Leiden als Universiteits- en Garnizoensstad
VT
#0</OHtlD
Aspirin
S.S.R.-Lugduneiisis startte met de
viering van het elfde lustrum
Pallas en Mars
Academie kijkt begerig naar Doelenkazerne
„Ex Animo" zong onvoltooide,
onbekende orgelmis van Mozart
malle gevalle^
WOENSDAG 21 NOVEMBER 195$
Groot belang vereist brede visie
LEIDEN, van ouds marktcentrum en industriestad, sedert 1575 vooral steu
nend op haar Universiteit, is sedert 1748 bovendien nog garnizoens
plaats.
Reeds vroeger had het stadsbestuur naast de uit de burgerij gevormde schut-
terü wel eens tydelfyk vreemde troepen in de stad gehaald. Men denke slechts
aan de tyd van het Beleg of aan het jaar 1617, toen het stadsbestuur juist
als tegenwicht tegen de Gomaristische schutterij met behulp van de bekende
waardgelders de z.g. Arminiaanse schans op de Breestraat deed verrijzen. In
1672, bij het naderen van de Fransen, waren er wederom beroepssoldaten, die
de te velde getrokken schutterij binnen de stad moesten vervangen. Maar in
1748 was het weer tegen de schutterij, dat Willem *IV op 16 november zijn
dragonders door de Witte Poort naar binnen liet rukken.
MET deze laatste „bezetting" was
Leiden voorgoed „garnizoens
plaats geworden, zij het voorlo
pig nog op bescheiden voet. Aanvan
kelijk werden de troepen op verschil
lende plaatsen in de stad ingekwar
tierd. Maar daar dit garnizoen perma
nent werd, legde men beslag op een
deel van het Doelenterrein, waar spoe
dig ook stallen, alsmede ©en manége
verrezen.
Van lieverlede werd in de loop der tij
den het garnizoen en daarmee de ge
bouwen (alles op kosten van de stad!)
uitgebreid. In 1761 moest de stad weer
nieuwe stallen bouwen en in 1781 kwam
vanwege de kustverdediging nieuwe
troepen, een bezetting welke de patriot
ten overigens meer als een machtsver
sterking van de Prins beschouwden. Zij
achtten de kosten, die (overeenkomstig
de tijdens de Republiek geldende regels!)
door de stad gedragen moesten worden,
veel te onereus.
De omwenteling van 1795 bracht met
de vrijheid ook de last van een bezet
tingsleger. dat gevoed en gekleed moest
worden. Een glimpje hoop op een wat
aantrekkelijker verhouding gaven de
plannen van koning Lodewijk Napoleon
om na de ramp van 1807 op de „Ruïne"
behalve een universiteitsgebouw ook nog
een kazerne t© doen verrijzen. Maar zo
als met vele van zijn plannen, gingen
ook deze projecten niet in vervulling en
moest men ook nog in de eerste jaren
na 1813 genoegen nemen met de her
haaldelijk gevorderde gasthuizen en an
dere voor liefdadigheid bestemde gebou
wen. Het v.m. Hóuwhuis, later Minne
huis ter plaatse van de huidige Kaas
markt, werd aldus na de slag van Wa
terloo aanvankelijk hospitaal om na en
kele jaren tot Militair Invalidenhuis uit
te groeien.
stad, thans is dit laatste ondanks de
voortreffelijke reputatie van de Koks-
school en de zeer gewaardeerde parades
bij feestelijke gelegenheden tot een mi
nimum geslonken en valt de nadruk veel
meer op de andere pijlers van haar be
staan.
De monumentale toegangspoort
tot de Doelenkazernc, daterend uit
1645, met fraai beeldhouwwerk van
Rombout Verhulst, zoals deze eruit
zag tijdens een feestelijke verlich
ting ter gelegenheid van het 60-
jarig bestaan van het 6de regiment
veldartillerie in 1936.
STAD MOEST DEZE KAZERNES
BOUWEN.
|-EN zeer belangrijke verandering
na de restauratie van 1813 was,
dat de kosten van het garnizoen
niet meer rechtstreeks door de stad vol
daan werden, maar daar stond tegen
over. dat de stad nog wel voor de huis
vesting moest zorgen.
Enorme bedragen werden tussen
1819 en 1841 door de stad uitgegeven
ter zake van bouw en verbouw, als
mede onderhoud van kazernes, in 22
jaar bijna f. 120.000.voor die tijd
oncehoorde bedragen. Op het Doelen-
terrein verrezen nieuwe gebouwen;
tussen Morspoort en Stadstimmerwerf,
op de plaats van de voormalige stads-
steenhouwerü, een geheel nieuwe, in
do loop van de 19de eeuw herhaalde
lijk uitgebreide kazerne. Bij de Witte
Poort maakten de voormalige stads-
stallen plaats voor een kazerne. Het
Catharinagasthuis werd ten dele als
magazjjn gebruikt
Het voormalige Waalse College aan
de Groenhazengracht en Doelen-
gracht (thans in gebruik bjj de Rijks
gebouwendienst) werd infirmerie, het
Pesthuis militair detentiehuis. de
Ruïne excercitieterrein.
Tegenover deze lasten stond echter
het feit, dat het zeer verarmde Leiden
in dit garnizoen een nieuwe levenskans
zag en zo kon het dan ook gebeuren,
dat „Oorlog" onder het dreigement van
vertrek van het garnizoen steeds maar
kon verhinderen, dat op de „Ruïne (het
onmisbare excercitieveld') 'n Academie
gebouw verrees. Nog in 1860 adresseerde
de raad aan de minister van Oorlog om
toch vooral het regiment Rijdende Ar
tillerie niet te laten vertrekken.
WÈL GARNIZOEN, GÉÉN
KOSTEN
EEN grote wijziging kwam voor de
stad in 1861, toen een regeling tot
stand kwam, waarbij de gemeente
de drie kazernes kosteloos aan het Rijk
in gebruik gaf en aldus van de hoge
onderhoudskosten ontheven werd, een
„Geld verdienen door het
uit te geven"
E.V.O. HIELD
VOORLICHTINGSBIJEENKOMST
Na een inleidende kleurenfilm over de
Nederlandse wegenbouw sprak gister
avond de heer J. Ph. Schneider,
districts-secretaris voor de leden van
de E(igen) V(ervoerders) Ofrganisa-
tie), de E.V.O. over: geld verdienen
door het uit te geven.
De heer J- Ph. Schneider vertelde iets
over het veel omvattende werk van de
E.V.O. In tegenstelling tot vorige jaren
was het programma van deze voorlich
tingsavond in het bijzonder bestemd
voor de directeuren c.q. eigenaren, fir
manten. bedrijfsleiders en degenen, die
belast zijn met het beheer van het
wegenpark. Door de voortschrijdende
techniek en het specialiseren der be
drijven worden de moeilijkheden met
de dag groter. Zo zijn er vooral op het
gebied der „interne" transporten, dus
het vervoer in de fabriek, nog vele vra
gen. Voor vele bedrijven is het onmo-
genlijk een transportspecialist in dienst
te nemen, daarom is de E.V.O. zo'n
nuttige organisatie, waar men zoveel
mogelijk de kosten binnen bepaalde
perken houdend de bedrijfsmensen van
dienst is. Het verdere programma, dat
door de afdelingen Voorlichting. Leden-
service. Intern. Transport en Technische
Dienst was samengesteld, was in hoofd
zaak er op gericht, te laten zien hoe
men de onkosten vermindert, die ver
oorzaakt worden door opslag en het
transport van goederen in en buiten het
bedrij f
Deze avond heeft de talrijke aanwe
zigen nieuwe ideeën gegeven, die hun
ondernemingen klein of groot ten
goede kunnen komen.
Deze interessante E.V.O. filmvoorlich
tingsavond werd in de grote zaal van
„Den Burcht" gehouden.
Er zyn in de laatste jaren in toe
nemende veelvuldigheid, en vooral
uiteraard in universitaire kringen,
stemmen opgegaan, die de aandacht
vestigen op het schromelijk ruim
te-gebrek, waarmede de Leidse Aca
demie te kampen heeft. Vergissen
wij ons niet al te zeer, dan was het
nu wylen prof. dr. J. H. Boeke, die
in 1952 tijdens zijn rectoraat in dit
verband voor het eerst de aan
dacht vestigde op het aangrenzende
terrein van de Doelen'kazerne o.a.
als vestigingsplaats voor het door
hem ontworpen „auditorium maxi
mum". In bijgaand artikel geeft
een bijzondere medewerker een in
teressante beschouwing over de
plaats, welke „het" garnizoen gedu
rende ruim twee eeuwen temidden
van de Leidse samenleving heeft
ingenomen, waarbij hij tevens de
belangen tegen elkaar afweegt,
welke Leiden in het huidige tijds
gewricht heeft als academie- en ais
garnizoensstad. Gezien de belang
rijkheid en de actualiteit van het
probleem, waaraan ook de Leidse
gemeenteraad dezer dagen aan
dacht besteedde, vragen wij voor
deze beschouwing de bijzondere aan
dacht van onze lezers.
voor die tijd zeer gunstige overeenkomst;
wel garnizoen, maar geen kosten meer!
Terwijl het garnizoen vóór 1800 voor
een belangrijk deel ter verzekering van
de rust binnen de wallen was gekomen,
viel in het 19de eeuwse, zo zeer verarmde
Leiden de meeste nadruk op de econo
mische factor. Bovendien won het aan
zien van de stad door het vrolijke ver
tier, dat de marcherende, rijdende of
flanerende militairen in de straten ga
ven; het officierenkorps was lid van
de Sociëteit „Amicitia" en men nam
verder deel aan het gezelligheidsleven
van de ingezetenen.
HOE IS HET THANS?
Hoe staat het echter thans met de
belangrijkheid van het garnizoen voor
Leiden? Na de oorlog bleek Leiden bij
gebrek aan passend oefenterrein feite
lijk ongeschikt voor een normaal garni
zoen. Het Rijk had echter de beschik
king over de (aan de gemeente toebe
horende!) kazernes en zou dit recht
verliezen bij het niet meer gebruiken
dezer gebouwen. Het gemeentebestuur
stelde bovendien traditie-getrouw prys
op een garnizoen.
Zo is het dan een Koksschool gewor
den met een garnizoen van een paar
honderd man. Economisch maakt dit
praktisch niets uit, vertier geven zij
evenmin en voor de rust in de stad zijn
deze troepen waarlijk niet nodig.
Was Leiden tot een 15 jaar geleden
behalve Universiteits- en industriestad,
alsmede marktcentrum ook garnizoens-
Meisjes H.B.S. trad
op voor Hongarije
Opbrengst- f 500.
De zaal van „Irene" te Oegstgeest was
gisteravond tot de laatste plaats bezet
door leerlingen, ouders en belangstel
lenden van de Leidse Meisjes H B S. De
schoolvereniging „Ende Dispereert niet"
gaf er een propaganda-bijeenkomst.
De feestavond werd geopend door de
presidente mej. Marian Kleybrink, die
mededeelde, dat de opbrengst van deze
bijeenkomst bestemd zou zijn voor de
Hongaarse vluchtelingen Zij verwel
komde in het bijzonder de directrice der
school en de leerkrachten.
Als jonge mensen, die alleen uit ge
schiedenisboeken kennis hebben geno
men van oorlogen en gruwelen, ver
klaarde zij. dat de jeugd diep geschokt
was door het optreden van de Russen
in Hongarije. Het is een zaak voor ons
jongeren, aldus mej. Kleybrink. om te
streven naar betere verhoudingen.
Nadat het clublied was gezongen werd
op boeiende en onderhoudende wijze een
Oosters sprookje verteld door Marita
Swart. Het programma, dat verder zeer
afwisselend was. liet zien een Hongaar
se groepsdans enkele juniores, leer
lingen van klasse 1 voerden een bloe-
menstukje op.
De Spaanse dansen door Annemarie
Tappenbeck werden gracieus uitgevoerd.
Daarna verschenen drie „geesten" van
de M.H.B.S. voor het voetlicht, die op
humoristische wijze iets lieten horen
over het schoolleven.
Er was een grote collectie prijzen bij
eengebracht om de opbrengst van de
avond voor de vluchtelingenhulp zo
groot mogelijk te doen zijn.
Na de pauze werden er o.m Duitse
liederen gezongen door Marijke Kamp
man en gedanst door Henny Mensing.
Het was een vrolijke en goedgeslaagde
avond.
In dit voornemen is men prachtig ge
slaagd: in totaal kwam een nettobedrag
van f- 500 voor de Hongaarse vluchte
lingen bijeen!
(Ingez. Med.-Adv.)
Is één van de weinige
middelen die Helpen bij
verkoudheid. Elk tablet
is voorzien van het merk
het «ymbool van vertrouwen
r bestttt feen Aspirin* J -londrr Sayerkru'i
105 JAAR!
Delfts oudste inwoner, de heer W. H.
Kostering, Delfgauwseweg 76, hoopt mor
gen 105 jaar te worden. Onder de hoog
bejaarde Nederlanders neemt hij de
vijfde plaats in op de ranglijst.
In de jongste tijd is met steeds
groeiende nadruk gewezen op de
noden van universitaire huisvesting.
De instellingen barsten allerwege uit
hun, bovendien over de gehele stad
verspreide gebouwen. Zowel de do
centen als de studenten kunnen nau
welijks of in het geheel geen onderdak
vinden. Zou het nu niet voor de hand
liggen, dat de Koksschool, welke er
gens anders evengoed kan worden on
dergebracht, het veld of beter het on-
middelijk naast de Academietuin ge
legen Doelenterrein ruimde? Daar zou
plaats zijn voor nieuw academische
gebouwen en ook daar zouden bijv.,
evenals te Delft, studentenflats kun
nen worden gebouwd.
Ongetwijfeld zal „Oorlog" formeel
kunnen zeggen: „De gemeente heeft
zelf om een garnizoen gevraagd en wan
neer wij uit deze gebouwen trekken, moet
de gemeente ons elders nieuwe kazernes
geven". Maar zou het niet mogelijk zijn,
dat „Oorlog" en „Onderwijs" en uiter
aard „Financiën" het op al dan niet zeer
hoog niveau eens werden? Zou er geen
modus kunnen worden gevonden, waar
door het Rijk Leiden ontheft van haar
in zeer moeilijke tijden aangegane ver
plichtingen, waar thans maar weinig
voordelen tegenover staan? Het overne
men van het Doelenterrein door de Uni
versiteit zou het Rijk weliswaar niet al
leen nieuwe universitaire gebouwen al
daar kosten, maar bovendien een nieuwe
Koksschool elders. Daar zou tegenover
moeten staan, dat de gemeente, welke
destijds bereid was om alles te doen,
als er maar een garnizoen bleef, thans
bij een gewijzigde omstandigheid, ha
rerzijds, de haar weer in vrij eigendom
toevallende kazernegebouwen, aan de
Universiteit, welke zowel materieel als
ideëel tegenwoordig zo oneindig veel be
langrijker is, ter beschikking stelde en
bovendien, al was het maar een gebaar,
gelijk onlangs de gemeente Delft ten
opzichte van de Technische Hogeschool
presteerde, bovendien nog een finan
ciële bijdrage leverde. Overigens zou
„Onderwijs" enerzijds een zeker bedrag
kunnen bijdragen terzake van de mo
derne, onlangs op het Doelenterrein ver
rezen gebouwen, welke toch zeker wel
bruikoaar zijn en anderzijds kan de ge
meente de Morspoortkazerne waar
schijnlijk uitstekend gebruiken voor de
hoognodige uitbreiding van de Stads
timmerwerf. een uitgave waar de ge
meente toch binnenkort toe genoodzaakt
zal zijn. Met deze bedragen zal toch
zeker, althans een deel van een nieuwe
Kol chool kunnen worden gebouwd.
Wil de Leidse Universiteit zich verder
kunnen \ntwikkelen, dan zal men groot
moeten kunnen zien en de stad zal er
stellig ook wel bij varen.
Ten bate der Hongaren
Loffelijke routine doch te „onbewogen"
Het jaarlijks concert van „Ex Animo" in de Remonstrantse kerk, bood een
aantrekkelijk programma.
Het werd een schakel in de lange keten van liefdedaden, die over Nederland
golven en het Hongaarse leed tegemoet treden. Alle baten werden afgestaan en
ook het kerkbestuur stond belangeloos. Het Hongaarse volkslied weerklonk voor
af van het orgel en aan het eind zong ieder „Mijn schilt ende betrouwen".
Op deze rouwende inleiding werd het Bach-koraal „Jesus bleibt meine Freu-
de" uit Kantate 147 als het ware een organisch antwoord van het koor.
Herdenking en besinning in kerk
en academie
Maandagavond is de viering begonnen van het elfde lustrum van
de Societas Studiosorum Reformatorum Lugdunensis. Deze lustrum
viering brengt in de loop van dezew eek vele bijeenkomsten van ern
stig, van wetenschappelijk en van recreatief karakter. Een belangrijke
rol in de viering speelt de sociëteit aan de Hogewoerd, die enige jaren
geleden opnieuw in het leven werd geroepen toen in SSR-kringen de
poging om het gezelligheidsleven van de mannelijke studenten te
Leiden in LSC en Minerva mislukt werd geacht. Dit is derhalve de
eerste lustrumviering in en om eigen sociëteit sinds de vooroorlogse
jaren.
tijd van dc afdeling, toen er slechts 7
of 8 leden waren, en men nog geen
officiële betekenis had. De zelfwerk
zaamheid der leden was groot, omdat
men geen geld had sprekers te laten
komen. Ondanks de moeilijkheden wa
ren het toch goede jaren.
De diesvergaderingen waren zeer rus
tig. Men vergaderde in een restaurant
aan de Breestraat, en de dag werd
besloten met een eenvqudig souper,
dat ten hoogste tot 2 uur in de nacht
mocht duren. Wanneer de vergadering
werd beëindigd stond er buiten voor
de deur reeds een agent, die er op
toezag, dat men zich rustig huiswaarts
spoedde.
In de loop der jaren is S.S.R. echter
gegroeid en dat is een rede om zich te
verheugen. S.S.R. heeft zijn bestaans
recht wel bewezen, doch dat houdt te
vens de plicht in het bestaan waar te
maken. Want wij zijn er nog niet. aldus
spr.. de vrijzinnigheid is nog niet terug
gedrongen en wij dienen er steeds voor
uit te komen, dat wij Jezus Christus
erkennen als de zoon van God. Hij geve
dat wij trouw mogen blijven aan Hem.
opdat wij zonder verschrikking voor
God zullen kunnen verschijnen.
Nadat een koortje o.l.v. Pieter Schoep
Motet van H. Schütz had gezongen,
waarbij het orgel bespeeld werd door
Nico Benschop, sloot de voorzitter van
de lustrumcommissie de bijeenkomst
met een hamerslag
Herdenkingsbijeenkomst
in Doopsgezinde Kerk
Het lustrum werd maandagavond
officieel geopend met een bijeenkomst
in de Doopsgezinde kerk. De praeses
van de lustrumcommissie, de heer P.
C. Meijer sprak een welkomstwoord in
het bijzonder tot afgevaardigden van
verschillende studentenverenigingen.
Met een hamerslag (op de geopende
bijbel) opende de heer Meijer het
lustrum.
Naar aanleiding van enkele verzen uit
Mattheus 28 wees de heer Meijer er op
dat de geschiedenis van de mensheid,
nadat de mens uit het Paradijs was
verdreven, vol tragiek is geweest. Het
gevecht tussen de mens en God was
begonnen. God zond zijn Zoon. doch wij
kruisigden Hem. en desondanks werd
het Pinksteren. Maar de mensheid had
niet geleerd en de geschiedenis van de
mensheid werd verder geschreven in
bloed en haat en tranen. Is het dan
geen dissonant nu feest te gaan vieren?
Niet om wat in Hongarije of bij Suez
gebeurt, maar om wat in onze eigen
huizen geschiedt moet deze vraag ge
steld worden. Ondanks alles mogen wij
God dankbaar zijn, dat S.S.R. er is en
dat er 55 jaar practische oecumene is
geweest. Wij zijn blijde omdat het
Koninkrijk Gods doorgaat, ondanks de
mens. aldus spreker.
HERDENKINGSREDE
De herdenkingsrede werd uitgespro
ken door dr. J. Itjeshorst, 't oudste ere
lid van S.S.R.. die begon met zijn ge
lukwensen aan te bieden. Dr. Itjeshorst
haalde herinneringen op uit de eerste
Prof. Zuidema sprak
in Groot-/1 "ditorium
In het Groot Auditorium kwamen
gistermiddag de lustrumgangers en
vele genodigden, onder wie de rector
magnificus, vertegenwoordigers van
het college van curatoren, senaats
leden, en afgevaardigden van studen
tenorganisaties in Leiden en uit an_
dere Universiteitssteden, bijeen voor
het aanhoren van een voordracht van
prof. dr. S. U. Zuidema, hoogleraar in
de wijsbegeerte aan de Vrije Univer
siteit te Amsterdam. Prof. Zuidema
sprak over ..de moderne mens in zelf
bezinning".
GEVAREN DER EXISTENTIE
FILOSOFIE
Prof. Zuidema nam de bezinning op de
eigenwaarde van de mens onder de loep
zoals deze wordt gezien en geformuleerd
in de filosofieën van b.v. Heidecker,
Jasperse en Sartre met de existentie
filosofie als uiteindelijke consequentie.
In zijn rede schetste prof. Zuidema de
onontkoombare spanning tussen cultuur
en mens, hoe de mens het axioma „de
mens staat in de wereld" ook interpre
teert of uitwerkt.
In deze existentialistische visie uit
lopende denkbeelden betekent de cul
tuur een gevaar voor de mens omdat hij
er zich niet van kan distanciëren; het
is zijn noodlot, er de heerser over te
worden, er zich door te laten beheersen
of een onvruchtbaar slaaf van het ver
leden te worden. In al die gevallen stelt
de mens zich. direct of indirect als deel
hebber in de cultuurvorming, op de
voorgrond en in het centrum.
De doorlopende cultuurcrisis is in
zeker opzicht een noodzaak, omdat
slechts hierdoor in wezen de cultuur
een blijvend interesse-object kan zijn,
maar die crisis mag niet opgeroepen
worden door de verschillen in opvatting
omtrent het menszijn in de wereld zon
der daarbij te erkennen dat niet de
mens maar het plan van God op de
voorgrond staat.
Een zelfgenoegzame menselijke denk
wijze over de plaats van de mens In
dc wereld en de daaruit voortvloeien
de cultuurcrisis leidt volgens spreker
onvermijdelijk tot de dood van d©
menselijke geest en menselijke waar
digheid.
Waar God overbodig wordt geacht,
raakt filosofisch bezien ook de zich
op zichzelfbesef baserende mens over
bodig.
RECEPTIE EN AVONDFEEST
Na deze voordracht, die werd ingeleid
en waarvoor een dankwoord werd ge
sproken door de voorzitter van de
lustrumcommissie van SSR, de heer P.
C. Meijer, recipieerde het bestuur van
Centraal stond een onvoltooide, on
bekende orgelmis (Köchel 11©) van de 17
jarige Mozart. Een werk van hoge rang,
waarheen we echter in de verzamelde
brieven geen verwijzing vonden. Door
een hedendaagse Mozart-autoriteit werd
het onlangs gerestaureerd en aangevuld.
Er is dus aandeel van een vreemde
(Paumgartner) in het geding en het is
hachelijk op grond van éénmaal horen
tot gevolgtrekkingen over te gaan. Wat
in ieder geval trof. was de rijpheid van
het contrapunt.
Hoe stond „Ex Animo" tegenover deze
mis? Een met de „Mattihaus Passion"
vergroeid koor verstaat geredelijk alle
muziek van dit centrum uit. Hier viel
echter over te schakelen van de Protest-
tantse naar de Roomse kerk, wier koor
zang niet het stempel van de gemeente
zang draagt. Tot die omsohakeling is het
gros der koren onbekwaam en het geldt
voor „Ex Animo" evenzo.
Toen 'het twee jaar geleden Buxtehude
zong. maakten we de volgende opmer
king. die nu voor Mozart nog sterker
geldt: „Wij zien Buxtehude bewogener.
Van een bewogenheid niet verkregen
door een romantisch waas, maar geboren
uit temperamentvoller vaart, zodat con
trasten levendiger worden, met terzijde
stelling van een persoonlijke visie op
het werk. De vokaaltechnische volmaak
te weergave van het lijnenbeeld zonder
meer volstaat, omdat 'het in zich zelf een
en al expressie is"
Nu antwoord ..Ex Animo": we hadden
bewogenheid. Ja. Maar door interpreta
tie. door Indrijven van gemoedsindruk-
ken
Bij de jonge Mozart blyve bewogenheid
iets zuiver muzikaals spanning van het
„TUSSEN INDUS EN GANGES".
De L.O.I. naar India.
De personeelsvereniging „De Ploeg"
van de Leidsche Onderwijsinstellingen
hield in Prediker een culturele film
avond. welke werd verzorgd door mr. A.
Hustinx. Spreker, die tal van reizen
naar het oosten heeft gemaakt, nam de
leden van de vereniging mee naar India,
het land van Gandhi en Pandit Nehroe.
In zijn inleiding vertelde mr. Hustinx
het een en ander over het leven op het
platteland en in de stad. over de gods
dienst en het klimaat.
Vervolgens vertoonde hij een door
hem zelf opgenomen kleurenfilm, die
een prachtig beeld gaf van het land en
zijn Interessante bevolking. Met een
jeep bezocht hij uitgestrekte gebieden
en vele kleine en grote steden, o.a. Agra,
Indore en Bombay met zijn fraaie mos
keeën maar ook met moderne flats,
pleinen en verkeersmiddelen. In eerst
genoemde plaats zagen we het beroem
de mausoleum, dat wordt beschouwd
als een der mooiste bouwwerken van
India. Er waren opnamen van pracht
en pral maar ook van het gewone le
ven. Het hoogtepunt was ongetwijfeld
het prinselijk huwelijk in Jodhpoer, dat
deed denken aan de sprookjes uit „dui
zend en één nacht".
Aan het einde van de avond dankte
de tweede voorzitter, de heer Lenting,
mr. Hustinx voor zijn leerzame en
boelende voordracht.
THANKSGIVING DAY.
Ter gelegenheid van Thanksgiving
Day in de Ver. Staten op donderdag 22
november zullen in Leiden. Den Haag
en Rotterdam kerkdiensten worden ge
houden.
De dienst in de Pieterskerk is voor
namelijk bedoeld voor Amerikanen, die
in het kader van het Fulbright-pro-
gramma in Nederland doceren en stu
deren. en hun gezinnen.
de lustrerende vereniging in de ont
vangstkamer van het Academiegebouw.
In de avonduren werd een besloten
feestavond in de sociëteit aan de Hoge
woerd gehouden.
toonvormen, elastisch-vokale intensiteit,
kortom klank-cultuur. Iets dat naar
„Wiener Sangerknaben" toe wil, jeugdig
ir. de nuance. Naar het blijde en het
stralende en niet naar het religieus ver
diepte. want deze hoedanigheid derven
Mozart's meeste missen.
Een eerbiedwaardige routine heeft „Ex
Animo" zich overigens eigen gemaakt,
het moeiteloos-fugatische spreekt ervan.
Vol aantrekkelijkheden waren mezzo en
piano-fragmenten maar bij stemuitzet
ting werd de spiegel toch troebel. Force
rende borststemmen doen Mozart schade
De gedachte aan massaliteit mag niet
opkomen. Zover was men nog niét, dat
men al zingend met een luisterend oor te
registreren wist wat in het totaalbeeld
gebeurtHerhalen? Wij hopen het!
Hoe men Mozart kan presenteren heeft
de fluitist Jan Goudswaard bewezen, die
opvallend fijnzinnig door het orgel bege
leid, solieerde in een Handel-sonate en
een C-dur Andante van Mozart. Deze
medewerker had een pracht-frasering
van welbespraakte dartele natuur, en een
van het metaal losgeweekte glanzend-
ronde toon. Los van stoffelijke gebonden
heid ondanks het feit, dat de techniek
nog niet aan haar eindwoord toe is.
Goudswaard was verder belast met een
suggestieve patij in een nieuw stuk van
de dirigent Herman de Wolff: ,X)e Her
dersfluit" (tekst Aart van der Leeuw)
voor koor en orgel, waaraan .Ex Animo"
zeker plezier beleeft, want het ligt pret
tig voor de stemmen. Het pastorale kli
maat heeft de Wolff voornamelijk en
met gelukkige hand aan de fluit gegeven
Het koor werd, van huidige tonaliteits-
eisen uit gezien wel uiterst voorzichtig
behandeld.
Die herdersfluit aan het eind was in
het begin al voorbereid door de voortref
felijke organiste Annie Blankenstein.
Met name in de gehalveerde Bach-Pas-
torale, een lichtvoetig werk waar de pe
daal geen rol speelt en in Franck's .Pre
lude Fugue et Variation' welks voorstel
van een pastoraal te denken idioom
doortrokken is.
Een naar de stijl kemjuist getroffen
Bach en een Franck die, voor en na de
fuga, op het beperkte orgel toch de voor
hem karakteristieke doorschijnendheid
in de verdeling der timbrevlakken zag
realiseren
V
(Ingez. Med.-Adv.i
KANTOORMACHINES
t>Rmm£niE
Haarlemmerstraat 219
Telef. 21400
Rechter Robert Ford in het Ameri
kaanse Chardon heeft genoeg van
Jeugdige delinquenten, die in de
meest vreemdsoortige kleding en
met ongekamde haren voor hem ver
schijnen. Hij heeft nu bepaald dat
hij geen zaken zal behandelen van
jeugdige boosdoeners, zolang zy niet
fatsoenlijk gekleed en gekamd zijn
en zich niet behoorlijk voor de
rechtbank gedragen. Voortaan is het
o.a. taboe om zwart leren jackets,
cowboylaarzen en een aantal andere
kledingstukken in de rechtzaal te
dragen. Er is nog een bepaling:
beide ouders zullen in de toekomst
met hun kind voor de recther moe
ten verschijnen (uiteraard wanneer
dit nodig is) en indien een zitting
tweemaal geschorst moet worden
wegens oefatsoeniyke kleding of on
fatsoenlijk gedrag, dan kunnen de
ouders vervolgd worden wegens
„belediging van het hof". O zo!