FRANKRIJK VERWACHT GEEN OORLOG, WEL SPANNINGEN Welvaart wordt door de verdeling der welvaart bedreigd Ontwikkeling in Duitsland zal van veel belang blijken te zijn Gevaar van een explosie Franse staatshuishouding zal heel wat geldzorgen liehhen Van vooruitgang onzer export is nauwelijks sprake meer uit-/ 95ste jaargang Zaterdag 29 december 1956 Derde blad no. 29023 Hoe denkt Marianne over het jaar 1957? De openbare mening. Ondanks de bittere en tragische te leurstellingen, waarvoor het .nieuwe re giem Kroesjtsjef" tijdens het Hongaarse bloedlbad de wereld heeft geplaatst, hebben de meer gematigde stromingen in Sovjet-Rusland tot dusver toch de lei ding in handen kunnen houden. Men moet vrezen, dat de groep-Kroesjtsjef "wèl zal voortgaan, indien zich nieuwe dramatische omstandigheden mochten voordoen, te dreigen met oorlog, zonder die echter in ernst te willen riskeren. De Russische leiders weten, dat een oorlog tientallen miljoenen mensen levens zou kunnen kosten en dat in dat gigantische massagraf ook de Sovjet- (Van onze correspondent in Parijs) Met deze winter zal het vermoedelijk nog wel loslopen, zo zeggen de Fransen, nu zij straks, mèt het nieuwe jaar, ook zo ongeveer by de helft van dit onbartn- hartigste seizoen zijn aangeland. Hun wijsheid ontlenen zy aan verschillende omstandigheden en verschijnselen. De uien zyn gehuld in huidjes van slechts vier, vyf lagen, een aantal, dat in zware winters zoals in 1940 door ons aller bezorgde moeder natuur wel eens tot negen of tien hemdjes werd opgevoerd. Ook de wilde konijnen en de hazen gaan dit jaar maar licht gekleed en het bont zit dun in de haren. Een zachte winter, die men aan de hand van zulke aanwijzingen schijnt te mogen verwachten, komt Frankrijk zeker niet slecht van pas, nu mensen met een oliestookinrichting vrijwel in de kou zitten, terwijl ook de steenkool steeds schaarser begint te worden. Nationaal reveil zal stoute droom blijven Op de drempel van een nieuw jaar is het gebruikelijk eerst in achter waartse richting en dan naar voren te blikken. De twaalf maanden, die wij er nu weer bijna op hebben zit ten, geven speciaal de Fransen niet zo bijzonder veel reden tot uitbun digheid. Hoe zal de toekomst ivor- den? Een van de karakteristieke trekken van het Franse - en in het algemeen van het Latijnse - volks karakter is, dat men hier graag toil weten wat de dag van morgen zal brengen. Een zeer menselijke trek, die hier echter wel gemakkelijk tot een zekere bijgelovigheid wil leiden, zodat koffiedikkijkers, profeten en pseudo- (of meer serieuze) astrolo gen in dit land over het algemeen dan ook beste zaken kunnen doen. Het publiek, dat die helderzienden consulteert, beperkt zich in Frankrijk overigens stellig niet alleen maar tot kermisbezoekers .die door dames van een zekere leeftijd met een groezelig uiterlijk worden uitgenodigd in het halfduister plaats te nemen om daar van de voor spellingen van het orakel kennis te kun nen nemen. Er bestaan hier verschei dene week- en maandschriften, waarin, dus zwart op wit. die mysterieuze toe komst wordt ontsluierd, en men moet wel aannemen, dat de lezers van die periodieken over het algemeen niet met een bijzonder sterk geheugen gezegend zijn, want de talrijke ongehonoreerde voorspellingen schijnen op de oplage nauwelijks of geen invloed uit te oefe nen. Wij Nederlandei's zijn gewend ons zelf als nuchter en verstandig volk te prijzen, en we zullen ons hier daarom maar wachten u een selectie van de pro fetieën voor het volgend jaar te presen teren, welke door de Fransen deze da gen weer met zo'n duidelijk welbehagen worden genoten. Moeten we dus maar in gelatenheid afwachten, welke gebeurte nissen er in 1957 over ons zullen worden heengestort? Dat is misschien evenmin noodzakelijk. We kunnen althans trach ten de voornaamste lijnen van een ze kere ontwikkeling uit het jongste ver leden aan te geven om aldus met een vrij grote zekerheid te bepalen, in welke richting onze wereld zich op dit moment beweegt. „Met gemengde gevoelens" In dat opzicht heeft men zo moeten wij wel constateren enige redenen het komend jaar met gemengde gevoelens, en niet zonder een ruime dosis ongerust heid, tegemoet te treden. De wereld verkeert momenteel in een spanning, die nog onlangs tot kookhitte werd opgevoerd en de laatste maanden zijn oorlogsgeruohten en is zelfs het oorlogsgeraas niet van de lucht geweest. Zal 1957, nu de koude oorlog weer schijnt te zijn ingezet, een werkelijke en warme oorlog brengen? De gevaren kunnen bezwaarlijk worden onderschat. De belangrijke conferentie der vijftien Atlantische landen, die deze maand in Parijs heeft plaats gehad, heeft die ge varen dan ook met grote koelbloedig heid onder ogen gezien. In Hongarije en in Polen is het de laatste maanden duidelijk geworden, dat in de satellietlanden het moment is aan gebroken, waarop de onderdrukte span ningen gemakkelijk tot explosie kunnen komen. Zou zo'n uitbarsting, in de naaste toekomst, zich óók in Oost- Duitsland aankondigen, dan zal een situatie zijn geschapen, waardoor de we reld op de rand van een algemene oor log en vernietiging kan zijn aangeland. Zelfbeheersing is nooit de sterkste trek geweest van het Duitse volkskarakter, en in dat geval zou het nu juist van diè eigenschap komen af te hangen, of een derde wereldoorlog kan worden verme den. Indien de Westduitsers dan hun verrukte landgenoten te hulp zouden snellen, zal het lot van de vrede snel bezegeld kunnen zyn Speculeren op angst Er zijn verscheidene aanwijzingen, die erop duiden dat we het komend jaar met die mogelijkheid zéér ernstig reke ning zullen moeten houden. Fataal is die evolutie gelukkig echter ook weer niet, want er zijn eveneens verschil lende serieuze factoren, die het noodlot van een nieuw oorlog nog altijd kunnen doen keren. Op het hoogtepunt van de koude oorlog heeft de Belg Paul Henri Spaak enige jaren geleden de Russische tiran, wijlen Stalin, en zijn diabolische woordvoerder, eveneens wijlen Winsjins- ki, eens de historische woorden toege roepen: ,,Wij zijn bang voor U!" Spaak zal binnen enkele maanden de dagelijkse leiding van de Atlantische ge meenschap overnemen en dan zal wéér de vraag worden opgeworpen: hoever zullen de leiders van het Kremlin hun speculaties op die angst van het Westen durven door te voeren? russische staat dreigt te zullen onder gaan. Bovendien heeft de „nieuwe koers", hoe weinig rechtlijnig die ook mag schijnen, In Rusland een tot dusver onbekende factor in het spel der binnen- en bui tenlandse politiek gebracht: de factor der openbare mening. Het Russische volk begint weer met en zekere onaf hankelijkheid zelf te denken en te rea geren en in Hongarije hebben soldaten van het Rode Leger geweigerd op de ar beiders te vuren. Met die nieuwe factor moeten de Russische leiders rekening houden als een groeiende kracht die ten gunste van de vrede werkt of althans van de status quo. Ook in Westerse diplomatieke kringen wordt zoals by de jongste NAVO-confe- rentie wel duidelijk gebleken is, scherp ingezien, dat een verantwoorde staats kunst thans een zeer hoge mate van voorzichtigheid en zelfbeheersing ten aanzien van de ontwikkeling in Cen traal-Europa vereist. Ook hier is men zoals Dulles tame lijk klaar heeft utigesproken niét be reid de vrede op het spel te zetten, zelfs niet voor de bevrijding van de satelliet volkeren. De tendens is dus onmisbaar de meer gematigde elementen in de Sovjetrussische wereld, zij het indirect, te steunen om de evolutie naar een zekere vorm van vrijheid langs de weg, die Tito heeft gewezen, te helpen bevor deren. Europa kwetsbaar Wanneer de internationale verhou dingen dus wel verre van geruststellend zijn (hoezeer men zich gelijktijdig ook moet verblijden over de krachtige be- vrijdingswil, die nu in Midden-Europa is ontwaakt) dan is de toestand in Frankrijk zélf verre van rooskleurig te noemen. De gevolgen van het Suez- drama hebben aangetoond hoe kwets baar Europa economisch nog altijd is en hoe afhankelijk onze positie tegen over Amerika is gebleven. Ook uit die ervaringen zullen landen als Engeland en Frankrijk hebben geleerd, dat de oorlog geen middel meer vormt om ge schillen te beslechten. De Franse staatshuishouding heeft een zeer zware slag geleden. Men houdt er rekening mee. dat de benzine crisis op zijn vroegst voor de a.s. zomer kan worden opgeheven, en daardoor zal de produktie met 5 a 10 procent dalen, tcrwyl aanvankelijk op een verhoging van zeker tien procent mocht worden gerekend! Een miljoen arbeiders wordt in de Franse auto-industrie door werk loosheid bedreigd. Een dreiging, die, onder een andere gezichtshoek bekeken, intussen óók een positieve kant bezit, omdat onder die condities het gevaar van nieuwe stakingen ongetwijfeld is verminderd. Neerslachtigheid De positie der regering van de socia list Guy Mollet. werd door haar eigen vele fouten moreel ongetwijfeld zwaar verzwakt. Het paradoxale feit doet zich evenwel voor, dat deze ..linkse" regering politiek tóch nog niet tot ondergang veroordeeld lijkt, omdat Mollet in toe nemende mate op de steun der rechtse partijen schijnt te mogen rekenen. Over die zonderlinge constellatie maakt de Fransman, die zich in zijn eigen politiek over niets meer verbaast, zich inmiddels veel minder zorgen dan over de verdere ontwikkeling in Algerije. Nu het ieder een wel duidelijk is geworden, dat deze regering het vertrouwen van het Alge rijnse volk niet heeft kunnen winnen, neemt de ongerustheid dagelijks toe. dat Frankrijk het volgend jaar ook zijn laatste of voorlaatste posities bui ten het moederland prijs zal moeten geven. Er maakt zich bij de wisseling van het jaar door die zorgen, waarin byna niemand meer een gat ziet, een toene mende neerslachtigheid van Frankrijk meester. Wy Fransen, zo heeft oud premier Edgar Faure onlangs geschre- Bolivia's president in in hongerstaking Om arbeiders te overtuigen van het inflatiegevaar De president van de Zuidamerikaanse staat Bolivia, Hernan Siles Zuazo, heeft gisteren besloten in hongerstaking te gaan, In een poging de leiders van het Boliviaanse Algemene Vakverbond te overtuigen van de ernst van de finan ciële toestand van het land. De Boliviaanse regering heeft, om het inflatiegevaar af te wenden, waardoor Bolivia (vier miljoen inwoners) wordt bedreigd, in samenwerking met een Noordamerikaanse economische deskun dige en vertegenwoordigers van het Internationale Monetaire Fonds een plan opgesteld om de Boliviaanse munt te stabiliseren De Boliviaanse arbei dersleiders menen echter, dat uitvoering van dit Plan de belangen der arbeiders zal schaden. President Zuazo beschul digt hen er nu van stakingen te willen uitroepen, om de uitvoering te verijde len. De president heeft geen gebruik wil len maken van de bintengewone be voegdheden. die hem kortgeleden door de volksvertegenwoordiging zijn ver leend. Hij zegt slechts op de ..goede wil" der Bolivianen te willen vertrou wen bij het zoeken naar een oplossing voor de financieel gevaarlijke toestand van het land en hij 'noopt de arbeiders leiders, ,,die onmogelijk te vervullen eisen stellen", door zijn hongerstaking tot andere gedachten te brengen. De leiding van het vakverbond heeft president Zuazo verzocht zijn honger staking te beëindigen. Het heeft een oproep tot alle werknemers gericht ge- zamcnlijk al hun krachten in te span nen en de regering te steunen in haar streven de financiële moeilijkheden te overwinnen. Opgaaf voor 1957: Meer creëren, minder verteren!" Waarde aandelen ging 3 miljard achteruit (Van onze financiële medewerker) Als men de effectenbeurzen als een graadmeter ziet van de economische toestand, de nationale welvaart en de verwachtingen voor de toekomst, dan is het jaar 1956 ontegenzeggelijk een teleurstelling geweest. Na de snelle en krachtige opgang van het economisch leven in de jaren 19531955, werd aan het einde van dit jaar geconstateerd dat 1955 de verwachtingen had overtrof fen en dat voor 1956 met een vertraging van het industriële ontwikkelingspro ces moest worden rekening gehouden. Dis is inderdaad ook het geval geweest. De industriële produktie is ook in het afgelopen jaar nog vooruitgegaan, de cijfers van de buitenlandse handel zijn weer hoger dan die van het voorgaande jaar, maar het tempo van de ontwikkeling is aanmerkelijk vertraagd, hetgeen op zichzelf beschouwd niet verontrustend is, omdat de opgang moeilijker wordt naarmate men hoger moet klimmen. Ook op het einde van 1956 beweegt de economische bedrijvigheid in ons land op een hoog niveau, dat de laatste tijd ech ter geremd wordt door een tekort aan werkkrachten Er hebben zioh in de loop van 1956 echter enkele verschijnselen voorgedaan, welke voor de gewenste toe neming van de nationale welvaart een bedreiging vormen. De invloed hiervan is in niet geringe mate versterkt door de gebeurtenissen rond het Suezkanaal. De dreiging van een derde wereldoor log heeft uiteraard ook tot het slechtere klimaat op de beurzen bijgedragen, maar ook nu de internationale toestand op dat punt wat gunstiger wordt beoor deeld. is tot dusver van een krachtig herstel nog geen sprake, zodat het nieu we jaar met meer vraagtekens eindigt dan waarmee het is begonnen Als wij de Amsterdamse effectenbeurs aan het einde van dit jaar laten spre ken. valt een niet onbelangrijke vermin dering van het Nederlandse effecten vermogen te constateren, waarvan de volgende cijfers betrekking hebbende op alle ter beurze verhandelde aandelen een duidelijk beeld gven: Beurswaarde 30 dec. 30 dec. 31 juli 30 nov. 1954 1955 1956 1956 (in miljoenen guldens) 8 469 10 663 12.584 10.342 1.765 2 189 2.339 2.011 507 667 714 664 644 828 732 616 285 370 382 353 873 1.040 995 797 Int. fondsen Industrie Scheepvaart Banken Diversen Indon. fondsen Alle aandelen 12 543 15.757 17.756 14.783 Was er dus in het jaar 1955 een waar destijging voor de aandelen van ca f. 3.2 miljard en tot 31 juli een verdere voor uitgang van f. 2 miljard, sind laatst genoemde datum is de beurswaarde van de aandelen met niet. minder dan f. 3 miljard achteruitgegaan en op 30 no vember j.l. was die beurswaarde ca f. 1 miljard lager dan op het einde van liet vorig jaar. Opvallend is hierbij w'elk een groot en dominerend aandeel de z.g. internationale fondsen in de waarde van h°t totale aandelen vermogen heb ben Uit november bedroee de waarde van de internationale aandelen niet minder dan 70% van het totaal, waarbij het kapitaal van de Koninklijke van meer dan f. 1 miljard nominaal uiter aard een overheersende rol soeelt. Alleen de beurswaarde van dit kapitaal be- draagt reeds f 7% 'a f. 8 miljard, waar- I bij in aanmerking moet worden geno men dat h°t rermoedeliik reeds voor meer -ter? ri° he'ft in het buitenland word) ""V.-.-n'.an Ook bii de beoordehnc Ivan d- '•-:pvpvm>nd°ring sinds 30 dec. 19^ -- juli 1956 moet hiermee rekenin- 'ori gehouden, ook al zyn i de aandelen Koninklijke procentueel I van de internationale fondsen per saldo I het minst gedaald. De waardevermindering op de aande lenmarkt houdt niet zo zeer verband met een verminderde economische ac- tiviteit, dan wel met enkele neven-ver- j schijnselen, welke wij in de loop van dit I jaar meer dan eens hebben belicht. I Het meest opvallend is wel de aanzien lijke achteruitgang van de goud- en de- viezenvoorraad bij de Ned. Bank en de I hiermee verband houdende achteruifc- i gang van onze betalingsbalans en de nog i steeds niet tot staan gekomen stijging van de rentestand Was de goud- en deviezenvoorraad begin 1956 nagenoeg gelijk aan die van begin 1955, nl. f. 4755 miljoen, thans is ze tot ca. f. 4.1 miljard ge daald, een achteruitgang dus van rond f. 650 miljoen. Was er op de lo pende rekening van de betalingsba lans in 1955 nog een overschot van rond f. 300 miljoen, voor het lopende jaar wordt het tekort op f. 500 a f. 600 miljoen geraamd, terwijl een over schot van rond f. 500 miljoen voor de handhaving van onze monetaire en financiële positie tegenover het bui tenland noodzakelijk wordt geacht. Het wisseldisconto van de Ned. Bank is dan ook in de loop van het jaar tot driemaal toe, van 2% tot 3%% verhoogd, in overeenstemming trouwens met de stijging van de rentestand in de meeste andere landen. Engeland heeft het dis conto reeds van juni 1954 af verhoogd en staat nu op 5West-Duitsland kwam van juni 1954 van 3 op 5';;% in augustus j.l., waarop in september een verlaging tot 5% is gevolgd, België heeft het dis conto dit jaar tot voor kort op 3% kun nen handhaven, maar het deze maand tot 3verhoogd en ook in de V.S. is het sinds medio 1955 van 1 tot 3% gestegen. Alle°n het kapitaalriike Zwit serland handhaaft het op li r". in vrij snel tempo van de oorlogsgevolgen heeft hersteld en het verlies van Ne- derlandsch-Indië destijds 10 a 15% tot het nationaal inkomen bijdroeg, is te boven gekomen. In 1948 hadden wij in Ned.-Indië en elders grote kapitaalbeleg gingen besparingen van vroegere ja ren zodat de kapitaalopbrengsten 21% van de ontvangsten op de beta lingsbalans uitmaakten. In 1955 was dit percentage nog slechts 5% maar dit ver lies is grotendeels goedgemaakt door de stijging van onze exporten, welke in 1938 64 en in 1955 74% van de totale ont vangsten bedroegen Ook de opbrengst van de dienstverlening (scheepvaart, as- surrantie e.d.) ging van 15 tot 21% voor uit. Maar het leeuwendeel lag en ligt dan toch in de export, hetgeen grotendeels is toe te schrijven aan de sterke indus trialisatie. Want terwijl in 1938 indus triële en agrarische produkten beide ca. 50% van de totale uitvoer uitmaakten, is in 1955 het cijfer voor de industriële produkten tot 66% opgelopen, dat van agrarische produkten tot 33% gedaald. Het is dus geen wonder dat men zo wel in regeringskringen als in het be drijfsleven thans aan de ontwikkeling van de Nederlandse export- zo grote aandacht schenkt en met zorg consta teert dat, terwijl de Nederlandse in voer gedurende de eerste 11 maanden van 1956 het 1836 miljoen is gestegen, de vooruitgang bij de export niet meer dan f. 703 miljoen bedroeg. Enerzijds een stijging van ca. 17% anderzijds van 7%%, welke laatste vooruitgang als gezegd nagenoeg geheel verdwijnt als men roet de prijsstijging rekening houdt. Een ander bedenkelijk symptoom is dat de stijging van de import voor een veel groter deel betrekking heeft op con sumptie-artikelen dan op grondstoffen en halffabrikaten. Vandaar de beper kingsmaatregelen van de regering op het voetspoor van de SER. dat thans door vooraanstande economen al weer als veel te optornistisch wordt beschouwd. Prof. S. Posbhumadirecteur van de Ned. Bank, keert zich vooral tegen de voorgestelde investeringsbeperking en de te geringe consumptiebeperkingen, welke volgens hem niet tot een beper king van de koopkracht, maar slechts tot een vermindering van de vermeerdering van de koopkracht zullen leiden. Het evenwicht tussen verbruik en besparin gen is verbroken en als men deze ver storing onderschat, gelijk volgens prof. Posthuma thans het. geval is zullen zioh wellicht financieringsmoeiliikheden en faillissementen voordoen, eeliik trouwens reeds het geval is. Bepalen wij ons tot de toestand in Nederland, dan zien wij een verdere (oeneming van de buitenlandse han del, welke in 11 maanden f. 23 miljard heeft bedragen tegen f. 20% miljard 'n die periode van 1955. maar van deze stijging met rond f 2% miljard komt niet minder dan f 1.8 miljard on re kening van de import en slechts f. 700 miljoen op die van de export. Houdt men rekening met- de prijssyging, wel ke in de loop van 1956 i-= ingetreden, dan is er bij de Nederlandse export van een vooruitgang nog nauwelijks sprake. Dat dit een ernstig verschijnsel is, wordt duidelijk als men bedenkt dat de Nederlandse uitvoer voor de ont wikkeling van de betalingsbalans thans van veel groter betekenis is dan voor de oorlog. Met voldoening mag worden geconsta teerd dat Nederland zioh na de oorlog 1 i In het licht van het bovenstaande j staan wij dus bij het begin van het i nieuwe jaar voor de noodzaak van een verdere inperking van de consumptie en een verdere vergroting van de pro duktie. welke aan de export ten goede moet komen en de handelsbalans en de betalingsbalans weer in het gewen- st^^venwicht moet brengen Hier komt nog een belangrijke factor bij nl. dat zich in de komende jaren in de bevolkinsstructuur zodanige wijziging zal voltrekken dat de totale bevolking sneller zal stijgen dan het. aantal te- werkgestelden. m.a.w de greep van de niet-werk°ndle bevolking gro°it nrocen- tueel sterker dan de groep ^te aan het srivudsnrocev deelneemt. Than* is ca. RU% van de bevolking boven 65 iaar, over 25 jaar zal dat tenminste 11% zijn. Om het welvaartsniveau on oei! te hou den. zal de arbmdsproduktiviteif dus moeten stijgen en in versneld tempo als de levensstandaard verder wordt ver hoogd en de arbeidsweek ingekort. Van daar het thans van meer dan aan een kant gesignaleerde gevaar van een invpsteringsbenerkine. welke tot •erminderlng van de produktie en de Tbeidsnrodukfiviteit moet leiden De "•elvaartsverdeling. waardoor 1956 zich heeft gekenmerkt, kan dus licht een i gevaar voor de welvaart worden. En zo komt 1957 met de opgaaf: meer creëren, minder verteren! ven, voelen ons geïsoleerd buiten de grenzen, terwijl thuis de periode van het grote zwijgen is ingezet. De hoop van velen, dat een kabinet op de basis van de links-liberale meerderheid, die door de verkiezingen van januari 1956 werd opgeleverd, het volk een nieuw elan en nieuw vertrouwen in de toe komst zou geven, is helaas niet in ver vulling gegaan. Op de teleurstelling is een doffe berusting gevolgd. Zal het eens zo machtige en fiere Frankrijk verder afglijden naar een staat van volstrekte machteloosheid? Wij hebben er geen astrologisch tijdschrift en zelfs geen koffiedik-profetes op geraadpleegd, maar we vragen wèl, dat Marianne ook in 1957 nog niet uit haar lange sluimer zal ontwaken. Waardoor het nationale reveil voorlopig een stoute droom zal moeten blijven Kerkelijk Leven NED. HERV. KERK. Beroepen te Groningen (14de pred.pl.) P. J. de Bruyn te Kethel. Te Mldwolda (Old.) J. J. Hutlnik. vicaris te Lemmer. Te Wijk bij Heusden J. van Drenth te Oolt- gensplaat. Te Oudega en Kolderwolde (toez.) P. de Ruiter, vicaris te Warr»6- veld. Aangenomen naar Nijeveen (toez.) C. W. Sohlingemann, vicaris te Eenrum (Gron.) Bedankt voor Oosterwolde (Geld.) (toez.) en voor Waarder (toez.) J. H. Cir kel te Woudenberg. GEREF. KERKEN. Tweetal te Rulnerwold-Koekange (vac. H. Herder) J. Banga te Vleutende Meern en A. Griffioen te Zoutkamp. GER. KERKEN ONDERH. ART. 31 K.O. Aangenomen naar Hengelo (O.) K. D. Gerger te Marienberg. CHR. GEREF. KERKEN. Beroepen te Aldergrove (Brits Colum bia) M. van der Klis te Zlerikzee. Te To ronto (Canada) (Free Chr. Ref. Church) J. Tammlnga te Chatham (Canada) (voor heen te Enschedé), die dit beroep ook aannaam. Te Bussum J. C. van Raven- swaaij te Schevenlngen. Te Middelburg S. van der Molen te Aalsmeer. DOOPSGEZINDE BROEDERSCHAP. Bedankt voor Leeuwarden Joh. W. Hil- verda te VeenwoudenZwaagwesteinde (nadere beslissing). GEREF. GEMEENTEN. Aangenomen naar Genemuiden C. Hege- man te Cioux Center (Iowa, U.S.A.). DS. M. VAN DER VEGTE OVERLEDEN In de ouderdom van 84 jaar is in het Doopsgezind Rusthuis te Zeist overle den ds. M. van der Vegte emeritus pre dikant van de Doopsgezinde Broeder schap. Ds. Van der Vegte aanvaardde 2 3 april 1899 het predikambt te Wolve- ga. In 1913, verwisselde hij deze gemeen te voor Drachten, waar hij in 1929 zijn bediening neerlegde. In 1923 trad hij opnieuw in actieve dienst en werd pre dikant te Delft, In 1927 werd hij te Wa- geningen beroepen, waar hij werkzaam is geweest tot aan zijn emeritaat 1 ok tober 1940. DS. C. STREEFKERK OVERLEDEN In de leeftijd van 51 jaar is te Sprang (N.B.) overleden ds. C. Streefkerk, pre dikant bij de Ned. Herv. gemeente al daar. Ds. Streefkerk werd 22 augustus 1937 te Brandwijk in het predikambt bevestigd. In 1946 vertrok hij naar Ernst en in 1950 vandaar naar Sprang. DS. P. J. MACKAAY NAAR INDONESIË Twee secretarissen van de Raad voor de Zending der Ned. Herv. Kerk. dr. W. J. L Dake en ds. P. J, Mackaav te Oegstgeest zullen op 4 januari van Schiphol voor drie maanden naar Indo nesië vertrekken. Zij zullen de daar aan wezige zendingsarbeiders bezoeken en contact opnemen met verscheidene ker kelijke instanties. Inzonderheid zal het medisch werk hun aandacht hebben. Ds. Mackaay zal als afgevaardigde van de Nederlandse Zendingsraad tevens de conferentie bijwonen van de Aziatische raad voor oecomenische zending, die van 18 tot 27 maart gehouden wordt in Prapai aan het Tobameer. Begrafenis prof. mr. dr. R. Kranenburg De begrafenis van het stoffelijk over schot van prof. mr. dr. R. Kranenburg is vastgesteld op a.s. maandagmiddag om halfeen op de begraafplaats „Nieuw Eyk en Duynens in Den Haag. Deze. weck. Wuuxten wuzt da Kaxst klok- kun - a V& cdtn. vu Kfix&fc- Jaest,ifldae: op elgan WijZfe a Da küünijes vootat mat oezithivas klmdaeUjk nu.Oud rtacjan- tin zaS an vy 'f tig "Tot voUjoinxla waötc 'wiafca Cywd. Ouda jaaa

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 9