EEN EXOTISCH PARADIJS MET
PALMEN aan DIEPBLAUWE BAAI
KOLENBRANDERS ontketenden
ZATERDAG 10 NOVEMBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 4
Devon, land van rode aarde(I)
Sneeuw en vorst zijn hier bijna
onbekende natuurverschijnselen
Voor vijftien cent een halve dag luieren
Exclusief Torquay
Ballet-Komedie op jazz-grondslag
Roland Petit lanceerde zijn Parijse „shotc"
GEHEIME GENOOTSCHAPPEN (IX)
Invloed strekte zich nit toUj
ver over de grenzenJ
Bravi Buoni Cugt
Jl CtPrcSW&erUC deila S rprr"'.v
J!
gen, maar ondanks de veranderde tij
den, heeft Torquay zijn waardigheid
en gelukkig veel van de oude sfeer be
houden.
landse haring. Want de Engelsen ver
afschuwen ons „rauwe" zeebanket uit
de grond van him hart.
Geen terrasjes
Ander soort vertier.
Het bi] de
oude abdij
Torquay
behorende
park in
voorjaars-
bioei.
Torquay, oktober Dovers witte krijtrotsen zijn al genoeg bezongen,
maar de zachtrode kliffen van het graafschap Devon aan het andere
einde van Engelands grillige, maar altijd bekoorlijke zuidkust, zijn
maar stiefmoederlijk bedeeld.
Vandaar dat John Robinson „Torquay's" publiciteitschef „ons
opbelde met de verbijsterende vraag of we zin hadden in een zonne
bad in zijn onvergelijkelijke badplaats. Wie slaat een dergelijke uitno
diging af, na een zomer als deze
„Akkoord! Maar hoe kom je nou aan zon? vroegen wij met een
blik op de druilerige regen uit een grijze lucht. „Als het aan jullie
affiches had gelegen, was ik al veel eerder gekomen, maar met dit
„Laat dat maar aan mij over", luidde Robinsons zelfverzekerde
antwoord. Tja, tenslotte is het zijn taak om „zon" te verkopen. Het
was geen blijf. Want toen we in de Torqua-express het groezelige
Paddinston-station in Londen ver achter ons hadden gelaten op weg
naar dit paradijsje aan Engelands zuidwest kust, zaten we al spoedig
in het gouden schijnsel van een echte, nog warme najaarszon. Wat
een organisatie
Als ge gewend bent aan nuchtere gestroomlijnde diesels, zal het
een extra attractie zijn om weer eens in een houten stoomtrein te
reizen. De Engelse treinen mogen ouderwets zijn, maar zij bezitten
met hun beide klassen in pluche een allergenoegelijkst comfort. Een
stoomtrein bezit persoonlijkheid. Geen wonder dat alle grote locomo
tieven in dit land een naam dragen van belangrijke nationale figuren
en alle exprestreinen bovendien nog een bijzondere naam, welke het
doel van de tocht karakteriseert.
veis maken plaats voor steile rotsen
van rode zandsteen. En om het con
trast nog sterker te maken, spreidt
zich aan de voet daarvan de baai als
een diepblauw karpet uit.
Zodra men de Devonkust bereikt,
verandert het landschap plotseling op
drastische wijze. De zachtgroene heu-
De spoorweg strijkt vlak langs de
kliffen aan de ene kant en langs de
branding aan de andere kant. Wij wa
ren zelfs bevreesd, dat vakantiegan
gers verpletterd zouden worden, maar
zij wulfden lachend. Het was nog ta
melijk druk op deze rotsstrandjes.
Want dit is Engelands beroemde zon-
nehoek. welke trots haar naam aan
de Rlvièra ontleent.
Natuurlijk is het geen getrouwe af
spiegeling van de Franse en Italiaan
se azuren kusten, maar het is toch ook
weer geen namaak-RIvièra. Want kli
maat en landschap vertonen overeen
komst genoeg met het Middellandse
Zeegebied. Er groeien hier palmen,
bamboes, yucca's en eucalyptussen en
de fuchsia's zijn als bomen zo groot.
De camelia's heliotropen en horten
sia's kunnen het hele jaar buiten ge
dijen. Sneeuw en vorst zijn hier prak
tisch onbekende natuurverschijnselen.
Naarmate wij Torquay naderden,
wisselen de rotsen af in kleur, grijs
bruin, paars en veel roze. De kust met
haar gekartelde inhammen is als met
een steekbeitel sierlijk bewerkt.
Vroeger was Torquay als Rome
en Lissabon op zeven heuvels gebouwd
een en al deftigheid, waarover
slechts met fluisterend ontzag werd
gesproken. De Britse aristocratie nes
telde zich in het barre jaargetijde in
de zich tussen het dichte geboomte
opstapelende en elkaar verdringende
hotels. Het was een overwinterings
oord voor de welgestelden. Zomergas
ten kwamen aan het exclusieve Tor-
quya helemaal niet te pas.
Thans is het gedemocratiseerd. Nu
de gewone man er zich ook thuis voelt
verbergen de deftige lieden zich in de
witte, massieve Victoriaanse behuizin-
(Van onze Parijse correspondent)
Roland Petit, die met Jean Babilée tot de meest orginele talenten
in de Franse danskunst van na de oorlog behoort, heeft zijn nieuwe
„formule" dus eindelijk gelanceerd, een formule welke door alle
balletomanen van Parijs en omstr. al jaren met de hoogste spanning
tegemoet werd gezien en die uit ingrediënten van de dans, het toneel
en de revue zou worden samengesteld. Het is een mixtum van de
shows van Broadway en Hollywood, waar Petit lange jaren had
vertoefd en gewerkt, en, anderzijds, van het Franse moderne ballet,
waarvan diezelfde Petit de voornaamste inspirator en promotor is
geweest.
Wij hebben nu dus de proef op de
som van die formule kunnei volgen en
geheel positief, of zelfs maar bevredi
gend, blijkt die uitkomst helaas niet
te zijn. Dat Petit zich in de koele sfe
ren van het klassieke ballet niet gans
en al gelukkig meer voelde, kan "men
zonder inspanning begrijpen. De esthe
tiek van de „suite en blanc", van de
dans uitsluitend ter wille en ten doel
van een bewegingsspel van lichame
lijke vormen, waarvan een Balanchine
de laatste grote meseter is, correspon
deert inderdaad nog maar heel onvol
komen met de kunst-aspiraties van
ons huidige tijdsgewricht. En dat Petit
dus een intiemer contact zocht te leg
gen met het geestelijke klimaat van
onze eigen dagen en van Parijs in het
bijzonder, verdiende alleen maar te
worden toegejuicht. Niettemin vraagt
men zich in de eerste plaats wel af of
het op deze weg nu beslist nodig was
de danskunst met dit bijna totaal ge
brek aan égards, vrijwel met deze
vijandigheid, tegemoet te treden Bo
vendien: wanneer men over krachten
beschikt als Zizi Jeanmaire, die de be
nen heeft van een Arabisch raspaard,
van haar echtgenoot Roland Petit zelf
en van de vroegere soloster van de
Opéra Serge Perrault, dan worden zij
plus het publiek onredelijk tekort ge
daan, indien zulke talenten als dan
sers met uitzondering van enkele
pas de deux hoegenaamd niet meer
aan bod mogen komen. In een ballet-
comedie. die stamt uit de tijd van
Lully en de Zonnekoning en die Petit
hier dus heeft willen moderniseren, is
het op zichzelf natuurlijk geen kwaad
ding. wanneer dansers in staat zijn te
vergeten dat ze van huis uit danser
waren. Maar de logische voorwaarde
en compensatie is dan tevens dat ze
naast hun danstalent dan ook an
dere overtuigende gaven kunnen de
monstreren. Zizi Jeanmaire buiten be
schouwing gelaten, die na haar dans
en filmrollen zich als een weergaloze
revue-ster van de eerste rang en een
nieuwe Mistinguet ontpopt, kan men
wel moeilijk zeggen h:er verrassende
ontdekkingen te hebben gedaan. In
revue en cabaret wordt men gemeen
lijk niet met belcanto-verrukkingen
overstelpt, maar de stem van Roland
Petit die als revuester bovendien
wel wat. al te veel naar Maurice Che
valier heeft gekeken komt hier
slechts ternauwernood over het voet
licht.
Bleek de formule dus alleen maar
negatief? Dat wil ik ook weer niet
zeggen. Aan die snobistische vervelin
gen, die by de meeste klassieke dans
avonden worden uitgewalmd, ontkomt
men hier vrijwel geheel met sketches
als tatouages, waarin Zizi met haar
slepend stemgeluid, katachtige bewe
gingen en canaljeuze ironie een Arletty
üit "^ric-Frac naar de kroon steekt, en
De Engelse volksmassa komt niet in
Torquay, want die zoekt in de honder
den en nog eens honderden badplaat
sen, die dit eilandenrijk telt een an
der soort vertier. Acht miljoen men
sen gaan er het hele jaar door naar
het vulgaire Blackpool in Lancashire,
dat eigenlijk een doorlopende kermis
is. Zijn twee kilometer lange prome
nade is niets anders dan een Luna
park. Men zet er rare hoofddeksels op,
eet zich vol aan „fish and chips" (ge
bakken vis met patates frites), zuigt
op ellenlange zuurstokken of hapt
gretig in wolken rose watten. Dit is
„candy-floss" ofwel op een centrifuge
uitgesponnen suiker. Als de zoetig
heids drang dan nog niet verzadigd is.
kan men een toffee-appel, een in ge
smolten suiker gedompelde en op een
stokje gestoken appel, uitkomst bren
gen. Dit zijn zo de klassieke heerlijk
heden van het Engelse strandleven.
Waar wel de mosselen, zeeslakken
en de paling gewild zijn, maar waar
men zou rillen van een nieuwe Hol-
Torquay ls nu precies het omge
keerde van het ruwbolsterige Black
pool. Men vindt er hoogstens bij de
haven een stalletje met de heerlijkste
vers gevangen krab. Er is ook een
„amusement arcade", een hal met
speel-apparaten voor de opgeschoten
jeugd, maar aan openbare luidruchtig
heid doet men hier niet.
Naar café-terrassen moet ge ook al
niet zoeken. Ergens ontwaarden wjj
iets dat daarop leek, een ietwat ver
scholen wankel houten geval met ta
feltjes en stoeltjes erop en het „waar
schuwende" opschrift „Continentale
verindaü"
Engeland kan zich echter veroorlo
ven ons geliefde openlucht café te
versmaden. Immers nagenoeg het
gehele land is eigenlijk één reusach
tige. fraai aangelegde geurendè tuin
Er is hier gelukkig nog altijd een wer
kelijke overvloed aan recreatiegebied,
dank zij de heuvels, bergen en rivie
ren en mede doordat maar liefst een
vijfde van de gehele Britse bevolking
in en om Londen samenklont. Maar
ook de Metropolis zelf is. dank zij de
wijde groene gordel, die haar omvat
houdt, de tuinsteden en de tot het
hart doordringende natuurparken, wat
rust en verpozing betreft, nog aan
trekkelijk genoeg.
Gros voer miljoenen
In ons land is het betreden van gras
zoiets als hoogveraad. Maar in Enge
land bieden de' alom aanwezig afge
schoren gazons, zacht als fluweel, aan
miljoenen dagelijks ontspanning. Hier
mag men op het gras lopen, liggen en
dtten. Piccadilly in Londen is een
badplaats-zonder-zee, want ligstoelen
staan er bij honderden vlak naast de
onaflaatbare verkeersstroom.
Fietspaden bestaan hier nauwelijks,
omdat de auto hier de plaats van on
ze fiets in neemt. Maar het landschap
ligt wijd open voor trekkers en wan
delaars dank zij unieke voetpaden, die
als gleuven door de velden snijden.
In de badplaatsen met hun natuur
lijke bescherming van hoge rotsen
ontbreken onze rieten mandstoelen.
Maar voor 15 cent kan men er een
halve dag luieren in de ligstoelen
Zij, die op grond van het naar Nederlandse smaak wat melodra
matische gedoe bij de inwijdingen der Carbonari van mening zouden
zijn, dat die geheime bond geen reële betekenis zou hebben gehad,
vergissen zich deerlijk. Alom in Italië hadden de samenzweerders hun
kernen en cellen, alom ook hun vertrouwensmannen op sleutel
posities. ^ij waren van oordeel, dat zij slechts langs illegale weg tot
een liberaal bestuurd eenheidsrijk Italië konden komen. Op vele
plaatsen brachten zij (clandestien) militaire korpsen op de been
(denk aan de B. S. tijdens de bezetting in Nederland!). Zij beschikten
over zeer doeltreffende geheime inlichtingendiensten en eigen
koeriers. Zij werkten samen met andere geheime genootschappen. Ja,
dikwijls waren vooraanstaande Carbonari tevens belangrijke figuren
in die andere genootschappen. Niettemin waren en bleven de Car
bonari de „secte". Zij waren gevreesd bij de vorsten, geliefd bij het
volk. In geheime nachtelijke samenkomsten, menigmaal in kloosters
gehouden, maar ook in de ruïnes van Pompeji, bereidden zij
opstanden voor. Tal van officieren behoorden tot het genootschap.
Hun taak was het om het leger te „carboniseren" en de Carbonaria
te militariseren. Zij slaagden daarin een heel eind.
en economische toestanden in het land.
Ook daar sloegen de geheime genoot
schappen de handen Ineen om vla een
opstand tot betere toestanden en een
liberaal staatsbestel te komen. Maar
ook daar. in het noordwesten, mislukte
de opstand uiteindelijk evenzeer als ln
het zuiden van Italië.
Metternich, de ziel der Heilige Al
liantie, was van oordeel, dat de op
standen der geheime genootschap
pen in Italië niet een louter Itali
aanse, doch een Europese zaak wa
ren. Hij riep de belangrijkste vorsten
samen. Zfj gaven Oostenrijk-Honga-
rije de vrije hand om in Italië „orde
op zaken" te stellen. Ruim 50.000
man Oostenrijkse troepen trokken
naar Zuid-Italië. Zij versloegen de
Carbonari en de troepen der revo
lutie. Zij herstelden de autoritaire
met Valentine, een welkome persiflage
op een nationaal instituut als de Tour
de France beide op een onbarmhar
tige jazzmuziek van Michel Legrand
kan men zich uitstekend vermaken.
En in „La fille aux yeux secs" het
meisje met de droge ogen en in „La
peur" op muziek van Marius Constant,
die in het programma de meer ambi
tieuze tegenwichten moesten vormen,
komen verschillende momenten voor
die ook choreografisch niet van belang
bleken te zijn ontbloot. Maar die ogen
blikken waren wel wat kort van duur.
Een oratorium van de anarchistische
dichter - componist - chansonnier Leo
Ferré viel daarentegen de eerste avond
reeds als zo'n loodzware baksteen, dat
Petit dit stuk op het programma maar
liever vervangen wilde door fragmen
ten uit oude nummers als „Les belles
damnées" en „Carmen". En in de ove
rige, nieuwe, werken kon men Petit
dan nog verwijten dat hij zioh wat al
te eenzijdig had gericht op een beeld
van Parijs, dat reeds gevaarlijk begint
te demoderen. De „poëzie" der voorste
den, de filosofie van de onderwereld,
de lyriek van het asfalt: hoe vaak
werd dat alles al niet bezongen, ver
toond en geïdealiseerd in romans, films,
gedichten, chansons en balletten en
veelal met aangrijpender effect dan
het hier door Roland Petit geschiedde.
Dat beeld is nu wel tot cliché versle
ten. We hadden hier nu op een andere
en frissere visie gehoopt.
Niettemin: Roland Petit blijft
een fenomeen, die op de planken nog
altijd fascineert, een „béte de théa-
tre" een „monstre sacré", en zijn
weigering de platgetreden of plat-
gedanste paden te volgen is ons nog
steeds bijzonder sympathiek. On
danks de (niet meer sporadische)
teleurstellingen, die op zjjn storm
achtig debuut gevolgd zijn, is zijn
krediet als vernieuwer van de dans
kunst stellig nog niet uitgeput. Maar
zijn langverbeide show, zijn ballet-
comedie doordrenkt van asfalt-ero-
tiek en begeleid door jazz-barbaars-
heden, is vooralsnog toch ook niet
de toverformule gebleken, waarmee
het verlossende woord in de dans-
wereld gesproken werd.
FRANK ONNEN.
De beslissingen van het Wener Con
gres (1815) sloegen alle hoop der Ita
lianen de bodem ln. Italië bleef een
geografisch begrip. Van Italiaanse een
heid was geen sprake. Een scherpe
reactionaire koers verkreeg de over
hand. Bedelaars en roverbenden maak
ten het leven in stad en provincie tot
een aanfluiting van orde en gezag.
Geen wonder, dat de ontevredenheid
met de dag steeg. Geen wonder ook,
dat de wens der Carbonari om tot zui
vering, een grondwet en nationale een
heid te komen steeds dringerder werd.
Evenmin baart het verwondering, dat
de regeringen besloten tot een felle be
strijding van de geheime genootschap
pen. Vooral in het koninkrijk Napels
was dit het geval. Vorst Canosa werd
daar tot politie-minister benoemd. Zijn
opdracht luidde, de Carbonari met alle
beschikbare middelen tegen te gaan en
uit te roeien. Vuur bestrijdt men met
vuur. overwoog Canosa.
Daarom schakelde hfl een ander ge
heim genootschap, dat der Calderari
(Ketellappers) in om de Carbonari
het leven zuur te maken. De Calde
rari waren voor het merendeel scha
vuiten, lediglopers. baliekluivers en
paupers. Canosa stelde wapenen aan
hen ter beschikking. Hij gaf hun
(natuurlijk niet met zoveel woorden)
het recht om misdadig op te treden.
Dat deden zij dan ook. Zij roofden,
moordden en plunderden onder be
scherming van de hoogste politie
autoriteit. Toen het al te bont werd,
kreeg Canosa (met veel eerbetoon)
zijn ontslag op aandringen van de
buitenlandse, in Napels vertoevende,
diplomaten.
De spanning in Carbonari-kringen
(en ook in de massa des volks) steeg
geleidelijk. Uitbarstingen - daarover
waren alle waarnemers het eens - kon
den niet uitblijven. Zij bleven niet uit.
Het begon in 1817 en wel in de Kerke
lijke Staat. Een opstand werd tot in
de puntjes (zij het op weinig vakkun
dige wijze) voorbereid. De alomtegen
woordige politie-spionnen (die natuur
lijk ook waren gepenetreerd in de Car-
bonari-loges) brachten het plan te elf
der ure ter kennis van de overheid.
Arrestaties en doodvonnissen volgden.
De Paus, die de Carbonari reeds in de
ban had gedaan, veranderde de dood
straffen in levenslang. Na de Kerke
lijke Staat was de Napolitaanse pro
vincie Lecce aan de beurt voor een
oproer. Ook dit mislukte. Hard sloeg
de overheid toe. Honderden doodvon
nissen werden voltrokken. De geheime
genootschappen antwoordden met
doodvonnissen en menig reactionair
gezagsdrager werd geliquideerd. Merk
waardig is het. dat het in die dagen
aartsconservatieve Rusland vermoede
lijk (althans, dit was de mening van
Metternich, Oostenrijk-Hongarij's even
bekwame als reactionaire leidende
staatsman uit die dagen) de Carbonari
en andere samenzweerders steunde.
Grootvorst Michael maakte zelfs een
..goodwill"-reis naar het land der Car
bonari en voerde besprekingen met
hen. Russische agenten wakkerden het
vuur van de opstand aan. Het doel was
natuurlijk om Oostenrijk-Hongarije.
dat Italië rekende tot zijn invloeds
sfeer. de voet dwars te zetten.
Het jaar 1820 scheen de Carbonari
de zege te zullen brengen. Toen in
Spanje een grondwet werd afgekon
digd, waren de Carbonari in Napels
niet te houden. ZB ontketenden een
LA SU PUI; MA MAGKSTR ATU"RA
BEI,LA D.U VIA IÜt'MTA
Tutu le iHtmiite regeturi Cnpitariatey
til!
CjXÜ l'Antwtalè apjws» «nl nostcn ,.d»«
aspettn rkietit» anmrazta la Vicina ttscit* '«M gr*a So
le Git k> tcnUbre sono fiilegnatw<4 passi SÏfcWï
{nssiamo prnsegnire «jneiia oiwaMta catricw clw l i "Con
duce all* Rtoria; e gia ïum<> per engti.w,!! frauo di unti
palpitant! travagü
Buoat UöftïsiLa gran Opera Ötlh ri-rnorswotw po
litica fu tli voi progeltata -voi «<>n inttepwlcm c'co»
Taggïo i omissie ie li*siv voi «rol raassisu entusiwuio
uo avete dato i! fiorapimeriio
Ciuuötpie sia nato n' Uomo eonascer-^ «li tjnanto la
Naai one m («rata alle wstre vigilie ai ya»<ri perieoli
*d alle vostre virtA} «I il nomr de' Carbonari Sasa
fcile ui' fasti «UiU U raamt» IVesegoite «luwpie i vvstri
lrsva-li 5 «piel aaoro fiioco rite v'inwste premist eaaagier
forsa e vigore, ed ottemito il gran tine tè peavt a ena-
leryarlo accrcscetlo c «fffomierlo
CASSÏTTO.
JU' Oratorc G. ROD1NO',
Q IVRIOf»-"
Aldus maakten de Carbonari hun zegepraal in Napels bekend. „Bravi
Buoni Cugani" (Dappere Goede Neven") aldus luidde de aanhef.
opstand, die slaagde. Muitende regi
menten verenigden zich met de mili
taire korpsen "der geheime genoot
schappen. De koning was aanvankelijk
radeloos. In juli echter liet hij zich een
grondwet afdwingen. Tot eer van de
geheime genootschappen moet worden
gezegd, dat de revolutie in Napels vrij
wel bloedeloos was en niet gepaard
ging met plunderingen en andere mis
daden. Monniken marcheerden samen
met de leden der geheime genoot
schappen in die dagen. Er werd zelfs
een officiële poging gedaan om de pau
selijke ban ongedaan te maken. Ook
de Christelijke kerk was in den begin
ne een geheim genootschap, heette het
in de rechtvaardiging van rituaal, mid
delen en doel der Carbonari. De Paus
antwoordde met een tweede bul. waar
in hij zich opnieuw scherp kantte te
gen de Carbonari en de leden van an
dere geheime genootschappen.
Ook in het noordwesten van Italië
(koninkrijk Sardinië) brak verzet uit.
Ook daar vormde zich een voorlopige
regering, die voornamelijk uit Carbo
nari bestond. Ook daar vond het ver
zet steun bij vele militairen en amb
tenaren. Ook daar was de opstand, was
het opbloeien der geheime genoot
schappen voor een belangrijk deel te
herleiden tot de reactionaire politiek
der regering en de miserabele sociale
staatsvorm. Het volk was razend,
doch had niets in te brengen.
Wraaknemingen en terreur waren
aan de orde van de dag. Vele lei
dende figuren uit de geheime ge
nootschappen kregen de kogel of de
strop. Anderen namen de vlucht.
Vorst Canosa keerde terug als mi
nister van Politie. In Noord-Italië
decreteerde de koning na ziin terug
keer als absoluut monarch, drt
voortaan geen officier of ambtenaar
lid van een geheim genootschap
mocht zqn. De Oostenrijkse solda
ten, kogels en bajonetten hadden de
pogingen der Kolenbranders doen
falen.
En nog was hun leed niet ten einde.
Vochtige kerkers en zware vonnis
sen stonden de „Goede Neven" el
ders in Italië te wachten.
Volgende keer:
Vochtige kerkers waren hun lot.