„OPPAS" SINTERKLAASVERHAAL J. P. Heije's Sinterklaaslied is na nog steeds populair een eeuw door ARAMIS van Sint Nicolaas in van „Zie de maan schijnt door de bomen" genieten Hij leerde de kinderen van liet „heerlijk avondje" D 15ste jaargang Dinsdag 4 december 1956 no. 29003 N het onthouden van data zijn wij bepaald geen uitblinkers, maar wij weten positief, dat het op de avond •an vrijdag, 2 december 1955. was. dat nze Troetel, elegant de theepot bestu- end. ons opgewekt vertelde: Zeg, ik leb morgenmiddag een klusje voor je. Wij schrokken. Het was nog maar zó kort geleden dat tij abusievelijk de motor van de was machine geaard hadden met de an- enne van onze benedenbuurman, dat tij geneigd waren elke huishoudelijke pdracht uit de weg gaan. Het enige ereedschap. waarmee wij waarlijk goed umien omgaan, is trouwens de blikope- ,er, en die beheerst onze Troetel zelf ok geheel, reeds vanaf de dagen toen aar bruidsboeket nog geurde. Een klusje? herhaalden wij onbe- aaglijk. Als je maar weet dat ik niet réér aan de kapstok begin. Die muur i de gang is nu eenmaal niet bestand egen spijkers. Wie praat er van de kapstok? vroeg 'roetel hautain. Die hangt nog best. !ee. wees maar niet bang. Je hoeft niet 1 actie te komen met je twee linker- anden. Ik heb alleen aan Jossie be- lofd, dat je morgenmiddag bij haar omt oppassen. Ze wil de stad in met rits om Sinterklaasinkopen te doen en snapt, dat ze niét drie kleine kinde- »n onbeheerd in dat nieuwe vreemde uis kan achterlaten. Nu zijn wij van nature echt de be- merdste niet, maar op dat ogenblik wa- en wij toch wel even perplex. Wij am- ieerden het baby-sitten bij Jossie en rits in genen dele! Persoonlijk kenden 'ij ze eigenlijk niet eens goed, want ossie mag dan vóór onze tijd een harts- riendin van onze Troetel geweest zijn. an een innig contact in de laatste iren was geen sprake geweest. Zij oonde trouwens met haar Frits in indhoven maar nu had het grote edrijf, waar hij werkzaam is, hem naar msterdam overgeplaatst. Uit recente lededelingen van onze Troetel wisten ij. dat ze nog maar pas een fonkel- ieuw huis betrokken hadden in een in die tuinsteden ten westen van West. e troetel had ons geestdriftig verteld, at het enige wat daar de eerste dagen lilloos werkte, de teefoon was. Wij arfden er gewoon „sakkerloot" op te iggen. dat ons de functie van baby- tter was toebedacht in een urenlang ilefoongesprek. UISTER eens. zeiden wij, in een poging tot verweer, zijn die men- sen nou geschift? Waarom bellen i de studenten-oppas-centrale niet op? at doen wij toch ook als we een oppas )dig hebben! Onze Troetel keek ons medelijdend ui. Malle jongen, sprak ze toen. acht je dat je morgen een student •eeg om op te passen? Doe niet zo >m. Al die studenten zijn toch immers •uk bezig met sinterklazen en zwarte eten! Nog afgezien van alles, zeiden wij: Ik wou morgen zelf ook voor Sinter aas de stad in. Nou, dan kan toch, zei de Troetel eed. De winkels zijn 's avonds ge iend. En Frits en Jossie zijn om een ir of half zes weer thuis. Nee, weet je at 't 'm is? Ze hebben hier in Am- erdam niemand. En daarom vind ik it wij ze even moeten helpen. Ja maar zeiden wij. moeten dan zo nodig allebei tegelijk de stad Kunnen ze niet omstebeurt, of zo? Toen werd onze Troetel boos. Ja, tor eens, sprak zij, d'r zijn dingen andermans huwelijk, waarmee je je et hebt te bemoeien. Maar je doet 't ïl, hè? Je wilt mij toch geen gek fi- lur laten slaan tegenover Jossie? Nou ja, natuurlijk zijn wij gegaan. Op terdag. 3 december 1955, te kwart over 'ee, betraden wij het nog nauwelijks gebouwde huis van Jossie en Frits, ïlijnstraat 421. Tuinstad Slotermeer, nsterdam-West. Waar ze het van doen. weten wij niet, aar het was een héél huis. Jossie. die ons binnenliet, verklaarde :t enorm geschikt van ons te vinden it wij gekomen waren. Frits liet ons trots alle vertrekken ïn. Ze waren al haast op orde al- an in de echtelijke slaapkamer moest stoffeerder nog gordijnen aanbren- n en nog iets met de vloerbedekking ien. 't Is best mogelijk dat hij vanmid- ig nog komt. de stoffeerder, zei Jossie, die mannen hebben het zo vreselijk uk, dat ze zaterdagmiddags wel door Jlen werken Nou. je laat 'm maar zijn ng gaan. Dat is eigenlijk het enige, it er komen kan als wij weg zijn. En waar zijn de kinderen? vroegen li. Hier. sprak Frits, een deur open atend. En Jossie riep jolig: Jongens, hier is de oom van tante entje, die op jullie komt passen, omt eens handjes geven! Drie paar ogen namen ons wantrou wig op. Twee jongens van acht en vijf jaar, en een meisje van vier. Hè, magge wij nou niet mee? zei de vijfjarige. Geen sprake vgn! sprak Frits. En denk er om dat je je gedraagt, want anders schrijf ik zo een brief naar Sin terklaas en dan krijg je niets! Haha, Sinterklaas bestaat lekker niet eens! riep de oudste. Dat zal je gedacht wezen, spraken wij pedagogisch, Ik zou maar oppas sen als ik jou was. Het joch wierp ons een verachtelijke blik toe en hurkte weer bij zijn spoor trein. Jossie sloot de deur van de kin derkamer. We zijn om een uur of half zes wel weer thuis, zei ze toen. Enfin, je redt het wel. hè? 't Is werkelijk erg lief van jeToen viel de buitendeur achter hen dicht. Ze waren nauwelijks tien minuten weg. toen er oorlog uitbrak in de kin derkamer boven. Gealarmeerd er heen gesneld, zagen wij dat Ernst, de oudste, doende was zijn jongere broer Laurens met het spiegelei van de stationschef lichamelijk letsel toe te brengen. Jet- teke. het kleine zusje, was bij deze ge weldpleging op haar handje getrapt en zat deswege erbarmelijk te schreien. Jullie komen beneden spelen! be valen wij. in de achterkamer. Dan kan ik jullie in de gaten houden. Want wij hadden ons in de voorka mer met een boekje in een hoekje ge nesteld. Het speeltuig werd volgens onze or ders naar beneden gebracht, en in de achterkamer bedaarden de gemoederen. TEGEN drie uur wij hadden ons zelf juist een kop thee ingeschon ken ging de bel. Wij begaven ons naar de voordeur en stonden oog in oog met twee mannen, die enkele grote pak ken en een fikse gordijnroe torsten. Jaja, u werd al verwacht, zeiden wij. hen voorgaande, de trap op. En wij leidden hen naar de slaapkamer. Zo. sprak de oudste, een zwaar pak op het bed gooiend. nou. U ziet ons wel verschijnen als we zover zijn. Wij lieten de mannen alleen en be gaven ons weer naar ons hoekske. Vrede heerste alomme. In de achterkamer speelden zoet de kinderen, onder ons toeziend oog. ..Hier zijn wij dansprak de Sint. Men zegt. dat het onverwachte beko ring heeft, maar wij schrokken ons een lichte rock-and-roll-beroerte. toen tien minuten later hevig op de deur van de achterkamer werd gebonsd. Met een daalde er een regen van peper noten neer op de kinderen, die als aan de grond vastgenageld zaten Toen ze, van de schrik bekomen, juichend en schreeuwend door elkaar buitelden, ging plechtig de deur open. Sinterklaas en Zwarte Piet schreden de kamer binnen. Bleek en met grote ogen keken de kinderen de onverwachte bezoekers aan. Zo, zo, lieve kinderen, hier zijn we dan! sprak de Sint met een zware stem. En zich tot ons wendend, ging hij voort: Vader, zegt U maar waar ik zitten moet. Gaarne hadden wij daarop toepasse lijk geantwoord: Op het dak! want in de staf van de goedheiligman her kenden wij zonder moeite de thans met een krul versierde gordijnroe. Maar het was duidelijk, dat het vreselijk misver stand in dit stadium onwrikbaar zijn beloop moest hebben, ten overstaan van de drie bleke kindertjes, van wie de kleine Jetteke al bezig was aan te pap pen met de grijnzende zwarte Piet.' Wel, Sint-Nicolaas, antwoordden wij dus, gaat U maar gauw in deze makkelijke stoel zitten. Wat een ver rassing. dat U zomaar bij ons aankomt. Dank U. vader, dank U. zei de Sint. statig plaats nemend. Maar ik ben de vader niet, zeiden wij snel. Ik ben alleen maar een op passende oom. Vader en moeder zijn de stad in, nietwaar jongens? O. nou dat mag 'm onze pret niet drukken! zei de Sint. toch even ver baasd. Jongens, nou wou ik wel eens effe een fijn liedje horen! Vooruit: Zie de maan schijnt door de bomen! Hij zette zelf in. - Dat hebben jullie mooi gedaan, zei de Sint. toen het uit was. En nou gaan we eens kijken of Piet iets voor jullie heeft meegebracht. Kom jij maar eens hier. kleine meid. Hoe heet jij? Jetteke. zei de peuter. Als ik me niet vergis heeft Piet voor jou een heel mooie pop bij zich. zei de Sint. Nietwaar. Piet? Ontsteld zagen wij hoe de kleine een dure pop in de handjes kreeg geduwd, met een chocoladeletter K. Een J heb ik niet bij me, bromde Piet, in het stapeltje letters zoekend. D'r klopt geen bliksem van. Dat mocht hij wel zeggen, want Ernst kreeg vervolgens een paar schaatsen en de chocoladeletter B, terwijl Laurens verblijd werd met een hijskraan en de letter A. De kinderen ondergingen het alle maal verbijsterd. Tenslotte gingen ze op bevel van de Sint bij de schoorsteen staan, om nog drie liedjes te zingen. Want wij gaan nu weer verder, over de daken! zei de goede Bisschop, dan horen we jullie stemmetjes nog een hele tijd. Dus jullie blijft zoet hier en dan laat oom ons wel effe uit door het dakraampie. Terwijl de dunne stemmetjes hoog opklonken, liepen wij achter Sint en Piet aan de trap op. Ze verdwenen zon der aarzelen in de slaapkamer. 'n Ogenblikkie. effe omklejen. zei de Sint kuis. nog voor wij een woord konden zeggen. WIJ wachtten op de gang. Bene den was het stil geworden. Klaarblijkelijk waren de kinders verdiept in het nieuwe speelgoed. In de slaapkamer hoorden wij de kraan van de wastafel lopen. Enkele minuten later gingen wij naar binnen en ston den tegenover de mannen, die wij zo geheel ten onrechte voor stoffeerders versleten hadden. Ze waren weer in burger. Ik ben bang. dat U zich heel erg vergist hebt. zeiden wij U bent hier helemaal niet besteld. Wablief? zei de grootste. En U hebt ons zelf opengedaan! U zei nog dat we al verwacht werden! Nou geen geb- belegijntjes. Hier heb U de kwitantie. En hij duwde ons een papier in de hand. Wij lazen: Bez. St.-Nic. en Kn. compl. str.goed speelgoed, volgens afspr. f. 10.— f. 1.50 f. 12.25 f. 23.75 Links beneden stond het adres: F. Conijnstraat 421, W. Aha, zeiden wij, ziet U wel dat U verkeerd bent. Hier staat F. Conijn straat en dit is de Colijnstraat! Verroest! verwonderde zich de oudste der beide mannen. En, zich tot zijn maat wendend, sprak hij met grote nadruk: Stomme boerekarhengst! Daarop richtte hij zich strijdlustig tot ons en riep wrang: Welja, dat zegt meneer nou pas! Hij laat ons eerst helemaal afwerken. Hij laat ons eerst uitdelen! En nou is 't ineens een ver gissing! Ja, wat dacht U. met die kinderen erbij! zeiden wij boos. Kon ik toen soms wat zeggen? Dus wij zijn in de boot genomen hè? wond de man zich op. Nou, ik weet 't goed gemaakt. Of U betaalt óf wij pakken ze de kinderen het spul weer af. Dan mot je het zelf maar we ten. daar! En hij ging demonstratief op het bed zitten. Nu mag men ons gerust een sul vin den. maar wij waren ons diep bewust van onze verantwoordelijkheid voor het aan onze zorgen toevertrouwde kroost, en bovendien waren de mannen met z'n tweeën. Wij hebben dus betaald. Uit onze eigen portefeuille. Een beetje wazig hebben wij daarna nog een uur bij de spelende kinderen gezeten, tot wij eindelijk de sleutel in het slot hoorden steken. Pappa en Mamma! zei Laurens. En alle drie renden ze hen tegemoet in de gang. -En hij ging demonstratief op het bed zitten Mamma, mamma, raai eens wie er geweest zijn? Sinterklaas en Zwarte Piet! En kijk eens wat we gekregen hebben! Zij oogstten ongeveinsde verbazing bij him ouderpaar. Jossie en Frits zei den. ons aankijkend: Nou zeg. die Sinterklaas lijkt wel mal! Om jullie zó te verwennen Wij stapten maar meteen op. want onze tijd drong. In de gang vroeg Jos sie. die ons uitliet: Is de stoffeerder nog geweest? Nee, zeiden wij. Nou, dan komt-ie zeker volgende week. zei ze. Zeg. wat een énig idee van je. die Sinterklaas! Maar je had 't niet mogen doen. Zulke schandelijke cadeaus! Och, zeiden wij groot, 'n aar digheidje! De Heilige niet zó Spaans als men denkt. (Van onze correspondent) Barcelona. De boot, met aan boord Sint Nicolaas en zqn knechten, ls wel erg onopvallend weggeglipt uit een van de Spaanse havens, want hier is er ner gens melding van gemaakt. Sterker nog: gaat men op onderzoek uit, dan blqkt de hele Sint Nicolaas, zoals wfl hem kennen, volmaakt onbekend te zijn in Spanje, Sinterklaas bestaan, wat niet zo heel verwonderlijk ls als men weet, dat de goed heilig man nooit in Spanje heeft gewoond en ergens in Italië ligt begraven. Zelfs de Spaanse kinderen kennen hem niet, hoewel toch ook zij dol zijn op het ontvangen van presentjes. speelgoedindustrie. Daar wordt alles ge maakt. vooral van metaal, en het kan wel gebeuren, dat ook Nederlandse in kopers over de ruwe bergwegen gaan om in Ibi hun Sinterklaasbestellingen te plaatsen. Het begon allemaal het eind van de vorige eeuw, toen een arme blik slager wat karretjes in elkaar prutste. Op het ogenblik is het een industrie, waar bijna vijfduizend inwoners van het dorpje werken. Onil is het centrum van de poppen- industrie en ook daar wordt het hele jaar gewerkt, ook voor het uitvoeren van buitenlandse orders. Waaruit dan, via deze omweg, blijken mag dat ergens in Spanje toch nog de schatkamers van Spanje kent Sint Nicolaas als een heilige onder de vele. er zijn wat kerken naar hem genoemd en daarmee houdt het op. Sociologen hebben uitgezocht, waarom men dan toch in Nederland denkt, dat de grijze bisschop uit Spanje zou komen, maar aan die verklaringen houden de Spanjaarden niet vast, In december beginnen zij te denken aan hun eigen feest, dat van „Drie Konin gen" dat voor hen dezelfde waarde heeft als bij de Nederlandse kinderen Sinter klaas. Op 6 januari doen ..los tres reyes magos" met grote optochten hun in trede in de steden en op Mallorca is het zelfs zo. dat ze aankomen per schip, om de overeenkomsten dan een beetje door te trekken. Aan de optocht te Barcelona wordt veel werk besteed en ettelijke dui zenden guldens zijn nodig om de praal wagens in te richten. De drie koningen, van wie de zwarte Balthazar de meeste blikken tot zich trekt, spelen dan helemaal de rollen van Sinterklazen. Ze voeren bij hun hofhouding wagens mee met speelgoed, de kinderen schrijven hun briefjes, met daarop hun hele verlanglijstje en voor de rest dragen ze met overtuiging het aureool van gulheid en liefde tot kin deren. Heeft men een Spanjaard eenmaal uitgelegd, wat voor Nederland Sinter klaas betekent en wat er allemaal aan vastzit, dan zal hij overigens wel bewe ren. dat Spanje van dat Nederlandse feest niet helemaal los staat. Om te be ginnen wordt hier wel speelgoed ge maakt, dat de Nederlandse kinderen op 6 december kunnen vinden in hun schoenen. Dat gebeurt in de dorpjes Onil en Ibi. in dc bergen van Noord- Alicante. Ibi is het centrum van de HET LIED „Zie de maan schijnt door de bomen" hebben wij allen ge zongencn we zingen het nog! Het is een volkslied geworden in de ware zin des woords. Kan men zich een tijd voorstellen, waarin Sinter klaas het moest doen zonder dit lied. waarmee zijn komst reeds vooraf door draaiorgels cn fluitende schoolkinderen wordt aangekondigd Toch is er zo'n tijd geweest. De zoete en stoute kinderen op het schilderij van Jan Steen kenden melodie noch woorden, die zo harmonisch in de sfeer van „heerijk avondje" passen, en na hen zouden er nog twee eeuwen moeten verlo pen aleer doctor Jan Piet er Heije onze nationale feestdag met dit lied verrijkte. Zijn „Kinderliederen"die in 1844 en '45 in druk verschenen en in 1861 tot één bundel werden verenigd zijn dus ongeveer een eeuw oud. En na honderd jaren hebben ze nog niets aan populariteit ingeboet; ja. ze zijn klassiek geworden als wel heel weinig voortbrengselen uit de dichterlijke nalatenschap van onze voorvaderen. Pieter Heije breidt zich, zodra wij ons een ogenblik in deze figuur verdiepen, over heel wat ruimer terrein uit en be perkt zich niet tót zijn kinderliederen, ofschoon ook deze een onverbrekelijk deel uitmaken van heel zijn veelzijdig levenswerk, dat gewijd was aan de ver heffing van de mens in maatschappelijk en persoonlijk opzicht. ZIE de maan schijnt door de bo men", „Piet Hein", „Daar zaten zeven kikkertjes" en zovele an dere leven niet alleen bij de jeugd, maar eveneens bij de volwassenen. Het zijn méér dan louter kinderliedjes; ze beho ren bij het Nederlandse volk. ons volk in al zijn geledingen. Is het voor onze sectarische natie niet een merkwaar dige uitzondering, dat zowel een radi caal-vrijzinnige De Genestet. als een goed-Roomse Alberdinck Thijm. deze door een orthodox-protestants dichter vervaardigde versjes om strijd hebben geprezen? Het is niets meer dan een blijk van erkentelijkheid, bij de schepper van het Sinterklaaslied in deze dagen van kin dervreugde een ogenblik te verwijlen. De erkentelijkheid jegens doctor Jan P. Heye merkend, zich toegelegd op verbete ring van de openbare gezondheidstoe standen. Als lid van de gemeenteraad ijverde hij voor hervorming van de verordeningen en wetten op dit ge bied, o.a. door keuring van levensmid delen. Onder de door hem gestichte inrichtingen behoort de bekende ver eniging voor ziekenverpleging met het ziekenhuis aan dc Prinsengracht, te Amsterdam. Deze Amsterdamse volksjongen, die het met ijzeren wil tot de studie der medicijnen bracht, en die in zijn proefschrift reeds de aandacht ves tigde op de samenhang tussen een ge zonde geest en een gezond lichaam, heeft als praktiserend geneesheer in de Amsterdamse volkswijken met levensgevaar de cholera bestreden en, hierbij het gebrek aan hygiëne be- OCTOR HEIJE liet het niet bij de elementaire gezondheidszorg. Ook de culturele volksverheffing be trok hij in zijn arbeid. Hij is een der oprichters geweest van „De Gids" en van „Het Nieuws van den dag", hij zat in het hoofdbestuur van „Toonkunst", de Ned Koraalvereniging", de ..Ver eniging vuor Noord Nederlandse Mu ziekgeschiedenis" en het „Nut". Hij voerde op de Amsterdamse Nutsschool een nieuwe methode van zangonder wijs in. In het zingen zag hij een doeltref fend middel voor de beschaving. Maar het ontbrak het Nederlandse volk aan liederen, die populair en tevens zinrijk zijn. Heije ging zelf aan het werk om in deze leemte te voorzien. Zo ontston den zijn „Volksgedichten" (I). waarin hij in eenvoudige taal en begrijpelijke beelden tot zedelijk standhouden in de levensstrijd aanmaande. De beste toon dichters in zijn dagen hebben deze lie deren op muziek gezet. De namen van Viotta. Verhulst.. Wilhelmus Smits, en later die van Richard Hol en Heinze, zullen met die van Jan Pieter Heije verbonden blijven. Tegelijkertijd zette de arbeidzame dokter zich aan het kinderlied. En hier bij openbaarde hij een uitstekend psychologisch inzicht in het leven van de jeugd. Wat reeds Van Al phen was begonnen, bracht hij in ver beterde vorm in toepassing: het kind niet langer zien als een volwassene in miniatuur, maar als een zelfstandig wezen. Hij spreekt tot de jeugd in haar eigen taal. En wat hij zegt, getuigt van een hartelijk begrijpen van haar eerste behoeften. Hij leert ze meeleven met de natuur, laat ze ongedwongen plezier hebben zonder te moraliseren, verlost ze van „de leiband om de lenden", van het „dwangbuis van de geest". Het marsepein, dat zo rond deze dagen bij kilo's in de Nederlandse huiskamers wordt genuttigd, is volgens de Spanjaar den ook afkomstig uit hun zonnige land. Er zijn versies, volgens welke het een uitvinding zou zijn van de bewoners van Venetië, maar dergelijke beweringen worden hier verontwaardigd verworpen. De Moren, die het land vele eeuwen be zet hebben gehouden, zouden de zoete kunst van het marsepein maken naar Spanje hebben overgebracht. In Toledo echter, dat het centrum is van de Spaanse marsepein-makerij, heeft men een ander verhaal. Daar vertelt men, dat de monniken van San Clemente de pacht van de kloostergronden dikwijls ontvingen in natura. vooral in de vorm van amandelen. Een slimme monnik zou toen een methode hebben bedacht om de steeds voller wordende schuren te ontlasten. Hij stampte de amandelen, deed er suiker bij en bakte van dat mengsel broden. Zo ontstond ook de naam: „mazza" van stamper en ..pan" van brood, samen ,.mazzapan",-dus mar sepein. In Toledo heeft men nog steeds de vormen, waarin de amandelbroden wor den geperst en enkele daarvan bevatten fraaie afbeeldingen van heiligen. Eén laat de geboorte zien van Jezus, met daaronder heel vrijmoedig: „Voedzaam, onschadelijk en zuiver". Een miljoen kilo „mazzapan" wordt in Toledo nog jaarlijks gemaakt, in alle vormen en kleuren, maar meestal in de vorm van palingen, naar de vroegere bewoners van de Taag. Als Spanje dus én speelgoed levert én (misschien) verantwoordelijk is voor de met marsepein van streek gegeten kin dermagen. moge men het in Nederland dan een beetje vergeven, dat Sinter klaas niet zó Spaans is als men wel dacht! Vaccin tegen kinderverlamming BINNENKORT IMPORT Het ligt in de bedoeling binnenkort de belemmeringen uit dc weg te rui men, die tot nu toe ingevolge de wet op sera en vaccins de import van vaccin tegen kinderverlamming on mogelijk maakten. Bovendien heeft de regering van deskundige zijde voor stellen ontvangen om in Nederland tot produktie van een vaccin over te gaan. Dit deelt minister Suurhoff mee in zijn Memorie van Antwoord. In Nederland kwamen vorig jaar per 100.000 inwoners 4.48 gevallen van kinderverlamming voor en dit jaar tot en met de 38ste week 14.20. Voor België waren de overeenkomstige getallen 11.07 en 6.62, voor Luxemburg 1.62 en 13.96, voor Frankrijk 4.28 en 1.53, voor Zwit- verland 18.65 en 11.65. voor Duitsland 5.76 en 3.27, voor Schotland 11.78 en 3.62, voor Ierland 2.67 en 6.25. voor Engeland 16.47 en 5.43 en voor Dene marken 1.60 en 0.34. ZO kon hij ze leren genieten van het „heerlijk avondje", kon hij ze doen opkijken naar de maan. die hun pret bescheen, kon hij oog hebben voor de bonte harlekijn, en zich verplaatsen In de spanningen wie de koek krijgt, wie de gard. Dokter Heije, die de stoot heeft ge geven aan de bewegingen, waaraan vooral ook onze kinderen zoveel meer levensvreugde danken, is meer geweest dan een zanger van populaire liedjes. Het is de sociale, humane ondertoon, welke uit heel zijn levensarbeid in deze liedjes doorklinkt, die er hun eigenlijke betekenis aan geeft. H. G. CANNEGIETER. I) Behalve de reeds genoemde beho ren hiertoe om. ook: „O. schitterende kleuren van Nederlands vlag". „Klein Vogelijn op groenen tak". „Regtop van lijf. regtop van ziel". „In 't groene dal. in 't stille dal", „Een karretje op den zandweg reed", „Ferme jongens, stoere knapen". „Wie rusten wil in 't groene woud", en „Tussen Keulen en Parijs. I zou het volwaardig lid van dit pact moe- leit de weg naar Rome". 1 tenzijn. Voorstel van Ollenhauer Erich Ollenhauer. de leider van de Westduitse Socialisten, heeft maandag in de hoofdstad van India, Nieuw Delhi, in een persconferentie het voorstel ge daan om het NAVO-verdrag cn dat van Warschau te annuleren en te vervangen door een nieuw Europees veiligheidsstel sel, een soort regionaal pact voor alle volken van Oost- cn West-Europa, met uitsluiting van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Een verenigd Duitsland

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 7