LONG RUN
Benjamin der beeldende kunsten
toont werk in Prentenkabinet
Hiiidemiths „Mathis der Malei'
in
een overtuigende realisatie
Achttien fotografen brengen
keur uit hun produktie
Triomf voor Stanley Weiner in
Tsjaikowskyondanks bedenking
Nieuw filter geeft
volle rookgenot!
U próéft
dat u rookt!
Probeer vandaag nog
deze King Size!
95ste iaareang
Vrijdag 7 december 1956
Tweede blad no. 29006
Leerzaam in vele opzichten
In de veelzijdige reeks van technieken, die de beeldende kunstenaar
ten dienste staan bij het vastleggen of vorm geven van het aesthetisch
zien, neemt de fotografie de plaats in van de Benjamin van het gezin.
Aan Benjamin is over het algemeen het lot beschoren, alleraardigst
te worden gevonden maar niet au serieux te worden genomen.
En Benjamin heeft daartegenover de neiging, uit de natuurlijk'
overspannen belangstelling voor het ongerepte, het kritische nog wei
nig geanaliseerde, de conclusie te trekken dat het hele wereldje van
het gezin om hem draait, en dat alles buiten hem eigenlijk niet „au se
rieux" genomen moet worden, al kent hij dat begrip zelfs zonder de
taalkundige formulering niet.
Het is met deze overwegingen, dat men de expositie van een selectie
uit het werk der laatste jaren van de leden van de Nederlandse Foto
grafen Kunstkring, die vandaag in het Rijksprentenkabinet in de Klok-
steeg te Leiden is geopend, moet gaan zien en in vele onderdelen be
wonderen.
Een van de balletstudies van Ed.
van Wijk.
En het is buiten twijfel, dat deze col
lectie voor onderwijsdoeleinden zeer
waardevol is, zowel door de rijkdom
aan het goede als door de vertegenwoor
diging van het niet alleszins aanvaard
bare op het gebied van de fotografie
als kunst.
V erkeersregeli nq
De Gijsetaarsbank
KORTE FASE-SYSTEEM
vOLDEED NIET
Maakten wij in het begin van de vo
rige week melding van een gewijzigde
verkeersregeling op het kruispunt nabij
de De Gijselaarsbank, waarbij aan on
geveer tien motorrijtuigen uit elke, rij
richting gelegenheid werd gegeven om
het kruispunt te passeren, naar wij heb
ben kunnen constateren is dit experi
ment kennelijk als niet geslaagd te be
schouwen, daar met ingang van giste
ren op het oude bedienings-systeem is
teruggevallen.
Wij zijn van mening dat dit een ver
standig besluit is: beter ten halve ge
keerd dan ten hele gedwaald. Reeds op
de eerste dag dat deze proef werd toe
gepast, hebben wij er onze bezwaren,
gegrond op de praktijk, tegen kenbaar
gemaakt en de sindsdien opgedane er
varing heeft ons in het gelijk gesteld.
Met ingang van gisteren is dus het zo
genaamde korte fase-systeem opgeheven
en wordt achtereenvolgens telkens aan
de gehele file uit één en dezelfde rijrich
ting gelegenheid geboden op te rijden,
uiteraard met dien verstande dat het
verkeer niet nodeloos wordt opgehouden
ten behoeve van een wielrijder, die op
z'n gemak komt aanrijden of ten bate
van een naderende auto, die nog 25 me
ter van het kruispunt verwijderd is.
Vanzelfsprekend is ook bij dit sys
teem enig oponthoud onvermijdelijk,
doch wij geloven dat door op het oude
systeem terug te keren, men van twee
kwaden het minst kwade heeft gekozen.
JAARLIJKSE EMIGRATIE-BEHOEFTE
VAN 50.000 NEDERLANDERS
In een rapport, dat op verzoek van de
Hoge Autoriteit voor de Europese Ge
meenschap voor Kolen en Staal door het
allhier gevestigde Ned. Instituut voor
Praeventieve Geneeskunde is samenge
steld, wordt o.m. gezegd, dat de Neder
landse deskundigen van oordeel zijn, dat
in verband met de overbevolking van
ons land jaarlijks 50.000 landgenoten,
van wie 20.000 economisoh actieve, naar
overzeese landen zouden moeten emi
greren.
Wie er zijn
De expositie brengt werkstukken van
J. H. den Boestert uit Voorburg (die
o.m. een zeldzaam mooie wolkenlucht
toont), Martien Coppens uit Eindhoven
(o.a. met een treffende foto op tech
nisch gebied, een spel van licht en don
ker in een stapel betonnen buizen), B.
van Gils uit Breda, G. Th. B. van
Houweningen uit Den Haag (van wie
het jeugdige feestgangertje opvalt),
Max Koot uit Den Haag. D. G. Lanting
(Den Haag), Victor Meeussen (Den
Haag), Cas van Os (Rotterdam), L. van
Oudgaarden (Rotterdam), Jan Schiet
'Amsterdam). W. Schurman (Den
Haag), Frans Vink (Den Haag). Carel
de Vogel (Amsterdam), Cor van Weele
uit Amsterdam met de o.i. beste foto
van de expositie, (de tegenlichtopname
van een doodgraver). Lies Wiegman
(Amsterdam), M. Woldringh (Leiden),
Ed. van Wijk uit Den Haag (met enkele
zeer geslaagde opnamen uit een ballet
school), en Steef Zoetmulder uit Rot
terdam.
Bij „De Hoop" werd treiler
re water gelaten
„WILLEM". VL. 121
Om half tien vanmorgen werd op
de werf „De Hoop" van de gebr. Boot
N.V. aan De Zijl te Leiden de „Vlaar-
dingen 121, Willem bestemd voor de
redery Kwakkelstein te Vlaardingen
te water gelaten. Dit was de derde in
een serie treilers, die door de gebr.
Boot wordt gebouwd en het 134ste
schip dat bij deze werf aan het water
werd toevertrouwd.
De werf toonde weer het gebruike
ljjke beeld van belangstellenden, die
met spanning het moment afwachten,
waarop het schip onder een scherm
van schuim zijn element in het ha
ventje aan De Zijl opzoekt.
Onder hen waren de firmanten van
N.V. Boot, de directeur van de rederij,
de heer D Kwakkelstein met zoon en
dochter en de heren Tuutier en Kloos
namens de scheepvaartinspectie.
De treiler VI. 121 heeft de volgende
maten: lengte over alles 40.25 meter,
breedte 7.60 meter en holte in de zijden
3.80 meter. Het schip is uitgerust met
750 pk Deutzdieselmotor en een hulp
motor voor aandrijving van de hydrau
lische trawlwinch van 250 pk.
De eigenaar van het schip, de rederij
Kwakkelstein, beschikt over 11 schepen
voor de visvangst.
De treilers van Kwakkelstein" drin
gen door tot de 60e breedtegraad, d.i.
tot boven Schotland. Het schip zal wor
den uitgerust met radio-telefoon. Na de
tewaterlating werd de kiel gelegd voor
een nieuwe treiler in de serie.
LEIDSE UNIVERSITEIT
Bij beschikking van de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
van 4 december 1956, zijn alsnog be
noemd
in de plaats van prof. dr. A. E. van
Arkel, te Leiden tot ondervoorzitter van
de onder III van de beschikking van 27
april 1956, nr. 34737 I. afdeling V.H.M.O.
genoemde commissie natuur- en schei
kunde m.o. 1956, prof. dr. C. J. Gorter, te
Leiden en tot leden dr. W. L. Groene-
veld en dr. G. van Herk, beiden te
Leiden.
Bij beschikking van de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
is voor het tijdvak van 1 januari 1957
tot 1 januari 1958 benoemd tot admini
stratief ambtenaar C 1ste klasse in tij
delijke dienst bij het Rijksmuseum voor
de Geschiedenis der Natuurwetenschap
pen te Leiden mevrouw G. M. Teuwisse.
Bij beschikking van de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
is benoemd:
aan de Rijksuniversiteit te Leiden:
voor het tijdvak van 1 oktober 1956 tot
en met 30 september 1957 tot weten
schappelijk ambtenaar bij de farmacie
dr P. Siderius.
Zonder enig officieel vertoon zijn de
nieuwbouw en het gerestaureerde ge
deelte van de Gemeentelijke Werkplaats
aan de Groenesteeg, in gebruik geno
men. Dit werk is uitgevoerd door het
aannemersbedrijf J. H. v. d. Blij te
(Ingez. Med.-Adv.)
Ook kunst uit mechanisch
proces
Er zjjn uitvoerige discussies mogelijk
over de vraag, of fotografie kunst- kan
zijn, al of niet met- een hoofdletter.
Men kan (overigens alleen indien men
zelf de fotografie niet in al haar on
derdelen uit aesthetische ervaring kent)
de mechanisatie en technische onder
grond bij dit beeldend proces te ver
doorgedreven vinden om nog van kunst
te mogen spreken. Zonder tegenover
deze visie onmiddellijk het tegendeel te
willen plaatsen, moet er daarbij echter
op worden gewezen, dat het een te sim
plistische visde is te menen dat het
werk van de fotograaf bestaat, uit het
Indrukken van de sluiter en het resul
taat van die druk-op-de-knop te ont
wikkelen en af te drukken. De fotograaf
moet zijn object kiezen, zien, analiseren,
op de juiste wijze zijn indrukken op de
gevoelige plaat brengen, en die plaat zo
ontwikkelen couperen, afdrukken en
retoucheren, dat hij in het resultaat de
emotionele beleving die hem tot zijn op
name bracht tot een verstaanbare uit
drukking brengt.
Goed, allemaal techniek, technisch
vakmanschap dat daarvoor vereist is.
Maar niet alleen dat!
Wordt er van de fotograaf, wanneer
men de eigen niet-technische achter
gronden naar betekenis schat, niet
minstens zoveel gevraagd als van b.v.
een ten volle als kunstenaar aanvaard
groot dirigent? Een dirigent die een
door een ander gecomponeerde aesthe
tische gedachte door weer anderen ge
heel volgens de partituur met op zich
zelf dode technische middelen tot een
klankenreeks laat uitvoeren, zonder
zelf in het reële klankbeeld een ander
aandeel te hebben dan het tikje met
de dirigeerstok tegen de lessenaar.
De mechanisatie en technologische
doordrongenheid van een produktie-
wijze op het gebied der beeldende
kunst sfuiten niet uit, dat de mense
lijke geest iets waardevols persoonlijke
vorm en inhoud kan geven.
Erkenning in Leiden
De fotografie opende reeds een eeuw
geleden een nieuwe mogelijkheid tot
vormgeving op het gebied van de beel
dende kunst, en het kan slechts verwon
dering baren dat het zolang moest du
ren alvorens deze expressiemethode als
kunstvorm werd erkend. Wat. elders in
de wereld reeds veel eerder (hoewel ook
nog rijkelijk aan de late kant) geschied
de. is zich thans ook in ons land aan het
ontwikkelen: en wat er op het gebied
van de kunsthistorie gedaan wordt ten
aanzien van de fotografie, ook en zeker
niet in de laatste plaats op hedendaags
terrein, is mede te danken aan het Leids
Rijksprentenkabinet, waarvan de direc
teur prof. dr. H. van de Waal een open
oog toont voor de waarde van „Benja
min".
Enige jaren geleden heeft het Rijks
prentenkabinet een eigen historische fo
tocollectie verworven, in aansluiting
waarop een collectie van representatie
ve foto's uit verschillende perioden werd
bijeengebracht. Sindsdien zijn voor edu
catieve en voor culturele doeleinden eni
ge fotoexposities ingericht o.a. van het
werk van Nico Jesse en onlangs van de
produktie van Wim van Os.
Meeste plaats voor studie
De nieuwe tentoonstelling, die van
daag opengesteld is en in de eerste
plaats tot doel heeft studiemateriaal
voor de kunsthistorici-in-spé te bieden
doch daarnaast een zeer grote algemene
waarde heeft, toont werk van de laat
ste twee jaar van een aantal leden van
de Nederlandse Fotografen Kunstkring.
Zoals reeds gezegd: de belangstelling
voor Benjamin in de familie is groot. Zo
zal de belangstelling voor deze fotose
rie groter zijn dan voor de zeldzaam
rijke collectie van gravures en etsen en
litho's en andere prentvormen die dit
kabinet bezit.
Maar nu de andere kant: Benjamin
moet er zich voor hoeden, zichzelf tot
de enig-zalig-makende te proclameren.
Van Benjamin worden onvolkomenhe
den geaccepteerd en zelfs toegejuicht,
aardig gevonden. Maar dat juichen en
dat aardig vinden maken van die onvol
komenheden nog geen deugden.
Treffend in dit opzicht is. dat de ge-
exposeerde foto's voor de over-over-gro-
te meerderheid geen toelichtende schrif
telijke informatie bieden uit het oog
punt. dat de foto voor zichzelf moet
spreken. Er zijn weinig kunstvormen, die
geheel voor zichzelf spreken, zelfs de
meest, abstracte kunstuiting, de muziek
niet. Ook in de volkomen abstracte mu
ziek wordt telkenmale gezocht naar een
aanvullend beeld op ander aesthetisch
terrein: gezongen tekst., schriftelijke ex
plicatie, beeldende omlijsting.
Er zouden meer voorbeelden te geven
zijn van het verschijnsel, dat ook deze
Benjamin teveel de eigen waarde (wat
iets anders is dan eigenwaarde) in het
centrum stelt. De expositie in het Pren
tenkabinet biedt gelegenheid te over die
voorbeelden te vinden.
Interessant en instructief
Maar dat zou te kritisch worden, en
deze opmerkingen zijn slechts als om
lijsting bedoeld voor een oordeel dat
wij gaarne ondubbelzinnig over deze
expositie formuleren: zeer interessant
en instructief voor het hoge peil waar
op de fotografie als kunst in ons land
staat.
Jammer is, dat de verlichting van de
expositieruimte niet op het geëxposeer
de materiaal en de expositiewijze is
afgestemd. Zowel de achter glas als vrij
getoonde foto's kunnen door hinderlijke
reflectie niet ten volle worden gewaar
deerd. Er zou iets voor te zeggen zijn
in het midden van de expositiezaal een
dof zwart scherm te plaatsen (waarop
dan geen foto's mogen worden aange
bracht)
Het tentoongestelde materiaal is voor
het grootste deel van voortreffelijke
kwaliteit, representatief voor vak
manschap en aesthetisch inzicht der
fotografische kunstenaars die ons
land gelukkig ln zo ruime mate telt.!
Residentie-Orkest op volle kracht!
Hoogtepunt van dit vierde concert R.O. was de machtige repro-
duktie van Hindemith's driedelige „symfonie" Mathis der Maler
niet te verwarren met de opera van die naam reeds op 6 januari
1938 hier door van Otterloo gebracht en thans met zülk een bezielende
overtuigingskracht uit het hoofd gedirigeerd, dat men er wel totaal van
onder de ban moest komen!
Men kan spreken van een reeds tijdens zijn leven „klassiek" gewor
den Hindemith, wiens „Mathis" stamde uit een periode van vereen
voudiging in zijn scheppingskunst: minder hard, minder radicaal is hij
hier dan in vroeger werk, sterker is hij gericht op melodische intensi
vering en fixering der harmonische wetmatigheden.
Wat eertijds in deze altaar-trilogie,
geïnspireerd op het werk van Dürer's
tijdgenoot, de laat-middeleeuwse schil
der Mathias Grünewald (te zien in het
museum te Kolmar), „bizar" en hoogst
bevreemdend klinken mocht, is thans
volkomen voor het oor vertrouwd ge
raakt, zelfs tot geestelijk eigendom ge
worden.
Hoe moet Hindemith, toentertijd op
hét toppunt van zijn creatieve kracht,
gegrepen zijn geweest door deze hem
obsederende schilderingen: Christus ge
boorte (Engelenkonzert). ook door
Mahler, maar hoe geheel anders bezon
gen, de Graflegging en de Verzoeking
van de Heilige Antonius.
Invloeden van Strauss en Reger zijn
hier weliswaar nog merkbaar, doch
niettemin ook in hoge mate Hindemiths
krachtige individualiteit, zijn originali
teit.
Kenmerkend zijn een suggestieve ge
voelsexpressie. een melodische inspira
tie. een geladen bewogenheid, vooral
verrassend in het derde deel.
Hoogste bewondering mag gelden voor
Hindemith's contrapuntisch meester
schap in dit spel van motieven en
tegenmotieven met de feestelijke Can-
tus Firmus der trombones. De in pasto
rale sfeer gehulde Graflegging vormt
een tragisch, harmonisch gedurfd tus-
sendeel. onderbroken door verheffende
sereniteit, waarop als een schok „De
verzoeking'1 met haar hartstochtelijke
strijkersinzet zich openstelt ter inlei
ding van de brede en dramatische uit
beelding van hellesmarten en pijnen
door Antonius ondergaan, ritmisch op
zwepend, fantastisch en rijk gescha
keerd zich oplossend in de hymnen van
het authentieke „Lauda Sion Salvato-
rum", de plechtige, orgelende klanken,
waar het superieure koper van dit or
kest triomfeert als een zelden ge-
evenaarde fugatische slotapotheose,
waarin weergaloos het stralende „Alle
luia" uitmondt.
Van Otterloo kent dit werk, een der
climaxen in Hindemith ontzaglijk
oeuvre door en door: hij dirigeert het
met een haast ongeloofwaardige tref
zekerheid, men voelt, dat het zijn diepe
liefde heeft. Boeiend-meeslepend, ge
spannen is zijn realisatie, die welhaast
als ideaal te bestempelen is.
Met een even ideaal, sonoor klinkend
orkest, dat tot de talrijke ongemene
waarden is doorgedrongen.
Deze „Mathis" zó weer eens te horen,
was een treffende openbaring, impone
rend ook door de volledige overtuigings
kracht, waarvan deze herleving sprak.
Te indrukwekkender was dit alles na
het spel van de Amerikaanse violist
Stanley Weiner in Tsjaikowsky's mu
zikaal sterk aanvechtbaar Vioolconcert
in D gr. t., aanvankelijk als „onbespeel
baar" beschouwd, doch sinds jaar en
dag een der meest effectvolle uit de
ganse literatuur.
De regelmatige concertbezoeker kent
het uit de hand van talloze coryfeeën.
Nochtans sleept het tallozen altijd weer
mee. Stanley Weiner bezit een eminente
techniek, een charmerende, tempera
mentvolle, doch wel zeer naar de uiter
ste gevoelszijde neigende, soms te zoe
telijke Andante! voordracht, die
zwakten van dit werk geenszins doet
vergeten.
Zijn preferentie de ene toon in de
andere over te laten glijden, vooral in
de aanvang meermalen duidelijke on
zuiverheden en dikwijls een manque
aan edele toonintensiviteit, in welk
opzicht wij bijv. juist zulke schitteren
de herinneringen hebben aan een
Nathan Milstein, zijn enkele van onze
bedenkingen.
Niettemin liep het tenslotte uit op
een dynamische vertolking vol stuwend
élan, met een zegevierende overwinning
der verbijsterend moeilijke technische
obstakels.
Opmerkelijk was de harmonieuze
samenwerking met het soepel accom
pagnerende orkest, die kennelijk resul
teerde in vreugde aan beide zijden!
Uitbundig succes bij het auditorium,
dat deze Tsjaikowsky toch altijd graag
ln zich opneemt.
Inzet van de avond vormde de zelden
gehoorde Suite uit de muzieken bij
„Der Bürger als Edelmann" (op. 60)
van Richard Strausst verrukkelijk
doorzichtig in de kamerbezetting,
doortrokken van compacte pétillante
humor, op-en-top Strauss met veler
lei reminicenties aan „Der Rosenka-
valier".
Een voortreffelijke omlijsting van
Moliére's gedachten (Le bougeois
gentilhomme), waarbij Strauss, put
tend uit Lully's partituur toch de per
soonlijke zeggingskracht vond, om er
een geheel eigen cachet en welk
een cachet! aan te geven.
Een superieure, fijnzinnige partituur,
die wij graag en dan nog wat in
tenser ingespeeld dan nu het geval
was verlangen méér te horen, mede
door de beminnelijke geest en de
compositorische zuiverheid, welke er
aan ten grondslag liggen.
Ook daarvan heeft de stampvolle zaal
genoten!
H.
ST.-NICOLAAS BIJ DE MILITAIREN.
„O, kom er eens kijken". Onder dit
motto bracht gisteravond het cabaret-
en revuegezèlschap Henk Buckmans de
Kokssohoolmannen in de grote kantine
van de Doelenkazerne een wat late Sint-
Nicolaas-feestavond. Deze sympathieke
geste van de dienst „Welzijnszorg" is
door allen zeer gewaardeerd, nu velen
de huiselijke sfeer tijdens deze feest
avonden toch a,l missen. Het cabaret
had een zeer afwisselend programma,
waaraan o.a. bekende radio-artiesten
meewerkten. Men kan op een zeer ge
slaagde avond terugzien.
KERSTGASTENDAGEN
OUD-POELGEEST
Onder het motto „Heden wordt u ge
boren" organiseert de Stichting Oud-
Poelgeest in het Kasteel Oud-Poelgeest
kerstgastendagen, o.a. zal gesproken
worden over moderne kunst en het hui
dige tijdsgebeuren.
JURIDISCHE VOORDRACHT
In het kader van de voordrachten voor
afgestudeerde juristen van de Neder
landse Universiteiten, die mede toegan
kelijk zijn voor notarissen, kandidaat
notarissen, bestuursambtenaren ambte
naren van de belastingdienst en andere
belangstellenden, spreekt a.s. woensdag
avond in het Academiegebouw, prof. mr.
F. M. baron van Asbeck over het onder
werp „Suezkanaal en Panamakanaal".
ACADEMISCHE EXAMENS
Geslaagd voor het kand. examen Ned.
Recht mej. A. C. Rueb (Velp) mej. R.
A. van Holthoon (Wassenaar) en de he
ren K. F. P. Langemeijer (Maastricht),
E. Aardema (Den Haag), E. J. Müller
(Amsterdam), C. W. C. Schneithorst
(Amsterdam). F. Brandt Corstius (Lei
den). H. J. Lems (Rotterdam) en Ch. J.
A. Manders (Alblasserdam)doctoraal
examen Ned. Recht de heer L. C. Bosch
van Rosenthal (Leiden).
Nu kunt u een filter-sigaret
roken en toch genieten, echt
genieten als van een gewone
sigaret. Steek op zo'n nieuwe
Long Run met het acetaat-
filter. Dank zij dit filter proeft
u de rijpe geurige tabakken,
volledigWat een intens
genoegen deze filter-sigaret
King Size Filter 85 ct
2000 Hongaren via
ons land naar Canada
Nederland en Canada zijn in be
ginsel overeengekomen, dat de 2000
Hongaarse vluchtelingen, die tijdelijk
in Nederland zullen worden gehuis
vest, volgend voorjaar naar Canada
zullen worden overgebracht. Zoals is
gemeld heeft de Nederlandse regering
besloten, behalve de 3000 Hongaren,
die zich definitief in ons land zullen
vestigen, nog 2000 Hongaarse vluch
telingen tijdelijk op te nemen. Over
de emigratie van deze 2000 mensen
naar Canada hebben, naar de Cana
dese ambassade meedeelde, minister
Suurhoff en de Canadese minister
van immigratie Pickersgill, in prin
cipe overeenstemming bereikt. De ko
mende weken zullen de bijzonderhe
den van dit akkoord nader worden
I.K.I.-Voorschoten leed
aanzienlijke verliezen
DIT JAAR REEDS EEN KLEINE
WINST.
Blijkens een uitvoerig verslag over 1955
van de waarnemend directeur van de In
ternationale Kuststoffen Industrie n.v.
te Voorschoten is het afgelopen jaar
teleurstellend geweest, niet alleen omdat
een groot verlies moest worden opge
voerd door toevoeging van posten uit
vorige boekjaren, maar vooral ook om
dat het niet mogelijk bleek het bedrijf
in korte tijd rendabel te maken Bij de
reorganisatie bleek, dat eerst de boek
houding zó moest worden opgezet, dat
een snelle beoordeling van de resulta
ten mogelijk was. Dit heeft geruime tijd
in beslag genomen.
In het verslag zijn nu de cijfers ver
werkt bot en met de achtste periode
'per 13 oktober 1956). Besloten is geen
gedetailleerde verlies- en winstrekening
over 1955 samen te stellen, daar aller
eerst alle krachten moesten worden ge
concentreerd op reorganisatie van de
administratie. Het is niet mogelijk een
juist verliescijfer, uitsluitend betrekking
hebbende op 1955, te geven. In het ten
laste van 1955 geboekte verlies van
f. 762.443 is begrepen een bedrag van
f. 197.816 aan afschrijvingen en van
f. 71.852 aan interest. Aangenomen moet
worden, dat het bedrijfsverlies over 1955
nog aanzienlijk is geweest.
Aan het verslag is toegevoegd een
tussentijdse balans per 13 oktober 1956.
Uit het verloop van de financiële resul
taten over de eerste acht perioden van
1956 blijkt, dat het verlies kon worden
omgezet in een winst van totaal f. 1000.
Commissarissen zijn akkoord gegaan
met het voorstel van de waarnemend
directeur om de heer D. J. Brand voor
te dragen als directeur van de I.K.I.; de
waarnemend directeur, ir. W. H. Oosten,
is lid van de raad van commissarissen.