FRANKRIJK VERWACHT GEEN
OORLOG, WEL SPANNINGEN
Welvaart wordt door de verdeling
der welvaart bedreigd
Ontwikkeling in Duitsland zal van veel belang
blijken te zijn Gevaar van een explosie
Franse staatshuishouding zal
heel wat geldzorgen liehhen
Van vooruitgang onzer export
is nauwelijks sprake meer
uit-/
95ste jaargang
Zaterdag 29 december 1956
Derde blad no. 29023
Hoe denkt Marianne over het jaar 1957?
De openbare mening.
Ondanks de bittere en tragische te
leurstellingen, waarvoor het .nieuwe re
giem Kroesjtsjef" tijdens het Hongaarse
bloedlbad de wereld heeft geplaatst,
hebben de meer gematigde stromingen
in Sovjet-Rusland tot dusver toch de lei
ding in handen kunnen houden. Men
moet vrezen, dat de groep-Kroesjtsjef
"wèl zal voortgaan, indien zich nieuwe
dramatische omstandigheden mochten
voordoen, te dreigen met oorlog, zonder
die echter in ernst te willen riskeren.
De Russische leiders weten, dat een
oorlog tientallen miljoenen mensen
levens zou kunnen kosten en dat in dat
gigantische massagraf ook de Sovjet-
(Van onze correspondent in Parijs)
Met deze winter zal het vermoedelijk nog wel loslopen, zo zeggen de Fransen,
nu zij straks, mèt het nieuwe jaar, ook zo ongeveer by de helft van dit onbartn-
hartigste seizoen zijn aangeland. Hun wijsheid ontlenen zy aan verschillende
omstandigheden en verschijnselen. De uien zyn gehuld in huidjes van slechts vier,
vyf lagen, een aantal, dat in zware winters zoals in 1940 door ons aller bezorgde
moeder natuur wel eens tot negen of tien hemdjes werd opgevoerd. Ook de wilde
konijnen en de hazen gaan dit jaar maar licht gekleed en het bont zit dun in de
haren. Een zachte winter, die men aan de hand van zulke aanwijzingen schijnt
te mogen verwachten, komt Frankrijk zeker niet slecht van pas, nu mensen met
een oliestookinrichting vrijwel in de kou zitten, terwijl ook de steenkool steeds
schaarser begint te worden.
Nationaal reveil zal
stoute droom blijven
Op de drempel van een nieuw jaar
is het gebruikelijk eerst in achter
waartse richting en dan naar voren
te blikken. De twaalf maanden, die
wij er nu weer bijna op hebben zit
ten, geven speciaal de Fransen niet
zo bijzonder veel reden tot uitbun
digheid. Hoe zal de toekomst ivor-
den? Een van de karakteristieke
trekken van het Franse - en in het
algemeen van het Latijnse - volks
karakter is, dat men hier graag toil
weten wat de dag van morgen zal
brengen. Een zeer menselijke trek,
die hier echter wel gemakkelijk tot
een zekere bijgelovigheid wil leiden,
zodat koffiedikkijkers, profeten en
pseudo- (of meer serieuze) astrolo
gen in dit land over het algemeen
dan ook beste zaken kunnen doen.
Het publiek, dat die helderzienden
consulteert, beperkt zich in Frankrijk
overigens stellig niet alleen maar tot
kermisbezoekers .die door dames van een
zekere leeftijd met een groezelig uiterlijk
worden uitgenodigd in het halfduister
plaats te nemen om daar van de voor
spellingen van het orakel kennis te kun
nen nemen. Er bestaan hier verschei
dene week- en maandschriften, waarin,
dus zwart op wit. die mysterieuze toe
komst wordt ontsluierd, en men moet
wel aannemen, dat de lezers van die
periodieken over het algemeen niet met
een bijzonder sterk geheugen gezegend
zijn, want de talrijke ongehonoreerde
voorspellingen schijnen op de oplage
nauwelijks of geen invloed uit te oefe
nen. Wij Nederlandei's zijn gewend ons
zelf als nuchter en verstandig volk te
prijzen, en we zullen ons hier daarom
maar wachten u een selectie van de pro
fetieën voor het volgend jaar te presen
teren, welke door de Fransen deze da
gen weer met zo'n duidelijk welbehagen
worden genoten. Moeten we dus maar in
gelatenheid afwachten, welke gebeurte
nissen er in 1957 over ons zullen worden
heengestort? Dat is misschien evenmin
noodzakelijk. We kunnen althans trach
ten de voornaamste lijnen van een ze
kere ontwikkeling uit het jongste ver
leden aan te geven om aldus met een
vrij grote zekerheid te bepalen, in welke
richting onze wereld zich op dit moment
beweegt.
„Met gemengde gevoelens"
In dat opzicht heeft men zo moeten
wij wel constateren enige redenen het
komend jaar met gemengde gevoelens,
en niet zonder een ruime dosis ongerust
heid, tegemoet te treden.
De wereld verkeert momenteel in een
spanning, die nog onlangs tot kookhitte
werd opgevoerd en de laatste maanden
zijn oorlogsgeruohten en is zelfs het
oorlogsgeraas niet van de lucht geweest.
Zal 1957, nu de koude oorlog weer
schijnt te zijn ingezet, een werkelijke en
warme oorlog brengen? De gevaren
kunnen bezwaarlijk worden onderschat.
De belangrijke conferentie der vijftien
Atlantische landen, die deze maand in
Parijs heeft plaats gehad, heeft die ge
varen dan ook met grote koelbloedig
heid onder ogen gezien.
In Hongarije en in Polen is het de
laatste maanden duidelijk geworden, dat
in de satellietlanden het moment is aan
gebroken, waarop de onderdrukte span
ningen gemakkelijk tot explosie kunnen
komen. Zou zo'n uitbarsting, in de
naaste toekomst, zich óók in Oost-
Duitsland aankondigen, dan zal een
situatie zijn geschapen, waardoor de we
reld op de rand van een algemene oor
log en vernietiging kan zijn aangeland.
Zelfbeheersing is nooit de sterkste trek
geweest van het Duitse volkskarakter, en
in dat geval zou het nu juist van diè
eigenschap komen af te hangen, of een
derde wereldoorlog kan worden verme
den. Indien de Westduitsers dan hun
verrukte landgenoten te hulp zouden
snellen, zal het lot van de vrede snel
bezegeld kunnen zyn
Speculeren op angst
Er zijn verscheidene aanwijzingen, die
erop duiden dat we het komend jaar
met die mogelijkheid zéér ernstig reke
ning zullen moeten houden. Fataal is
die evolutie gelukkig echter ook weer
niet, want er zijn eveneens verschil
lende serieuze factoren, die het noodlot
van een nieuw oorlog nog altijd kunnen
doen keren. Op het hoogtepunt van de
koude oorlog heeft de Belg Paul Henri
Spaak enige jaren geleden de Russische
tiran, wijlen Stalin, en zijn diabolische
woordvoerder, eveneens wijlen Winsjins-
ki, eens de historische woorden toege
roepen: ,,Wij zijn bang voor U!"
Spaak zal binnen enkele maanden de
dagelijkse leiding van de Atlantische ge
meenschap overnemen en dan zal wéér
de vraag worden opgeworpen: hoever
zullen de leiders van het Kremlin hun
speculaties op die angst van het Westen
durven door te voeren?
russische staat dreigt te zullen onder
gaan.
Bovendien heeft de „nieuwe koers", hoe
weinig rechtlijnig die ook mag schijnen,
In Rusland een tot dusver onbekende
factor in het spel der binnen- en bui
tenlandse politiek gebracht: de factor
der openbare mening. Het Russische
volk begint weer met en zekere onaf
hankelijkheid zelf te denken en te rea
geren en in Hongarije hebben soldaten
van het Rode Leger geweigerd op de ar
beiders te vuren. Met die nieuwe factor
moeten de Russische leiders rekening
houden als een groeiende kracht die ten
gunste van de vrede werkt of althans
van de status quo.
Ook in Westerse diplomatieke kringen
wordt zoals by de jongste NAVO-confe-
rentie wel duidelijk gebleken is, scherp
ingezien, dat een verantwoorde staats
kunst thans een zeer hoge mate van
voorzichtigheid en zelfbeheersing ten
aanzien van de ontwikkeling in Cen
traal-Europa vereist.
Ook hier is men zoals Dulles tame
lijk klaar heeft utigesproken niét be
reid de vrede op het spel te zetten, zelfs
niet voor de bevrijding van de satelliet
volkeren. De tendens is dus onmisbaar
de meer gematigde elementen in de
Sovjetrussische wereld, zij het indirect,
te steunen om de evolutie naar een
zekere vorm van vrijheid langs de weg,
die Tito heeft gewezen, te helpen bevor
deren.
Europa kwetsbaar
Wanneer de internationale verhou
dingen dus wel verre van geruststellend
zijn (hoezeer men zich gelijktijdig ook
moet verblijden over de krachtige be-
vrijdingswil, die nu in Midden-Europa
is ontwaakt) dan is de toestand in
Frankrijk zélf verre van rooskleurig te
noemen. De gevolgen van het Suez-
drama hebben aangetoond hoe kwets
baar Europa economisch nog altijd is
en hoe afhankelijk onze positie tegen
over Amerika is gebleven. Ook uit die
ervaringen zullen landen als Engeland
en Frankrijk hebben geleerd, dat de
oorlog geen middel meer vormt om ge
schillen te beslechten.
De Franse staatshuishouding heeft
een zeer zware slag geleden. Men
houdt er rekening mee. dat de benzine
crisis op zijn vroegst voor de a.s. zomer
kan worden opgeheven, en daardoor zal
de produktie met 5 a 10 procent dalen,
tcrwyl aanvankelijk op een verhoging
van zeker tien procent mocht worden
gerekend! Een miljoen arbeiders wordt
in de Franse auto-industrie door werk
loosheid bedreigd. Een dreiging, die,
onder een andere gezichtshoek bekeken,
intussen óók een positieve kant bezit,
omdat onder die condities het gevaar
van nieuwe stakingen ongetwijfeld is
verminderd.
Neerslachtigheid
De positie der regering van de socia
list Guy Mollet. werd door haar eigen
vele fouten moreel ongetwijfeld zwaar
verzwakt. Het paradoxale feit doet zich
evenwel voor, dat deze ..linkse" regering
politiek tóch nog niet tot ondergang
veroordeeld lijkt, omdat Mollet in toe
nemende mate op de steun der rechtse
partijen schijnt te mogen rekenen. Over
die zonderlinge constellatie maakt de
Fransman, die zich in zijn eigen politiek
over niets meer verbaast, zich inmiddels
veel minder zorgen dan over de verdere
ontwikkeling in Algerije. Nu het ieder
een wel duidelijk is geworden, dat deze
regering het vertrouwen van het Alge
rijnse volk niet heeft kunnen winnen,
neemt de ongerustheid dagelijks toe.
dat Frankrijk het volgend jaar ook zijn
laatste of voorlaatste posities bui
ten het moederland prijs zal moeten
geven.
Er maakt zich bij de wisseling van
het jaar door die zorgen, waarin byna
niemand meer een gat ziet, een toene
mende neerslachtigheid van Frankrijk
meester. Wy Fransen, zo heeft oud
premier Edgar Faure onlangs geschre-
Bolivia's president in
in hongerstaking
Om arbeiders te overtuigen
van het inflatiegevaar
De president van de Zuidamerikaanse
staat Bolivia, Hernan Siles Zuazo, heeft
gisteren besloten in hongerstaking te
gaan, In een poging de leiders van het
Boliviaanse Algemene Vakverbond te
overtuigen van de ernst van de finan
ciële toestand van het land.
De Boliviaanse regering heeft, om het
inflatiegevaar af te wenden, waardoor
Bolivia (vier miljoen inwoners) wordt
bedreigd, in samenwerking met een
Noordamerikaanse economische deskun
dige en vertegenwoordigers van het
Internationale Monetaire Fonds een
plan opgesteld om de Boliviaanse munt
te stabiliseren De Boliviaanse arbei
dersleiders menen echter, dat uitvoering
van dit Plan de belangen der arbeiders
zal schaden. President Zuazo beschul
digt hen er nu van stakingen te willen
uitroepen, om de uitvoering te verijde
len.
De president heeft geen gebruik wil
len maken van de bintengewone be
voegdheden. die hem kortgeleden door
de volksvertegenwoordiging zijn ver
leend. Hij zegt slechts op de ..goede
wil" der Bolivianen te willen vertrou
wen bij het zoeken naar een oplossing
voor de financieel gevaarlijke toestand
van het land en hij 'noopt de arbeiders
leiders, ,,die onmogelijk te vervullen
eisen stellen", door zijn hongerstaking
tot andere gedachten te brengen.
De leiding van het vakverbond heeft
president Zuazo verzocht zijn honger
staking te beëindigen. Het heeft een
oproep tot alle werknemers gericht ge-
zamcnlijk al hun krachten in te span
nen en de regering te steunen in haar
streven de financiële moeilijkheden te
overwinnen.
Opgaaf voor 1957: Meer creëren, minder verteren!"
Waarde aandelen ging 3 miljard achteruit
(Van onze financiële medewerker)
Als men de effectenbeurzen als een graadmeter ziet van de economische
toestand, de nationale welvaart en de verwachtingen voor de toekomst, dan
is het jaar 1956 ontegenzeggelijk een teleurstelling geweest. Na de snelle en
krachtige opgang van het economisch leven in de jaren 19531955, werd aan
het einde van dit jaar geconstateerd dat 1955 de verwachtingen had overtrof
fen en dat voor 1956 met een vertraging van het industriële ontwikkelingspro
ces moest worden rekening gehouden. Dis is inderdaad ook het geval geweest. De
industriële produktie is ook in het afgelopen jaar nog vooruitgegaan, de cijfers
van de buitenlandse handel zijn weer hoger dan die van het voorgaande jaar,
maar het tempo van de ontwikkeling is aanmerkelijk vertraagd, hetgeen op
zichzelf beschouwd niet verontrustend is, omdat de opgang moeilijker wordt
naarmate men hoger moet klimmen.
Ook op het einde van 1956 beweegt de
economische bedrijvigheid in ons land op
een hoog niveau, dat de laatste tijd ech
ter geremd wordt door een tekort aan
werkkrachten Er hebben zioh in de loop
van 1956 echter enkele verschijnselen
voorgedaan, welke voor de gewenste toe
neming van de nationale welvaart een
bedreiging vormen. De invloed hiervan
is in niet geringe mate versterkt door de
gebeurtenissen rond het Suezkanaal.
De dreiging van een derde wereldoor
log heeft uiteraard ook tot het slechtere
klimaat op de beurzen bijgedragen, maar
ook nu de internationale toestand op
dat punt wat gunstiger wordt beoor
deeld. is tot dusver van een krachtig
herstel nog geen sprake, zodat het nieu
we jaar met meer vraagtekens eindigt
dan waarmee het is begonnen
Als wij de Amsterdamse effectenbeurs
aan het einde van dit jaar laten spre
ken. valt een niet onbelangrijke vermin
dering van het Nederlandse effecten
vermogen te constateren, waarvan de
volgende cijfers betrekking hebbende
op alle ter beurze verhandelde aandelen
een duidelijk beeld gven:
Beurswaarde 30 dec. 30 dec. 31 juli 30 nov.
1954 1955 1956 1956
(in miljoenen guldens)
8 469 10 663 12.584 10.342
1.765 2 189 2.339 2.011
507 667 714 664
644 828 732 616
285 370 382 353
873 1.040 995 797
Int. fondsen
Industrie
Scheepvaart
Banken
Diversen
Indon. fondsen
Alle aandelen 12 543 15.757 17.756 14.783
Was er dus in het jaar 1955 een waar
destijging voor de aandelen van ca f. 3.2
miljard en tot 31 juli een verdere voor
uitgang van f. 2 miljard, sind laatst
genoemde datum is de beurswaarde van
de aandelen met niet. minder dan f. 3
miljard achteruitgegaan en op 30 no
vember j.l. was die beurswaarde ca f. 1
miljard lager dan op het einde van liet
vorig jaar. Opvallend is hierbij w'elk
een groot en dominerend aandeel de
z.g. internationale fondsen in de waarde
van h°t totale aandelen vermogen heb
ben Uit november bedroee de waarde
van de internationale aandelen niet
minder dan 70% van het totaal, waarbij
het kapitaal van de Koninklijke van
meer dan f. 1 miljard nominaal uiter
aard een overheersende rol soeelt. Alleen
de beurswaarde van dit kapitaal be-
draagt reeds f 7% 'a f. 8 miljard, waar-
I bij in aanmerking moet worden geno
men dat h°t rermoedeliik reeds voor
meer -ter? ri° he'ft in het buitenland
word) ""V.-.-n'.an Ook bii de beoordehnc
Ivan d- '•-:pvpvm>nd°ring sinds 30
dec. 19^ -- juli 1956 moet hiermee
rekenin- 'ori gehouden, ook al zyn
i de aandelen Koninklijke procentueel
I van de internationale fondsen per saldo
I het minst gedaald.
De waardevermindering op de aande
lenmarkt houdt niet zo zeer verband
met een verminderde economische ac-
tiviteit, dan wel met enkele neven-ver-
j schijnselen, welke wij in de loop van dit
I jaar meer dan eens hebben belicht.
I Het meest opvallend is wel de aanzien
lijke achteruitgang van de goud- en de-
viezenvoorraad bij de Ned. Bank en de
I hiermee verband houdende achteruifc-
i gang van onze betalingsbalans en de nog
i steeds niet tot staan gekomen stijging
van de rentestand
Was de goud- en deviezenvoorraad
begin 1956 nagenoeg gelijk aan die
van begin 1955, nl. f. 4755 miljoen,
thans is ze tot ca. f. 4.1 miljard ge
daald, een achteruitgang dus van
rond f. 650 miljoen. Was er op de lo
pende rekening van de betalingsba
lans in 1955 nog een overschot van
rond f. 300 miljoen, voor het lopende
jaar wordt het tekort op f. 500 a f. 600
miljoen geraamd, terwijl een over
schot van rond f. 500 miljoen voor de
handhaving van onze monetaire en
financiële positie tegenover het bui
tenland noodzakelijk wordt geacht.
Het wisseldisconto van de Ned. Bank
is dan ook in de loop van het jaar tot
driemaal toe, van 2% tot 3%% verhoogd,
in overeenstemming trouwens met de
stijging van de rentestand in de meeste
andere landen. Engeland heeft het dis
conto reeds van juni 1954 af verhoogd en
staat nu op 5West-Duitsland kwam
van juni 1954 van 3 op 5';;% in augustus
j.l., waarop in september een verlaging
tot 5% is gevolgd, België heeft het dis
conto dit jaar tot voor kort op 3% kun
nen handhaven, maar het deze maand
tot 3verhoogd en ook in de V.S. is
het sinds medio 1955 van 1 tot 3%
gestegen. Alle°n het kapitaalriike Zwit
serland handhaaft het op li r".
in vrij snel tempo van de oorlogsgevolgen
heeft hersteld en het verlies van Ne-
derlandsch-Indië destijds 10 a 15% tot
het nationaal inkomen bijdroeg, is te
boven gekomen. In 1948 hadden wij in
Ned.-Indië en elders grote kapitaalbeleg
gingen besparingen van vroegere ja
ren zodat de kapitaalopbrengsten
21% van de ontvangsten op de beta
lingsbalans uitmaakten. In 1955 was dit
percentage nog slechts 5% maar dit ver
lies is grotendeels goedgemaakt door de
stijging van onze exporten, welke in 1938
64 en in 1955 74% van de totale ont
vangsten bedroegen Ook de opbrengst
van de dienstverlening (scheepvaart, as-
surrantie e.d.) ging van 15 tot 21% voor
uit. Maar het leeuwendeel lag en ligt dan
toch in de export, hetgeen grotendeels
is toe te schrijven aan de sterke indus
trialisatie. Want terwijl in 1938 indus
triële en agrarische produkten beide ca.
50% van de totale uitvoer uitmaakten,
is in 1955 het cijfer voor de industriële
produkten tot 66% opgelopen, dat van
agrarische produkten tot 33% gedaald.
Het is dus geen wonder dat men zo
wel in regeringskringen als in het be
drijfsleven thans aan de ontwikkeling
van de Nederlandse export- zo grote
aandacht schenkt en met zorg consta
teert dat, terwijl de Nederlandse in
voer gedurende de eerste 11 maanden
van 1956 het 1836 miljoen is gestegen,
de vooruitgang bij de export niet meer
dan f. 703 miljoen bedroeg. Enerzijds
een stijging van ca. 17% anderzijds
van 7%%, welke laatste vooruitgang
als gezegd nagenoeg geheel verdwijnt
als men roet de prijsstijging rekening
houdt.
Een ander bedenkelijk symptoom is dat
de stijging van de import voor een veel
groter deel betrekking heeft op con
sumptie-artikelen dan op grondstoffen
en halffabrikaten. Vandaar de beper
kingsmaatregelen van de regering op het
voetspoor van de SER. dat thans door
vooraanstande economen al weer als
veel te optornistisch wordt beschouwd.
Prof. S. Posbhumadirecteur van de
Ned. Bank, keert zich vooral tegen de
voorgestelde investeringsbeperking en
de te geringe consumptiebeperkingen,
welke volgens hem niet tot een beper
king van de koopkracht, maar slechts tot
een vermindering van de vermeerdering
van de koopkracht zullen leiden. Het
evenwicht tussen verbruik en besparin
gen is verbroken en als men deze ver
storing onderschat, gelijk volgens prof.
Posthuma thans het. geval is zullen zioh
wellicht financieringsmoeiliikheden en
faillissementen voordoen, eeliik trouwens
reeds het geval is.
Bepalen wij ons tot de toestand in
Nederland, dan zien wij een verdere
(oeneming van de buitenlandse han
del, welke in 11 maanden f. 23 miljard
heeft bedragen tegen f. 20% miljard
'n die periode van 1955. maar van deze
stijging met rond f 2% miljard komt
niet minder dan f 1.8 miljard on re
kening van de import en slechts f. 700
miljoen op die van de export. Houdt
men rekening met- de prijssyging, wel
ke in de loop van 1956 i-= ingetreden,
dan is er bij de Nederlandse export
van een vooruitgang nog nauwelijks
sprake.
Dat dit een ernstig verschijnsel is,
wordt duidelijk als men bedenkt dat
de Nederlandse uitvoer voor de ont
wikkeling van de betalingsbalans
thans van veel groter betekenis is dan
voor de oorlog.
Met voldoening mag worden geconsta
teerd dat Nederland zioh na de oorlog 1
i In het licht van het bovenstaande
j staan wij dus bij het begin van het
i nieuwe jaar voor de noodzaak van een
verdere inperking van de consumptie
en een verdere vergroting van de pro
duktie. welke aan de export ten goede
moet komen en de handelsbalans en
de betalingsbalans weer in het gewen-
st^^venwicht moet brengen
Hier komt nog een belangrijke factor
bij nl. dat zich in de komende jaren in
de bevolkinsstructuur zodanige wijziging
zal voltrekken dat de totale bevolking
sneller zal stijgen dan het. aantal te-
werkgestelden. m.a.w de greep van de
niet-werk°ndle bevolking gro°it nrocen-
tueel sterker dan de groep ^te aan het
srivudsnrocev deelneemt. Than* is ca.
RU% van de bevolking boven 65 iaar,
over 25 jaar zal dat tenminste 11% zijn.
Om het welvaartsniveau on oei! te hou
den. zal de arbmdsproduktiviteif dus
moeten stijgen en in versneld tempo als
de levensstandaard verder wordt ver
hoogd en de arbeidsweek ingekort.
Van daar het thans van meer dan
aan een kant gesignaleerde gevaar van
een invpsteringsbenerkine. welke tot
•erminderlng van de produktie en de
Tbeidsnrodukfiviteit moet leiden De
"•elvaartsverdeling. waardoor 1956 zich
heeft gekenmerkt, kan dus licht een i
gevaar voor de welvaart worden. En
zo komt 1957 met de opgaaf: meer
creëren, minder verteren!
ven, voelen ons geïsoleerd buiten de
grenzen, terwijl thuis de periode van
het grote zwijgen is ingezet. De hoop
van velen, dat een kabinet op de basis
van de links-liberale meerderheid, die
door de verkiezingen van januari 1956
werd opgeleverd, het volk een nieuw
elan en nieuw vertrouwen in de toe
komst zou geven, is helaas niet in ver
vulling gegaan. Op de teleurstelling is
een doffe berusting gevolgd. Zal het
eens zo machtige en fiere Frankrijk
verder afglijden naar een staat van
volstrekte machteloosheid? Wij hebben
er geen astrologisch tijdschrift en zelfs
geen koffiedik-profetes op geraadpleegd,
maar we vragen wèl, dat Marianne ook
in 1957 nog niet uit haar lange sluimer
zal ontwaken. Waardoor het nationale
reveil voorlopig een stoute droom zal
moeten blijven
Kerkelijk Leven
NED. HERV. KERK.
Beroepen te Groningen (14de pred.pl.)
P. J. de Bruyn te Kethel. Te Mldwolda
(Old.) J. J. Hutlnik. vicaris te Lemmer. Te
Wijk bij Heusden J. van Drenth te Oolt-
gensplaat. Te Oudega en Kolderwolde
(toez.) P. de Ruiter, vicaris te Warr»6-
veld.
Aangenomen naar Nijeveen (toez.) C. W.
Sohlingemann, vicaris te Eenrum (Gron.)
Bedankt voor Oosterwolde (Geld.)
(toez.) en voor Waarder (toez.) J. H. Cir
kel te Woudenberg.
GEREF. KERKEN.
Tweetal te Rulnerwold-Koekange (vac.
H. Herder) J. Banga te Vleutende Meern
en A. Griffioen te Zoutkamp.
GER. KERKEN ONDERH. ART. 31 K.O.
Aangenomen naar Hengelo (O.) K. D.
Gerger te Marienberg.
CHR. GEREF. KERKEN.
Beroepen te Aldergrove (Brits Colum
bia) M. van der Klis te Zlerikzee. Te To
ronto (Canada) (Free Chr. Ref. Church)
J. Tammlnga te Chatham (Canada) (voor
heen te Enschedé), die dit beroep ook
aannaam. Te Bussum J. C. van Raven-
swaaij te Schevenlngen. Te Middelburg S.
van der Molen te Aalsmeer.
DOOPSGEZINDE BROEDERSCHAP.
Bedankt voor Leeuwarden Joh. W. Hil-
verda te VeenwoudenZwaagwesteinde
(nadere beslissing).
GEREF. GEMEENTEN.
Aangenomen naar Genemuiden C. Hege-
man te Cioux Center (Iowa, U.S.A.).
DS. M. VAN DER VEGTE
OVERLEDEN
In de ouderdom van 84 jaar is in het
Doopsgezind Rusthuis te Zeist overle
den ds. M. van der Vegte emeritus pre
dikant van de Doopsgezinde Broeder
schap. Ds. Van der Vegte aanvaardde
2 3 april 1899 het predikambt te Wolve-
ga. In 1913, verwisselde hij deze gemeen
te voor Drachten, waar hij in 1929 zijn
bediening neerlegde. In 1923 trad hij
opnieuw in actieve dienst en werd pre
dikant te Delft, In 1927 werd hij te Wa-
geningen beroepen, waar hij werkzaam
is geweest tot aan zijn emeritaat 1 ok
tober 1940.
DS. C. STREEFKERK OVERLEDEN
In de leeftijd van 51 jaar is te Sprang
(N.B.) overleden ds. C. Streefkerk, pre
dikant bij de Ned. Herv. gemeente al
daar. Ds. Streefkerk werd 22 augustus
1937 te Brandwijk in het predikambt
bevestigd. In 1946 vertrok hij naar Ernst
en in 1950 vandaar naar Sprang.
DS. P. J. MACKAAY NAAR
INDONESIË
Twee secretarissen van de Raad voor
de Zending der Ned. Herv. Kerk. dr. W.
J. L Dake en ds. P. J, Mackaav te
Oegstgeest zullen op 4 januari van
Schiphol voor drie maanden naar Indo
nesië vertrekken. Zij zullen de daar aan
wezige zendingsarbeiders bezoeken en
contact opnemen met verscheidene ker
kelijke instanties. Inzonderheid zal het
medisch werk hun aandacht hebben. Ds.
Mackaay zal als afgevaardigde van de
Nederlandse Zendingsraad tevens de
conferentie bijwonen van de Aziatische
raad voor oecomenische zending, die van
18 tot 27 maart gehouden wordt in
Prapai aan het Tobameer.
Begrafenis
prof. mr. dr. R. Kranenburg
De begrafenis van het stoffelijk over
schot van prof. mr. dr. R. Kranenburg
is vastgesteld op a.s. maandagmiddag
om halfeen op de begraafplaats „Nieuw
Eyk en Duynens in Den Haag.
Deze. weck. Wuuxten
wuzt da Kaxst klok-
kun - a
V& cdtn. vu Kfix&fc-
Jaest,ifldae: op elgan
WijZfe a
Da küünijes vootat
mat oezithivas
klmdaeUjk
nu.Oud rtacjan-
tin zaS an vy 'f tig
"Tot voUjoinxla waötc
'wiafca
Cywd. Ouda jaaa