekker koud. Zo, zo, wilt U naar IJsland toe maar daar zijn beren wit, er ligt het hele jaar door Ijs, wfiar meters sneeuw op zit Daar zijn geen dieren zoals U, U bent er dus alleen. Er vaart geen olifanten-boot, Hoe wilt U daar dus heen? 10. Er groeit geen lekker kreupelhout of blaadjes voor 't ontbijt, U woont er in een hut van sneeuw, in grote eenzaamheid. 11. Ik hooikhet al, zei Jumbo moe er is (OTt altijd wat. Ik wou dat 'k alles wat U zei wat eér geweten had. 12. Nou ja. U kykt maar wat U doet, U weet er nu iets van, En mocht U toch nog willen gaan, dan komt U nog eens an. 13. Nou Paps, zei Jumbo 's-avonds laat zo, ergens in het woud: 't geloof toch wel dat 'k veel van U en van mijn vriendjes houd. 14. En Afrika is zo mooi groen, je hebt er veel plezier, en warmte, och je went er aan, nee pa, ik blijf maar hier. 15j De lange arm van het regiemde „grijze politie" bij een terrasje op Madrid's Alcala. waar zich eens het briljante intellectuele leven van de Spaanse hoofdstad afspeelde. Toen is hy stil naar bed gegaan, een glimlach om zyn snuit. En 's ochtends vroeg blies hij heel blij dit klein verhaaltje uit. B. Rotteveel. 21IIIIII E. S. Willards. „Mijn moeder werd gehangen". P. N. van Kampen en Zoon. Amsterdam z.j. Enige tyd geleden heb ik naar aan leiding van het werk van Louis Paul Boon en Rudy van Vlaenderen de op merking gemaakt, dat de bekentenis roman op het ogenblik bij de schrijvers zeer in de mode is. Behalve deze twee zijn er meer, die deze vorm gekozen hebben. En ook nu ligt hier een eerste ling van E. S. Willards, die een zeer persoonlijke ervaring in de eerste per soon enkelvoud gesteld, tot onderwerp heeft. Deze roman is niet zozeer een reactie van de persoon op omgeving en gebeurtenissen in het algemeen, zo als bij Boon en Van Vlaenderen, maar eerder een minutieus optekenen van een reeks bij zichzelf waargenomen reacties op een geweldige schok. Toch heeft ook deze roman een maatschap pelijk element. Maatschappij en „ik" komen tegenover elkaar te staan in Londen, in een land dus waar de doodstraf nog niet is afgeschaft. Het feit dat deze barbaarse vorm van ver gelding barbaars in die zin dat een rechter, die deze straf durft uitspreken, geen rekening houdt met een eventueel falen bij de beoordeling van de feiten, die een jury tot het uitspreken van het „schuldig" gebracht hebben en waardoor dus de mogelijkheid tot her roeping van een vonnis onmogelijk wordt een ernstig punt van discus sie in het Engelse parlement vormt, zal zeker tot het ontstaan van dit boek hebben bijgedragen. De inhoud komt in het kort hierop neer. Een negentienjarige student, op gegroeid in de overtuiging dat zijn moeder jong gestorven en zijn vader in Frankrijk gesneuveld is, hoort van een collega, dat zijn moeder, toen hij vier jaar was, is opgehangen wegens moord. Het resultaat van deze schok is dat de jongen iedere grond onder zyn voeten verliest. Hij keert zich tegen alles en allen. Hy tracht het spoor van zijn moeders leven terug te vinden en doet een poging zich te vereenzelvigen met de vrouw, die hy zich nauwelijks her innert. Een onoverwinnelyke wrok, om dat zij hem in onwetendheid van dit monsterlijke feit hebben laten op groeien, maakt dat hy zich afwendt van zijn oom en tante, die hij eers. als zijn pleegouders zijn genegenheid ge geven had. Hij zoekt steun bij vrien den, die blijken harteloze nieuwsgie rigen te zijn, die hem bovendien in hun lust naar emotie het wapen in handen spelen, dat hem zal maken tot een re gelrechte navolger van zyn moeder. Bij het zoeken naar de omgeving, waarin zijn moeder geleefd moet hebben zy was een jonge ambitieuse actrice raakt hij beland in een milieu van nachtclubs, waar de drank het zijne bijdraagt tot de volkomen demorali satie van de jongen. De auteur heeft een loffelijke po ging gedaan om aan deze bekentenis de toon en de styl te geven van een negentienjarige jongen met intelli gentie, echter zonder veel eruditie en hy is daarin goed geslaagd. Dat de roman ondanks zijn kwaliteiten niet geheel overtuigend is. komt om dat de lyn van het inwendige proces niet strak genoeg gevolgd is. Johan Fabricius. (Setoewo, de tijger". H. P. Leopolds uitgeversmij. 's-Gravenhage 1956. Een benijdenswaardig onvermoei bare verteller is Johan Fabricius; ik tel sedert 1951 elf boeken van zyn hand, die bovendien een ongelofelijke variatie van onderwerp hebben. Her inneringen aan het oude Indië staan naast een Florentijnse roman in de veertiende eeuw, luchthartige verhalen op Capri en in Parijs delen des schrij vers aandacht met een jeugd- en mirabile dictu met een van de voor treffelijkste romans uit de moderne Nederlandse literatuur „Nacht zonder Zegen". Setoewo. de tijger is naast „Het Duistere Bloed" een tweede vrucht van het heimwee naar Indonesië. Een door de Repoeblik Indonesia afgezette con troleur B B. die wonderlijk genoeg de naam draagt van Rembrandts vader, Harmen van Rijn, zoekt in zijn hart een reden om zijn vertrek naar „Het erf der overschoenen" (De Genestet) nog uit te stellen en vindt die in de omstandigheid, dat de dorpen van zijn oude district op Sumatra onveilig wor den gemaakt door een mensenetende tijger. Hij leent enige tijd de karabijn, die hij zo lang in bezit heeft gehad en volgt nacht op nacht het spoor van de rover. Zyn hengst, die tijdens zyn verblijf in het kamp op Birma, oud en traag is geworden, brengt hem van dorp tot dorp als de tijger zich weer op een andere plek aan mens of kind vergrepen heeft, Met heldhaftige be zetenheid betrekt- hij iedere nacht zijn post bij een slachtoffer. Een bezeten heid, die voortkomt uit eenzaamheid, welke een ogenblik opgeheven wordt door Saïna, die hem verzorgt als de malaria hem overvalt, innige gehecht heid aan het land en het volk, waarin en waaronder hij geboren is en de wens dit volk nog eenmaal te tonen, dat hij zijn leven voor zijn welzijn veil heeft. Deze wortels zijn te taai om uit gerukt te kunnen worden en zo wordt de oude tijger enerzijds een symbool voor het kwaad dat Van Rijn vaag over het land ziet hangen en ander zijds een laatste band met het geliefde oord. Het geheel krijgt werkelijk iets van de Griekse tragedie: de antagonisten, man en tijger, en het koor van de bevolking, waaruit telkens één naar voren treedt om de gebeurtenis naar haar onafwendbare tragische einde te leiden. Dit dramatische beeld, ge paard met de krachtige evocatie van land en sfeer, zou tot een grote ro man geleid hebben, indien Fabricius op een minder moraliserende huis bakken wijze met de liefde had om gesprongen. CLARA EGGLNK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 11