El Alamein: grootste woestijnslag aller tijden onder brandende zon Overwerk: ongewenst verschijnsel, maar de mogelijkheid moet bestaan •- ts®J ■fll'lj vvü,W-/i 1 Montgomery's overwinning betekende keerpunt van beslissende betekenis in de oorlog Bej I I Revanche op Zwarte Zaterdag t V i i i iuJ■»- t: *■*- t 1 1 i- j aarden uit de grote steden naar het platteland verhuizen Sovjet -Rusland wil met Bonn een niet-aanvalsverdrag sluiten 95ste jaargang Woensdag 24 oktober 1956 Derde blad no. 2öw68 Heet was het, gloeiend heet. De zon brandde. De wind blies, bij stofwolken over het droge zand. Anderhalve kilometer noordwaarts lag het blauw der Middellandse Zee. Dat was op 24 oktober 1954. Veldmaarschalk Montgomery deed een paar passen naar voren. Met een enkel gebaar onthulde hij het gedenkteken ter nagedachtenis van de gevallenen in de grootste woestijnslag aller tijden. Het monument is van blanke steen. Het lijkt koelte te brengen in de dor-hete woestijn, die zich rondom het gedenkteken in alle richtingen uit strekt. Kaal, dodelijk, onafzienbaar. „Vrienden", aldus sprak „Monty" ongeveer, er is heel veel gebeurd sedert de slag van El Ala mein. Doch onze mars is niet voltooid. De vrijheid en het vaderland hebben het gestelde doel nog niet bereikt. De omstandigheden zijn anders dan in 1942, doch laat ons in naam van hen, die hier begraven liggen, wier namen hier vermeld staan, de gelofte afleggen, dat we verder zullen gaan, bezield door de geest die eens hen bezielde. Bezield door die geest trokken we door woestijnen en over oceanen, onder Godes bescherming en leiding Prins Bernhard ep vliegdeksehip „Forrestal" Prins Bernhard is met PÜper- muziek ontvangen aan boord van het reusachtige Amerikaanse vlieg tuig-moederschip „Forrestal" te Jack sonville. teneinde een informeel over zicht te krijgen van een „tijpische dag aan boord" van een van Amerika's drijvende luchtbases. Rear-admiral Delbert Cornwell, be velhebber van de luchtvloot in Jackson ville en capt. William Harris, bevelvoe rend officier van het Marine-Lucht vaart Station waren de eersten, die de belangstelling voor drie Nederlandse Prins begroetten. De Prins toonde grote marine-mannen van de luchtvaart-basis Valkenburg, die een training ondergaan in het training-centrum. ONTSLAG AAN TWEE REGIMENTSCOMMANDANTEN Twee Indonesische regimentscomman danten zijn ontslagen omdat zij tegen de regering gecomplotteerd hebben, zo is te Djakarta gemeld. Het hoofd kwartier van het leger wenste geen commentaar te geven op de ontslagen. Soeloeh Indonesia, officieel orgaan van de Nationalistische partij van pre mier Ali Sastroamidjojo. meldde dat luit.-kol. Kemal Idris en majoor Soe- warto, beiden regimentscommandanten van de derde Siliwangi territoriale divi sie welke om de hoofdstad ligt, van hun commando ontheven zijn. Hoewel Soeloeh Indonesia de reden van dit ontslag niet gaf. zeggen be trouwbare kringen dat het gegeven is, omdat de twee officieren behoorden tot een groep in het leger die de regering omver wilde werpen om een eind aan de corruptie te maken. Pleidooi voor het1 Nederlands VAX INDONESISCH HOOGLERAAR. Prof. soeliman Kartosarprodjo, hoog- leraar aan de juridische en sociale we tenschappen faculteiten van de univer siteit van Indonesië, heeft als zyn me ning te kennen gegeven, dat de hogere onderwijsinstellingen in Indonesië nog steeds behoefte hebben aan de Neder landse taal. Hij zeide. dat. afgezien van de moeilijkheden op economisch terrein, het gebrek aan kennis van de Neder landse taal een grote hindernis vormt voor de Indonesische studenten om vooruit te komen. Hij beval aan, dat de Nederlandse taal weer facultatief in Indonesië zal worden onderwezen. „Ik ben van mening dat zo lang de studieboe ken voor de hogere onderwijsinstellin gen nog niet in het Indonesisch ver taald zijn, de Nederlandse taal van grote betekens is voor het Indonesische maat schappelijke werk", aldus prof. Karto sarprodjo. De Raad voor de Woningbouw adviseert: (Van een speciale medewerker) De Laatste Post" weerklonk, daarna de réveille. Er werden kransen gelegd by het gedenkteken, waarop in steen gebeiteld staan de namen van welhaast twaalfduizend mannen, wier graven onbekend zijn. Telt men de graven mede van hen, die (aan de voet van het gedenkteken) op het oorlogskerkhof van El Alamein een laatste rustplaats vonden, dan staat dat blanke monument daar als een symbool van eerbied voor twintigduizend dodenEn toch ziet die plek in de woestyn er thans zo vreedzaam, zo plechtig, zo ordelijk uit. Velen van de aanwezigen hadden El Alamein ook anders gekend, in 1942, toen de Grote Slag er begon! Het oorlogsnieuws was in het begin van 1942 weinig opwekkend. In Noord-Afrika wa ren de Britse woestijn-strydkrachten uit Lybië verdreven door Rommels zegevierende divisies, die zich bevonden bij de toegang tot de Nyi-delta. Dat zü zo ver waren gekomen, was het gevolg van een overwinning, die Rommel op „Zwarte Zaterdag" (13 juni 1942) had be haald. Hij had 300 Britse tanks in een hinderlaag gelokt en er 215 van ver nietigd. Dank zjj hulp uit de lucht werd de Britse terugtocht geen catastrofe. Bij El Alamein ongeveer 120 km van Alexandrië kwam Rommel's opmars tot staan. ■ais r Vermoeid leger werd bezielde strijdmacht Begin juli kwam er wijziging in de toestand. Vliegtuigen, tanks en troe pen bereikten Egypte. Romels divisies kampten met watertekort en met het uitblijven van nieuw materieel. Toch sloeg Rommel opnieuw toe. Hij' kwam tot 30 km ten oosten van El Alamein, doch verloor in de Britse mijnenvelden meer dan de helft van zijn tanks, zodat zijn doorbraakpoging mislukte. De Duit sers achtten de Russische fronten op dat tijdstip belangrijker dan het Afri kaanse en stuurden daarom Rommel geen tanks en zware wapenen ter ver vanging van het verloren gegane mate rieel „Zwarte zaterdag" had tot gevolg ge had, dat generaal Alexander benoemd was tot opperbevelhebber der strijd krachten in het Midden-Oosten, en dat generaal Montgomery belast was met het commando over het Britse Achtste Leger, het vermaarde „Woestijnleger". Beide mannen reorganiseerden met spoed de strijdkrachten in Noord-Afrika. Het „Woestijnleger", een geslagen, ver moeide. in het defensief gedrongen for matie, werd tot een verjongde, strijdbare, met offensieve geest bezielde leger macht. Monty bracht zijn Achtste Leger op een sterkte van tien divisies. In ok tober 1942 beschikte hjj over tweemaal zoveel tanks en vliegtuigen als de Duit sers. Monty's veldheerstalent en zijn materiële overwicht beslisten zün strijd tegen Rommel, die beschikte over twaalf sterk gedunde divisies, waaronder enige keurcorpsen, zoals het Afrika Korps, de 15de en 21ste Panzer-Divisies en de 90ste en 164 ste Gemotoriseerde Divisies. Geen eigenlijke „linie" De linie van El Alamein was de laatste verdedigingsmogelijkheid vóór Cairo. Het was geen eigenlijke linie, doch een fel omstreden stuk woestijn met ver spreide mijnenvelden, machinegeweer- nesten. kuilstellingen en prikkeldraad versperringen. Een schaars met lage struiken begroeide zandvlakte, hier en daar gebroken door barre rotsen. Twee legers „hurkten" er tegenover elkaar. De mannen leefden en vochten er onder een brandende zon. Hun gezichten wa ren bedekt met een dikke laag geel stof en zweet. De vliegen op die gezichten waren als zwarte stippen. Zomin als er een „linie" van El Ala mein bestond, zomin bestond (en be staat er een plaats El Alamein. El Ala mein was een naam op de kaart, een stip in de woestijn, een stopplaats langs het spoorlijntje door het zand van Alexandrië naar Mersa Matroe. Er stond geen huis. Er was geen water. Er groeide geen boom. Er waren zelfs geen I tenten van Bedoeinen. Er was niemand „in" El Alamein. Thans zijn er een oorlogskerkhof en een oorlogsmonument. Thans is het de laatste rustplaats van twintig duizend soldaten. Thans is er wèl iets".... Tank tegen tank Infanteristen en mijnenruimers deden het voorbereidende werk. Een week lang. De Royal Air Force ontplooide een grote activiteit. Zevenhonderd vluchten per dag. Na een week was hij heer en meester in het luchtruim. Toch wisten slechts heel weinigen, dat de Grote Slag weldra beginnen zou. Het gedenkteken van El Alamein in de barre woestenij. Wie dat begin meemaakte, kan het nooit vergeten! Het was de avond van de 24ste oktober 1942. De woestijn lag blank en verlaten. Schijnbaar levenloos, schijnbaar doodstil, met maanlicht overgoten. Toen eensklaps, onverhoeds het was een minuut of tien over half tien leek het alsof de aarde uit elkaar spatte. Een donderend en ratelend ar tillerievuur brak los. Lichtflitsen van het mondingsvuur der bijna dertiendui zend stukken geschut voltooiden de helse indruk. Dood en verderf heersten in de nacht. Vier Britse infanterie divisies kregen bevel om op te rukken. Zij hadden tot taak, een corridor vrij te maken, een „vrije baan" voor de geal lieerde tanks, die de vijand tegemoet moesten trekken. Tegen de ochtend was er een opening in de Duitse mijnenvel den. De vijand bood dapper weerstand. Zijn tegenaanvallen liepen echter niet uit op blijvende successen. Pas na tien dagen mokeren op het Duitse front kon den de Britse tanks doorbreken. In een tankslag zonder weerga bonden zij de stry'd aan tegen Rommels „Panzer- divisies Een slag van tank tegen tank. Een strijd van meedogenloze hardheid. Rommel vloog zelf naar het strydto- neel. Zijn plaatsvervanger, de generaal Stumme, sneuvelde. De commandant van het beroemde Afrika Korps, de generaal Thoma, werd krijgsgevangen gemaakt. Rommel bleek niet opgewassen tegen de kracht van het Britse woestijnleger. De As-mogendheden verloren in totaal bijna 60.000 man. Ongeveer de helft hiervan geraakte in krijgsgevangenschap. De geallieerde verliezen bedroegen onge veer 12.000 man. Monty had de slag ge wonnen. Twee jaren had de strijd in de Afri- De Raad voor de Woningbouw heeft de minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid doen weten, dat hij overwerk in beginsel een ongewenst en ongezond verschijnsel acht. Maar hij geeft toe. dat een overwerkver- gunning in bepaalde gevallen gunstige resultaten kan afwerpen. Daarom is de Raad de mening toegedaan, dat het mogelijk moet zijn om soms langer dan 48 uur te kunnen werken en hiervoor op korte termijn ver gunning te verkrijgen. In tiueede instantie doet de Raad de ministers een suggestie aan de hand om de woningnood in de grotere steden te ontlasten door de wens van gepensioneerden, bejaarden, invaliden en dergelijken om naar een landelijker omgeving te verhuizen mogelijk te maken. Tot nu toe voelden de plattelandsgemeenten niets voor een dergelijke verhuizing, wanneer er geen woningruïl mee gepaard ging, maar nu deze veelal kleinere gemeen ten in de nieuwe regeling in versneld tempo het woningtekort zullen kun nen inhalen, kan worden verlangd dat een deel van de gebouwde woningen voor de bedoelde gezinnen worden gereserveerd. Tenslotte meent de Raad, dat er te genover het offer van overwerk iets gesteld moet worden, zo mogelyk in de vorm van een hogere toeslag op de overuren dan thans het geval is. Boven dien zou kunnen worden onderzocht of het mogelijk zou zyn de belasting bepalingen voor overuren wat te ver ruimen. De Raad acht zich echter niet competent hierover een aanbeveling te doen. Hij suggereert slechts Meer woningen Op verzoek van de minister heeft de Raad zich ernstig bezig gehouden met de wenselijkheid en de mogelijkheid van een verlenging van de arbeidsduur. Het kwam ook tot de conclusie, dat een alge mene o ver werkvergunning, zoals vorig jaar nog mogelijk was, ongewenst moet worden geacht. De raad acht het de aangewezen weg. dat de werkgever na overeenstemming met zijn werknemers, op de gebruikelijke wijze overwerkvergunning aanvraagt. De disctrictshoofden van de Arbeidsinspec tie zullen na instructie van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid hiertoe hun medewerking dienen te ver lenen. Voorts is de Raad van mening, dat in deze geen onderscheid moet worden gemaakt tussen woningbouw en burger lijke- en utiliteitsbouw. Zo dit nodig mocht zijn, moet de mogelijkheid tot overwerken ook gelden voor de toeleve- rings bedrijven. Verder is de Raad het met de suggestie van de bedrijfsraad eens dat een werktijd van 55 uur (10 uur 'per dag en 5 uur op zaterdag) ac ceptabel ljjkt. Verboden zou moeten worden te werken tussen 's zaterdags 14.00 uur en 's maandags 7.00 uur (voor de toeleveringsbedrijven 6.00 uur). kaanse woestijn heen en weer gegolfd. De Britten en de Duitsers speelden als het ware krijgertje en verstoppertje. De Slag bij El Alamein was het slotakkoord van dat spel, een slotakkoord en tevens een der beslissende overwinningen van de Tweede Wereldoorlog. Monty's veld heersgaven, de moed der soldaten en Amerika's materiële hulp maakten die overwinning mogelijk. Zij werd bevoch ten op een tegenstander, die dapper, be kwaam en vasthoudend was. Haar bete kenis was: De bedreiging van de verbin ding met het oosten (Egypte, Suez-ka- naal) was verdwenen. Rommel trok zich terug op Tunis. Duizenden soldaten sneuvelden om en nabij El Alamein. Zy rustten er in het dorre woestijnzand. Sedert vele jaren. Een indrukwekkend, blank en koel mo nument houdt de herinnering aan hen levend. Tal van vliegtuigen van Rommel werden het slachtoffer van het Britse luchtafweergeschut in de woestijn. In de aanbeveling van de Raad over het subsidie- en goedkeuringsbeleid stelt hij, dat hij de verwachting van de mi nister deelt, dat het ombuigen van het beleid inderdaad in totaal meer wonin gen zullen worden gebouwd. Maar niet alle gemeenten zullen in gelijke mate ervan profiteren. Door de spoedig optre dende spanningen op de bouwmarkt en mogelijk door de slechts beperkte hoe veelheid beschikbare bouwgrond, zullen de grotere steden meer in het gedrang komen, althans niet meer woningen kun nen bouwen dan voorheen. De Raad heeft nu gezocht naar een mogelijkheid de plattelandsgemeenten iets meer te belasten om het aantal beschikbare wo ningen in de steden groter te maken. Zo kwam hij met de suggesties aan de veel gevoelde wens van ouden van dagen en invaliden tegemoet te komen. Voorlopig denkt de Raad aan een regeling ten behoeve van gezinnen uit de drie groot ste gemeenten. Maar zou deze regeling, in de praktijk voldoen, dan kan zy altijd op grotere schaal worden toegepast. Plattelandsgemeenten, waarvoor ?en vestigingsvoorkeur bestaat en die in staat zijn haar woningtekort snel weg te werken of die er al grotendeels doorheen zyn, zou bij de besteding van de beschikbare bouwcapaciteit de voor waarde moeten worden gesteld, dat een deel van de extra woningen wor den bestemd voor huisvesting van ge zinnen uit grote steden. Ook zou be paald moeten worden, dat alleen ge zinnen, die in Amsterdam, Den Haag of Rotterdam een huurwoning kun nen achterlaten van deze regeling kunnen profiteren, omdat aan derge- lyke woningen nu eenmaal een enor me behoefte bestaat. De Raad is er zich van bewust, dat de regeling geen grote bijdrage tot leniging van de wo ningnood kan geven, maar er wordt toch enige ontlasting voor de grote steden bereikt. En naarmate meer kleine gemeenten hun tekort hebben weggewerkt zal de regeling aan bete kenis gaan winnen. Geen hereniging door vrije verkiezingen De Sovjet-Unie heeft de Westduitse Bondsrepubliek gevraagd of zij bereid is een verdrag met de Sovjet-Unie en haar bondgenoten te sluiten, waarbij wordt afgezien van het gebruik van geweld. Over de hereniging van de twee Duitslanden herhaalt de Russische nota, dat deze slechts tot stand kan komen door samenwerking tussen de regerin gen van Oost en West-Duitsland. De Sovjetrussische regering wil wel haar medewerking daarbij verlenen. Deze Russische nota is het antwoord op een memorandum van de Bonds republiek over de hereniging. De Bonds republiek had -ich daarin berejd ver klaard af te zien van geweld Mj haar betrekkingen met de Europese landen, die niet behoren tot de NAVO of de Westeuropese Unie. De Sovjet-Unie vraagt nu naar aanleiding daarvan, of dit betekent, dat West-Duitsland bereid is met de daarvoor in aanmerking komende landen verdragen te sluiten. Hereniging door middel van vrije ver kiezingen in geheel Duitsland is volgens de Sovjet-Unie niet mogelijk, ..omdat de omstandigheden dat op het ogenblik niet toelaten". Eerst moet West-Duits land een andere politiek gaan volgen. De huidige politiek maakt van West-Duits land het beginpunt van een nieuwe oorlog. Het scheppen van een gedemilitari seerde zone aan de Duitse oostgrens na een hereniging, zoals door de Bonds republiek voorgesteld, kan volgens de nota ..onder bepaalde omstandigheden van belang" zijn. Bloemisterij had goed seizoen INTERNATIONALE SAMENWERKING NODIG In de eerste negen maanden van 1956 is door de Nederlandse bloemisterij voor ruim 32.3 miljoen gulden aan snijbloemen en voor ruim 5.6 miljoen gulden aan bloemisterijplanten ge ëxporteerd. Deze totale export van bijna 37.9 miljoen gulden ligt ongeveer een derde hoger dan de export in de overeenkomstige negen maanden van 1955. Dit deelde dr. A. J. Verhage, voorzitter van de vereniging „De Nederlandse Bloemisterij" vanmorgen mede tijdens de in Utrecht gehouden algemene jaar vergadering van deze vereniging. De binnenlandse afzet is eveneens gestegen, zij het in niet zo sterke mate als de export. Een aantal factoren heeft hierbij, volgens dr. Verhage. een belang rijke rol gespeeld. GROTE VOORZICHTIGHEID Dr. Verhage zei voorts, dat de hoog conjunctuur, die de afzet van bloemis terij produkten doet toenemen, ook tot stijging van de kosten in de bedrijven leidt. Deze kosten gaan volgens hem, bondspresident prof Heuss deze zal bij- zelfs vormen aannemen welke tot grote Minister - president van Beieren wil ook zijn vrije tijd Zijn werkweek eindigt op zaterdagmiddag (Van onze correspondent in West-Duitsland) De 69-jarige socialistische minister president van het grootste Westduitse Bondsland Beieren, Wilhelm Högner, wil over zijn vrije tijd naar eigen goed dunken beschikken. Hij ziet ook niet in waarom hij on onderbroken ook op zaterdag en op zon dag, in touw zou moeten zijn en onlangs heeft hij zich bij een beweging aange sloten, die er in het belang van de gees- telijke en lichamelijke gezondheid van het mensdom naar streeft zo min moge lijk politieke vergaderingen, congressen en andere bijeenkomsten op zaterdagen en zondagen te doen plaats hebben en het laatste weekend van de maand er in ieder geval vry van te maken. Zijn handtekening prijkt op een in het oog vallende plaats onder een desbetreffend manifest. Nog altijd krijgt hij vele uitnodigingen om de een of andere bijeenkomst juist op die laatste zaterdag of zondag in de maand met zijn aanwezigheid op te luisteren maar zijn secretaresse heeft voor al die gevallen een door Högner zelf gedikteerd stereotiep antwoord klaar, luidende: „Ik dank u hartelijk voor uw uitnodiging. Helaas kan ik haar niet aannemen omdat ik de verplichting op mij heb genomen gedurende het laat ste weekeinde van de maand geen bij eenkomsten meer bij te wonen". Ettelijke brieven met deze inhoud flad derden in de laatste dagen van Högner's schrijftafel in diverse richtingen. Eén invitatie kon hij echter niet hele maal afslaan, en zo zal hij op zaterdag 27 oktober wel by een plechtigheid ter ere van het tienjarige bestaan van de bond van oorlogsinvaliden tegenwoordig moeten zyn. aangezien ook de gryze wonen en er zelfs speciaal uit Bonn voor over komt. Men verwacht op die laatste zaterdag van deze maand in de enorme „Bayern- halle" te München ongeveer vierduizend Duitse oorlogsinvaliden als vertegen woordigers van de regionale invaliden- verenigingen en bovendien een aantal '-legaties uit het buitenland. Högner heeft intussen al tegen de taatssecretaris van het Beierse ministe rie voor Arbeid, Weishaupt gezegd, dat hy vast van plan is om klokslag twaalf de zaal verlaten, „want" zo voegde hij er aan toe „zaterdagmiddag om twaalf uur eindigt nog altyd voor de meeste mensen de gewone werkweek! voorzichtigheid manen. De economische toestand zal zich, naar de mening van dr. Verhage. onge twijfeld wijzigen. Hij drong er op aan, de bloemisterij bedrijven zo sterk moge lijk te maken en, voorzover de fiscale politiek dit toelaat, een reserve voor andere tijden op te bouwen. Dr. Verhage pleitte voorts voor een internationale samenwerking tussen de tuinbouwers uit de Europese lan den. Hij meende, dat getracht dient te worden met de buitenlandse tuinbou wers en afnemers te komen tot af spraken, die de rust op de Europese markt zullen bevorderen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 5