LONG RUN Benjamin der beeldende kunsten toont werk in Prentenkabinet Hiiidemiths „Mathis der Malei' in een overtuigende realisatie Achttien fotografen brengen keur uit hun produktie Triomf voor Stanley Weiner in Tsjaikowskyondanks bedenking Nieuw filter geeft volle rookgenot! U próéft dat u rookt! Probeer vandaag nog deze King Size! 95ste iaareang Vrijdag 7 december 1956 Tweede blad no. 29006 Leerzaam in vele opzichten In de veelzijdige reeks van technieken, die de beeldende kunstenaar ten dienste staan bij het vastleggen of vorm geven van het aesthetisch zien, neemt de fotografie de plaats in van de Benjamin van het gezin. Aan Benjamin is over het algemeen het lot beschoren, alleraardigst te worden gevonden maar niet au serieux te worden genomen. En Benjamin heeft daartegenover de neiging, uit de natuurlijk' overspannen belangstelling voor het ongerepte, het kritische nog wei nig geanaliseerde, de conclusie te trekken dat het hele wereldje van het gezin om hem draait, en dat alles buiten hem eigenlijk niet „au se rieux" genomen moet worden, al kent hij dat begrip zelfs zonder de taalkundige formulering niet. Het is met deze overwegingen, dat men de expositie van een selectie uit het werk der laatste jaren van de leden van de Nederlandse Foto grafen Kunstkring, die vandaag in het Rijksprentenkabinet in de Klok- steeg te Leiden is geopend, moet gaan zien en in vele onderdelen be wonderen. Een van de balletstudies van Ed. van Wijk. En het is buiten twijfel, dat deze col lectie voor onderwijsdoeleinden zeer waardevol is, zowel door de rijkdom aan het goede als door de vertegenwoor diging van het niet alleszins aanvaard bare op het gebied van de fotografie als kunst. V erkeersregeli nq De Gijsetaarsbank KORTE FASE-SYSTEEM vOLDEED NIET Maakten wij in het begin van de vo rige week melding van een gewijzigde verkeersregeling op het kruispunt nabij de De Gijselaarsbank, waarbij aan on geveer tien motorrijtuigen uit elke, rij richting gelegenheid werd gegeven om het kruispunt te passeren, naar wij heb ben kunnen constateren is dit experi ment kennelijk als niet geslaagd te be schouwen, daar met ingang van giste ren op het oude bedienings-systeem is teruggevallen. Wij zijn van mening dat dit een ver standig besluit is: beter ten halve ge keerd dan ten hele gedwaald. Reeds op de eerste dag dat deze proef werd toe gepast, hebben wij er onze bezwaren, gegrond op de praktijk, tegen kenbaar gemaakt en de sindsdien opgedane er varing heeft ons in het gelijk gesteld. Met ingang van gisteren is dus het zo genaamde korte fase-systeem opgeheven en wordt achtereenvolgens telkens aan de gehele file uit één en dezelfde rijrich ting gelegenheid geboden op te rijden, uiteraard met dien verstande dat het verkeer niet nodeloos wordt opgehouden ten behoeve van een wielrijder, die op z'n gemak komt aanrijden of ten bate van een naderende auto, die nog 25 me ter van het kruispunt verwijderd is. Vanzelfsprekend is ook bij dit sys teem enig oponthoud onvermijdelijk, doch wij geloven dat door op het oude systeem terug te keren, men van twee kwaden het minst kwade heeft gekozen. JAARLIJKSE EMIGRATIE-BEHOEFTE VAN 50.000 NEDERLANDERS In een rapport, dat op verzoek van de Hoge Autoriteit voor de Europese Ge meenschap voor Kolen en Staal door het allhier gevestigde Ned. Instituut voor Praeventieve Geneeskunde is samenge steld, wordt o.m. gezegd, dat de Neder landse deskundigen van oordeel zijn, dat in verband met de overbevolking van ons land jaarlijks 50.000 landgenoten, van wie 20.000 economisoh actieve, naar overzeese landen zouden moeten emi greren. Wie er zijn De expositie brengt werkstukken van J. H. den Boestert uit Voorburg (die o.m. een zeldzaam mooie wolkenlucht toont), Martien Coppens uit Eindhoven (o.a. met een treffende foto op tech nisch gebied, een spel van licht en don ker in een stapel betonnen buizen), B. van Gils uit Breda, G. Th. B. van Houweningen uit Den Haag (van wie het jeugdige feestgangertje opvalt), Max Koot uit Den Haag. D. G. Lanting (Den Haag), Victor Meeussen (Den Haag), Cas van Os (Rotterdam), L. van Oudgaarden (Rotterdam), Jan Schiet 'Amsterdam). W. Schurman (Den Haag), Frans Vink (Den Haag). Carel de Vogel (Amsterdam), Cor van Weele uit Amsterdam met de o.i. beste foto van de expositie, (de tegenlichtopname van een doodgraver). Lies Wiegman (Amsterdam), M. Woldringh (Leiden), Ed. van Wijk uit Den Haag (met enkele zeer geslaagde opnamen uit een ballet school), en Steef Zoetmulder uit Rot terdam. Bij „De Hoop" werd treiler re water gelaten „WILLEM". VL. 121 Om half tien vanmorgen werd op de werf „De Hoop" van de gebr. Boot N.V. aan De Zijl te Leiden de „Vlaar- dingen 121, Willem bestemd voor de redery Kwakkelstein te Vlaardingen te water gelaten. Dit was de derde in een serie treilers, die door de gebr. Boot wordt gebouwd en het 134ste schip dat bij deze werf aan het water werd toevertrouwd. De werf toonde weer het gebruike ljjke beeld van belangstellenden, die met spanning het moment afwachten, waarop het schip onder een scherm van schuim zijn element in het ha ventje aan De Zijl opzoekt. Onder hen waren de firmanten van N.V. Boot, de directeur van de rederij, de heer D Kwakkelstein met zoon en dochter en de heren Tuutier en Kloos namens de scheepvaartinspectie. De treiler VI. 121 heeft de volgende maten: lengte over alles 40.25 meter, breedte 7.60 meter en holte in de zijden 3.80 meter. Het schip is uitgerust met 750 pk Deutzdieselmotor en een hulp motor voor aandrijving van de hydrau lische trawlwinch van 250 pk. De eigenaar van het schip, de rederij Kwakkelstein, beschikt over 11 schepen voor de visvangst. De treilers van Kwakkelstein" drin gen door tot de 60e breedtegraad, d.i. tot boven Schotland. Het schip zal wor den uitgerust met radio-telefoon. Na de tewaterlating werd de kiel gelegd voor een nieuwe treiler in de serie. LEIDSE UNIVERSITEIT Bij beschikking van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 4 december 1956, zijn alsnog be noemd in de plaats van prof. dr. A. E. van Arkel, te Leiden tot ondervoorzitter van de onder III van de beschikking van 27 april 1956, nr. 34737 I. afdeling V.H.M.O. genoemde commissie natuur- en schei kunde m.o. 1956, prof. dr. C. J. Gorter, te Leiden en tot leden dr. W. L. Groene- veld en dr. G. van Herk, beiden te Leiden. Bij beschikking van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is voor het tijdvak van 1 januari 1957 tot 1 januari 1958 benoemd tot admini stratief ambtenaar C 1ste klasse in tij delijke dienst bij het Rijksmuseum voor de Geschiedenis der Natuurwetenschap pen te Leiden mevrouw G. M. Teuwisse. Bij beschikking van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is benoemd: aan de Rijksuniversiteit te Leiden: voor het tijdvak van 1 oktober 1956 tot en met 30 september 1957 tot weten schappelijk ambtenaar bij de farmacie dr P. Siderius. Zonder enig officieel vertoon zijn de nieuwbouw en het gerestaureerde ge deelte van de Gemeentelijke Werkplaats aan de Groenesteeg, in gebruik geno men. Dit werk is uitgevoerd door het aannemersbedrijf J. H. v. d. Blij te (Ingez. Med.-Adv.) Ook kunst uit mechanisch proces Er zjjn uitvoerige discussies mogelijk over de vraag, of fotografie kunst- kan zijn, al of niet met- een hoofdletter. Men kan (overigens alleen indien men zelf de fotografie niet in al haar on derdelen uit aesthetische ervaring kent) de mechanisatie en technische onder grond bij dit beeldend proces te ver doorgedreven vinden om nog van kunst te mogen spreken. Zonder tegenover deze visie onmiddellijk het tegendeel te willen plaatsen, moet er daarbij echter op worden gewezen, dat het een te sim plistische visde is te menen dat het werk van de fotograaf bestaat, uit het Indrukken van de sluiter en het resul taat van die druk-op-de-knop te ont wikkelen en af te drukken. De fotograaf moet zijn object kiezen, zien, analiseren, op de juiste wijze zijn indrukken op de gevoelige plaat brengen, en die plaat zo ontwikkelen couperen, afdrukken en retoucheren, dat hij in het resultaat de emotionele beleving die hem tot zijn op name bracht tot een verstaanbare uit drukking brengt. Goed, allemaal techniek, technisch vakmanschap dat daarvoor vereist is. Maar niet alleen dat! Wordt er van de fotograaf, wanneer men de eigen niet-technische achter gronden naar betekenis schat, niet minstens zoveel gevraagd als van b.v. een ten volle als kunstenaar aanvaard groot dirigent? Een dirigent die een door een ander gecomponeerde aesthe tische gedachte door weer anderen ge heel volgens de partituur met op zich zelf dode technische middelen tot een klankenreeks laat uitvoeren, zonder zelf in het reële klankbeeld een ander aandeel te hebben dan het tikje met de dirigeerstok tegen de lessenaar. De mechanisatie en technologische doordrongenheid van een produktie- wijze op het gebied der beeldende kunst sfuiten niet uit, dat de mense lijke geest iets waardevols persoonlijke vorm en inhoud kan geven. Erkenning in Leiden De fotografie opende reeds een eeuw geleden een nieuwe mogelijkheid tot vormgeving op het gebied van de beel dende kunst, en het kan slechts verwon dering baren dat het zolang moest du ren alvorens deze expressiemethode als kunstvorm werd erkend. Wat. elders in de wereld reeds veel eerder (hoewel ook nog rijkelijk aan de late kant) geschied de. is zich thans ook in ons land aan het ontwikkelen: en wat er op het gebied van de kunsthistorie gedaan wordt ten aanzien van de fotografie, ook en zeker niet in de laatste plaats op hedendaags terrein, is mede te danken aan het Leids Rijksprentenkabinet, waarvan de direc teur prof. dr. H. van de Waal een open oog toont voor de waarde van „Benja min". Enige jaren geleden heeft het Rijks prentenkabinet een eigen historische fo tocollectie verworven, in aansluiting waarop een collectie van representatie ve foto's uit verschillende perioden werd bijeengebracht. Sindsdien zijn voor edu catieve en voor culturele doeleinden eni ge fotoexposities ingericht o.a. van het werk van Nico Jesse en onlangs van de produktie van Wim van Os. Meeste plaats voor studie De nieuwe tentoonstelling, die van daag opengesteld is en in de eerste plaats tot doel heeft studiemateriaal voor de kunsthistorici-in-spé te bieden doch daarnaast een zeer grote algemene waarde heeft, toont werk van de laat ste twee jaar van een aantal leden van de Nederlandse Fotografen Kunstkring. Zoals reeds gezegd: de belangstelling voor Benjamin in de familie is groot. Zo zal de belangstelling voor deze fotose rie groter zijn dan voor de zeldzaam rijke collectie van gravures en etsen en litho's en andere prentvormen die dit kabinet bezit. Maar nu de andere kant: Benjamin moet er zich voor hoeden, zichzelf tot de enig-zalig-makende te proclameren. Van Benjamin worden onvolkomenhe den geaccepteerd en zelfs toegejuicht, aardig gevonden. Maar dat juichen en dat aardig vinden maken van die onvol komenheden nog geen deugden. Treffend in dit opzicht is. dat de ge- exposeerde foto's voor de over-over-gro- te meerderheid geen toelichtende schrif telijke informatie bieden uit het oog punt. dat de foto voor zichzelf moet spreken. Er zijn weinig kunstvormen, die geheel voor zichzelf spreken, zelfs de meest, abstracte kunstuiting, de muziek niet. Ook in de volkomen abstracte mu ziek wordt telkenmale gezocht naar een aanvullend beeld op ander aesthetisch terrein: gezongen tekst., schriftelijke ex plicatie, beeldende omlijsting. Er zouden meer voorbeelden te geven zijn van het verschijnsel, dat ook deze Benjamin teveel de eigen waarde (wat iets anders is dan eigenwaarde) in het centrum stelt. De expositie in het Pren tenkabinet biedt gelegenheid te over die voorbeelden te vinden. Interessant en instructief Maar dat zou te kritisch worden, en deze opmerkingen zijn slechts als om lijsting bedoeld voor een oordeel dat wij gaarne ondubbelzinnig over deze expositie formuleren: zeer interessant en instructief voor het hoge peil waar op de fotografie als kunst in ons land staat. Jammer is, dat de verlichting van de expositieruimte niet op het geëxposeer de materiaal en de expositiewijze is afgestemd. Zowel de achter glas als vrij getoonde foto's kunnen door hinderlijke reflectie niet ten volle worden gewaar deerd. Er zou iets voor te zeggen zijn in het midden van de expositiezaal een dof zwart scherm te plaatsen (waarop dan geen foto's mogen worden aange bracht) Het tentoongestelde materiaal is voor het grootste deel van voortreffelijke kwaliteit, representatief voor vak manschap en aesthetisch inzicht der fotografische kunstenaars die ons land gelukkig ln zo ruime mate telt.! Residentie-Orkest op volle kracht! Hoogtepunt van dit vierde concert R.O. was de machtige repro- duktie van Hindemith's driedelige „symfonie" Mathis der Maler niet te verwarren met de opera van die naam reeds op 6 januari 1938 hier door van Otterloo gebracht en thans met zülk een bezielende overtuigingskracht uit het hoofd gedirigeerd, dat men er wel totaal van onder de ban moest komen! Men kan spreken van een reeds tijdens zijn leven „klassiek" gewor den Hindemith, wiens „Mathis" stamde uit een periode van vereen voudiging in zijn scheppingskunst: minder hard, minder radicaal is hij hier dan in vroeger werk, sterker is hij gericht op melodische intensi vering en fixering der harmonische wetmatigheden. Wat eertijds in deze altaar-trilogie, geïnspireerd op het werk van Dürer's tijdgenoot, de laat-middeleeuwse schil der Mathias Grünewald (te zien in het museum te Kolmar), „bizar" en hoogst bevreemdend klinken mocht, is thans volkomen voor het oor vertrouwd ge raakt, zelfs tot geestelijk eigendom ge worden. Hoe moet Hindemith, toentertijd op hét toppunt van zijn creatieve kracht, gegrepen zijn geweest door deze hem obsederende schilderingen: Christus ge boorte (Engelenkonzert). ook door Mahler, maar hoe geheel anders bezon gen, de Graflegging en de Verzoeking van de Heilige Antonius. Invloeden van Strauss en Reger zijn hier weliswaar nog merkbaar, doch niettemin ook in hoge mate Hindemiths krachtige individualiteit, zijn originali teit. Kenmerkend zijn een suggestieve ge voelsexpressie. een melodische inspira tie. een geladen bewogenheid, vooral verrassend in het derde deel. Hoogste bewondering mag gelden voor Hindemith's contrapuntisch meester schap in dit spel van motieven en tegenmotieven met de feestelijke Can- tus Firmus der trombones. De in pasto rale sfeer gehulde Graflegging vormt een tragisch, harmonisch gedurfd tus- sendeel. onderbroken door verheffende sereniteit, waarop als een schok „De verzoeking'1 met haar hartstochtelijke strijkersinzet zich openstelt ter inlei ding van de brede en dramatische uit beelding van hellesmarten en pijnen door Antonius ondergaan, ritmisch op zwepend, fantastisch en rijk gescha keerd zich oplossend in de hymnen van het authentieke „Lauda Sion Salvato- rum", de plechtige, orgelende klanken, waar het superieure koper van dit or kest triomfeert als een zelden ge- evenaarde fugatische slotapotheose, waarin weergaloos het stralende „Alle luia" uitmondt. Van Otterloo kent dit werk, een der climaxen in Hindemith ontzaglijk oeuvre door en door: hij dirigeert het met een haast ongeloofwaardige tref zekerheid, men voelt, dat het zijn diepe liefde heeft. Boeiend-meeslepend, ge spannen is zijn realisatie, die welhaast als ideaal te bestempelen is. Met een even ideaal, sonoor klinkend orkest, dat tot de talrijke ongemene waarden is doorgedrongen. Deze „Mathis" zó weer eens te horen, was een treffende openbaring, impone rend ook door de volledige overtuigings kracht, waarvan deze herleving sprak. Te indrukwekkender was dit alles na het spel van de Amerikaanse violist Stanley Weiner in Tsjaikowsky's mu zikaal sterk aanvechtbaar Vioolconcert in D gr. t., aanvankelijk als „onbespeel baar" beschouwd, doch sinds jaar en dag een der meest effectvolle uit de ganse literatuur. De regelmatige concertbezoeker kent het uit de hand van talloze coryfeeën. Nochtans sleept het tallozen altijd weer mee. Stanley Weiner bezit een eminente techniek, een charmerende, tempera mentvolle, doch wel zeer naar de uiter ste gevoelszijde neigende, soms te zoe telijke Andante! voordracht, die zwakten van dit werk geenszins doet vergeten. Zijn preferentie de ene toon in de andere over te laten glijden, vooral in de aanvang meermalen duidelijke on zuiverheden en dikwijls een manque aan edele toonintensiviteit, in welk opzicht wij bijv. juist zulke schitteren de herinneringen hebben aan een Nathan Milstein, zijn enkele van onze bedenkingen. Niettemin liep het tenslotte uit op een dynamische vertolking vol stuwend élan, met een zegevierende overwinning der verbijsterend moeilijke technische obstakels. Opmerkelijk was de harmonieuze samenwerking met het soepel accom pagnerende orkest, die kennelijk resul teerde in vreugde aan beide zijden! Uitbundig succes bij het auditorium, dat deze Tsjaikowsky toch altijd graag ln zich opneemt. Inzet van de avond vormde de zelden gehoorde Suite uit de muzieken bij „Der Bürger als Edelmann" (op. 60) van Richard Strausst verrukkelijk doorzichtig in de kamerbezetting, doortrokken van compacte pétillante humor, op-en-top Strauss met veler lei reminicenties aan „Der Rosenka- valier". Een voortreffelijke omlijsting van Moliére's gedachten (Le bougeois gentilhomme), waarbij Strauss, put tend uit Lully's partituur toch de per soonlijke zeggingskracht vond, om er een geheel eigen cachet en welk een cachet! aan te geven. Een superieure, fijnzinnige partituur, die wij graag en dan nog wat in tenser ingespeeld dan nu het geval was verlangen méér te horen, mede door de beminnelijke geest en de compositorische zuiverheid, welke er aan ten grondslag liggen. Ook daarvan heeft de stampvolle zaal genoten! H. ST.-NICOLAAS BIJ DE MILITAIREN. „O, kom er eens kijken". Onder dit motto bracht gisteravond het cabaret- en revuegezèlschap Henk Buckmans de Kokssohoolmannen in de grote kantine van de Doelenkazerne een wat late Sint- Nicolaas-feestavond. Deze sympathieke geste van de dienst „Welzijnszorg" is door allen zeer gewaardeerd, nu velen de huiselijke sfeer tijdens deze feest avonden toch a,l missen. Het cabaret had een zeer afwisselend programma, waaraan o.a. bekende radio-artiesten meewerkten. Men kan op een zeer ge slaagde avond terugzien. KERSTGASTENDAGEN OUD-POELGEEST Onder het motto „Heden wordt u ge boren" organiseert de Stichting Oud- Poelgeest in het Kasteel Oud-Poelgeest kerstgastendagen, o.a. zal gesproken worden over moderne kunst en het hui dige tijdsgebeuren. JURIDISCHE VOORDRACHT In het kader van de voordrachten voor afgestudeerde juristen van de Neder landse Universiteiten, die mede toegan kelijk zijn voor notarissen, kandidaat notarissen, bestuursambtenaren ambte naren van de belastingdienst en andere belangstellenden, spreekt a.s. woensdag avond in het Academiegebouw, prof. mr. F. M. baron van Asbeck over het onder werp „Suezkanaal en Panamakanaal". ACADEMISCHE EXAMENS Geslaagd voor het kand. examen Ned. Recht mej. A. C. Rueb (Velp) mej. R. A. van Holthoon (Wassenaar) en de he ren K. F. P. Langemeijer (Maastricht), E. Aardema (Den Haag), E. J. Müller (Amsterdam), C. W. C. Schneithorst (Amsterdam). F. Brandt Corstius (Lei den). H. J. Lems (Rotterdam) en Ch. J. A. Manders (Alblasserdam)doctoraal examen Ned. Recht de heer L. C. Bosch van Rosenthal (Leiden). Nu kunt u een filter-sigaret roken en toch genieten, echt genieten als van een gewone sigaret. Steek op zo'n nieuwe Long Run met het acetaat- filter. Dank zij dit filter proeft u de rijpe geurige tabakken, volledigWat een intens genoegen deze filter-sigaret King Size Filter 85 ct 2000 Hongaren via ons land naar Canada Nederland en Canada zijn in be ginsel overeengekomen, dat de 2000 Hongaarse vluchtelingen, die tijdelijk in Nederland zullen worden gehuis vest, volgend voorjaar naar Canada zullen worden overgebracht. Zoals is gemeld heeft de Nederlandse regering besloten, behalve de 3000 Hongaren, die zich definitief in ons land zullen vestigen, nog 2000 Hongaarse vluch telingen tijdelijk op te nemen. Over de emigratie van deze 2000 mensen naar Canada hebben, naar de Cana dese ambassade meedeelde, minister Suurhoff en de Canadese minister van immigratie Pickersgill, in prin cipe overeenstemming bereikt. De ko mende weken zullen de bijzonderhe den van dit akkoord nader worden I.K.I.-Voorschoten leed aanzienlijke verliezen DIT JAAR REEDS EEN KLEINE WINST. Blijkens een uitvoerig verslag over 1955 van de waarnemend directeur van de In ternationale Kuststoffen Industrie n.v. te Voorschoten is het afgelopen jaar teleurstellend geweest, niet alleen omdat een groot verlies moest worden opge voerd door toevoeging van posten uit vorige boekjaren, maar vooral ook om dat het niet mogelijk bleek het bedrijf in korte tijd rendabel te maken Bij de reorganisatie bleek, dat eerst de boek houding zó moest worden opgezet, dat een snelle beoordeling van de resulta ten mogelijk was. Dit heeft geruime tijd in beslag genomen. In het verslag zijn nu de cijfers ver werkt bot en met de achtste periode 'per 13 oktober 1956). Besloten is geen gedetailleerde verlies- en winstrekening over 1955 samen te stellen, daar aller eerst alle krachten moesten worden ge concentreerd op reorganisatie van de administratie. Het is niet mogelijk een juist verliescijfer, uitsluitend betrekking hebbende op 1955, te geven. In het ten laste van 1955 geboekte verlies van f. 762.443 is begrepen een bedrag van f. 197.816 aan afschrijvingen en van f. 71.852 aan interest. Aangenomen moet worden, dat het bedrijfsverlies over 1955 nog aanzienlijk is geweest. Aan het verslag is toegevoegd een tussentijdse balans per 13 oktober 1956. Uit het verloop van de financiële resul taten over de eerste acht perioden van 1956 blijkt, dat het verlies kon worden omgezet in een winst van totaal f. 1000. Commissarissen zijn akkoord gegaan met het voorstel van de waarnemend directeur om de heer D. J. Brand voor te dragen als directeur van de I.K.I.; de waarnemend directeur, ir. W. H. Oosten, is lid van de raad van commissarissen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 3